NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. FE UI LLETON. flo. 30. Zaterdag 14 April 1906. Vijfendertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoertsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De uitbarsting van den Vesuvius. Ofschoon de aschregen nog aan houdt op vele plaatsen in het Vesuvius- gebied en groote verwoestingen ver oorzaakt, is gelukkig toch een ver mindering van de eigenlijke vulkanische werking te constateeren. De hernieuwde uitwerking van eer gisteren te hopen is, dat zij een laatste stuiptrekking was van den vuurspuwenden reus was niet zeer hevig en hield spoedig op. Toch komen nog Jobstijdingen uit de tot nu toe niet veel genoemde plaatsjes Sarno, Somma en Castel- lamare. In Torre del Greco duurt de asch regen onafgebroken reeds 40 uren door. De ascb ligt anderhalf meter hoog. Elke kubieke meter weegt 4000 kilo. Het schoonvegen van de daken wordt zeer bemoeilijkt, omdat er gloeiende steenen onder de asch zijn, die zich dadelijk tot een compacte massa vormt, lastig met bijl en hou weel te bewerken. Verder is er ge brek aan menschen, die het oprui- mingswerk stelselmatig leiden en aan bekwame handen. Vooral aan dit laatste is het te wijten, dat de onge lukken zoo'n groote uitbreiding konden aannemen. De regeering heeft den burgemeester van San Giusseppe in zijn betiekking geschorst, omdat hij verzuimt heeft de autoriteiten in te lichten omtrent den stand van zaken. De socialistische bladen vragen be straffing van de priesters, die, in plaats van de bevolking behulpzaam te zijn bij het ontvluchten, haar in de kerken verzamelden en zoo haar in den dood dreven. De Corriere della Sera klaagt de stedelijke autoriteiten van Napels aan, die last gaven tot het schoonvegen van de daken, er zelf niet over dach ten de gemeentelijke gebouwen schoon te doen maken. De groentehal is in gestort, omdat de stedelijke overheid niet haar plicht deed. Deze courant brengt ook zeer ver ontrustende belichten uit Sarno, een stad in de provincie Salerno. De be volking is gevlucht, de stad is geheel verwoest. Over Torre del Greco valt voort durend regen asch en zand. De meeste bewoners verlaten de stad en trachten op stoomschepen te vluchten. In San Gennaro zijn vele huizen ingestort. Drie menschen werden ge dood, 20 gewond. Onder de puinhoopen van de kerk te San Giuseppe zijn 105 lijken te voorschijn gehaald. Dinsdagnacht kwam te Castellemare een trein aan met duizenden vluchte lingen uit Torre del Greco, met asch bedekt er. in jammerlijken toestand. Zij vertelden, dat er in Torre del Greco een verschiikkelijke orkaan ge woed had; het water kookte; groote steenen vielen neer; huizen storten in. Te Sommo zijn vijftig huisjes geheel en drie keiken gedeeltelijk ingestort. Het raadhuis kan elk oogenblik volgen De asch ligt twee meter hoog. De stroom van vluchtelingen naar Napels houdt voortdurend aan. De minister van binnenlandsche zaken is te Napels aangekomen. In deze stad zijn alle scholen en gerechtshoven gesloten om den vluch telingen een schuilplaats te bieden, die nog dagelijks bij duizenden komen. Alleen in Castellamare zijn er vijf-en- twintig duizend, die bittere armoe lijden. In Torro del Greco is een aantal ambtenaren en soldaten door gloeiende lavablokken geblokkeerd, zoodat men hun geen levensmiddelen of water kan brengen. De onderstaatssecretaris De nara, die deze plaats bezocht per automobiel, verkeerde langen tijd in ernstig levensgevaar door den vallen den aschregen. Volgens de particuliere correspon dent van het Berl. Tagebl. te Napels is de toestand in deze stad zeer ernstig. Overdag is het er even duister als 's nachts, door den stofregen. De stra ten zijn onbegaanbaar. Het volk is wanhopig en lamgeslagen. Het is angstwekkend stil in de stad. Alleen hoort men af en toe het gedonder van den berg. De bevolking van Napels zelf begint te vluchten. Het station wordt be stormd. Het stoomschip «Princes Mafalda" dat met 1000 passagiers aan boord van Capri naar Napels vertrok kon de plaats van bestemming niet bereiken, daar het, een mijl van de kust, onder een aschregen geraakte, die de passa giers dreigde te verstikken. Het schip ankerde te Castellamare di Slabea. Uit Montenegro wordt gemeld, dat te Cettinje thans een zwarte stof ge vallen is. Waarschijnlijk staat dit ver schijnsel