NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utree bt. FEUILLETON. lene tin pstliideiis toiler naam. BINNENLAND. No. 92. Zaterdag 17 November 1906. Vijl-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. SopMe lEUsan., Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon n». 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. AdvertentiSn viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het gebruik en het nut van liet chilisalpeter ill den Landbouw. Bij ons op het dorp is de gewoonte, dat we 's wintersavonds zoo nu en dan bij elkander gaan «buurten». Wij leg gen een kaartje en praten wat na. Zoo komen we de lange wintel avonden gezellig door. Onlangs vroeg me de gastheer een flinke boer toen de kaarten waren opgeborgen«Kom aan, meester, vertel ons nog eens wat nieuws van den Kunstmest «Daarvan zal wel niet veel nieuws meer te ver tellen vallen, zei zijn neet, ook eer, landbouwer en mede een der gasten, «ik denk, dat alle boeren het nut van den kunstmest onderband wel op hun duimpje zullen kennen." «Dat geloof ik niet, Peer," ant woordde ik, niet ongenegen aan bet verzoek te voldoen en weer op mijn preekstoel te klimmen, zooals mijn kennissen gewoon zijn schertsend te zeggen, «daarvan zal ik je eens wat van vertellen en dan tegelijk wat nieuws mededeelen over kunstmest, zooals me gevraagd is." Gij zoudt dus denken, dat alle boeren omtrent het gebruik en den aard van kunstmest genoegzaam op de hoogte zijn 't Mocht wat. Onlangs sprak ik iemand, die mij vertelde, dat de boeren by hem in den omtrek niet alle, maar toch vele alle kunst mest „Viaan" noemen. Wat dit voor een woord is, weet ik niet, ik denk een verbastering van Guano Maar er blijkt toch uit, dat ze geen verschil kennen tusschen chilisalpeter en kaï niet, tusschen super en ammoniak enz. En er blijkt tevens uit, dat ze nog niet veel ervan gebruiken. En niet lang geleden werd me hier op onze vergadering nog de vraag gedaan, of men, als men kaïniet gebruikt, geen chilisalpeter behoeft te gebruiken, Ziet ge, zulke vragen getuigen nu toch al van zeer weinig doorzicht. Maar, kom aan, laat ons geen kwaad spreken. Ik wil je liever eens het een en ander mededeelen van wat ik deze week las over den uitslag van eenige proeven met chilisalpeter. Juist, omdat chili salpeter een meststof is, waarvan men den intloed spoedig waarneemt, maakt men er soms eon veikeerd gebruik van. Dat wil zeggen, men gebruikt het alleen, als men ziet, dat het noodig wordt, als de planten b. v. geel van blad worden, als ze niet goed vooruit willen, met groeien, in 't voorjaar b v. als dus de planten reeds ziek zijn, als ze kwijnen. Het chilisalpeter is dan het geneesmiddel voor den zieke. Maar het chilisalpeter dient dan niet als vooi behoedmiddel. Het gaat soms met het chilisalpeter als met liet se rum voor de vlekziekte der varkens. Men laat de varkens pas inspuiten, als ze ziek zijn Dit is nu verkeerd. Men moet alle varkens laten inenten, om te waken, dat ze de vlekziekte niot kiijgen. Zoo ook moeten we de gewassen alle met chilisalpeter be mesten, om te waken dat ze züö gezond mogelijk worden, m. a. w. zooveel mogelijk opbrengen. Doch, daarover wilde ik het niet hebben Ge weet, dat er in den laatsten tijd ook door vele boeren in den herfst chilisalpeter op de wintergranen ge bruikt wordt. Welnu, ik las deze week den uitslag van proeven, die gedaan waren, met het doel te on derzoeken, wat beter was, het chi lisalpeter in den herfst, in de lente of gedeeltelijk in beiden te geven, dus een deel in den herfst en een deel in de lente. Alle uitkomsten spraken zeer duidelijk voor de laatste methode. Ik heb hier toevallig enkele cijfers genoteerd. Deze cijfers zijn de gemiddelden van die, welke ver kregen zijn op 6 a 7 verschillende plaatsen. Door 100 K.G. chilisalpeter in den herfst te geven, kreeg men met tarwe een vermeerdering van 150 KG. graan en 400 KG. stroo Door 100 KG. chilisalpeter in de Lnte te geven waren deze vermeer deringen 325 KG. en 070 KG. Door beide te doen, dus door 100 KG chilisalpeter in de lente en 100 KG. in den herfst te geven, waren deze vermeerderingen 530 KG. en 850 KG. Zelfs bij de duuiste chilisalpeter prijzen zal men moeten bekennen dat men met de laatste methode een aardig winstje behaalt. De uitkomsten der rogge-proefveiden gaven eenzelfde resultaat. Ik heb daarvan de cijfers niet genoteeid, maar wel kan ik u zeggen, dat ze even sterk spraken voor een dubbele chilisalpeterbe (nesting gegeven dus in herfst en lente. Maar er is uit deze proeven nog meer te leeren. 