NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
De opening der Kamers.
No. 75.
Woensdag 19 September 1906.
Vijt-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OPVOEDING.
Op den Oedenrode.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door bet geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Er is iets brutaals, iets vlegelachtigs
in de wijze, waarop de jeugd dik
werf tegenover anderen optreedt.
Men klaagt terecht over de weinige
beschaving, welke over het algemeen
de groote massa aan den dag legt. Dit
ligt in hoofdzaak aan de opvoeding. Wij
weten, dat de opvoeding grootendeels
wordt overgelaten aan de onderwijzers
en op hen rust de zware taak het
opkomend geslacht een andere richting
te doen inslaan.
Onze jongens en meisjes mogen
nog zoo dartel zijn, de fijnere snaren,
eergevoel, zin voor alles wat goed,
waar, edel en schoon is het be
staat allemaal, als men het maar
weet op te merken en te ontwikkelen.
Wanneer men zou gaan denken,
dat het een hopeloos weik is om den
zin voor het goede en schoone te
ontwikkelen, dan verstikt men alle
beterschap in dit opzicht.
Onze onderwijzers, van zelf be
schaafde menschen zullen zeker met
ingenomenheid de schoone maar
moeielijke taak aanvaarden om hel
opkomend geslacht op betere banen
te geleiden.
Doch van de school alleen is geen
heil te verwachten, het huisgezin
moet veel aanvullen. Ook het volk,
de massa is zeer wel voor de kunst
te vinden, als men maar zorg draagt,
dat zij de kunst kan aanschouwen.
En kunst is als opvoedster een
machtige factor Als de massa kunst
aanschouwt of hoort, dan is het volk
veel ontvankelijker als men vroeger
wel meende.
Wij bezitten in ons land machtige
hulpmiddelen. Wij hebben een heer
lijke schilderschool, schilders, be
roemde beeldhouwers enz. Voor
eerst den machtigen invloed van de
toonkunst. Er is wel eens beweerd,
dal ons volk niet kan zingen, maar
die bewering is altijd gelogenstraft,
wanneer er gelegenheid bestaat om
te zingen, niet ruwe onbeschofte
straatdeunen, maar goede muziek en
zang. In ons land bestaan een groot
aantal zangvereenigingen, die hare
leden tellen onder handwerkslieden,
die bun vrijen tjjd geven om zich
te oefenen.
Er zijn zangvereenigingen, die ge
rust met buitenlandsche kunnen
wedijveren.
Welk succes hebben onder meer
niet de volksconcerten door de Amers
foortsche muziekvereeniging gegeven.
Er kan in deze richting nog veel
meer gedaan worden. Men heeft ge
tracht hij het leger de stafmuziek
corpsen uit bezuinining op te doeken.
Wij hopen van harte dat dit niet
zal gebeuren.
Waarom kunnen wij niet bij ieder
regiment even als in Rusland een
Ilink muziekcorps hebben? In Rusland
bestaat dit overal en te Amersfoort
heeft men de proef genomen bij hel
escadron ordonnansen, die uitstekend
geslaagd is.
Uitstekende muziek en zang voor
de groote massa beschikbaar stellen
is hel volk opheffen, is het volk ver
edelen. Ook hiervoor gevoelt het
volk veel. Het overgroote bezoek aan
onze groote museums bewijst dit
immers.
Men boude maar eens kunstbe
schouwing met toejichling en licht
beelden en men komt tot de over
tuiging dat men een hoogst dankbaar
publiek heeft. Doch men moet de
menschen niet laten voortsukkelen,
zonder dat zij ooit iets van de kunst
te zien of te hooren krjjgen, dan
begint dat gevoel langzamerhand te
verstikken.
Er zijn bekwame en edele mannen
en vrouwen genoeg, die naar wij
hopen de zaak om door kunst
meerdere ontwikkeling onder liet volk
te brengen flink willen aanpakken,
wij twijfelen niet of over de uit
komsten zullen zij tevreden zijn.
De groote Ridderzaal, waarin de
Koningin gisteren voor de derde maal
de Staten Generaal heeft geopend, ver
toonde weder denzelfden luisterrijken
aanblik als de beide vorige jaren.
Het geflonker van het goud der
uniformen, de helle kleuren der orde
linten op do met eereteekenen bezaaide
gala-costuums der hoogwaardigheids-
beldeeders zetten het schouwspel we
der zijn gewonen glans en schittering
bij, waartoe ook de kleurige dames
toiletten niet weinig medewerkten.
In de zaal was echter niet zooveel
licht als de vorige jaren, daar de lucht
tijdens de plechtigheid bewolkt was.
De meeste Kamerleden waren weder
in uniform, sommigen in militair
tenuede heer Nolens in priesterkleed
enkelen de heeren Van Vliet, De
Klerk, Plate, Bos, P.uodhuyzen, Hu-
brecht, Mees en Ketelaar in het
zwart.
