NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
No. 21.
Woensdag 13 Maart 1907.
Zes-en-dertigste jaargang,
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
WERKELOOSHEID.
KUlTENLAxM).
JAAP.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon n». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Van alle zijden komen tot ons be
richten, omtrent de werkeloosheid, die
overal in aantocht is of reeds heerscht.
In de laatste jaren mocht men zich
ten onzent verheugen in opgewekt
leven in alle bedrijven. De tijden van
slapte schenen steeds schaarscher te
worden, voor ieder bekwaam werkman
was steeds werk te vinden, dat goed
betaald werd en de werkman trail een
tijdperk in van ongewone vooruitgang
Door de hooge loonen werden velen
naar Duitschland gelokt, doch in du
beloofde land beviel het den werkman
ook niet; die heengegaan waren kwa
men spoedig terug zij hadden de er
varing opgedaan dat zij het in Holland
even goed konden vinden als in »Lieb
Vaterland."
Vooral in het bouwvak was in de
laatste jaren een nooit gekende voor
uitgang waar te nemen. Met het bouw
vak hielden de andere vakken zooals
die van smeden, schilders, metselaars
gelijken tred.
Met de toename der bevolking ont
stond er in de laatste 10 of 15 jaren
een ware bouwwoede. Wij behoeven
onze groote steden en buitenwijken
slechts te bezoeken om ons te over
tuigen, hoeveel er in de laatste jaren
is bijgebouwd. Bouwterreinen werden
tegen enorme prijzen gekocht en
groote sommen werden verdiend door
hen, die zich bijtijds goed gelegen
terreinnen hadden aangeschaft In alle
groote gemeenten waren gedaante
verwisselingen te zien en vreemd keek
menigeen op de plaats te zien waar
hij vroeger had gespeeld en die nu in
een sierlijke wijk was herschapen.
Voor de bouwondernemers was het
een goede tijdzij durfden alles aan
en steeds waren zij gelukkig De be
hoefte aan geschikte woningen deed
zich dagelijks meer en meer gevoelen
en pas was de woning onder de kap
of reeds kwam er eeri huurder. Alle
vakken naast het bouwvak bloeiden.
En nu staat plotseling alles stil.
Wie nog laat bouwen, doet het voor
ergon rekening. Op risico wordt niet
meer gebouwd.
Waarom is dit alles toe te schrijven?
Dit is de crisis, die op't oogenbhk
heerscht in het hypotheekwezen.
Wat de groote kapitalen hebben
misdreven moet op 't oogenblik de
werkman bezuren en dat is de oor
zaak van alles.
Voor korten tijd nog hadden de
hypotheekbanken ruimte in overvloed
van geld. De pandbrieven dezer hy
potheekbanken werden gaarne gekocht
door hen die een kapitaaltje wilde
beleggen en de bouwondernemers
konden bij de hypotheekbank wanneer
zij slechts een stuk bouwgrond hadden
geld krijgen. Dikwijls keek men niet
eens zoo nauw dat het onderpand
niet zoo deugdelijk was en bijna de
voorwaarde niet had. En dat is nu
alles uit. Door de groote gebeurtenissen
te Amsterdam en te Rotterdam hebben
do hypotheekbanken het vertrouwen
bij het publiek verloren. Ook van de
andere zijde houden de commissarissen
der banken meer een kenners oog in
het zeil en stellen scherper voorwaar
den aan hen die hypotheek willen
nemen. De ondernemers die geregeld
hun geld bij de hypotheekbanken kon
den halen hebben daardoor 't meest
te lijden zij moesten de uitvoering
van hunne plannen staken en er wordt
thans zoogoed als niet meer gebouwd.
Zoo heeft de werkeloosheid haar
intrede dezen winter in ons land ge
daan met al haar nasleep van ellende
en wee En twist in die plaatsen
welke zich in den grootsten bloei
mochten verheugen.
De schuld ligt hem hier en is een
indirect gevolg van de knoeierijen
door onkelen gepleegd in de financi-
eele wereld.
Er is in de meeste plaatsen, waar
vroeger de bouwwoede heerschte, een
algemeene gedruktheid merkbaar, als
een direct gevolg van gemis aan ver
trouwen. Degenen die tot werkloos
heid gedoemd zijn, nu reeds, zijn er
het slechts aan toe. Van harte hopen
wij dat deze toestand slechts van
tijdelijken aard zal zijn, de instellingen
die er het meest belang bij hebben
op een vroegeren toestand zullen zeker
wel alle krachten inspannen om uit
deze malaise te geraken.
De doodstraf.