't Is jammer, dat er overal nog niet een proefveld meer geweest is, otn den uitslag te onderzoeken van 200 KG. in de lente en dien te vergelijken met dien van 100 KG. in den herfst en 100 KG. in de lente, maar dat komt nog wel en anders kunnen jullie het wel eens doen. Men kan in elk geval zien dat de 100 KG. in de lente een aardige vermeerdering gegeven hebben ni. 325 KG. tarwe en 670 KG. stroo. Toch is dit niet het hoogste, dat men verkrijgen kan en de boeren die in den herfst van 1906 geen chilisalpeter aan hun granen gegeven hebben, weten er uit, dat ze, door hun dosis in de lente te verhoogen, de opbrengst vermeerderen kunnen Dit het derde perceel zien we toch dat bij het tweede de grootste oogst nog niet bereikt is. Ziezoo nu zullen we van 't voorjaar eens zien als er chilisalpeter besteld wordt, wie van jullie deze les in zijn ooren geknoopt heeft. En nu ga ik slapen De Koninginnen en de Voistin van Bentheim hebben Woensdag middag een wandeling gemaakt dooi de bosschen van het Kroondomein en over Hoog-Soeren. De Pi insessen van Bentheim maakten een automobieltocht over Arnhem en Zutphen. De automobielen waren van de firma Dugatd en Verwejr, Prins Hendiik is gisteren van Apeldoorn naar Rudolstailt (Schwarz- burg) vertrokken ten einde de feesten bij te wonen, welke zullen worden gege ven ter gelegenheid van den tachtigsten verjaardag van Prinses Mathilde van Schwarzburg Rudolstadt, grootmoeder van Z. K. H. De prins wordt deze reis vergezeld door zijn d.d. adjudant baton van Heemstra, ordonnans-ofli- cier van H. M. de Koninging. De Koninigin-Moeder denkt voor terugkeer naar de residentie tot het laatst van deze uitei lijk tot het begin der volgende maand op het Loo te vertoeven. Arbeidsbeurzen. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van de reeds bestaande, zoowel als van de nog op te richten arbeidsbeurzen in Neder land, dat aan die beurzen op daartoe strekkend verzoek geregeld mededee- ling gedaan zal worden van de be richtgeving der Nederlandsclie consu laire ambtenaren in België en West- Duilschland nopens de gelegenheid voor Nederlandsclie werkzoekenden om werk te vinden in hun ressort, onder voorwaarde, dat de arbeids beurzen op zicli nemen de personen, die zich ingevolge de Regeeringspu- blicaties bij haar aanmelden om in het buitenland te worden geplaatst, op eigen verantwoording behulpzaam te zijn bij het zoeken van weik aldaar. (»St.-Cl") Het Zuiderzee-vraagstuk. In zake landaanwinning in de Zui derzee heeft de regeering, zooals be kend, het denkbeeld opgevat, de in poldering van een betrekkelijk klein gedeelte der Zuiderzee te doen voor afgaan aan het groote werk van op eenvolgende inpolderingen, binnen een tevoren in zijn geheel af te sluiten waterplas. In voorbereiding is een wetsontwerp tot verbinding van bet eiland YVietringen met den vasten wal en tot inpoldering van bet Wie- ringermeer. Voor de uitgaven zal worden geleend. Men schrijft uit Bunschoten: Het vraagstuk van deri aaleg van een nieuwe burgerlijke begraafplaats voor deze Gemeente nadert slechts langzaam zijn oplossing. De pogingen om land onteigend te verktijgen toebelioorende aan de familie Van de Kolk zijn gestaakt naar aanleiding van een schrijven van die familie, ingekomen bij den Raad, waarbij aangeboden werd een be drag van f1000 ter beschikking van de Gemeente te stellen bijaldien de Raad geen verdere pogingen meer aanwendde om land van haar ont eigend te krijgen tot den aanleg van een nieuwe begraafplaats. Iu een spoedeiscbende vergadering besloot de Raad, mede met liet oog op de toch reeds groote kosten aan den aanleg van zoo'n begraafplaats ver bonden, de schenking te aanvaarden en te trachten een ander perceel, eveneens gelegen aan den Bunschoter straatweg, benoorden den Nijketker grintweg, te koopen. Doch nu is weer de eigenares van dat stuk grond, waarvoor namens de Gemeente een hoog bod werd gedaan, niet bereid dezen grond aan de Gemeente te verkoopen tot den aan leg van een nieuwe begraafplaats Vanwege bet Gemeentebestuur is thans de tusschenkomst der Regeering ingeroepen, seneinde ten spoedigste een wet te verkrijgen verklarende, dat het algemeen nut de onteigening vordert. UIT HET ZWEEDSCH van (blot.) 6) Terwijl ik daar met het spoorboekje voor het gezicht zat, hoorde ik hare gesmoorde snikken. Arm, arm jong meisjeIk dacht aan haar eenzaam leven en aan mijn eigen geluk, aan mijn echtgenoot, dien ik te ge- moet ging, aan onze kindertjes