NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 18. Zaterdag 2 Maart 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. M. A. cle Ruyter. JAAP. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon n". 69. AOVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slecht, driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Wie is die stervling op wiens schoud'ren Een volk zijn roem vertrouwt? Zoo zong een der Nederlandsche dichters en werkelijk is de Ruyler een der roemrijkste figuren geweest uit onze glorierijke geschiedenis, Keizer Wilhelm sprak eens voorde graftombe van onzen grooten zeeheld te Amster dam staande: »het is geen klein volk, dat zijne groote mannen eert De 200sten geboortedag van den Vorst onzer schilders, Rembrandt van Rijn, gaf aanleiding tot eene feest viering, waaraan alle kringen van het Nederlandsche volk deel namen, hoe meer zal dit het geval zijn, wanneer men den 25en Maart den dag zal herdenken, waarop Michiel de Ruyter 300 jaren geleden te Vlissingen ge boren werd. Van een man zóó verdienstelijk, zóó in alle opzichten aantrekkelijk, zóó geheel opgaande in plichtsbe trachting is het moeilijk in de wereld geschiedenis eene wedergade te vinden. Van zulk een figuur kan nooit vol doende de herinnering levendig worden gehouden en Nederland mag nimmer vergeten wat het aan dezen eenvoudi- gen Zeeuwschen zeeman te danken heeft. Zonder hem zou meer dan eens ons volksbestaan groot gevaar hebben geloopen te worden vernietigd. Aan hem is het voor een groot deel te danken dat in de 17e eeuw de Republiek voor ondergang is bewaard en eene zeevarende en handeldrijvende mogendheid van den eersten rang is gebleven. Bijna is het overbodig te betoogen, dat er voor de Nederlandsche natie volop reden bestaat de nagedachtenis van zulk een persoonlijkheid te her denken. Over diens verdiensten, over diens levensloop behoeven wij niet bijzonder uit te weiden. Elk Nederlandsche schooljongen heeft den grooten admiraal reeds in zijne jeugd leeren kennen; hem gevolgd toen hij als biei dragersjongen in 1G07 te Vlissingen geboren werd; hoe hij »in eeD blauw geruiten kiel" aan het groote wiel draaide, op den Vlissingenschen toren klom, naar zee ging, alle rangen door liep om te eindigen als «de schrik der zee," groot-admiraal der Vereenigde Provinciën. Toch bleef de groote zeeheld over zijn manschappen »de bestevaer" en werd hij bij zijn dood met den naam van «Redderdes Vader lands" vereerd. leder Nederlander heeft den grooten zeeheld leeren bewonderen. In de eeuw van Neerland's grootsten luister was hij een der nobelste persoonlijk heden, en zal dit door alle eeuwen heen blijven. Toen hij door het doodelijk lood getroflen in de haven van Syracuse overleed en zijn lijk naar Nederland werd gevoerd, gaf onze vijand, de Fiansche Koning bevel, dat het stollelijk overschot op de Fransche kusten met eereschoten moest begroet worden. Zeker een merkwaardig verschijnsel. Evenals Rembrandt komt De Ruyter een waardige hulde toe op zijn 300 jarigen geboortedag, ja nog meer. Het is de plicht van ieder volk om zijn groote mannen te eeren. Toch zijn beide groote Nederlanders in het laatst van bun leven niet voor grieven gespaard gebleven. Rembrandt de groote kunstenaar, stierf arm en vergeten en men wist bijna zijn rust plaats niet meer. Was het voor De Ruyter niet grievend, dat het Amsterdamsche grauw na den laaghartigen moord op de De Witten zijne woning bedreigde daar hij als een vriend der beide broeders bekend stond? Was het voor den grooten Admiraal, toen hij zijne laatste reis naar de Middeland- sche zee maakte, niet grievend, dat terwijl hij wees op het klein aantal schepen dat hij ter beschikking had, een lid der Staten hem toevoegde: «Begint gij op uw ouden dag bang te worden?"en hij waardigantwoordde: «Dat niet, maar het spijt mij, dat de heeren de vloot zoo lichtzinnig wagen de heeren hebben echter niet te ver zoeken, maar slechts te gebieden." Het was de laatste reis van «de schrik des grooten Oceaans." In tegenstelling met Rembrandt werd De Ruyter met groote praal en pracht te Amsterdam begraven en werd hem door het dankbare vaderland een fraaie graftombe vereerd, met dit sprekende opschrift: Aanschouw den Heldt der Staeten rechterhandt, Den redder van 't vervallen Vaderland Die in één jaar