In Frankrijk, waar de regeering
onlangs een ontwerp heeft ingediend
tot afschaffing van de doodstraf, is
dit vraagstuk deze week behandeld
in een vergadering der vereeniging
ten behoeve der gevangenen. De heer
Jos Ueiuach, die reeds een jaar gele
den met een aantal verdere Kamer
leden een voorstel van gelijke strek
king had ingediend, stelde in die ver
gadering in het licht dat sedert 1880
het aantal moorden met voorbedachten
rade aan het afnemen is, in tegen
stelling met dat der gevallen van
die vermeerdering, evenals bij de
krankzinnigheid, te vinden is in drank
misbruik. Hij keurde de bepaling af
van het regeeringsontwerp, die de
doodstraf wil vervangen door olevens-
lange" eenzame opsluiting, en een
andere welke diezelfde straf wil voor
schrijven voor veroordeelden tot langdu-
rigen vrijheidsstraf die zich aan een
nieuw misdi ijfschuldigmaken In plaats
daarvan zal hij voorstellen het Neder-
landsch strafwetboek te volgen, dat
in den regel de afzonderlijke opslui
ting voor niet langer dan vijf jaren
wil hébben opgelegd.
De geweldige hongersnood in China
vereischt groote maatregelenmet
kleine hulpzendingen bereikt men
weinig of niets. Terwijl de «Ver
eeniging voor hnlpverleening" te
Shanghai reeds -i,000 000 pond graan
heeft afgezonden en van de Japansche
tegeering gratis vervoer van levens
middelen heeft verkregen op den
Zuid-Mantsjoeiijschen spoorweg, heeft
de groote graanlirma Ogilvio te Win
nipeg weder 20,000 zakken meel
afgezonden naar China, zoodat het
totaal nu 150,000 zakken bedraagt.
Sinds eenigen tijd begint de emi
gratie uit Spanje een omvang aan te
nemen, zooals nog nooit is waarge
nomen. Dagelijks vertrekken uit alle
havensteden honderden arbeidersge
zinnen. Het schijnt dat dit verschijnsel
hier gansch anders moet worden op
gevat dan in andere landen. Terwijl
het daar gewoonlijk een gevolg is van
overbevolking, en tegenover het ver
lies door verhuizing ook een groote
vermeerdering van bevolking door ge
boorte en vestiging staat, geldt het
hier een ware ontvolking. Gisteren nog
hebben zich in Malaga 700 gezinnen
ingescheeptopwegnaardeHawai-eilan-
den, waar de overheid hun voordee-
lige aanbiedingen heeft gedaan. Zoo
wordt hun o. a. beloold landerijen in
bebouwing te krijgen, waarvan zij
na drie jaren het eigendom zullen
verwerven. De Spaansche couranten
zien in dezen uittocht op groote schaal
een nationaal gevaar; zij willen dat
de Regeering maatregelen neemt om
de beweging te doen ophouden »Dat
is een emigratie meer" zegt de Inpar-
cial »dat is een vlucht."
In de Doema heeft zich het eerste
incident voorgedaan. Het was over
het benoemen van stenographen. Een
gematigd afgevaardigde had voorge
steld, daartoe mannen van alle partijen
te benoemen, toen Moestafa Mamoedof,
een Mohammedaan, lid der uiterste
linkerzijde, opstond en de stelling ver
kondigde dat de Doema alleen de
belangen van de meerderheid, de
oppositie, mocht behartigen. Afgevaar
digden van rechts vielen den spreker
in de rede. de linkerzijde juichte hem
toe. De voorzitter mengde zich er in
en herinnerde er aan, dat alleen hij
het recht had de afgevaardigden tot
de orde te roepenverder moesten
alle afgevraadigden elkaar eerbiedigen.
De socialisten in de Doema hebben
besloten te eischen, dat hun voorstellen
,omtrent de amnestie het eerst aan
de orde gesteld zullen worden. Woens
dag of Donderdag zal er waaischijnlijk
weêr vergadering zijn, waarin Minister
Stolypin zijn verklaring zal afleggen
op dienzelfden dag zullen dan de
socialisten met hun voorstel komen
dat kan dus een belangwekkende
vergadering worden.
Er gaan nu reeds geruchten over
een ontbinding der tweede Doema.
De verkiezing van het geheele Kamer-
bureau uit afgevaardigden tot de lin
kerzijde behoorende zou de Regeering
hebben vertoornd. Misschien is het
nog maar een dreigement, maar men
vreest zeer voor het beloop van het
debat over de amnestie.
Een vrij zot proces is in München
gehouden. Op de reis, welke de Duit-
sche Keizer in November j 1. naar
München maakte, liet hij zijn trein
een kwartier wachten om zich in de
stad te laten scheren, zoo meldden
sommige bladen. Die belangrijke
tijding werd verspreid door de «Fran
kische Tageszeitung,', welk blad er
bij voegde, dat de veteranen uit den
omtrek den barbierswinkel hadden
bestormd om een stukje zeepschuim
machtig te worden, dat de Keizer
lijke kin had bedekt; de barbier had
dat schuim verdeeld onder het zingen
van nationale liederen. De veteranen
achtten zich door den toon van het
bericht beleedigd en vervolgden het
blad. De zitting was hijzonder ver
makelijk en de rechters lachten sma
kelijk mee. Toch werd de directeur
van het blad tot een lichte boete
veroordeeld, omdat hij de grenzen der
welvoegelijkheid had overschreden.