thuis te Parijs. Hot kostte mij moeite niet mede te schreien. Er volgde thans een langdurig levendig gefluister. De trein vertraagde zijn vaart bleef stilstaan, «Nous voilé, Saint-Quentin!"zeide ik, half onwillekeurig. Hij was ineengekrompen bij het fluiten van de locomotief. Marie weende niet meer; zij stond voor hem en strekte de hand uit. Neen ik wilde geen getuige van hun afscheid zijn. Na even voor Marie te hebben gebogen, die een «bon voyage, madame" fluisterde, verliet ik de coupé, om mij te begeven Daar de wachtzaal waar het ontbijt gereed stond. Ik bestelde een kop koffie, maar kon niet eten; mijne gedachten verwijlden bij mijne reisgenooten. Zij stapten thans uit den trein. Zij had haar grooten Rembrandthoed opgezet, die haar gelaat over schaduwde; ik kon haar trekken niet onder scheiden. Met vasten tred liep zij naast hem voort; hij droeg haar valies en reisdeken naar het voor het station wachtend rijtuig en hielp haar instijgen. Zij trok den hand schoen van haar rechterhand en legde die in de zijne; hij hield hare hand lang om klemd, heel lang en drukte er toen een kus op. Het rijtuig rolde weg. Na verloop van eenige minuten keerde ik terug naar onze coupé; hij liep op en neer voor het perron, aldoor maar op en neêr en rookte een sigaar, die hij wegwierp zoodra de conducteur «en voiture!" riep. Ik was wederom in mijn hoek gezeten en las toen hij insteeg. Hij wierp een langen blik op Marie's ledige plaats en ging toen zitten. De trein begon daarop zich in beweging te zetten. «Zou ik een oogenblik dit raampje mogen neerlaten?" vroeg hij. Ik antwoordde toe stemmend. Hij boog er zich zoover mogelijk uit en blikte terug. Daarginds, in de schaduw van het woud, lag een wit alleenstaand huis; het was waarschijnlijk de kostschool van mevrouw Bertrand. En die stofwolk daar was Marie's rijtuig. Een groote bocht der lijn deed huis en rijtuig uit het oog verdwijnen. Hij zuchtte 1 diep, trok het venstertje weêr op en zette zich neder. Arm meisje! Hij was een dier mannen, die eene liefhebbende vrouw nooit weder ver geten kan. Zoo mannelijk, zoo En ik beklaagde ook Erik, die terug zou keeren tot eene vrouw, die zoozeer op de andere geleek, eene voortdurende herinnering, dezelfde gouden lokken, hetzelfde gelaat, maar zonder levens-elixer. Eenigen tijd later wendde hij zich tot mij en begon in het fransch een gesprek over on verschillige onderwerpen, de natuur in Nor- mandië, het weder der laatste weken, de con certen te Parijs. Ik poogde zoo onderhoudend mogelijk te zijn, want ik bespeurde dat hij zich los wilde maken van zijn gedachten. Ten slotte sprak hij mij over Zweden en beschreef hij de schoone ligging van Stockholm. Ik voelde mij zoo onoprecht, zoo vreeselijk onoprecht, maar ik was verplicht mijne rol tot het einde toe vol te houden, evengoed als hij de zijne speelde van onbekommerd en aandachtig causeur. Het kwam mij bijna voor alsof hij zich reeds oefende in hetgeen hij te huis zou moeten vertellen, in zijne rol aldaar. Wij reisden ongeveer een uur samen. Toen ik te Maubeuge uitsteeg, overhandigde hij mij zijn visitiekaartje. Hij «eide te vreezen dat mevrouw moeite zou hebben zijn naam te ont cijferen het was een barbaarsche naam uit het verst afgelegen deel van Thule. Ik nam het kaartje aan zonder er naar te zien en reikte hem ten afscheid de hand. Mijn man stond aan de coupé en hielp mij uitstijgen. Toen mijn reisgenoot onze ontmoeting zag, wende hij zich af Dien avond, bij het uitpakken van mijn valies, viel het kaartje er uit. Ja, dat was waar ookMisschien kende ik den naam, was het de een of andere bekende familieIk raapte het visitekaartje op, maar aarzelde. In dien ik den naam niet las, kon ik mijne on bescheidenheid eeniger mate goed maken. Ik zou het niet lezenAls van zelf vielen mij Marie's woorden te binnen: «Wat doet een naam ter zake toe?" Ik nam het kaartje, scheurde het aan stukken en wierp die stukjes het venster uit. Op hetzelfde oogenblik werd eene hand op mijn schouder gelegd. Het was mijn man, die achter mij stond. Hij trok mij tot zich en vroeg «Wat heeft mijn vrouwtje daar zoo driftig verscheurd «Iets, dat niets met de zaak heeft te maken." «Met welke zaak Je ziet er zoo weemoedig uit. Waar denk je aan?" Ik kuste zijn hand, die nog altijd op mijn schouder rustte. «Ik denk er over na hoe onuitsprekelijk ge lukkig ik ben en aan anderen, die je niet kent die ik evenmin ken aan eene ge schiedenis zonder naam."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1