NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Zaterdag 14 Juli 1906.
Vyt-en-dertigste jaargang,
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Wordt als het kind!
HET KIND DER PRAIRIE.
No. 56.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door bet gebeele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoon n». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Wanneer wij getroffen worden door
de onoprechtheid, die onder ons men-
schen maar al te vaak heerscht, wanneer
wij even het mom opgelicht zien,
waarachter velen hun waren aard ver
bergen, dan doet het ons zoo goed,
dan stemt het ons zoo heerlijk wanneer
wij het kind gadeslaan in al zijn natuur
lijkheid en echtheid.
Het kind is nog oprechthet weet
nog van geen masker, waarachter het
zijn waren aard tracht te verbergen.
Het geeft zich geheel zooals het is,
in zijn voor indrukken zoo vatbaar
gemoed.
Laten wij de natuur niet verstikken,
dat heerlijke oprechte niet al te dik
wijls met drogredenen als: dat mag
een kind zoo niet zeggen; of: Jantje
of Truitje mag maar niet alles zeggen,
wat het wel denkt. En dergelijke drog
redenen meer, die eigenlijk slecbts
dienen om ons eigen gebrek aan tact
te verbergen, in gevallen, dat onze
kinderen er uil flappen, wat zij binnens
huis gehoord hebben en wat niet be
stemd is voor de buitenwereld.
Praat liever niet in het bijzijn uwer
kinderen over dingen, niet voor hunne
ooren bestemd en buiten het bereik
vallende van hun begrip. Leer hen
steeds de huiskamer te beschouwen
als iets, dat geheel behoort tot de
familie. Alles wat daar gesproken wordt,
moet daar ook blijven de buitenwereld
heeft er niets mede te maken. Dat
is een kind gemakkelijk aan het ver
stand te brengen, als het slechts met
den noodigen tact geschiedt.
Het is zoo schoon een oprecht in
alle opzichten waar kind te zien en
het treft veler onzer smartelijk als
wij moeten ondervinden, dat, hoe ouder
hel kind wordt, hoe meer bet verliest
van die oprechtheid, om als mensch
in de meeste gevallen weinig daarvan
te hebben overgehouden.
Want er zijn heel weinig bijzonder
weinig oprechte menschen en die er
voor doorgaan zijn het in de meeste
gevallen ook niet.
De omstandigheden van het leven
dwingen ons er dikwijls toe, zoo troost
men zich zelf, den kinderlijken oprecht
heid te laten varen. Wij zouden er
bovendien de dupe van worden en
moeten niet vergeten, dat wij leven
voor 't algemeen onder menschen, die
verre van oprecht zijn, die u met een
vriendelijk gezicht tegemoet komen,
u hartelijk de hand schudden, met
de meesto sympathie vragen hoe het
u gaat, in uw zaken, in uwe familie
enz. enz. Maar komt dan eens bij die
lui, die u met zooveel sympathie beje
gende, vraag eens financieel hun steun,
dan blijkt in eens duidelijk hoe ver
hun sympathie gaat, dat hun deelne
ming slechts in woorden en anders
niet bestond.
Wat baat u uw oprechtheid tegen
over hun onwaarheid en onnatuur?
Niet veel dat is zeker. Maar daarmede
hebt gij ook niets te makenuw
oprechtheid zal u zelf een gevoel van
voldaanheid geven en u tevens sterk
maken tegenover hen, die u met hun
onwaarheid een rad voor de oogen
willen draaien.
Stel ze aan de kaak, toon, dat gij
ze doorziet en wees zelf door uw
natuurlijkheid en oprechtheid hen tot
een voorbeeld.
Wanneer men het niet noodig meer
rekende, zijn ware gevoelens achter
een mom voor de wereld te verbergen,
maar ronduit daarvoor voor allen uit
te komen, wanneer allen zoo dachten
ja dan was de wereld spoedig volmaakt.
Leer uw kinderen oprecht blijven,
tracht hen zoo lang mogelijk te be
waren voor de kennismaking met
logen en bedrog en laat u daarvan
niet afhouden door hetgeen de practijk
schijnbaar gebiedt. Het is waar uw
oprecht kind zal als oprecht man
dikwijls tot zijn schade ondervinden,
dat de menschen, die hij ontmoet niet
zoo zijn als hij, dat een glimlach nog
niet altijd welwillendheid beteekent,
dat een booze blik niet altijd edele
verontwaardiging uitdrukt en dat de
meeste menschen, die hij ontmoet
anders zijn dan zij zich voor doen.
Houden wij ons aan hetgeen eenmaal
tot volwassenen gezegd werd: wordt
gelijk de kinderen, want hunner is
het koninkrijk Gods.
