Gemeenteraad.
Wat al verrassingen wachtten ons
verslaggevers in de gisterenmiddag
gehouden gemeenteraadsvergadering.
Eerstens vonden wij den voorzitterstoel
niet door den burgemeester, maar
wederom door den Wethouder van
OpenbareWerken bezet. Voorts werden
we na de notulen der vorige verga
dering te hebben hooren lezen door
den secretaris en een totaal onver
staanbare opsomming van ingekomen
stukken door den voorzitter, subiet
weer naar buiten gestuurd en de
deuren achter ons gesloten. In tegen
stelling met de traditie begon deze
vergadering met eene geheime ziti ng
in plaats van er me ie te eindigen
Wat er in verhandeld werd? Wie
zal het zeggen Zeker is dat de heeren
er duchtig in moeten hebben ge
redeneerd, zoo zelfs dal zij hun sigaren
vergaten, want toen ons na ongeveer
drie kwart uur vergund werd weder
binnen te komen, zagen wij niet
als gewoonlijk »in 's Blaue binein®,
maar was de atmospheer opmerkelijk
zuiver.
Dadelijk werd nu met de agenda
aangevangen en het ging als van een
leien dakje.
Punt I. Voorstel van Burgemeester
en Wethouders tot tijdelijke ont
trekking van een gedeelte der Ko-
ninginnelaan aan den openbaren dienst
van 115 Juni, in verband met de
te houden landbouwtentoonstelling
werd z. h. st. goedgekeurd.
Punt II. Voorstel van B. en W.
tot vaststelling van den pensioen
grondslag voor den leeraar A. M.
Kollewijn op f1890 werd mede zwijgend
goedgekeurd.
Zwijgend hecht de Raad daarop zijn
goedkeuring aan punt III, het voor
stel van het Dag. Best. om het raads
besluit van 27 Maart 1906 betreffende
in gebruikgave van een gymnastiek
lokaal aan den heer Snouck zoodanig
te wijzigen, dat artikel 6 nu gelezen
wordt als volgt:
»dat door den heer Snouck voor
noemd op den 1 Mei en op den 1
November 1906 ten kantore van den
gemeenteontvanger voor het schoon
maken van het lokaal, benevens voor
de verdere te maken onkosten, telkens
zal worden gestort eene som van zestig
gulden."
De reden waarom deze verandering
moest worden aangebracht was, dat
Gedeputeerde Staten hunne goedkeu
ring aan het eerste raadsbesluit ont
hielden op grond dat verhuring van
een openbaar gebouw of gedeelte
daarvan, zoolang het gebouw die be
stemming behoudt, onbestaanbaar is,
terwijl zij (Ged St.) geen bezwaar
hebben tegen de wettigheid van een
raadsbesluit tot ingebruikgeving te
gen vergoeding van een bedrag voor
licht, vuur en verdere onkosten.
Punt IV. Voorstel van B en W. tot
periodieke verhooging van het salaris
van de onderwijzeres Mej Bsck werd
mede z. h. st. goedgekeurd.
Punt V. Voorstel van B. en W. tot
verlenging van het aan den onder
wijzer L. A. Slot om gezondheids
redenen verleende verlof tot 1 Juni
wordt eveneens z. h. st. aangenomen
Punt VI. Voorstel van B. en W.
om, daar de bestaande toestand niet
in harmonie is met de hetreffende
verordening, do huurwaarde der wo
ningen voor alle schoolhoofden gelij
kelijk te bepalen op f300.— en om
de minimum jaarwedde der onder
wijzers telkens na 5 dienstjaren te
verboogen met f 100.— tot dat het
maximum bereikt is. (Als diensttijd
komt hierbij in aanmerking de tijd
vóór en na de invoering der wet van
17 Augustus 1878. gewijzigd bij de
wet van 5 Juni 1905, doorgebracht
in dienst als hoofd van eene openbare
of bijzondere school voor Lager On
derwijs.) Wordt z. h st. aangenomen.