Alcoholvrije dranken voor militairen.
Reeds herhaaldelijk is door de Ne-
derlansche Vereeniging tot Afschaffing
van Alcoholhoudende Dranken aan
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
VAN
L. KLAVER.
6)
Wel ja Overhoop legge is niet alles.
Hei je over ze hooren prate? vroeg Jaap;
Bart strak aankijkend, het net even rusten
latend.
Prate? Wel nie! 'k Heb 't van mijn zuster
Nelle, die over je woont. Ze ziet Henk nog
al eens bij je uitkomme en ken wel merke,
dat ze goed met mekander overweg kenne
Hoe ken ze dat dan merke? Wat het ze
van ze gezien?
Wat meen je nou
Dat zei je wel begrijpe.
En wat dichterbij komend, zenuwachtig
hakkelend
Zeg I wat hei je van ze gehoord wat weet
je van ze?
Van ze wete? Niks jonge!
As je wat weet, mot je 't mijn zegge, drong
ie opgewonden aan. Zate ze te smoeze met
mekander
Beware me! Dat zei ik niet zegge.
Nou jij of Nelle, 't. is hetzelfde. Zeg op
maar!
Maak je nou niet warm Jaap! Wat zei dat
nou geve!
Je wil er je van af makeJe weet meer,
dan je zeg.
As 'k nou gewete had, dat je 't zoo kwaad
zou opneme, had ik vast mijn mond gehoue.
't Is niks, om er je zoo nijdig om te make.
Nu kwam er een strak zwijgen, Jaap nog
nasoezend over de woorden van Bart;
Had ie niet gedoch! Der ging meer om,
dan hij wist. Jezus! Zou ie nou alles weer
kwijtrake? Kris gaf niet meer om hem.
Als plots een gure Noordenwind opstak en
een koude regen hen de vingers deed kleumen,
hielden ze met der werk op, roeiden naar den
wal, sloten zorgvuldig hun kaar, gingen dan
't haventje langs naar huis. Aan d'ingang van
het dorp nam Bart den achterweg; Jaap,
onbehaaglijk in zijn vocht- doortrokken kleeren,
huiverig van de gure natte kou, ging 't smalle
wegje, achter de huizenrij, kwam dan in de
steeg, waar het al donkerde. Kris had de
lamp aan. Haastig kwatn ie zijn woninkje
binnen, bleef dan pal staan in 't eng portaaltje,
keek met strakke oogen naar Kris die aan
tafel zat, schaterlachend met roode wangen
en glanzende oogen, Henk tegenover zich, ver
tellend met luide stem en druk handgebaar.
Jaap zei geen woordzijn oogen knipperden,
zijn handen trilden. Hij liet zich neervallen
op een stoel bij de tafel, nam 't krantje, zat
er strak te turen, de letters hem dansend
voor d'oogen.
Kris had zich gehaast naar 't keukentje,
was er al druk bezig met 't een en ander,
Henk, zich verlegen voelend om 't stuursche
zwijgen van Jaap, ging heen met een luidruch
tig: Nou, adjus.
Als Kris terugkwam, zat Jaap nog altijd
't krantje te lezen, zijn wangen rood verhit
met zenuwachtigen trek om den mond. Kris
nam der breiwerk, zette zich tegenover hem,
snel bewegend de klikkende pennen; geen
ander geluid om zich dan 't trage tikken van
't wandklokje, 't zachtkens pruttelen van 't
koffiepotje, 't suizen van 't keteltje kokend
water boven 't haardvuur.
Henk het een eendvogel gebrocht, zei ze
opeens.
Driftig kreukte ie de bladen van't krantje;
met onrustige oogen zag ie 'r aan.
Had die maar motten hou-e.
Hè! Waarom? Is dat nou erg. 't Zei hem
niks hindere en je ken er an zien, dat ie-
wat voor een ander kan misse.
We hebbe 't niet noodig en 't is allemaal
gestole.
Loop nou! lachte ze. Als ie 't nou uit de
huize ging hale, 't Zei de rijke baron van
Oldekate niet scha-je.
As ze hem snappe, ken ie weer gaan bromme.
Daar zei ie zich wel niks van antrekke.
'k Vin 't een schandalig ding, as je mot
zltte.
Kom nouAs 't was om een moord, dan
zou je gelijk hebbe. Maar stroopeDer benne
er zooveel die 't doen.
Ze zelle hem 't een of ander tijd nog dood-
schiete
Ken je denke! As ie merkt, dat ie ze niet
ontloope ken, laat ie zich stilletjes meeneme.
De mensche zelle hem er op ankijke, as ze
hem weer achter slot zette.
De mensche? Of die allemaal zukke heilige
wareDer benne er, die mekander in 't geniep
bestele en bedriege en waar 't gerecht geen
vat op het. Ze vinde stroope ook niks erg,
van Henk heelemaal niet. Ze kenne heel
wat van hem verdrage; ze magge hem even
graag lije.
Wordt vervolgd./