twee groote koninkrijken. Tot driemaal toe de trotache vlag deed strijken. Het roer der vloot, den arm daer Godt voor stree, Door hem herleef de vrijheid en de vree. Overal al in den lande hebben zich thans commissies gevormd om den 300sten geboortedag van De Ruyter feestelijk te herdenken. Deze feest viering zal groolendeels concentreeren in Vlissingen, de geboorteplaats van De Ruyter en te Amsterdam, waar hij geleefd, gestorven en begraven is. Reeds is onze Koninklijke familie voorgegaan om Haren Hoogen steun aan de feestcommissie toe te zesgen. Prins Hendrik heeft het eerevoorzitter schap welwillend aanvaard. In November is het Notionaal De Ruyter-comile reeds ontstaan onder voorzitterschap van den vice-admiraal A. G. Ellis, oud-minister van Marine. Dit comité doet thans een beroep op de oilervaardigheid van het Neder landsche volk, om de herinnering aan den grooten zeeheld op eene hem passende, blijvende en nuttige wijze levendig te houden. Het comité steil zich voor dit doel te bereiken door: le. Den bouw van een Zeevaart school, De Ruyter School genaamd in de geboorteplaats Vlissingen. 2e. Door het slichten van een fonds te Amsterdam genaamd «De Ruyter- medaille, voor hetwelk eens in de vijf jaren een gouden medaille zal worden uitgereikt aan hem of haar, die zich op het gebied der zeevaart in het afgeloopen tijdvak het meest heeft onderscheiden. 3e. Door in vereeniging aan een historicus op te dragen het samen.- stellen van een levensbeschrijving van De Ruyter uit de archieven van ver schillende Europeesche steden. 4e. Door krachtige pogingen aan te wenden tot bet stichten te Amster dam van een historisch zeevaartkundig museum. Voor een waardige feestviering van den grooten Admiraal zal de feest, commissie wel zorg dragen en wanneer er een feestprogramma is, dat voor «elk wat wils" bevat, dan komt er de feestelijke stemming even als bij de Rembrandtsfeesten van zelf er wel in. Een samenzwering. Te Kaapstad zijn in beslag genomen papieren van een geheimen bond, die vertakkingen heeft over de geheele wereld en onder zijn leden bekend was als de League of Oceanië Uit deze stukken schijnt te blijken, dat het doel van den Bond was een expeditie te doen landen op een of ander eiland en dat dan te bezetten, daar een constitutionneele monarchie te vestigen en een leger ter verdedi ging bijeen te brengen. Vermoedelijk is de Bond opgericht in 1895 en had bij zijn hoofdkwartier in Amerika. Een onderafdeeling werd in 1905 in Kaapstad gevestigd, daar men plan had van daar in zee te gaan, wijl men er op rekende, dat een groot aantal op avonturen beluste vrijwilligers en gewezen strijders zich bij den stroop tocht zouden aansluiten. Zij, die in den Bond werden op genomen moesten, naar uit de papieren schijnt te blijken, een plechligen eed afleggen, waarbij zij trouw zwoeien aan een geheimzinnigen opperbevel hebber, die in Amerika bleef. Boven dien werden zij gedwongen te beloven, dat zij in alle zaken, het complot be treffende zijn bevelen zouden opvolgen en later zijn souvereiniteit erkennen over het geheele grondgebied, dat door den Bond zou worden verworven. De documenten bevatten verschil lende plannen voor verdeeling van land aan de deelnemers van hetcomplot en er zijn contracten gevonden, dra gende het zegel van den Boud. Ook werden copieën ontdekt van allerlei stukken gewisseld tusschen de hoofd kwartieren en de Kaap, waar Engei- schen, Duitschers en Scandinaviërs tot den Bond waren aangesloten en de handteekening van een ambtenaar van de regeering der Kaapkolonie bleek zelfs, dat hij het-plaatselijk boofd van den Bond was. Mij is medegedeeld, zegt de be richtgever, dat uit één stuk bleek, dat het eiland waarheen de expeditie zou vertrekken een der 6ilanden zou zyn van Nederlandsch Oost-Indië. De regeering van de Kaap stelt een grondig onderzoek in ten einde mo gelijke onaangenaamheden met een bevriende Europeesche mogendheid te vermijden. De procureur-generaal beeft nog niet te kennen gegeven, op welke wijze de rechterlijke beambten van de Kroon zullen optreden tegen de leden van dezen Bond, die gearresteerd mochten worden. Te Kaapstad is men van meening, dat niettegenstaande het wild roman tische operacomique-achtige van het plan vele aangeslotenen de zaak in vollen ernst opvatten en vast van plan waren van het eind van dit jaar scheep te gaan. De hoofdleider wordt in de stukken aangeduid als «Le Roy de Celebes" en dit schijnt wel een aanduiding te zijn, dat dit eiland het doel was, van den voorgenomen avontuurlijken tocht der vrijbuiters. Drank-Stemrecht. Een nieuwe wet in Oostenrijk, die op het punt staat aangenomen te worden, ontzegt gedurende 2 jaar het stemrecht aan personen die nieer dan tweemaal veroordeeld worden wegens di o ikenschap. OORSPRONKELIJKE NOVELLE VAN L. KLAVER. 