Punt VII. Voorstel van B eu W
betreffende een adres van schilders-
gezellenvereenigingen tot verhooging
van den minimum loonstandaard voor
schilders, gaf aanleiding tot eenige
discussie De heer Gerritsen gaf te
kennen, dat hij wanneer niet enkele,
doch alle vak vereenigingen requestreer-
den bij gaarne tot verhooging zou
medewerken. Voor zoover wij den
voorzitter konden verstaan wijst deze
op een misverstand dat bij de werk
lieden zou bestaan, die meenen dat
een minimum loon voor gemeentewerk
vastgesteld door de bazen voor alle
werk zoude moeten worden betaald.
Het voorstel van B en W. om afwij
zend te beschikken wordt daarop z
b. st. aangenomen.
Punt VIII. Voorstel van Burge
meester en Wethouders tot wijziging
van de begrooting voor 1906 in ver
band met de vei huring van het voor
malig tolhuis aan den Arnhemscheu
weg wordtz.h.st.goedgekeurd evenals
Punt IX. Voorstel van Burgeifi°ester
en Wethouders tot het loggen van
een riool in de Sint-Andriesstr.iat.
Punt X. Een voorstel van B en W
om afwijzend te beschikken op een
adres van het bestuur van het Sim-
Ehsabelh's gast- en Ziekenhuis tot
viijstelling van de belasting verschul
digd voor het plaatsen eener schut
ting op gemeentegrond wordt mede
z. h. o. aangenomen. De heer Van
Beek wijst nog wel op het vele goede
door het ziekenhuis voor de gemeente
gedaan en meende, dat in deze wel
eene uitzondering mocnt worden ge
maakt, doch de voorzitter wenscht
geen antecendenten te scheppen en
de overige raadsleden bewijzen door
hun volhardend zwijgen daarin met
hem mede te gaan.
Punt XI was de hoofdschotel van
het menu:
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende het Burgerwees
huis
Nu zul je het hebben dachten we
Maar jawel alweer mis De lieer Ger
ritsen zag een zoo diep ingrijpend
voorstel gaarne eerst nog eens in de
afdeelingen behandeld, te meer daar
de afdeelingsvergaderingen reeds dezer
dagen plaats hebben en wilde de
publieke opinie gelegenheid geven
zich daaromtrent uit te spreken Een
daarop betrekking hebbend voorstel
door hem gedaan wordt door den
wethouder Celo«se ondersteund.
De lieer Van Eek meent dat de
zaak voldoende van alle kanten is
bekeken en door B. en W. zoodanig
toegelicht, dat ieder die lezen kan
daarvan volkomen op de hoogte kan
zijn.
De heer Plomp is het daarmede
volkomen eens en insinueert dal de
heer Gerritsen een andere reden heeft
om op uitstel der behandeling aan
te dringen, zonder die reden echter
te noemen.
De heer Heyligers zal eveneens
tegen stemmen.
De heer Celosse zegt het voorstel
Gerritsen te hebben ondersti-und,
omdat hij er steeds vóór is, wanneer
sommige raadsleden van een of ander
voorstel niet voldoende op de hoogte
zijn, hen de gelegenheid daartoe
alsnog te verschaffen.
De heer Jorissen is het volmaakt
eens met het door den heer van Eek
aangevoerde terwijl zijn collega Dr
Hagedoorn ten sterkste het voorstel
Gerritsen ondersteunt.
De voorzitter de debatten sluitend
om tot stemming over te gaan, moet
deze op veler aandrang weder openen
ten einde den heer Tromp v. Holst
gelegenheid te geven aan te toonen,
dat er in het door B. en W. aange
voerde eenige abuizen bestaan.
Eindelijk in stemming gebracht wordt
het voorstel Gerritsenverzending
naar do afdeelingen, met 8 tegen 6
stemmen aangenomen.
Alvorens de vergadering wordt ge
sloten verkrijgt de heer van Eek het
woord tot het houden eener inter
pellatie omtrent den toestand van
den Leusderweg. Spr. wenscht te
weten of er van hel leggen van een
riool in dien weg al of niets komt
De voorzitter zegt, dat spoedig tot
de verbetering van de bestaande toe
stand zal worden overgegaande
gemeente zal een bijdrage geven, het
contract daartoe is reeds geteekend
Niemand meer het woord verlan
gende sluit de voorzitter te 3 10 de
vergadering.