De vraag, of het Kabinet Goremykin
eindelijk gehoor zal geven aan de
herhaalde aansporingen tot aftreden,
wordt nog steeds in Rusland druk
en op allerlei wijze besproken; maar
er valt nog niets met zekerheid te
zeggen daaromtrent. Wel weet de
Petersburgsche berichtgever van the
Standard nu weder mede te deelen,
dat de Czar eindelijk overtuigd is
van de noodzakelijkheid van een con-
stitutioneel-democratisch Kabinet
en hij zou Prof. Milioekof aan het
hoofd daarvan wenschen maar dit
heeft men in de laatste weken al zoo
dikwijls van Z. M. verteld, zonder
dat het door feiten bevestigd werd.
Het denkbeeld van een constitu-
tioneel-democratisch Ministerie jaagt
der redactie van de Nowoje Wremja
de stuipen op 't lijf. Maar het schijnt,
dat een parlementair Kabinet het
eenige middel is om eenige ver
betering te brengen in den toestand.
De Retsch, het orgaan der «Kadetten
wijst er op, dat Trepoff in zijn uit
latingen tegenover de journalisten
de mogelijkheid vari een parlementair
Kabinet erkent, maar tevens het be
ginsel van landonteigening onaanneme
lijk en eene algemeene amnestie ten
eenenmale onmogelijk verklaarde.
Maar een der voornaamste voor
waarden, waarop de constitutioneel-
democraten het bewind zouden aan
vaarden, zou eene algemeene amnestie
zijn, en zoodra bekend werd, dat de
landbouwcommissie uit de Duma het
beginsel der onteigening had goed
gekeurd, is in verscheidene districten
een eind gekomen aan de landbouw-
onlusten, omdat de boeren nu bedaard I gewond en in de verwarring van het
den loop der zaak willen afwachten.'oogenblik maakten de aanvallers zich
In Trepofs verklaringen ziet de
Retsch een bewijs, dat de Regeering
zich wat opprotunistisch wil gaan
gedragen.
De Nascha Zjizn ziet in Trepofs
houding een poging om verdeeldheid
te wekken tusschen de constitulioneel-
democraten en de arbeiderspartij.
De Rijksraad beeft het wetsontwerp
betreffende afschaffing van de doodstraf,
hetwelk door de Duma is aangenomen,
naar een commissie verzonden.
Verscheidene sprekers pleitten vóór
aanneming van het ontwerp. De Heer
Timirisseff o. a. betoogde, dat het
eenstemmig aannemen van dit ontwerp
of althans van het Ie artikel, veel
zou bijdragen tot herstel van de rust
in het land.
Intusschen blijven de «terroristen"
nog steeds doodstraffen voltrekken op
hun manier.
De lange reeks van opzienbarende
moordaanslagen in Rusland is gisteren
alweder vermeerderd.
De bevelhebber der Zwarte Zeevloot,
Admiraal Tschuknin, is te Sebastopol
door een matroos, die zich op zijn weg
had verscholen, neêrgeschoten. De
kogel drong door in de long. De toestand
van den Admiraal was al terstond
zeer bedenkelijk en hedennacht is hij
overleden.
De pleger van den aanslag wist te
ontkomen.
Admiraal Tschuknin heeft in No
vember II. met groote gestrengheid
het oproer op de vloot te Sebastopol
onderdrukt en geweigerd pogingen te
doen om gratie voor den terdoodver-
oordeelden Luitenant Schmidt te ver
werven.
In het Admiraliteitsgebouw te
St.-Petersburg werd door een troep
mannen geschoten op den onder
betaalmeester Gasperowitch, terwijl hij,
door een klerk en een wachter ver
gezeld, de trap afkwam met een geld-
tascb, welke '25,000 roebel bevatte.
Gasperowitch en de wachter werden
met de op den grond gevallen geldtasch
uit de voeten.
In het administatie-gebouw der
Staats-spoorwegen te Warschau heeft
een troep gewapende mannen twee
beambten en een paar soldaten, die
geld naar de hoofdkas overbrachten,
aangevallen. Er werden verscheidene
schoten gelost; twee soldaten werden
gedood en de aanvallers vluchtten met
drie zakken zilvergeld, ten bedrage
van 6000 roebel.
In een spoortrein tusschen Jaroslaw
en Moskou is een kassier aangevallen,
gewond en van 27.000 roebel beroofd
door twee mannen, die ook nog een
treinbeambte doodden en daarna door
trekken aan de noodlijn den trein
lieten stilstaan, waarop zij met hun
buit in het dichte bosch verdwenen.
Te Warschau is weder groote on
rust gewekt door geruchten omtrent
een nieuwen pogrom of Israëlieten-
moord, welke op heden, deriRussischen
Peter- Paulusdag zou dreigen.
Vele Israëlieiische gezinnen verlieten
de stad. Alle vertrekkende spoor
treinen waren stampvol in de laatste
dagen.
Het Duitsche Gezandschap te St.-
Petersburg heeft nu het bericht om
trent een aanstaande samenkomst
van Keizer Wilhelm en den Ccar
bepaald tegengesproken.
