NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Stut Huilt itsüMtSenis aider bh
No. »9.
Woensdag 7 November 1906.
Vijt-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Worflt er te veel voor liet Mpflaan?
Soplxie ZEUll^siru
4)
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Francofper post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangcstraat 77. Telephoon no. 09.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiên viermaal"geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Laatst toen een troepje stadskin
deren van een vacantiekolonie terug
kwam, hoorden wij de verzuchting
slaken: Ik zou er kind voor willen
wezen," wat beantwoord werd met
«Ja, er wordt tegenwoordig zooveel
voor die stakkerds gedaan, dat de
menschen er bijna door vergeten
worden." Gelukkig, dal het woord
„bijna" er nog bij kwam.
Wordt aan de kinderen te veel
aandacht gewijd
Is die klacht gerechtvaardigd. .Moet
er voor dat jonge goed gedacht, ge
schreven, gesproken worden
»Ja, zei er één daarop, »ik ben
ook niet verlroedeld en ik ben er ook
nog. Tusschen vertroetelen van het
kind en gelukaanbrengen ligt een
zeer lange weg, dien wij allen zeker
gaarne zullen mijden.
Werkelijk wordt er heel wat voor
het kind gedaan. De invoering dei-
kinderwetten is een zegen voor het
verwaarloosd en slecht groot gebracht
kind. Door regeeringslichamen, corpo
raties en vereenigingen, door ande
ren weer in kleinen kring, wordt
veel voor heel kleine, kleine grooteren
en groote kinderen gedaan. In bonte
verscheidenheid gaan ze ons voorbij
bewaar-, dag-,avond- herhalings-naai-,
brei-, verstel-, gymnastiek-, teeken-,
tusschen-, normaal-, hoogere burger-,
Zondag-, zangscholen en wie weet
welke scholen meer I
Maar er dient ook ontspanning te
zijn en na de bewaarschool is daar
voor op de scholen veelal geen sprake
meereen schooluitstapje, eene feest
viering eens per jaar wordt op prettige
wijze tegemoet gezien. Jongens-
avondjes, Toynbee-vereenigingen, va-
cantie- en gezondheidskoloniën, 't is
alles in het belang van het kind en
ook de schoolartsen zullen er wel
komen, hoewel minder door de kleinen
gewenscht.
»Aan het kind is men den diepsten
eerbied verschuldigd" was een spreuk
der oude Romeinen en die spreuk
vindt weerklank in de harten en
voert tot daden, welke wij niet anders
dan toejuichen. Waar iets gedaan
wordt voor het kind, komt dit ook
den volwassenen ten goede, in de
eerste plaats den ouders.
Maar ook buiten het huisgezin
wordt een goed opgebracht kind reeds
als kind gewaardeerd. Wie hun aantal
wenscht te vergrooten, spreke niet
van «vertroeteling", van «vergoding"
van manie of mode.
Hier in ons land is niet alles zóó
volmaakt dat we reeds van al te veel
zorg voor het kind kunnen spreken,
ons durven beroemen op bovenstaande
woorden «Dat we de menschen bijna
vergeten."
Is het kind nu niet de mensch van
laterer. tijd? Wordt het teere spruitje
niet een boom Welke boom Wordt
het nauw zichtbaar plantje'in de lente
niet een plant, die plaatsruimte in
neemt en voedende kracht uit den
bodem tot zich trekt Kan het u niet
schelen of die groot geworden plant
een vruchtdragende, weldoende graan
soort is of wel een distel zij, een
stekende doorn in het vleesch
Wij kunnen het niet gelooven, dat
het leven en de opvoeding der kinderen
u al zijn ze die uwen niet koud
en onverschillig laat; dat die vraag
stukken van kinderopleiding en kin
derbescherming u geheel niets kun
nen schelen, dat ge 't inderdaad lastig
en vervelend vindt als zij, die zich
deze dingen wel aantrekken, er hun
lijd aan wijden, er bun krachten aan
geven, en geen moeite en zorg daar
voor te groot achten, ook zoo nu en
dan eens uwe hulp vragen, en een
aanval wagen op uwe beurs? Waar
die mannen of vrouwen of beiden
zulk een goed voorbeeld geven van
toewijding, waar zij zoo ten volle
begrijpen dat er nog veel, èn bij aan
vang èn bij voortgang, gebeuren moet
in het belang van kinderen en ouders,
in het belang van de geheele maat
schappij, zult gij daar uwe ooren en
uw hart en uw beurs gesloten houden
Er is nog zooveel te doen tot be^
schaving van het kind, lot veraan
genaming van het kindei leven
Reeds veel is er gedaan, maar niet
te veel en niet genoeg.