In zake de overname van het
voormalig gasthuis oAldegonde" om
zulks in te richten tot Burgerwees
huis, richten B. en W. tot de Raad
het volgende schrijven
In uwe vergadering van 28 Dec.
1905 werd naar aanleiding van een
schrijven van Regenten van het Burgei
Weeshuis d.d. 8 Dec. 1905, no 60
betreffende de aanvaarding van het
voormalige Aldegoude-Gasthuis en een
verzoek tot benoeming eener Raads
commissie :en einde eene Reglements
wijziging voor te beieiden, op ons
voorstel besloten niet een commissie
te benoemen als door Regenten ge
vraagd, maar eene commissie, welke
de opdracht kreeg te onderzoeken
welke betrekking er tusschen de Ge
meente en het Burger Weeshuis be
staat. Alhoewel destijds niet door Uwa
vergadering gevraagd is op welke
motieven wij dit voorstelden, komt
liet ons uogthans wenschelijk voor
ons standpunt nader uit een te zetten.
Regenten deelen by schrijven van
8 Dec. 1905, no. 60, mede, dat aan
hunne stichting duor den Heer en
Mevrouw baron en baronesse Van
Boetzelaer van Onderhout geschon
ken is hel gebouw Aldegonde onder
last, »dat hetzelve als weesinrichting
zal gebezigd worden en voortaan
daarin op gelijken voet als weezen
der Gemeente Amersfoort ook worden
opgenomen eu kosteloos verpleging
vinden ouderlooze kinderen uit een
huwelijk geboren, van welke de langst-
geleefd hebbende der ouders wettige
en werkelijke woonplaats had in
de Gemeente Leusden". Voorts deelen
Regenten o a. mede dat zij, voerbe-
houdens Koninklijke machtiging (art.
1717 B. W.) deze gift dankbaar aan-
•aard hebben.
Dit schrijven was voor ons college
aanleiding de hierbij gevoegde brief
d.d. 21 December 1905, no 9085,
aan Regenten te richten.
Regenten toch deelen mede, dat
zij reeds deze gtft aanvaard hadden
voorbehoudens Koninklijke machti
ging en dat zij gaai tie eene Raads
commissie benoemd zagen, ten einde
enkele artikelen van het (ons) Regle
ment, welker wijziging langzamerhand
noodig is gebleken te wijzigen.
Geen vergunning werd derhalve
van Uwe vergadering gevraagd, de
weezen u t Leusden te mogen opnemen
Dat een dergelijke vergunning noodig
was, lijkt ons niet ie betwisten. Na
het in werking treden van de Wet
lot regeling van het Armbestuur van
28 Juni 1854 (Stbl no. 100is door
Burg. en Weth. op de lijst, opge
maakt ingevolge art. 3 dier wet, het
Burger-Weeshuis geplaatst sub d
dier lijst, dus onder de instellingen
van gemengden aard, in welker rege
ling of bestuur door de burgerlijke
overheid en van wege eene kerkelijke
gemeente ol door bijzondere peisonen
of bijzondere niet kei kelijke vereeni
gingen wordt voorzien. Daarna is het
Reglement van hel Weeshuis inge
volge art. 5 dier wet, vastgesteld door
den Gemeenteraad en het betrokken
bestuur gezamenlijk (zie Reglement
van April 1856, later gewijzigd). Wij
merken in dit verband op, dat vol
gens art. 72 van de Wet op het Arm
bestuur de vraag tol welke der in
art. 2 omschreven soorten (lil. a b.
s. of d.) eene instelling behoort, tot
de kennisneming van de rechterlijke
macht behoort, indien zij niet door
de administratieve macht in der minne
kan worden afgedaan.
