NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUIT KIN'LAM) BINNENLAND. KELILLETU.V *o. 27. Woensdag k April 1906. Vijl-en-dertigste jaargang. VERSCHUW W!lE\SHAI. Bl\ ZATEKIIAI.. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortstóie Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Kyk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrij dag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephocnn». 09. AD VERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De berichten uit Rusland worden steeds ongunstiger. Te Moskou is een geheime drukkerij ontdekt, en op een andeie plaats in de stad een geheime bergplaats van wapenen. Vele perso nen zijn gearresteerd. Berichten van bomontploffingen en beroeringen komen van verschillende plaatsen. Te Riga ontdekte de politie een complot om den kassier van rle Russische baliiscbe waggoufatn iek te bestelen juist op een tijd. als deze de gelden voor de uitbetaling der arbeiders in zijn bezit zoude hebben. De politie nam de noodige voorzorgs maatregelen. Door een politieagent die zich in hinderlaag had gelegd, werd een vei dacht persoon geane— teerd, die bekende, tot de bende, die den diefstal had voorbereid te be- hooren. De man verraadde zijn mede plichtigen. Des avonds nog werd de aanvoeider der bende gearresteerd De Japanners willen groeien. Aldus, degelijk toegerust met etliek en moraal, vertrouwen de Japaneis er op, een groot volk te zullen worden. Maar en hun moiaal heeft ze nog niet van deze ijdelheid afgeholpen levens willen zjj ook in liet letter lijke een groot volk zijn. Nu zij, na hun eersten grooten oorlog, alles grootscheeps gaan im ich ten, willen zij niet meer beschouwd worden als onder-de-maat. Dit lag voor de hand. Maar eerder verricht een klein volk groote dingen, dan dat een volk van kleine menschen de volks maat vergroot! Dus is de vurige wensch van den Japanner, om lichamelijk uit te groeien. En het is een andere Japanner, baron Takahira, die in een vooidracht aan de universiteit van Pensylvanië daar over het woord voerde. Hij schelste deze algemeene beweging in zijn vaderland, waar zelfs de Mikado zeer sympathiek tegenover stond. Het verlangen en de opdiacht is, om de lengte te bereiken van hel Kaukasisch ras; nu is ht-t door een verandering in de levenswijze, dal men dit doel hoopt te bereiken. De proeven, di genomen zijn schijnen aanvankelijk al succes te hebben ge- bad. Een jaar geleden is men er mee begonnen, om een aantal Japansche matrozen dezellde rantsoenen en spijzen te geven als de matiozeii van de Ameiikaansche inaiine knjgcii. En ziel! na één jaar is vveikrhjk gebleken, dal dn Japansche matroos jes gegloeid waren! De proef zal op uitgebreider schaal vvordeu voortgezet, en later bij blijvend succes algemeen en bij wijze van wettelijke en paedagogische legelmg wellicht worden mgevoeid. En zijn evenwel nu reeds Japanners, die tegen bet nieuwe voedmgsstelsei waarschuwen, en de niet ongerecht vaardigd schijnende vrees uitspreken, dat de toekomst-Japanner eerder dik dan groot zal woiden! De toestand onder de hongerlijdende bevolking in Spanje is nog steeds vieesehjk. De arme werkeloozen staan geschaard langs den weg en etscheti op di eigenden loon ondersteuning. De autoriteiten hebben besloienkrachl- dadig hulp te verleeuen o.a. is de burgerlijke gouverneur Ruiz Mimenes met den militairen gouverneur van de stad overgekomen om in de kazernes dagelijks levensmiddelen uit te reiken aan de arme arbeiders en hunne families. Bovendien is een beroep gedaan op de meer gefoituneerde klassen en men koestert de hoop, dat door milde gaven de nood eenigszms ge lenigd zal wotden tot aan den tijd, dat de voorgenomen publieke werken aan de ai helders werk en brood zullen verschallen. Volgens een bericht uit Rosenberg in de „Amberg. Volkszeit." is bij Aueibach (Upper-Palis) een groote ijzerlaag ontdekt, De laag sliekt zich uit over eene lengte van 3 K.M., is 50 M bieed en '20 M. diep. Men heeft uitgerekend, dat de mijn aan de 3 in Rosenberg bestaande hoog ovens eits voor een tijdvak van 250 jaar zal kunnen leveren. Twee soldaten van de luchtscheep- vaarlaldeelmg te Berlijn hebben eene gevaarlijke luchtreis gemaakt. Opge stegen voor een oel'eniugstochl van enkele uien werden zij