V'oor den vrede.
Het Internationaal Rureau voor den
Vrede te Bern heeft nu overeen
stemming met de groepen, der vrienden
van den vrede in de verschillende
landen, maatregelen genomen ter
uitvoering van de besluiten van het
XVe Vredescongres, ten doel hebbende
aan de volken, ongeacht hunnen
staatkundigen toestand, de gelegenheid
te verschalïen tot bevestiging en ver
spreiding ten hunnent van de vrede
lievende denkbeelden langs den weg
van volksstemming, raadpleging der
burgers of bij wijze van verzoek
schrift.
Onder de voorstellen waaromtrent
een raadpleging van den volksgeest
over het vrede-vraagsluk noodig ge
acht wordt, hebben er enkele be
trekking op de a.s. Vredesconferentie
der Mogendheden te 's Gravenhage.
Zoo wordt van Zwitsersche zijde
voorgesteld een beroep op de uit
spraak der volken door middel van
een algemeen petitionnement met
het oog op de Haagsche confeieritie,
opdat deze leide tot een wereld-
vriendschapsverbond.
Van Fransche zijde is ingelijks
een voorstel ontvangen, beoogende
het op touw zetten van een wereld
petitionnement, houdende aan iedere
Regeering het verzoek om aan hare
gedelegeerden ter conferentie van
's-Gravenhage bij wijze van instructie
op te dragen het indienen van een
doorloopend en verplicht arbitrage-
verdrag waardoor elk toekomstig ge
schil tusschen de volken, van welken
aard ook, onderworpen zou worden
aan de beslissing van het hooge
scheidsgerecht te 's-Gravenliage.
Het voorstel bevat den uitdruk-
kelijken wensch, dat de voorbereiden
de werkzaamheden der Vredebonden
onmiddellijke en aanvang zullen nemen,
opdat de volkspropaganda nog vóór
de 2e Haagsche Conferentie kunne
plaats hebben.
De beweging moet voornamelijk
betrekking hebben op de beperking
der bewapening en op het Interna
tionale verbond.
De «Peary Noordpool-club" te
New-York ontving uit Hopedale (La
brador) bericht, dat Peary met zijn
expeditie op de terugreis i«. Hij heeft
de pool met beieikt, maar is toch
doorgedrongen tot op 87.6 N. Br en
daarmede heeft hij het «record" van
kapitein Oagni geslagen, die't slechts
tot 86° 34 bracht
't Is te hopen dat eindelijk iemand
er eens de laatste 2» 45 bij zal nemen
dan zijn we er af.
Heeft Peary de pool. niet onder de
knie gekregen, hij heeft toch nieuw
land ontdekt. Gaande in westelijke
richting langs de noordkust van Grant
land ontdekte hij land ongeveer bij
100" W. L.
Generaal Botlia heeft zijn
proces tegen de Pretoria News die
hem beschuldigd had zich te hebben
laten omkoopen door een concessie
aanvragende dynamiet-maatschappij,
gewonnen. Het blad trok zijn be
schuldiging in en is tot 250 pond
schadeloosstelling en in de kosten
veroordeeld.