Regenten hebben zich steeds over
eenkomstig de rangschikking sub d
gedragen en ook medegewerkt tol
het vaststellen van een Reglement
als vereischt wordt voor de sub d
behoorende instellingen. In art 1 van
dit gezamelijk vastgesteld Reglement
wordt bepaald wie opgenomen kunnen
worden in het Weeshuis, n.l. alle
ouderlooze kinderen beneden den
ouderdom van 14 jaien, die, ingevolge
vei klaring van liet Gemeentebestuur
te Amersfoort, tijdens het overlijden
van den of de laatste der ouders te
Amersfoort werkelijke woonplaatshad
den.
Het springt derhalve in 't oog, dat
Regenten, door de bedoelde gift te
aanvaarden onder eene voorwaarde,
die in strijd was met het gezamelijk
vastgestelde Reglement, nl. opname
van weezen buiten de Gemeente, eene
handeling verricht hebben, waartoe
zij niet bevoegd waren. Alvorens te
aanvaarden, hadden Regenten zich
behooren te overtuigen van Uwe toe
stemming tot de voor de vervulling
van de gestelde voorwaarde nood
zakelijke reglementswijziging te willen
overgaan. Indien Regenten van oor
deel waren, dat zij in de organisatie
van de instelling geheel vrij zijn,
hadden zij eene actie belmoren in te
stellen' ten einde het weeshuis subc
van de lijst te doen plaatsen (instel
lingen door bijzondere personen of
niet-kerkelijke vereenigingen geregeld
en bestuurd) Zoolang de instelling
evenwel sub d gerangsscuikt is, hadden
Regenten het volgens de Wet voor
een dergelijke instelling gezamelijk
vastgesteld Reglement belmoren na
te leven.
Dit feit op zich zelf kwam ons
evenwel niet zoo belangrijk voor als
wel de omstandigheid, dat de last,
die de Regenten op iiet Wee-huis
dachten te leggen, naar ons oordeel
in hooge mate bezwarend kan worden
en in strijd is met het Gemeentebelang.
Het is Uwe vergadering bekend,
dat, afgescheiden van de jaarlijksche
uitkeering ad 1 800 ingevolge Raads
besluit van 28 November 1746, de
Gemeente tot voor ongeveer 20 jaren
subsidie aau het Weeshuis heeft ge
geven. Deze subsidie was niet meer
noodig toen hel aantal weezen kleiner
werd tengevolge van de stichting
van een R K weeshuis. Door de
verplichting alle weeskinderen uit
Leusden, onder, genoemde voorwaar
den, ter verpleging op te nemen,
wordt eene onbeperkte last op het
Weeshuis gelegd Moge al op 't oogen-
blik de waarschijnlijkheid mot gioot
ijn dat een belangiijk aantal weezen
uit Leusden opname behoeft, thans
is niet te vooizien hoe de bevolking
der Gemeente over 50 of 100 jaren
samengesteld zal zijn. Met den nu
reeds merkbaren drang tot uitbreiding
in de omgeving van de kazerne, waar
zich eene bevolking vestigt, die niet
tot de gegoede burgers behoort, ach
ten wij de vrees gewettigd, dat over
jaren, wellicht spoedig, de bedoelde
last zeer drukkend zal blijken te zijn,
waar tegenover de schenking van het
gebouw niet zal vermogen op to wegen.
En waar het voor de hand ligt, dal
ter dekking van eventueele tekorten
bij de Gemeente om steun wordt
aangeklopt, achten wij het voor onze
verantwoording noodzakelijk te trach
ten dezen voor het Weeshuis en voor
ile Gemeente ongewenscht. n toestand
zooveel mogelijk te keeren.
Teneinde te kunnen beooraeelen op
welke rechten de Gemeente zich
eventueel zou kunnen laten voorstaan
en tevens om de noodige voeling mot
Uwe vergadering te houden, verzoch
ten wij U de Raadscommissie te be
noemen.
