NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. No. »2 Zaterdag 13 October 1906. Vijt-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Grootmoeders Whistclubje. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeetraat 77. Telephoon n». 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Te Tomsk in Siberië zijn schrikke lijke Jodenvervolgingen geweest, reeds een maand geleden en zonder dat men er van gehoord heeft. De tolegrafische verbinding schijnt verbroken, of de censuur houdt alles tegen. Een Duitsche onderwijzeres, die reeds een jaar geleden ten huize van een advokaat te Irkoetsk als gouvernante in betrekking was, keerde dezer dagen in haar geboorteplaats Asch terug. Zij deelt mede dat er in de eerste helft van September te Tomsk een waar bloedbad is aange richt, een pogrom waaraan Kalmuk- ken, Boegharen en Oostjaken deel namen. In den avond werden 400 Joden waarbij vele vrouwen, in een zeep- ziederij opgesloten, waarna het ge bouw aan vier hoeken in brand werd gestoken. Zij die uit de ramen spi on gen werden neergeslagen en alle overigen kwamen in de vlammen om. Het moorden was aan de orde van den dag. Weinige dagen vóór de Juffrouw uit Irkoetsk vertrok, was er een militair oproer, Op 16 September vochten de muiters met do trouw geblevenen. De eersten leden de nederlaag en reeds den volgenden dag werden 41 belhamels terechtgesteld. De ver oordeelden, waarbij zeven officieren waren werden in vijf groepjes op gesteld, neergeschoten en dan in de snel stroomende rivier geworpen. Sommigen hunner leefden daarbij nog. De vleescbnood in Duitschland is nog steeds niet opgeheven. Om in de behoefte te voorzien, gaan er thans weder stemmen op, die invoer uit Nederland aanprijzen. Tot dusver is die maatregel tegengehouden door de agrariërs, die bang beeten te zijn voor besmettelijke ziekten, maar de voornaamste reden schijnt te zijn, dat de belanghebbenden vreezen voor daling van veeprijzen. In verschillende bladen van Westfalen en Rijnland wordt er nu sterk op aangedrongen, om het prachtige Nederlandsche vee toe te laten, dat immers zoo ge makkelijk te krijgen en zoo vlak in de buurt is. Voor besmettelijke ziek ten bestaat geen gevaar, want het slachthuis te Emmerik is uitstekend ingericht, ook voor het deskundig onderzoek, en het zou desnoods in staat zijn om elke week duizenden stuks vee te slachten. Sedert tenminste twee jaren zoo schrijft een inzen der in de Köln Volkszlg. worden uit Nederland heele waggonladingen geslachte kalveren en runderen in den herfst en den winter over Elten en Emmerik ingevoerd, die, na een kort veeartseuijkundig onderzoek, met den volgenden trein verder Duitsch land ingaan. Een bewijs, dat het gevaar voor binnendringen van veeziekten uit Nederland niet bijzonder groot kan wezen. Werden de dieren levend naar Emmerik gebiacht en daar vóór en na de slachting door Duitsche vee artsen onderzocht, dan zou het gevaar voor besmetting van den Duitschen veestapel vermoedelijk nog beter af gewend worden. De inzender besluit met de mededeeling, dat, volgens door hem van welingelichte zijde ontvangen berichten, in de Nederlandsche grens districten nog genoeg rundvee en varkens voor Duitschland tegen veel goedkooperen prijs to krijgen zijn. Het. bestuur der sociaal-democrati sche partij besloot terstond na het samenkomen van den Rijksdag, de Regeering te interpelleeren over de duurte van levensmiddelen en vleesch. De Hertog van Montpensier, een Prins van Orleans, naar men weet, heeft te Nancy met zijn automobiel een werkman overreden, zoodat de man bijna onmiddelijk dood was. De Hertog verliet Nancy, onderweg naar den Elsas, toen de auto op een oogen- blik tusschen een stoomtram en een rijtuig moest doorrijden. Op dat moment verscheen achter de tram een weikman, die aan de rails had gewelkt. Verschrikt sprong hij eerst links, toen iechts en hot ongeluk was gebeurd. De man werd met ver brijzelde schedel voor dood weggedra gen. De eigenaar \an de auto en zijn cbaufleur, een Argentiniër, hadden het bard te verantwoorden, maar de politie kwam tusschenbeide toen men hun te lijf wilde. Op hot politiebureau maakte de reiziger zich bekend als Ferdinand Francois van Orleans Hertog van Montpensier, geboren te Eu 9 Fe bruari 1884, zoon van Louis Philippe, Graaf van Parijs Hij was officier bij de Spaansche marine en woonde op het