Prins Oeroessofï zal, naar men be
richt, in de volgende week een ge
schrift uitgeven, waarin hij stukken
openbaar maakt tot staving van al
wat hij in de Duma heeft gezegd
omtrent de Israëlietenmoorden te
Bjelostok en het voorbereiden daarvan.
Uit Belgrado wordt gemeld, dat
Duitschland niet heeft toegestemd in
de door Servië voorgestelde uitbrijding
van het Duitsch-Servische handels-
traktaat.
Men hoopt nog steeds in Servië,
ondanks de ongunstige verklaringen
der Hongaarsche Regeering, dat Hon-
FRANZ TRELLER.
80)
Zoo bleven zij rustig staan den blik naar het Noorden
gewend, vanwaar de ruiterschaar steeds nader kwam, de
Cheyennes waren reeds in het Zuiden verdwenen. Kort
hierop stormden in een dichten zwerm wel een paar hon-
derd met yeeren getooide wilden aan, wier lange lansen
in de armriemen slingerden.
«Bij Jupiter, er is strijd onder de roodhuiden," sprak
Ben. «Zij dragen skalpen."
Hij had dit nauwelijks gezegd of zij waren omringd door
ruiters met grimmige gezichten, aan wier scherpe oogen
niets ontging.
«Wie zijt gij vroeg op gebiedenden toon in de
blik 6 6en *D<^'aan met a^es behalve vriendelijken
Cheyennes 67611 Waren WÖ gevangenen van een troep
«Hoe komt dat? De Cheyennes zijn de vrienden der
Jengers (Yankees)
«Wij werden, terwijl ik met mijne Cowboys mijne kudden
bezocht, door hen overvallen, beroofd en geboeid. Wat zij
met ons voor hadden weet ik niet, zeker niet veel goeds."
«En hoe komt het dat zij u achterlieten?"
Zij werden plotseling door een panischen schrik bevangen
en toen joegen zij voort naar het Zuiden zonder dat wij
de oorzaak te weten kwamen. Zij riepen ons toe hen te
volgen, maar dat deden wjj niet."
«Was Cajugas bij hen?"
«Als gij den zoon van het opperhoofd meent, die was van
morgen bij ons maar is later met ongeveer dertig man
naar het Westen gereden."
«Best I" Er was een boosaardige uitdrukking op het
gelaat van den Indiaan die, naar het scheen, de aanvoerder
was.
Toen riep hij zijn krijgers iets toe, waarna een deel de
vervolging naar het Zuiden voortzette en de anderen nog
bleven stilstaan.
«Zeg mij eens, opperhoofd, is er oorlog tusschen de
Cheyennes en n En mag ik weten wie gij zijt?"
«Gij spreekt met Kraaienveer, het opperhoofd der Kiowa's,"
antwoordde deze kortaf.
«Dan spreken wij met een rechtvaardig krijger die ons
beschermen zal tegen de roofzuchtige Cheyennes."
«Zijt gij vijanden van die huilende honden die in snelle
vlucht wegrennen als Kraaienveer's lansspits in 't gezicht
komt?"
«Geef mij een buks, hoofdman," riep Jim en zet mij voor
een hoop van die schurken, dan zult gij eens zien of ik
hun vijand ben."
Aan Kraaienveer's scherp oog was geen gelaatstrek,
geen beweging der drie ongewapende mannen ontgaan en hij
was ervaren genoeg om de beide ruwe Cowboys te kunnen
onderscheiden zich tot hen keerend sprak hij«gij moet
bij ons blijven en ik hoop dat gij de waarheid gesproken
hebt, dat Cajugas naar het Westen gereden is."
«Ik sprak de waarheid."
«Dat zal goed voor u zijn. Zaagt ge nog meer Cheyennes
in de Steppe?"
«Slechts die troep die ons gevangen nam en die ge op
de vlucht gejaagd hebt."
«Hoeveel ruiters waren er?"
«Wellicht honderd."
Daarop beval Kraaienveer aan een zijner krijgers de voeten
der blanken los te maken en sprak toen«gij zult gelegen
heid hebben u op de Cheyennes te wreken, komtl"
«Gij meent het goed, groot opperhoofd der Kiowa's en
wij zijn u dank verschuldigd dat gij ons bevrijd h -bt,
maar onze weg leidt naar het Oosten waar mijn kudden
grazen, sta ons toe daarheen te gaan.
«Gij volgt ons, wij willen meer van je te weten komen."
«Toen zette op zijn bevel de heele troep zich in galop
met de blanken in hun midden die nu in plaats van door
de Cheyennes, door de Kiowa's omringd waren.
«Ik houd het er voor," sprak Ben met een bitteren
galgenhumor, «dat wij van den regen in den drop gekomen
zijn."
(Wordt vervolgd).