3) Hoorde het Teune nog zeggeKris wou deruit om der moeder, 't wier tijd voor der, ze had genog van 't scharrele! Kom noul Of ze niet van hem hieldJa. je mos voor mekander voele, dat was vast, anders ken je zoo weinig verdrage en zoo gauw overhoop legge Nee! dat was nou gek zegge van Teune.! Maar ie had het glad mis! Daarom alleenig zou Kris niet trouwe! Gekheid! Dan zwenkte ie de steeg binnen, waar ie woonde. Stil lagen nog de huisjes met geslo ten vensters. Plots bleef ie staan, verrast, met wijd-open oogen, HéKris er al uit De blinden ope, een raam op een kier De potte met geraniums ervoor Wat was dat nou? Hij greep de deurklink, rammelde er naar gewoonte mee om Kris wakker te maken die dan den grendel kwam afschuiven, merkte, dat de deur al open was. De deur niet dicht? Gauw schoof ie zijn klompen uit in 't por taaltje, hoorde nu geluid van stemmen, was dan meteen al binnen. De pet achter op 't hoofd, metjolige oogen zat er Henk, Kris tegenover hem, luisterend met een glimlach om den mond. Bij 't zien van Jaap sprong ie op, Da ha je niet gedocht, hé, lachte ie, dak er nou al weze zou. 'k Ben van nacht kommen loope, de polder door. 'k Was zl^o zoet gin der, dat de heere me veertien dagè voor de tijd weerom stuurde. Of jij geen brave broer het Allal Da is nou een buitenkansje voor je jonge. Daar mag je blij mee weze. En zei je nou direk weer beginne met stroope? Eerst wat op asem komme, dat vat je. 'k Ben wat uitgedroogd van 't zitte. 't Ken ook best lije, 'k heb de zak vol met rikse. Ze benne ginder niks kwaad hoor, dat zei ik niet zegge; je ken er maklijk in de centen komme met zoon beetje prutse; je zou er waarachies nog leeren spare. Het rammelde in Henks broekzak, waar zijn hand grabbelde in 't zilver. Je ben er ook niks mager geworde, zei Kris, Mager? La naar je kijke! Nee, je hen er geen vrij man, dat is waar, anders zou je er voor je pleizier logeere. En een schik, da je er hebbe ken met je bure, 'k zei er je bij gelegenheid eens van vertelle. Wat hebbe we ze wel bij de neus genome, die cipier en oppassers met der doodgraversgezichte. Door de pijpe van je cel kon je zoo leuk naar me kander roepe. Maar je zit toch altijd opgeslote, zei Jaap met schuw gebaar. Nee hoor, van dat ge recht zou ik niks motten hebbe. En de men- sche hebbe er toch altijd wat van te zegge, as je heb gezete. Alia! Nou niet preeke. Je zei er de vroo- lijkheid mee bederve. Ik zeg maar, der benne vogels en vissche en haze. Motte die nou allemaal voor een ander weze en niks voor mijn? En altijd ploetere, 't is me te saai jonge, 'k Mot er niks van hebbe. As je eens ging trouwe, zei Kris, dan zei je vast wel tot bedaren komme? Trouwe? Hoe ken je 't bedenke? Dat is nou niks voor mijn. 'k Hou wel van de meisies, dat niet, maar 'k ken nou eenmaal slecht bij ze thuis zitte. Daar zei Jaap heel wat beter voor passé. Nee! Ik mot kenne uitvliege en thuiskomme, as 'k wil'k mot kennen zwer- ve en me zelf verdonkeremane, dage achter mekander. 'k Zei niet kennen vele, dat er me eentje op de vingers kijkt. Je ben toch een rare, lachte Kris. En Jaap met ongeduldig handbewegen Maar je ken toch niet altijd zwerve jonge, je mot toch ergens over de vloer weze. Moe der is er nou niet meer. Mooi, da je daar nou net over begint. Zeg! Jullie hebbe daar op zolder, dat hokkie waar je vast niks mee zei uitvoere. La me daar slape, 'k zei je goed kostgeld geve, waar genog van zei overschiete, 'k wil je wel voor uit betale. En last zei je niet van me hebbe 'k ben toch de meeste tijd buite an het scharrele. Dan Jaap met verschrikte oogen Wou jij hier hij ons kommen inwone? Waarom niet? Je zei er ommers geen scha bij lije. Wat zeg jij dervan Kris? As 't Jaap goed is zei ik er niet op tegen hebbe. (Wordt vervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1