kasteel Randan, in Puy de-Dóme. De Hertog vei klaarde zich bereid tot elke schadeloosstelling aan de betrek kingen van den verongelukten man. Daarna mocht hij met den trein ver trekken. De chanffeur echter bleef gevangen beschuldigd van doodslag door onvoorzichtigheid. In de Lepoiilijnsche Alphen is dezer dagen een gevaarlijke roover, met name Guiseppe Crealin, die langen tijd schrik had verspreid in liet dal van Lago Maggiore, na een langdurige vervolging en een harden strijd levend gevangen. Dat gebeurde n.l. op den besneeuvvden top van den berg Zeda. Reeds een paar jaar geleden had Crealin daar zijn hut opgericht, ter hoogte van 6630 voet, en van daar maakte hij in alle richtingen zijn rooftochten. De gemeenten in den omtrek hadden reeds veel moeite gedaan om hem te pakken, maar de brigant was hun altijd te slim af en paste telkens weer nieuwe listen toe. Wanneer men hem op het spoor meende te zijn, verdween hij spoor loos, en later kwam het dan mees tal uit, dat hij weer eens het hof had gemaakt aan een boerendochter en, door deze geholpen kon ontkomen, ook al had hij uit de woning der schoone wat souvenirs meegenomen. Ten slotte riep de politie militaire hulp in, en een twaalftal uitgelezen mannen kregen opdracht jacht te maken op den roover Zij waren ge kleed als gidsenr maar droegen toch een geweer en hadden een revolver bij zich Heel voorzichtig, twee aan twee, drongen zij in het woud door. Spoedig kwamen ze den roover op het spoor, maar hij was vlugger dan zij en hij versperde hun den weg door een boschbrand te veroorzaken. Dat gaf groote vertraging, een geheel stuk van het bosch brandde af en daarna werd de vervolging voortge zet langs de verschillende paden, die bergopwaarts liepen. Toen men nog 600 Meter van den top verwijderd was, verwelkomde Crealin de soldaten met een kogel, die echter miste. Hij had zijn hut omiingd met een borst wering en blijkbaar was hij op een belegering vooi bereid. De soldaten zochten dekking en openden het vuur, dat door den belegerde werd beant woord. Het was al laat in den middag en de aanvallers moesten ei dus aan denken niet veel langer te blijven in den nacht zouden ze doodvriezen. Hun handen verstijfden reeds, zoodat ze niet goed meer schieten konden. De roover schoot daarentegen heftig voort, tot hij op eens ophield. De soldaten dachten aan een list en zij wachtenl maar toen er niets meer werd gehoord, klommen ze naar boven. Ze braken de deur open en vonden den gevreesden man bewusteloos op grond liggen. Hij was aan het voor hoofd door een kogel getroffen, maar de wond was onbeduidend. In de hut vond men een groot bedrag aan geld en zeer veel kost baarheden, een voorraad levensmid delen voor een lang beleg en o a. ook een aantal minnebrieven van allerlei schoonheden in de dalen be neden. Toen de gevangene bijkwam, waren zijn eerste woorden»Zoo mijne heeren, daar hebt u mij eindelijk. Het is toch maar een aardige, eerlijke strijd geweest, niet?" Crealin wordt beschreven als een slanke, indrukwekkende verschijning, van ongeveer veertig jaar. Hij is naar Milaan gebracht om daar terecht te staan. IIoll. onderwijs in Z. Afrika. De heer Frederik Rompel schrijft in de »Dordr. Ct-": Den lOen dezer, voor 81 jaar werd te Colesberg Paul Kruger geboren. Die 10e October is door de Neder landsche Zuid A frikaansche Vereeniging gekozen om jaarlijks een open-schaal- collecte te houden voor het vrije Hol- landsche ondei wijs in Z.-A het onder wijs, dat Kruger met dr. Mansvelt's hulp in Transvaal zoo hoog had weten op te stuwen, dat het te Parijs op de tentoonstelling van 1900 de hoog ste onderscheiding verwierf. En nu trachten de Engelschen, dat grootsche werk van Kruger te ver nielen. Maar Kruger's geest is nog niet dood daar ginds. In Transvaal en Vrijstaat worden 100 vrije scholen in stand gehouden, hoewel de hulp uit Holland opge houden heeft en de Engelschen de verarmde Boeren lokken met kosteloos onderwijs. In den Vrijstaat is de Hollandsclie taal nog springlevend, hoewel de Engelsche bladen ons ten vorigen jare omstreeks dezen tijd meldden, dat de Viijstaters hun kinderen aan den vijand hadden overgegeven. Daar is president Steijn, de ziel van de Hollandsclie beweging, Steijn op wien de profetenmantel van Kiuger is gevallen Het was zijn gedachte te Bloem fontein een meisjesschool te stichten. Immers de toekomstige moeders van Z.