Onder de gezanten werd ditmaal
voor het eerst opgemerkt do nieuwe
Cbineesche gezant in zijn typische
kleedij, het hoofd getooid met een
roode muts met gouden punt, terwijl
voorts het schitterende uniform van
jhr. Ruyssenaers als gezant in dispo-
ntbiliteit de aandacht trok.
Omstreeks kwart over eenen ver
kondigde het geschetter van het koper
builen, dat de Koningin in aantocht
was. Nog eenige oogenbhkken, en
onder het weerklinken van het aloude
«Wilhelmus", met dof kanongebulder
doormengd, treedt de Koninklijke stoet
de zaal binnen.
De Koningin was uiterst smaakvol
gekleed in cième satijnen japon, over
het corsage het ordelint var. het groot
kruis van den Nedetlandschen Leeuw,
terwijl een hoed van geel paille met
aigret haar hoofdtooi vormde. Aan
haar linkerzijde nam de Prins plaats,
die in groot marinetenue was Zoowel
de Koningin als de Prins zagen er
welvarend uit.
Met haar heldere, klankrijke stem
waardoor elk woord tot in de verste
hoeken der zaal duidelijk was te vol
gen, las de Koningin de navolgende
rede voor, op enkele woorden eenigen
meerderen nadruk leggend
Mijne heeren,
Het is mij aangenaam uwe zitting
wederom in persoon te openen.
De toestand van het land en van
de koloniën is in menig opzicht zeer
bevredigend.
De betrekkingen van Nederland
met de buitenlandsche mogendheden
zijn van den meest vriendschappelijken
aard.
De hevige watervloeden op 12 Maart
jl. hebben in de provinciën Zeeland
en Friesland veel schade veroorzaakt.
De hulpvaardigheid van mijn volk
verloochende zich ook ditmaal niet.
De uitkomsten van den landbouw
mogen voldoende, die der veehouderij
zelfs gunstig genoemd worden; die
van den tuinbouw zijn voor sommige
gewassen naar wensch, voor andere
hier en daar minder voordeelig.
Do ontwikkeling van handel en
nijverheid geeft over het algemeen
reden tot tevredenheid. De scheep
vaartbeweging in de Nederlandsche
havens blijft krachtig toenemen. In
de uitkomsten van het scheepvaart
bedrijf valt eenige verbetering waar
te nemen.
De regeling van den toestand in
de zelfbesturende landschappen op
Celebes stelt nog hooge eisehen aan
het beleid en do volharding van de
burgerlijke en militaire oveiheid in
dat gewest. De weigering der bestuur
ders van Badoeng en Tabanan om
aan de hun gestelde gematigde eisehen
te voldoen, heeft een gewapend op
treden tegen deze landschappen onver
mijdelijk gemaakt.
Land- en zeemacht in moederland
en koloniën gaan voort, zich met toe
wijding te kwijten van hare taak.
IJver en plichtsbetrachting der
burgerlijke landsdienaren blijven te
roemen.
De ten vorigen jare op het gebied
van het rechtswezen aangekondigde
wetsvoorstellen zijn in bewerking.
Met name kan van de ontwerpen tot
wijziging en aanvulling van hetalge-
meene deel van het Wetboek van
Strafrecht en tot herziening van de
wetgeving betreflende de Naamlooze
Vennootschappen de indiening eerlang
worden te gemoet gezien. Wijders
zullen u voorslellen worden aange
boden tot wijziging der Wel op het
recht van vereeniging en vergadering,
tot het brengen van de noodige ver
anderingen in verschillende wetboe
ken in verband met de invoering der
aanhangige nadere regeling van het
bewijs in burgerlijke zaken en tot
snellere afdoening en vereenvoudigde
berechting der strafzaken waarvan de
kantonrechter kennis neemt.
In de Woningwet zijn eenige wij
zigingen wenschelijk gebleken tot het
aanbrengen waarvan U een voorstel
zal worden gedaan.
Een wettelijke regeling ten aan
zien der Banken van leening is in
voorbereiding.
Van de voorstellen tot duurzame
verstel king der opbrengst van 's Rijks
middelen zijn ter indiening gereed:
die ter samensmelting van de Vermo
gens- en de Bedrijfsbelasting tot één
heffing onder den naam van Inkoms
tenbelasting, ter verhooging van het
zegelrecht op effecten en tot het
treffen van den inbreng, in Naam
looze Vennootschappen met een even
redig registratierecht.
De overige ontwerpen, waaronder
tot wijziging der Wet op het recht
van successie en van overgang bij
overlijden, lot heffing van een debiei-
recht op tabak en tot technische her
ziening van hel tarief van invoerrech
ten. zullen volgen.
Voorts bereiken U wetsontweipen
tot verlaging van den accijns op de
suiker en tot verliooging van dien
op het gedistilleerd.
In den loop van dit zittingjaar zul
len aan uw oordeel worden onder-
7)
Lang zaten ze naast elkander in het bosch
onder de koele schaduw van het loof der
oude boomen. Anneke vergat haar wandeling
geheel en van Walden zijn voorgenomen be
zoek aan haar vader. Plotseling hoorden ze
de klok op het kasteel vier uur slaan en dat
geluid bracht van Walden tot de werkelijk
heid terug.
