NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. WERELDHERVORMERS. EENE MISDEELDE Wo. 41. Woensdag 22 Mei 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. B1MENLAJND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon n». 69. ADVERTENTIEN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Van de vroegste tijden af zijn er verschillende personen opgestaan, die met den besten wil bezield beproefden de wereld te hervormen. En leden zij wel eens schipbreuk in hun pogingen, toch gingen zij onversaagd voort en volgden de baan, die volgens hen de beste was Toch moesten zij dikwijls tot de ontdekking komen, dat alle theorie grauw is. In de studeerkamer werd een plan ontworpen en netjes in elkaar gezet in de vaste overtuiging dat dit stelsel het beste was. En tocb de teleurstelling bleef niet uit; de practijk bewees dat het zoo niet kon en het gemaakL plan viel als een kaartenhuis ineen. Zij meenden bet zoo goed, maar waren onpractisch, de resultaten van hun arbeid bleven achterwege. De geschiedenis geeft weer honder den voorbeelden, dat zooveel onder nemingen met geestdrift aangevangen, verongelukten. Onze voorouders zochten om met het rijke Indië in aanraking te komen een doorvaart door de Noordelijke IJszee. Ten slotte zagen zij in dat deze pogingen nutteloos waren. Tocb zagen latere geslachten met eerbied tot hen op om hun moed en volhar ding. Een ondernemer, een handels man werkt zich van den grond af op tot een vermogend manhij is in al zijne ondernemingen geslaagd. Maar moet hij daarom geëerd worden Zijn werk heeft misschien grootendeels beslaan in bedrog, valschheid eo de drijfveer van al zijne handelingen is geweest om zich zoo spoedig mogelijk op te werpen tot een vermogend man. De hervormers, die elk oogenblik optreden en meenen te moeten breken met de tot heden gevolgde wijze van werken zijn verplicht de resultaten en de voortreffelijkheid van hunne methode aan te toonen. Inrichtingen die geheel naar model en voorschriften zijn ingericht ziet men soms in korten tijd te gronde gaan. Daarom moet men rekening houden met alle omstandigheden en zich telkens afvragen »hoe kan ik dit nu op zijn best doen Veel kunnen wij hierbij leeren van de wijsheid en ervaring van anderen, want elke zaak en onderneming is voor verbetering vatbaar. En toch is er zooveel goeds in de wereld, dat onuitvoerbaar is. Men moet altijd in oogenschouw nemen te roeien met de riemen, die men heeft. Menige onderneming is mislukt, menige hervorming is ver loren gegaan, omdat men te weinig rekening hield met de eischen van de practijk. Wanneer wij rondom om ons zien in de wereld, is er veel op te merken dat anders moest zijn. Slechtheid en liefdeloosheid onder de menschen is oorzaak van velerlei ellende op allerlei gebied. Toch is de overgroote meerder heid er van doordrongen dat er pogin gen aangewend moeten worden om het kwaad te bestrijden en de ellende te verzachten. En vele pogingen daar toe gedaan zijn met een gunstige uitslag bekroond geworden. De ellende, die er heerschte. neemt allengs een minder schrillen vorm aan. Tocti zijn de menschen alles be halve volmaakt en gaan als broeders met elkaar om, integendeel zij beloe ren elkaar dikwijls als roofdierenzij willen tenkoste van elkaar leven en de zelfverloochening is dikwijls een ijdel woord. In den loop der tijden is de wet gever gekomen en heeft de vrijheid en buitensporigheid betengeld; hij heeft wijze voorschriften gegeven, waarnaar gehandeld moet worden. Daarnaast staan een breede schare mannen eD vrouwen die door predi king en voorbeeld edeler gevoelens bij de individuen opwekken