-A. houden in hare handen het lot der Hollandsche taal. Voor die meisjesschool, de stichting DOOR MARIA VERKERK. 6) »Ik wist zelf niet, wat mij bezielde, maar ik wilde haar nog wat plagen. »Dat zou laf zijn," riep ik, »nu wordt het pas aardig. Bovendien zou hij erg beleedigd kunnen zijn, dat we hem zoo voor den gek hebben gehouden. Hij is nu nog veel te kort hier, om al te bekennen, misschien morgen of overmorgen, als hij niet meer zoo vreemd is. En dan, Mientje, je bent alleraardigst als jonge vrouw, waarlijk betooverend, vandaag moet je mevrouw von Stetten blijven." »Zij liet zich eindelijk overhalen en ik ver heugde me, haar nog te kunnen gadeslaan; zij, die zoo graag zou willen trouwen tegenover een jongen, voornamen heer, die haar voor getrouwd hield, dat kon amusant worden Aan mij zelf dacht ik niet, ik was beveiligd door mijn liefde voor Heinrich, en aan hem ja kind, ik wist, dat ik een mooie vrouw was, maar dat hij zich hals over kop in mij zou kunnen verlieven, neen, daaraan dacht ik geen oogenblik. «Neen, ik speelde heel onbevangen voor het jonge meisje en de wanhopige moeite van Mientje, om aan tafel de lieve en waardige gastvrouw te spelen, was mijn eenige belooning van het uit handen geven van mijn rol als jonge huisvrouw, want een weinigje jaloersch daarop werd ik toch wel. Maar haar gade te slaan was werkelijk onbetaalbaar, te zien, hoe zij bij zijne vragen over ons leven en over von Stettens dienst van de eene ver legenheid in de andere viel en daarbij Karline's gezicht, die door ingehouden lachen het gevogelte nauwelijks op tafel kon zetten. »Na het dessert erbarmde ik mij over Mientje's ondraaglijke positie door mijn guitaar te halen en te vragen of mijnheer van muziek hield. O ja zeer veel zelfs, en ik zong. Zingen ligt bij de Italianen in het bloed en ik had een Italiaansche moeder, buitendien zong ik dien avond met bijzonder veel plezier, omdat ik het genoegen zoo lang had moeten ontberen. Ik zong feitelijk dan ook alleen voor mij zelf, en bemerkte niet, dat Mientje met een ellenlang gezicht op de canapé zat en dat een vreemde man in het donkerste hoekje der kamer mij aanzag met blikken, die op geen getrouwde vrouw geworpen mochten worden. Maar zooals gezegd, ik nam daarvan geen nota. Eerst toen mijnheer von Rleben van ons scheidde, mij vurig, maar toch bescheiden de hand kuste en mij daarbij aanzag op een wijze, die meer zei dan woorden, begreep ik. Ik was doodelijk verschrikt en zag op eens het onheil, dat mijne dartel heid aangericht had. «Als versuft leunde ik tegen de tafel, nadat hij ons verlaten had, en keerde tot de werke lijkheid terug door Mientjes klagende stem, die verklaarde dat de scherts nu ophouden moest Ik was, eerst tegen acht uur los gaf mij dit. »Hier ga hij de lamp staan en lees dan zal je begrijpen wat ik gevoelde." Ik vouwde den brief open »lees harop, kind," zei grootmoeder die weer in haar hoekje bij de kachel zat en ik begon: Mademoiselle. Tot voor eenige uren had ik iedereen uit gelachen die mij voorspeld had, dat ik mijn hart hij het zien van een meisje had kun nen verliezen. Nu zou ik iedereen die dat beweerde gelijk moeten heven, want ik j leerde u. lief, best meisje beminnen met alle diepte en gloed, waartoe mijn hart in staat is, en dat zoodra uw hemelsche verschijning zich aan mijn oogen vertoonde, en wat dat zalige gevoel nog verhoogt, is de zekerheid, dat ik ook u niet onverschillig ben, Wilhel- mine, of moet ik de bloemen, die gij mij toewierp, anders opvatten? Neen, dat is niet mogelijk het zou te wreed zijn en uw oogen kunnen niet liegen, Ik ben niet in staat, u hedenmorgen te zien, en onverschillig naast u te staan, terwijl ik voor u zou willen knielenik zal probeeren op een lange wandeling mijn ongeduld te bedwingen, want u hebt ook tijd noodig om te overl ggen of u de aangebedene gade wil worden van uwe u innig liefhebbende. Karl von Rieben. die, zich als u hem tot de gelukkigste aller stervelingen maakt, dadelijk naar uw ouders zal begeven om hun zegen af te smeeken. Grootmoeder zweeg doch kort daarop her vatte zij haar verhaal. »Ik had bij het lezen van dien opge- schroefden, toen in de mode zijnde liefdes verklaring moeten lachen als hij niet zoo vol echt waar gevoel was geweest." »En, grootmama, wat deed u?" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1