De Dordr. Cl. meldt, dat de
Staatscommissie voor het midden-
standsvraagstuk nog niet heeft kunnen
besluiten, zich neer te leggen bij de
zienswijze van den minister in-zake
haar bevoegdheid tot het instellen van
een onderzoek naar den toestand van
het vakonderwijs. Zij zal trachten,
alsnog den minister tot een andere
zienswijze te brengen.
Vrijz.-ilein. Raadsleden.
Onder leiding van mr. S. J. L. van
Aalten jr. werd Zondagmiddag te
Utrecht, een vergadering gehouden
van viijzinnig-democratische gemeen
teraadsleden met het doel om tot de
oplichting eener vereeniging te ko
men. Er waren behalve de voor
zitter 18 heeren aanwezig, terwijl er
nog van 15 personen mededeeling
was ontvangen dat zij zich willen
aansluiten.
Nadat verschillende heeren o.a.
mr. Fokker (Leiden), dr. Schuringa
(Oosterbeek) en Kapenaar (Zwolle),
zich voor de oprichting hadden uit
gesproken, werd met algemeene stem
men daartoe besloten.
Daarna werd in een huishoudelijke
vergadering het reglement vastge
steld en tot bestuursleden gekozen
de heeren mr. S.'J. L. van Aalten jr.,
te Rotterdam; M. 11. G. T. Fiedely
Dop, te Amsterdam; P. J. W. van
llassel, te Utrecht; mr. A. I Fokker,
te Leiden, en A. Roest te Dordrecht.
Het Vredespaleis.
De Haagsche-briefschrijver der
«Arnh. Ct." schrijft:
«Het onlangs in de bladen ver
melde gerucht, dat de president van
het bestuur der Carnegiestichling, jhr.
van Karnebeek, met den gezant van
Noord-Amerika naar Schotland zou
geweest zijn om er den heer Carnegie
te bezoeken, ten-einde van dezen een
nieuwe gift los te kiijgen, begroette
ik reeds dadelijk met wantrouwen.
Sedert werd mij verzekerd, dat de heer
van Karnebeek zelfs zeer gestoord was,
omdat men hem zulk een stap, dien
hij als buitengewoon onbescheiden
brandmeikte, toedichtte.
«Ja, onbescheiden zou 't zeker
wezen, zelfs onbeschaamd, en het wil
mij voorkomen, dat heel Nederland
UIT HET ZWEEDSCH
VAK
"Maar het is je eigen schuld niet gezorgd
te hebben dat zij aan andere dingen leerden
hoohten. Ik kan natuurlijk niet oordeelen hoe
zij is; toen ik vertrok uit Zweden was zij
nog volkomen onontwikkeld."
"Dat is zij nog. Hoe zij is? Ja, een uit
stekend moedertje voor onze kinderen."
»En een uitstekende vrouw voor jou. Zij
denkt aan niet anders dan aan jou en de
kleinen,"
*Neen, aan niets anders. Zij zorgt voor ons;
zij geeft mij aan het eten steeds mijne ge
liefkoosde schoteltjes, zij is bang dat ik kou
zal vatten. Zij is vol oplettendheden eu altijd
dezelfde. Er is nooit iets dat je van Anna
verbaast; zij blijft zichzeive voortdurend ge
lijk, dezelfde lieden zoowel gisteren en dezelfde
die zij over vijftig jaar zal zijn, als zij zoolang
mag leven."
«Het moet zeker het grootste geluk in een"
huwelijk uitmaken, als de vrouw een gelijk
matig en goed humeur bezit
«Ik ben dan ook heel gelukkig dat weetje
wel Wat gij beiden toch verschillend zijt!"
«Ik vermoed dat ik dan ook levendiger
ben dan Anna, ofschoon ik drie jaar ouder
ben dan zijmaar dit is het verschil, dat zij
vroegtijdig trouwde, huishoudelijke plichten
te vervullen kreeg, die haar ganschen tijd in
beslag nemen, terwijl ik nog een trekvogel
ben."