"Ga nu naar huis, Annie dear, en vertel
alles aan je ouders. Dan kom ik morgen
ochtend bij je vader."
Maar ze keek hem verschrikt aan.
»0 nee, dat durf ik niet," zei ze angstig,
"toe ga mee en vertel jij het nu. Ik zou hen
niet durven aanzien en nog minder het kun
nen vertellen."
Van Walden wierp een blik op zijn jaeht-
costuum, niet bepaald de aangenomen dracht
om een huwelijksaanzoek in te doen. Hij
trachte eenige tegenwerpingen te maken, maar
Anneke wilde er niets van hooren en ten
slotte troonde ze hem mee.
«Zoo 'n kleine dwingeland!" lachte hij, en
samen sloegen ze de weg in naar huis.
Ernestine zat met haar moeder op het
bordes; toen ze Anneke en van Walden zag
aankomen verbleekte zij en rees haastig op.
Ook mevrouw van Oedenrode schrok er van;
al liepen beiden gewoon naast elkaar, toch
was er iets in hun houding dat haar de waar
heid deed vermoeden. Ze wierp een snellen
blik op Ernestine, maar deze had zich reeds
omgedraaid en was naar binnen gegaan.
Mevrouw van Oedenrode volgde haar dochter,
ze zag Ernestine naar haar kamer gaan en
zelve zocht ze haar man in zijn studeerver
trek opin enkele woorden deelde ze hem
haar vermoeden mede. Reeds een oogenblik
later diende de knecht van Walden aan. Een
voudig en met weinig omhaal deed hij zijn
aanzoek, vertelde hoe hij Anneke had lief-
gekregen en haar nu van middag onverwachts
had gevraagd.
En het was op een toon van groote harte
lijkheid maar waarin toch een zweem van
teleurstelling doorklonk, dat mijnheer van
Oedenrode hem zeide hoe hij steeds van hem
gehouden had en hem gaarne zijn dochter
wilde toevertrouwen.
Over Ernestine werd geen woord gesproken,
maar alle drie dachten ze aan haar.
Terwijl de heeren nog het een en het an
der bleven bespreken ging mevrouw van Oe
denrode Anneke opzoeken. Ze vond haar op
haar kamer en toen ze binnentrad vloog het
meisje haar moeder in de armen. Zwijgend
omhelsden ze elkaar, toen trok mevrouw van
Oedenrode haar kind naast zich op de sofa.
«Je houdt dus heel veel van van Walden,"
zei ze. «Verlang je werkelijk met hem te
trouwen, weet je het heel zeker?"
Anneke boog verlegen haar blonde kopje.
«Ja" antwoorde ze zacht bijna onhoorbaar.
Teeder streelde Mevrouw van Oedenrode de
handen van het meisje.
«Vertel me eens alles," zei ze.
En Anneke eerst beschroomd en wat angstig,
maar naarmate ze sprak steeds vrijmoediger,
vertelde hoe ze van Walden langzamerhand
had liefgekregen zonder het te weten, hoe
bedroefd ze altijd was, wanneer ze hem niet
zag, vertelde ook van haar gesprek met Emmy
de Rooy en van haar verdriet over zijn ver
meend engagement met Ernestine. Hoe zij
daardoor eerst begrepen had, wat voor hem
gevoelde en nu eindelijk van middag zijn
declaratie.
«Ik kan het niet helpen, moeder," eindigde 'ze.
«Ik geloof eigenlijk dat ik altijd zooveel van hem
gehouden heb. En, o moedertje ik ben zoo
gelukkig
Stil zaten beiden naast elkaar.
«Arme Erna," zeide mevrouw van Oedenrode
zacht.
«Zou ze heusch van Arthur houden vroeg
Anneke bedroefd. «Dat zou me zoo spijten,
want nu zal ze zoo'n verdriet hebben. Als
ik bedenk hoe ongelukkig ik was toen ik
meende dat Arthur van Erna hield. Kan u
het begrijpen moeder dat hij mij koos?" vroeg
ze eenvoudig.
Glimlachend keek mevrouw van Oedenrode
haar aan. Wat zag ze er lief en mooi uit
stralend van geluk maar haar grootste sieraad
was toch haar eenvoud en onschuld.
«Waarom hij jou koos, zal van Walden je
zelf het best kunnen zeggen, denk ik," zeide
mevrouw van Oedenrode, «maar kindje, luister
nu eens naar me. Je vader en ik houden beiden
veel van hem en den laatsten tijd beschouwden
we hem bijna als een zoonwant we vermoed
den dat hij eens met Erna zou trouwen. Yan
ganscher harte zouden we onze toestemming
tot dat huwelijk gegeven hebben en nu hij
gekomen is om jou inplaats van Erna, is hij
ons natuurlijk even welkom in de familie.
(Wordt vervolgd.)