in verband met de uitbarsting van de Vesuvius. Deze uitbarsting van den Vesuvius is niet totaal onverwacht gekomen. Deze berg toch wordt gerekend tot de zeer werkzame vulkanen. Eens werd gedacht dat hij uitgedoofd was. Dit was het geval na de uitbarsting in 79 n. Cbr., toen Pompeji en Her- culanum verwoest werden en Plinius, de oudere, den dood vond. Voor dien tijd scheen de vulkaan, eeuwen lang, zich zeer kalm gehouden te hebben. Volgens beschiij vingen van oude auteurs was de Vesuvius toen een gesloten kegel, tot den top met wouden bedekt. Niemand dacht dat deze berg een vulkaan was, daar hij niet de minste teekenen vertoonde van werkzaamheid De voorboden voor de uitbarsting van '79 waren hevige aardstooten in het jaar '63. Zestien jaren later had de eigenlijke uitbaisting plaats. Uit de oude beschrijvingen is niet met zekerheid op te maken ol de werking zich uitte alléén in een lava-stroom. Zeker is, dat de vorm van den berg totaal veranderde. Het gedeelte aan de zeezijde sprong in de lucht. Zelfs aan de andeie zijde van de golf van Napels, bij Misenum, werd de zon ver duisterd, zoodat het midden op den duister was. De beroemde natuur- voischer Plinius, de oudere, was van Misenum naar Stabia gegaan, naar het huis van een vriend, om onder zoekingen te doen. Daar dit huis dreigde in te storten, liep hij naar buiten, liet hoofd met een kussen be schermende tegen vallende steenen. Aan het strand gekomen, stikte hij ten gevolge van de zwaveldampen. Deze treurige gebeurtenis vertelt zijn neef Plinius, de jongere, in twee brie ven aan Tacitus. Sedert dien tijd is de Vesuvius voort durend werkzaam gebleven. In bet begin van de veertiende eeuw trad een rustpoos in van bijna 300 jaar. De berg was weer begroeid. Eiken- en andere woudboomen beschaduwden de binnezijde van den krater, in welks midden een klein meer ontstaan was. Niets deed tegen het einde van het jaar 1631 vermoeden, dat een nieuwe ramp te vreezen was. En toch stond men aan den vooravond van de ver schrikkelijkste uitbarsting, welke ooit heeft plaats gehad. Eenige dagen te voren werd door de bewoners der omliggende streken in de stilte van den nacht een eigenaardig geluid ge hoord, waarop echter niet verder gelet werd. 's Morgens, kort voor zonsop gang, begon de uitbarsting. Met don derend geweld opende zich de berg. Onder een onophoudelijk aardbeven werden gloeiende steenen, groote rook zuilen en aschwolken uitgestooten, die zelfs waargenomen zijn in Dalmatië en de kust van Thessalië. De gloeiende steenen vernielden alles in Nola, Otta- jano en andere, oostelijk van den Vesuvius gelegen, plaatsen. Een dezer steenen, meldt een tijdgenoot, was zóó zwaar, dat hij niet voortgesleept kon worden door 20 ossen. Een andere steen vloog twaalf mijlen de lucht door, viel op een dak van een huis, dat ineenstortte. De uitbarsting bereikte haar hoogtepunt op 18 December. Na een zeer hevigen aardstoot kwam plot seling een geweldige lava-vloed uil den krater, die zich in drie armen splitste en met ontzettende snelheid neerraasde, alles vernielend wat in den weg kwam. Bosco Trecase, Terra An- nunziata en een groot deel van Torre del Greco, Portici en Resina werden vernietigd en meer dan 3000 men schen gedood. De aardbevingen werden zelfs waargenomen te Calabrië en Apulië. In de volgende jaren wisselden sterkere en zwakkere uitbarstingen elkaar af. Van 1712 tot 1737 kwamen zij zoo dikwijls voor dat men spreken kon van een voortdurende werking, af en toe onderbroken dooreen stilte. Een nieuwe, zeer ernstige uitbarsting had plaats in 1794. Daarbij sprong het bovenste gedeelte van den berg in de lucht. Aan den voet ontstond een opening van 2000 voet lengte en 100 voet breedte, waaruit een machtigs lava-gloed golfde. Leopold Buck geeft van deze eruptie de volgende beschrij ving »'s Nachts om elf uur kwam de lava-stroom, en reeds om vijf uur 's morgens bestond Terro del Greco niet meer. In zes uren tijds had de gloeiende massa vier Italiaansche mij len afgelegd, een nog niet waargenomen snelheid. Zelfs de groote zee bood geen hinderpaal. Machtig schoof de gloeiende lava voort over de onderste lagen, die stolden in het water, dat kookte en bruiste. De oppervlakte was later bedekt met gekookte visschen." De verwoestingen in Torre del Greco door de lava aangericht, waren zeker van niet zooveel beteekenis als de schade, veroorzaakt door het water, dat het land instroomde, bruggen, huizen en velden vernielend. Toen de aschwolk van den krater verdwenen was, zag men, dat de punt van den kegel aan de westelijke zijde ingestort was. De Vesuvius was één vierde ge deelte lager geworden." De laatste groote uitbarsting dateert van April 1872. Reeds in 1865 was hij begonnen te werken Deze eruptie onderscheidde zich door de verbazing wekkende snelheid, waarmede zij op kwam en den korten duur. De eigen- DOOK FRANZ TRELLER. 