utimiddeiijk door een geweldigen stormwind aan gegrepen en met een razende vaart meegesleurd. Toen de ballon weer uit de wolken te voorschijn kwam, be merkten de inzittenden, dat ze zich midden boven de Oostzee bevonden, zouder dat ergens land te bespeuren was. Slechts door de mand al te snijden en zich zonder schoenen en Dovenkleeren. aan hel netwerk vast te klemmen, wisten de beide soldaten zich in de lucht te houden lot de wind ze vele uren later boven de Zweedsche kust bad gedreven. Daar moesten zij nog eeuige uren bloots voets door de sneeuw waden, eer zij hulp vonden. Beiden zijn thans echter heelhuids te Berlijn teruggekeerd. Te Hamburg is een dierentemster, Martha Elbeck, deerlijk verwond, door een jungen luipaard, dien zij sinds twee maanden bezig was te dresseeren. Het dier anders zeer woest en kwaadaardig, was bijzonder kalm en gezeggelijk geweest. Maar toen de diereiiieuisier zich omwendde om hev hok te vei laren, viel het haar iu den rug aan, en vóói bedienden uiel ijzeren slangen haar haddeu bevrijd, uad zij leeds zeer ernstige wonden bekomen. Te Vincennes was in de laatste weken een «spookhuis" het onderwerp van vele bijgeloovige praatjes. In een huis, bebooiende bij een patronenlabiiek en bewoond dooreen adjudant, werdeu, zoo verhaalde tnen. dikwijls 's nachts geheimzinnige gelui den gehoord, kloppen, stampen, enz. Er moesten geesten zijn. Men onderzocht het huis, maar kon niets ontdekken. Dezer dagen evenwel ging een opzichter, die de geluiden hoorde, eens goed kijken en hij bevond dat een zevenjaiige knaap voor «spook" speelde, door overeind in bed staande, tegen een muur te bonzen. De kleine klopgeest kreeg toen op zijn beurt «klop". Te Passy bij Parijs woonde een be jaarde Barones met een huishoudster Deze was er niet onkundig van, dat de dame een groot vermogen bezat en, misbruik makende van hare zwakke geestvermogens, wist de sluwe meid langzamerhand alle bezoekers te weren, waarna zij er in slaagde, de onge lukkige vrouw groote sommen afhan dig te maken. Zij beweerde o.m. medium te zijn; de moeder van mevrouw was haar verschenen en had haar opgedragen aan de Ba rones geld te vragen voor ver schillende heiligenOnder voorwendsel een hondenasyl te stichten en door middel van valsclie overschrijvingen op haar eigen naam bemachtigde zij een gioot deel van het vermogen harer meesteres. Door al deze kunsten werd de oude Barones in het eind zoodanig in de war, dat zij in een geste ht vooi zenuwlijders moest worden opgenomen. Dezer dagen, toen zij allhaus gedeel telijk was heisteld, kwatn de oude dame weer in hare woning teiug en zag, dat liet huis nagenoeg leegge- dragen was. Nu begreep zij tocli het slachlullei te zijn van een brutale oplicnlster. Zij diende dus een aan klacht in wegens oplichterij en dief stal. De huishoudster houdt evenwel vol, dat de 200,000 francs, welke zij bezit, haar door hare meesteres vrij willig zijn gegeven, als geschenken. Na een afscheidsbezoek te heb ben afgelegd bij de Koningin-Moeder, zijn de Koningin en de Prins Maan dagochtend uit Den Haag naar liet Loo vertrokken, voor het gewone jaarlijksche zomerverblijf aldaar. Voor het eerst sedert de herstellingen, te Haarlem ondergaan, diende weder de eigen trein voor het vervoer der vor stelijke personen. Tweede Kamer. De Tweede Kamer die voornemens is a.s. Vrijdag op reces uiteen te gaan tot de laatste week van April, wellicht tot de eerste week van Mei, denkt na hervatting van liet werk nog een viertal zitlingweken noodig te hebben voor de verdere behande ling van het arbeidscontract. Ook bestaat het voornemen in die peiiode de wijziging der wet op de personeele belasting aan de orde te biengen. Uit Wageningen meld men dat de plannen voor eon niouw station aldaar door den Minister zijn goodge- keurd. De Overstroomingen. Uit Toten wordt aan het A. HU. geseind Hedenmorgen Ie halfacht is het zoogenaamde Schenkeldijkje bij de Karnemelkspot gedicht. De polders Leguit en Oud-Kijkuit kunnen nu door de zeesluis van laatstgenoemden polder loozen. De dichting der groote dooi braak te Slabbecoorne wordt nu llmk aangepakt. Vele bewoners van Oud-Vosmeer trekken huiswaarts om de woningen schoon te maken, Maandagmiddag werd op «Rust- ooi d te Nijmpgen het stoffelijk over schot ter aarde besteld van de alge meen in den lande bekende schrijf ster Betsy Ferk, aan welke plechtig heid door vele dames en heeren werd deelgenomen. Ds. Perk, broeder van FRANZ TRELLER. 