NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. KERSTMIS. Plaatselijk Nieuws. No. 102 Zaterdag 22 December 1906. Vijl-en-dertjgsle jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uithoofde van het Kerstfeest zal het volgend nummer verschijnen op Donderdag 27 Dec. a.s. DE DIRECTIE. FKU1LLE l Ui\. EENE MESALLIANCE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'I, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Ton tijde dat de Christus stond geboren te worden lag de wereld in duisternis gehuld. De vei dorvenheid van het Romeinsche volk als een gevolg van verbastering der zeden door toenemend weeldebederf, de ont aarding van het Volk Israel en zijn opgaan in vormendienst en leerhei- ligheid alles verkondigde, luide, dat de wereld behoefte had aan hervor ming, hervorming vooral van het zedelijk en godsdienstig leven dier dagen. Profetenwoorden haddon lang ge leden geklonken: «Op de wolken zal Hij komen, die aan den nacht een einde maakt; Johannes de Uooper had het zijnen tijdgenooten dringend voorgehouden «Bereidt den weg des Heeren. maakt zijne paden recht!" en aan die ernstige uitrioodiging toe gevoegd de belofte: «Hij komt, die voor uw smarten, Verlossing heeft en troost". En die profetie is bewaaiheid en die belofte is vervuld. Want het Kerstfeest is gekomen en brengt ons bij de kribbe van het kir.deke, dat de wereld vernieuwen en de mensch- heid verlossen zou uit de knellende banden van zonde en schuld. En wij hooren de heerlijke boodschap van groore vreugde en bet heilige lied van Godes welbehagen in de men- schen. Eeu aangrijpend tooneel een stal in het oude Bethlehem, Jozef en Maria, en hei kindeke «liggende in de kribbe". Zoo was het den herders door den Engel Gods voorspeld. En zij haastten zich naar de aangegeven plaats mei gevleugelden voet, zonder eenigen twijfel in de ziel, zonder eenige be denking in het hart. Want zij ge voelen het wonderbaar wat dichters herzongen, profeten voorspeld, engelen gepredikt hebben, zij zullen hel aan schouwen. En als zij aankomen op de aan geduide plaats dan zien zij, wat hun is voorzegd «Het kindeke in doeken gewonden, liggende in de kribbe". Doch meer dan een pasgeboren zien zij in dat teedere wicht, want hun geestesoog doorschouwt den eeuwig levenden, den sterken God, die redt den Heiligen Geest, die rei nigt den Christus, die zalig maakt Dat is het veiheflende Kerstevan gelie, dat ons zoo vaak is vertolkt, dat ons heenwijst naar eene hoogere bestemming. Wij volgen de herders naar Davids stad, en wij stemmen in met de verheerlijking des Allerhoogsten over alles, wat wij gezien en gehoord hebben. Wat een tegenstelling in dit schoone Kerstverhaal. Augustus en Jezus; Augustus, de trotsche keizer der Romeinen, wereldbeheerscher dooi wapengeweld Jezus, de nedeiige Zoon des Meiischen, wereldbeheeischer door de alles verwinnende kracht Zijner goddelijke liefde; En wat ons even eens niet ontgaat is het feit, dat de volkstelling, waarbij «de geheele wereld zou beschreven worden" Jezus stempelt tot wereldburger, niet als een, die slechts aan Israël toebehoort, maar aan het geheele menschdom. als de Verlosser niet van zijn volk alleen maar van al Zijne bioederen over de gansche aarde. Ligt hierin niet een verheven gedachte En welk onthaal wacht den Heilaanbrenger der menschheid? Zal hem een scha terende loopbaan toelachen? Neen, de nederige geboorte in Beth- lehems sial is de profetie van een leven vol ontbering, als Hij nergens een tehuis vindt, geen plek om 't hoofd op neder te vleien totdat Hij, overal bespied en vervolgd, als een speelhal van den woesten haat der wereld, beladen met haien smaad en vloek, aan het kruis het afgematie hoofd ter eeuwige ruste neigt Doch al komt Hij niet met uiterlijk vertoon van grootheid al is aan hem geen spoor van aardsche heerlijkheid al kan de oppervlakkige waarnemer niets bijzonders ontdekken aan den timmermanszoon uil Nazareth wat onopgemerkt bij de wereld voorbij gaat, wordt niet vergeten door God tegenover de diepe armoede der ge boorte staat de heilige Eugelenbood- schap en het hoogheerlijke Engelen lied. Nietig moge des Menschen Zoon zijn voor het oog, machtig is Hij voor den geest; veracht bij de wereld verheerlijkt door zijn Hemelschen Vader. Aan herders, niet aan grooten en wijzen gewordt de heugelijke tijding zijner geboorte, en terwille van du kindeke heeft God het hoogste wel gevallen in menschen: tetwille.van Hem, die het rijk van vrede, barm hartigheid en genade-zal stichten op deze aarde. Er ligt een diepte en innigheid in dit lieflijk wonderschoon en tref fend Kerstverhaal, Christus de meer dere van allen Hij, het Licht der wereldHij, gekomen tot een oor deel in deze wereld, opdat degenen, die niet Zien, zien mogenHij, de rots des behouds veiligheid biedend aan elk, die verlossing zoekt. Geve God, dat velen het Kerstfeest rnoge tegemoet treden met deze be lijdenis Een ding weet ik, dat ik blind was, maar nu zio ik dat ik verloren was, maar behouden door Hem. Agenda van de Openbare Ver gadering van den Raad der Gemeente Amersfoort op Donderdag 27 Decem ber 1906, des namiddags te half twee uur. 1. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van eervo ontslag aan den onderwijzer G. J A. Drechsler. (School Koningstraat). 2. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school Koningstraat, (vacature Mèj. Oerlemaris). 3 Benoeming van eene onderwijzeres aan de school Hel estraat (eventueele vacature Mej. Buj'tenhuys). 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verlenging van het verlof, verleend aan den onderwijzer H. van Gelder en tot machtiging in de vorvanging te voorzien. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van jaar wedde van onderwijzend personeel bij het Lager Onderwijs. 6. Voorstel van Burgemeester en Wei houders tot benoeming van een vast leeraar in de natuurkunde aan de Hoogere Burgerschool. 7. Rapport en Voorstel van Burge meester en Wethouders betredende het verleenen van steun aan of over name van de Amersfoortsche Tram wegmaatschappij. 8. Rapport en Voorstel van Burge meester en Wethouders betreffende een adres van leden van het Bestuur van den Bond van Nederland- sche Gemeente-Werklieden, afdeeling Amersfoort. 9. a. Rapport en Voorstel van Bur gemeester en Wethouders betreffende leen adres van het Amersfoorlsch Viijwilligerskorps tot het verkrijgen van goederen, eertijds in gebruik bij de Schutterij b. Behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tol verkoop van oud brandweermateriaal en van goederen, die bij de schutterij in gebruik geweest zijn. 10. Voorsiel van den heer Gerritsen betreffende den metselcursus aan de Ambachtsschool en rapport van Bur gemeester en Wethouders dienaan gaande. 11. Rapport en Voorstel van Bur gemeester en Wethouders betredende een adies van deafdeelina Amersfoort van de Nederland-che Protestanten bond tot het in gebiuik geven van lokalen van een Openbare Lagere School 12 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van gronden tot het aangaan eenor overeenkomst van ruiling van gronden met den Staat der Nederlanden en in verband daarmede lot wijziging der begrooting dienst 1900. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van namen aan eenige nieuwe lanen op den Berg. 14. Vaststelling van het 2de Aan- vullings-kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen. 15. Behandeling van reclames tegen aanslagen in de straatbelasting. 16. Benoeming van eene Regentes van het Burger Weeshuis. (Vacature Mevrouw Vos-Carthier van Dissel). 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het geven van eer vol ontslag aan don heer J. J. Thiel als curator van het Gj'mnasium. 18. Benoeming van leden eu plaats vervangende leden van het Stembu reau voor de verkiezing van twee leden van de kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven. 19 Benoeming van leden voor de Commissie van schoolverzuim. 20. Benoeming van 2 leden van het Burgerlijk Armbestuur. 21. Benoeming van 2 leden van de Commissie tot bijstand in 't beheer der Gemeentereiniging. 22. Benoeming van 3 leden van de Commissie voor de Fabricage. 23. Benoeming van 4 leden van de Commissie tot bijstand in 't beheer der Gasfabriek. 24. Benoeming van 1 lid van de Commissie van aanslag voor de plaat selijke directe belasting naar het i - komen. 25. Benoeming van 5 leden van de Reclame Commissie inzake de plaat selijke directe belasting naar het in komen (dienst 1907). 26. Benoeming van 2 leden van de Comm ss an «fpeving. Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT. 7) Toen de slaap tenslotte een einde maakte aan mevrouw van Walensteijn's overpeinzingen, was zij nog steeds niet veel verder gekomen met haar beschouwingen. Maar vrede had zij niet meer met hare weigering. Den volgenden ochtend drong een heerlijk winterzonnetje door eenreet der zware gordijnen de kamer binnen. Een straal ervan viel op het tapijt en op de oude mahoniehouten meubelen, die als spiegels glansden in di tvroolijke licht. Het deed mevrouw van Walensteijn ontwaken en stemde haar blijder dan ze sinds langen tijd geweest was. Eensklaps bedacht ze zich dat ie heden verjaarde. Voor oudere menschen zijn zulke dagen lang niet feestelijk meer, zoo het niet is om en voor hun kindoren. Vervuld als ze was van de gebeurtenissen der laatste weken had mevrouw van Walensteijn er bovendien weinig meer aangedacht en het was slechts uit ouder gewoonte, dat zij haar broer en enkele heel intie vrienden had te dineeren gevraagd. Toen zij de ontbijtkamer binnentrad, drong een heerlijke geur haar tegemoet en overal waar ze heenzag, stonden bloemen. Zij moest naar buiten zien, naar de sneeuw op de stra ten naar de menschen, gedoken in hun warme jassen, die huiverend onder haar ramen voor- bijgingen, om er zich rekenschap van te geven dat het winter was en zij zich niet midden in den zomer bevond, zooals deze overvloed van heerlyke bloemen zou doen denken. Het was een gewoonte van haar overleden echt genoot geweest zijne vrouw met haar verjaar dag met bloemen te omringen en na zijn dood was Robert er mee voortgegaan. Met een groot bouquet witte rozen in de hand, kwam hij haar tegemoet en begroette haar met een gelukwensch en een kus.Ver- beeldde zij het zich of klonk de felicitatie werkelijk koeler en was de kus minder innig dan anders op dezen dag? Uiterlijk was alles zooals de vorige jaren, maar zij gevoelde dat er iets aan ontbrak: de hartelijkheid van vroeger was er uiet. En plotseling bedacht ze zich, dat misschien op haar volgende verjaardag Robert er niet zou zijn om haar tebegroeten, hoe zij beneden komend dan geen bloemen- schat zou vinden, om haar te verwelkomen, dat dan zelfs de koele gelukwensch van heden zou ontbrekenals hij trouwde zonder haar toestemming, als hij vervreemd van haar, zijn eigen leven leefde en zij alleen achter bleef, gescheiden van haar kind. Het was haar eensklaps als voelde ze den grond onder haar wegzinken en ze moest zich aan een stoel vastklemmen om uiet te vallen; doodsbleek stond ze daar, de oogen vol tranen met eene angstige uitdrukking op haar zoon gericht. Maar reeds was Robert bij haar, hij had haar ijskoude hand in de zijne genomen en door den schrik klonk de oude liefde in zijn stem, terwijl hij zich teeder over haar heen boog. «Moeder, wat is er, wat scheelt u?" Ze trachtte te glimlachen, met tranen in de oogen. «Het is niets, mijn jongen, maak je niet ongerust. Al die bloemen ruiken zoo sterk en dat maakte me een beetje van streek. Zet het raam wat open. Dankje, zoo is het weer goed Ze zette zich op haar oude plaatsje aan de ontbijttafel en werktuigelijk schonk ze met bevende hand een kopje thee in en reikte het Robert. Maar het gesprek was gedwongen en dadelijk na afloop van het ontbijt ging Robert met de courant naar boveD. «U mankeert bus heusch niets, Moeder? Want u ziet er niet goed uit, vind ik. Wil ik den dokter vragen bij u aan te komen?" vroeg hij nog voor hij de kamer verliet, "Neen Robert, heusch het is nrets, ik heb wat slecht geslapen na de soirèe van gisteren en dat zal wel de reden van mijn onwelzijn wezen. Als ik wat stil op de sofa gelegen heb, ben ik aan het déjeuner weer heelemaal beter." Robert, ging weg; vroeger bleef hij na het ontbijt beneden de courant lezen, maar nu al sinds lang niet meer. Het samenzijn was voor beiden een kwelling geworden, Elsa stond tus- schen hen, al spraken zij niet over haar. Den vorigen avond had het jonge meisje Robert van het bezoek bij zijne moeder verteld, wel is waar in verzachte termen, maar toch was hij verstoord op zijne moeder, die vau geen toegeven wilde weten. Oudere gewoonte had hij de bloemen geschikt, maar de ontstemming had zijn groet minder inuig, zijn kus koeler doen zijn. Vandaag wilde hij niet over zijn huwelijk spreken, want hij wou den laatsten verjaardag, 'dien hij met zijne moeder vierde, niet bederven, maar morgen zou hij het haar zeggen, dat Elsa en hij zoo spoedig mogelijk dachten te trouwen, zonder toestemming dan maar. Het deed hem inuig leed, want hij hield veel van zijn moeder en hij begreep hoe een zaam en ongelukkig zij achter zou blijven. Maar hij kon en mocht hun geluk niet opof feren aan haar trots. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1