54) Ook de Eentuckiër had er een geraakt. Een gewonde Indiaan tuimelde vooruit en bleef kort voor den afgrond liggen, waar hij zich zocht vast te klemmen aan de weinige grashalmen die daar stonden. Als hij dit houvast los liet, moest hij in den afgrond vallen. Hij had geen kracht meer om naar hoven te klimmen. Paul zag met huivering den man over den afgrond zweven. Terwijl de trapper en Bill haastig laadden, verscheen op de rotsen een zestal koppen en buksloopen slechts de voor- gewentelden rotsblokken en de voorzichtigheid waarmede zij daarachter wegschuilden behoedden de holgenooten voor verderf. «Schiet jongen," riep de oude. Paul schoot, maar de in opwinding afgeschoten kogel trof de rots. .Met een kreet van doodaDgst stortte nu de verwonde Kiowa in den afgrond. Weer knalden schoten van den overkant en te gelijker tijd van beneden. Ook Bill en de trapper vuurden weer; ook ditmaal mét goed gevolg was niet na te gaan. Een oogenblik was het doodstil, toen drong een licht geruisch tot het oor van den trapper door; hij keek naar beneden; «nu komt het er op aan Eentuckiër, het mes in de hand, zij gaan stormloopen!" Bill en Paul, zich vooroverbuigend, zagen twintig Eiowa- krijgers die de Oshontha overgezwommen waren, het rots pad opkomen dat naar hun hol leidde. De blanken hadden hun geweeren afgeschoten. Weer werd er gevuurd van de overzijde en van onderaf, zoodat de belegerden geen deel van hnn lichaam konden bloot stellen en de stormloopers snel naderden. «Ja, komt maar," riep de trapper uit, terwijl hij zijne Herculische armen uitstrekte, ge znlt snel genoeg weer beneden komen." De bestormers waren nu zoover voortgedrongen dat de Eiowas beneden het geraden achten met vuren op te houden. De trapper, Bill en Paul waren vast besloten hun leven duur te verkoopen. De voorsten der Eiowas zij konden slechts, achter elkaar omhoog komen, zoo smal was het pad, aarzelden een oogenblik de zoo gevreesde vijanden te gemoet te treden, maar een gillende schreeuw van Eraaienveer dreef hen voorwaarts. Daar knalden twee schoten van den tegenover liggenden oever en de twee voorste Eiowas die het hol reeds dicht genaderd waren stortten getroffen neer. Allen keken naai de plaats vanwaar die schoten gekomen waren. Nog een schot vandaar en ook de derde in de rij der Eiowas zonk ineen. Toen stortten ze zich in wilde vlucht, de een over den ander heen naar beneden en verdwenen in de Oshonta. En daar boven op de rotsen danste een wilde groteske gedaante in wonderlijke sprongen rond en de geweldige stem van Puck klonk tot hen over: «geef hen de laag, oom hier is Puck." «Hoera!" klonk de stentorstem van den trapper. «Hoera!" schreeuwden ook Bill en Paul. «Puck, beste jongen, ge kwaamt te rechter tijd. Hoera!" Dit moest op de Eiowas een geweldigen indruk gemaakt hebben want zij waren stil verdwenen. Puck was door de rotsen afgedaald. Behalve de belegerden hadden de op de tegenover liggende rotsen geposteerde krijgers hem ook ge zien, maar deze waren door afgronden van Puck gescheiden Puck's ingrijpen in het gevecht was zoo onverwacht, zijne op de rotsen rondspringende wanstaltige gedaante was zoo mysterieus, dat geen der Eiowas den moed had te schieten. «Mijn jongen mijn beste jongen," riep de trapper aan gedaan uit, ik wist wel dat ge komen zoudt. Rust nu uit, kinderen, ik geloof niet dat de Eiowas heden nog weer zullen aanvallen. Mijn medicijnman heeft hun geweldig ontzag ingeboezemd, ze houden hem voor een toovenaar. Ik hoop maar dat de jongen daar een goed beschut toe vluchtsoord heeft. Een pracht van een jongen, die Puck, niet waar Paul?" «Ja, oom, een dapper, edelmoedig mensch." «God zegene me, wat is die kleine man een schutter," riep Bill uit. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1