Deze aangelegenheid trad evenwel
in een geheel nieuw stadium toen
Regenten ons bij schrijven van 29
Januari 1906, No 167, berichtten,
dat het aantal weezen uit de Ge
meente Leusden, dat opgenomen be
hoorden te worden, nimmer hel
getal van zes zal behoeven te boven
gaan. Wij vonden in du schrij
ven aanleiding eene vergadering te
houden met de Raadscommissie en
daarna rnet Regenten. Wij verzoch
ten Regenten ons thans zoo volledig
mogelijk inlichtingen te willen ver
schaffen omtrent de ftnancieele gevol
gen, welke aanvaarding voor het voor
malige Aldegonde Gasthuis in verband
met den aankoop van bijbehoorende
terreinen van het Weeshuis zal heb
ben. Wij achten deze opgave noodza
kelijk ten einde te kunnen beoordee-
len, of wij vrijheid konden vinden,
U voor te stellen het Reglement in
dien zin te veranderen dat 6 weezen
uit Leusden opgenomen konden wor
den (zie ons schrijven dd. 10 Febru
ari afd, no 357). Bij schrijven van
27 Februari 1906 no. 176, ontvingen
wij antwoord van Regenten.
Aangezien wij de gegeven inlichtin
gen geenszins volledig achtten, noo-
digden wij bij ons schrijven d.d. 8
Maart afd. I. no. 566, andermaal
Regenten uit inlichtingen te verschaf
fen. Het hieiop ontvangen antwoord
d.d '15 Maart was in stiijd met de
gegevens verschaft in de missive van
27 Febiuari. Wij richtten daarop ons
schrijven d.d. 19 Maart afd. 1, no
654, aan Regenten, waarin wij wezen
op de onvolledigheid en tegenstrijdig
heid der medegedeelde cijters.
Regenten antwoordden hierop met
hunne missive dd. 5 Apiil 1906
Wij leggen de gevoerde corresponden
tie hieibij over, opdat Lwe vergade
ring zelf een oordeel zal kunnen vel
len over de wijze waarop Regenten
aan onze verzoeken voldaan hebben.
Naar aanleiding van het laatste
schrijven van Regenten merken wij
het volgende op
Regenten verzuimden in hunne
missives de successierechten van de
gift te vermelden. Zij mogen deze in
hun adres aan Gedeputeerde Staten
vermeld hebben, bij hun schrijven
d.d 17 Febr. waarbij eene rekening
van meerdere onkosten en uitgaven
gegeven is, had deze post natuurlijk
niet mogen ontbreken.
In hun schrijven d.d. 27 Febiuari
berekenen Regenten de inschrijvingen
Grootboek al of deze op 100 staan;
ook deze berekening is onjuist
De veronderstelling dat het gebouw
f35.000.waard zou zijn, houdt ver
band met de vroeger gewisselde stuk
ken
Dat de mogelijkheid van opname
van 6 weezen voorzien moet worden,
behoeft geen nader betoog; de bereke
ning van de kosten steunt op de door
Regenten verschafte gegevens.
De opbrengst van de huur van de
Burgerbuurt werd bij schrijven d.d.
27 Februari nu reeds op f500 getax
eerd; volgens schrijven van 15 Maart
op f94Hoe Regenten dit kunnen
verklaren door te zeggen dat zij ge
meend hebben shetgeraiddeld bedrag"
te moeten opgeven, is ons tot dusver
niet duidelijk geworden.
Eerst bij hun derde schrijven, betref
fende de inlichtingen vermelden Regen
ten de eventueele opbrengst van de
weide ad. f7200.
In het schrijven d.d. 27 Febr. wordt
de weekhuur van de om niet bewoonde
woningen op 75 cent, in het schrijven
van 15 Maart op 125 cent getaxeerd,
Uit het bovenstaande moge blijken,
dat wij niet zonder eenig recht de
gegevens nonvolledig en tegenstrijdig"
mochten noemen.
Naar aanleiding van de thans beken
de gegevens, meenen wij de volgende
berekening te kunnen maken.
Buitengewone uitgaven.
Aankoop Burgerbuurt, weide en tuin 16400.
Successierechten ven de gilt indien
de waarde f30.000 bedraagt f 4140.
Overdracht huizen en tuin f 500.
1-21040.—
Buitengewone ontvangsten.
(volgens opgave v. d. gem. architect.)