«Ja, een trekvogel dien men niet in een
kooi zou kunnen sluiten die met de vleugels
zou slaan en tegen de tralies zou opflad
deren tenzij
«Ja, en die daarom ook niet in een kooi
past. Bedenk hoelang ik dan ook van huis ben
geweest. Ik was wel genoodzaakt op eigen
beenen te staan."
«Je hebt jezelve en je aanleg ontwikkeld;
maar je had heel andere gaven te ontwikkelen
dan Anna."
«Arme Anna!" dacht ik in mijn hoekje.
«Dat kun je niet weten
«Ja dat weet ik wel. Je bezit alles wat haar
ontbreekt!"
«En zij alles wat ik mis; op die manier is
het rechtvaardig verdeeld." Het was alsof er
iet9 in die woorden lag dat haar deed ont
stellen; want zij hernam haastig: «Wat was
het, dat je voor zoudt lezen, met betrekking tot
onze terugreis?"
Er volgde een langen poos stilte. Ik bleef
staren op mijn Figaro en las telkens opnieuw
den laat9ten volzin over, waarop mijn oogen
waren blijven rusten: quand on n'est pas
content, on n'a pas le nécessaire.'
Hadden mijne reisgenooten dat uitgesproken,'
of stond het waarlijk in het artikel over «Het
Noodwendige en Overvloed." Ja, ik las het in
de courant en ook elders Maar wat
gingen hunne zaken mij aan In elk geval
was het verkeerd van mij hen aan te hooren
terwijl zij meenden geheel vrijuit te kunnen
spreken. Ik beproefde dus een tijdlang doof
te worden. Ik nam mijn reiskussen op, legde
het hoofd daartegen en sloot de oogen
misschien zou het mij gelukken te slapenmaar
neen, dat was onmogelijk en ik ving ieder
woord op. Hij las thans de voorzorgswenken
zijner vrouw voor. «Zorg voor Marie, alsof
ik het ware, die met je reisde. Ik schrijf je
dit omdat je hij tijden zoo verstrooid bent,
dat het best kon gebeuren dat je vergat
iemand bij je te hebben, op wie je moet
passen. Verbeeld je daarom maar met mij
onderweg te zijn."
«Wat zou ik nu bijvoorbeeld moeten uit
voeren hernam hij op geheel anderen toon
«Ja, als je mijn vrouwtje waart zou ik tot je
zeggen: «Liefste Marie maakt het jezelve heel
makkelijk; zit daar niet zoo stokstijf uit het
raampje te kijken; wij hebben een lange reis
voor ons. Leg je voeten op de bank hier."
Indien wij alleen zaten zou ik vragen: «Leg
je voeten op mijn knieën." Of wel ik zou een
bed voor je opmaken van onze kussens en
dekens, als je dat heter mocht schijnen, en
naast je gaan zitten om te waken over je
slaap. Je behoeft geen omslag te gebruiken;
onze jonge reisgenoote is ook gaan slapen in
haar hoek. Indien je mijne vrouw waart
«Ja maar dat ben ik niet en je komt al je
plichten als een vriendelijke zwager heel goed
na, dat kun je aan Anna zeggen hij je thuis
komst. Trouwens ik ben niet moe en ik zal
zulk eene laDge reis niet afleggen als je ge
looft, zoodat ik vooraf niet behoeft te rusten."
«Niet? Je voelt je zeker niet wel? Wil je
dat wij den nacht te Keulen overblijven, om
de reis pas morgen te vervolgen? Je oogen
zien er zoo vreemd uit. Mag ik ze eens be
kijken? Je hebt geschreid!"
«Neen, laat mij met rust, Erik; staar mij
zoo niet aan. Ik kon van napht niet slapen
vandaar dat mijne oogen er vermoeid uitzien.
Ik zal niet eens zoover reizen als Keulen.
Ik ben van plan te Saint Quentin uit te
stappen en daar te blijven."
(Wordt vervolgd.)