51) De oude man zag den jongeling aan met een blik vol hartelijke liefde en hem zijne hand toestekend, die Paul aangreep, zeide hij op bewogen toon: "God zegene je kind, voor uw trouw, kan ik het je niet vergelden, dan zal die daarboven het doen." «Wij zijn quitte, oom, als 't mij gelukt u te helpen. Leven voor leren." De trapper streelde 'sjongelings frissehe wangen. Stone zich omkeerend riep uit: "van de roojen is niets te zien, oude heer, ik geloof dat wij in 't nauw zitten en onze skalp niet veel meer waard is. ik ben een vreedzaam man en heb mij in zaken gemengd, die mij niets aangingen. Mijn vader, die een zeer verstandig man is, zei altijd: "blijf op goeden voet met de roodhuiden, bemoei je niet met hun twisten, die gaan ons niets aan. Wij zijn vreed zame lieden die voor ons ambacht leven en onze hand slechts dan opheffen als men ons eigendom of ons leven bedreigt. Ik heb het verknoeid, sir, en ben een domkop geweest, alles is verloren, werktuigen, muildieren en loon, dat is heel wat samen, en ik zal nu ook nog mijn kop verliezen. Mijn verstandige vader zal zeggen: »Je hebt je verdiende loon, Bill, ik heb je gewaarschuwd, je had het bij de roodhuiden niet moeten verkerven." Paul, wien deze woorden van den berekenenden man van zaken zeer verdroten, zeide: «Nu Sir, als wij ons tehuis weerzien, dan ben ik rijk genoeg om u alles, wat ge ver loor door mij in den nood bij te staan, tienvoudig terug te geven." "Hm," antwoordde de Kentuckiër, »het jonge kuikentje, spreekt groote woorden. Ik zal je wat zeggen, Bill Stone is een eerlijk en een vreedzaam man, vijand van allen twist en strijd en heeft nu buiten zijn schuld zooveel verlies geleden. Als je mij te gelegener tijd alleen de geleden schade wilt vergoeden, wil ik die aannemen, ik ben man van zaken weet ge, en moet kunnen rekenen, anders lacht de oude mij uit als ik terugkom." Paul moest er nu toch om lachen dat de Kentuckiër op een oogenblik dat hun aller leven zoo bedreigd werd met zoo'n naïef egoïsme aan zijn geldelijk verlies dacht en op het dreigend doodsgevaar geen acht scheen te geven. Hij reikte hein echter de hand en sprak: "Ik ben Paul Osborne, bezitter van Woudhouse bij Monmouth in Arkansas en neem op mij den geweermaker William Stone uit Kentucky alles wat hij op zijn espeditie naar de Kiowas geleden heeft geheel te vergoeden, zoodra ik thuis kom." "Dat laat zich hooren, Sir, zoo is de manier van handels lui, gij zult niet meer betalen dan de zaak kost. 'k Had het 't liefst schriftelijk, gij zijt echter getuige, Grijze Beer, en kunt het bezweren als het noodig is. De zaak is in orde, de jonge heer vergoedt alle schade." "Nu, Bill Stone uit Kentucky," sprak de trapper, »ik geloof dat het beter is, dat wij eerst zorgen voor onze skalpen, die niet zoo vast zitten als gewenscht is." "Dat spreekt als een Evangelie, Sir, het komt echter pa3 in de tweede plaats, dit is geen handelszaak. Zaken, zegt mijn vader, en dat is een zeer verstandig man, gaan altijd voor, en dan pas volgt al het andere. De zaken zijn afge daan, met handslag Sir, al het andere is bijzaak." De trapper lachte hartelijk; "gij zijt een wonderlijke kerel, Bill Stone, ik wil hopen dat wij de bijzaken even gemakkelijk in orde zullen brengen als die handelszaken." Zoo sprekende, stond hij op, maar hij wankelde nog even, want de zoolang gestoorde bloedsomloop in de voeten was nog niet geheel normaal geworden. "Als ik nog een paar dagen langer zoo gelegen had, zouden mijne voeten mij wel nooit meer gedragen hebben, 't Was tijd. Maar ik voel dat de oude beenen nog in orde zijn." Hij liep heen en weer en na eenige minuten kwamen spieren en zenuwen weer in den natuurlijken toestand. Hij wierp een blik uit de kloof naar buiten, geen Indiaan was te bespeuren. "Laat ons nu eens overwegen, wat allereerst te doen. De legerplaats daar beneden is dus leeg?" "De Kiowas zijn uitgerukt Sir." "En wat meent gij dat we doen moeten?' "Ik geloof, Sir, dat we moeten afdalen, paarden krijgen en wegrijden." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1