Opbrengst Mariènhoff 10000.
Opbrengst verkoop weide
en boomgaardf 5000.
f 15000.—
Een bedrag van f6040 zal dus gevonden
moeten worden door verkoop Grootboek-inschrij
ving. Dit zal een jaarlijkich renteverlies opleve
ren van omstreeks f 195.
De verdere meerdere jaarlijksche
kosten bedragen:
telefoonf 40.
steenkolen (volgens opgaaf der Regenten) f 150.
tuinman t> a v a i> 1150.
gasverlichting, waaronder gas voor
den motorf100.
Totaal f635.
Deze kosten zullen nog vermeerderd
worden met het renteverlies, 'tgeen
ontstaan zal door de noodzakelijke
uitgaven voor verbouwing.
Al naarmate er weezen uit Leusden
opgenomen worden, zal dit bedrag
stijgen met f 1368, zoodat de jaar
lijksche meerdere uitgaven kunnen
klimmen tot f2003.
Als bate moet hiervan afgetrokken
worden de opbrengst van do Burger
buurt. Het jaarlijksch onderhoud,
waaronder begrepen assurantie en
belastingen, wordt door Regenten ge
schat op f 100. Dit bedrag komt ons
voor 12 woningen beslist te laag voor.
Aangenomen evenwel, dat dit bedrag
voldoende is, is in de eerste jaren
geen hooger opbrengst te verwachten
dan f94, die later, wanneer de hui
zen verlaten worden door de bewoners
die er thans om niet in wonen, stij
gen kan. De bij schrijven van 15
Maartgotaxeerde huurwaarde ad f 4.25
komt ons evenwel te hoog voor; op
27 Februari taxeerden Regenten de
huurwaarde ook nog op 75 cent.
Men moge nu verschillend denken
over den last van de verplichte op
name van 6 weezen, wij achten dezen
last inderdaad zeer zwaar. Hierbij
dient niet uit het oog verloren te
worden, dat deze last eeuwig op de
inrichting zal blijven drukken ook
dan, wanneer het Aldegonde Gasthuis
voor een groot deel zijn waarde zal
hebben verloren. Maar ook afgeschei
den van die ver verwijderde toekomst,
bestaat, door de opname toe te staan,
de mogelijkheid dat reeds spoedig
weezen uit Leusden opgenomen moe
ten worden. Het zal dan blijken, dat
de Gemeente de onkosten, die het
Weeshuis uit eigen middelen niet zal
kunnen dekken, zal moeten betalen.
Regenten schijnen de mogelijkheid,
dat een of meerdere weezen uil Leus
den verpleegd zullen moeten worden,
niet te vooizien, althans zij laten die
eventueele kosten steeds buiten hunne
berekeningen, terwijl wij ook geen
antwoord mochten ontvangen op onze
vraag hoe Regenten die meerdere
kosten denken te bestrijden. Betrek
kelijk den financieelen toestand over
de laatste 10 jaren ontvingen wij de
bijgevoegde staten van Regenten.
Gedurende de laatste jaren is het
aantal weezen zeer gunstig geweest;
het behoeft evenwel geen betoog, dat
in dezen toestand spoedig verandering
kan komen, zonder dat buitengewone
rampen of voorvallen hiertoe aanlei
ding geven. Wij wijzen bierhij slechts
op de gestadige uitbreiding van de
Gemeente, speciaal van de arbeiders
bevolking.
De gelden, waarover het Weeshuis
beschikt, zullen dan in de eerste plaats
voor weezen uit Amersfoort besteed
moeten worden. Zoolang Regenton
niet hebben aangetoond, dat het Wees
huis inderdaad over voldoende mid
delen beschikt orn buiten deze ver
plichting nog nieuwe lasten op zich
te nernen, wenschen wij niet mede te
weiken tot het aanvaarden van nieuwe
lasten.
Indien het noodig blijkt te zijn eene
nieuwe of verbeterde huisvesting voor
de weezen in te richten, dan zal dit
naar onze meening, op meer practische
wijze kunnen geschieden dan nu is