on deze mannen en vrouwen hebben niet te vergeefs geleefd en gearbeid. Zij heb ben als hervormers het goede zaad in de aarde gestrooid, dat ontkiemen zal ter zijner tijd. Wij hebben in de laatste jaren verschillende hervormers aan het werk gezien. Er waren die meenden een maatschappij te kunnen grond vesten, ware enkel vrijheid, gelijkheid en broederschap heerschte. En welke waren de resultaten? Door onderlinge twisten werden de goede voornemens reeds in den beginne gesmoord, en afgestuurd op het kwaad, dat in den mensch schuilt: Wanneer alle menschen wijs waren en wel deden zou misschien de heils— taak op aarde kunnen bestaan, doch wij zijn daarvan nog verre. Zoolang de menschelijke natuur nog door ver schillende hartstochten beheerscht wordt, zoolang zullen nog vele her vormingen met goede bedoelingen in het leven geroepen, schipbreuk lijden. Behandeling van kinkhoest. »De Geneeskundige Ct." bevat het volgende ingezonden stuk van dr. J. Damsté te Assen Reeds lang is ons stadje geplaagd door een epidemie van kinkhoest, de zoo gevreesde kinderziekte, die ieder genoegzaam bekend is, hoe kwellend zulks is voor jeugdige kinderen. Toen ik nu onlangs in een der dagbladen las, dat prof. Albrecht te Weenen had ondekt, dal de influenzabacil tevens de kinkhoest verwekt, gevoelde ik mij gedtongen mededeeling te doen uit mijn praktijk, waarin ik legio kinkhoest-patiëntjes heb behandeld. Het viel mij ml. op dat de influenza- epidemie, die hier tevens heerschte bij meer volwassenen, meest gevolgd werd door kinkhoest bij de kinderen ja zelfs heb ik bij een vrouw kinkhoest moeten constateeren. De gelijkenis of liever de overgang der beide ziekten bracnt mij er toe de kinkhoestpatiënt- jes te behandelen als influenza-lijders, nl. kinderen van 2 tot 4 jaar (I gr. salicylus natricus pl. m gr. anti- pyrine per dag) af en toe bijgestaan door calomel, en steeds heb ik hierbij voorbeeldig succes gehad. Zelfs bij mijn eigen kinderen, waar duidelijk kinkhoest bestond, zoodat wij dikwijls 's nachts opschrikten door den hevigen slijmhoest, waarin we meenden, dat de kleinen bijna zouden stikken, heb ik na stelselmatige toepassing van bovengenoemd middel steeds binnen een week de heftigste verschijnselen zien bedaren. Mocht op meer plaatsen kinkhoest heerschen, zoo durf ik mijn collega's met het volste vertrouwen bovenge noemde geneesmethode aanbevelen. Aangenaam zou het mij zijn als er collega's gevonden werden, die mij ook hun bevindingen zouden willen mededeelen. Ik meen hiermede den ouders en vooral den kleinen een onschatbaren dienst te kunnen bewij zen, als hetgeen ik bij ervaring meen vastgesteld te hebben, ook door ande ren bewaarheid mocht worden. Bestrijding van woeker. In een Bestuursvergadering van de Nationale Veieeniging tot Bestrij ding van den Woeker is een com missie benoemd om de reglementen der gemeentelijke Banken van Lee ning in ons land te bestudeeren, ten einde, waar zulks noodig is, bij de plaatselijke besturen op wijziging aan te dringen, gelijk zulks reeds in Den Haag is geschied. Er werd een commilè van de Vereeniging te Rotterdam opgericht. Dit zal bestaan uit de Bestuursleden der Vereeniging voor zoover te Rotterdam woonachtig en de bevoegd- beid bezitten zich andere leden te assumeeren. Bankbiljetten. Van de sedert lang niet meer in omloop zijnde bankbiljetten van f500 en f80 zijn er nog altijd enke e niet bij de Ned. Bank ter inwisseling aan geboden. Dat ze niet alle verloren zijn ge gaan, blijkt uit het feit dat er af en toe een bij de bank inkomtzoo is er o.a. in het afgeloopen jaar een van de f80 thuisgekomen, waardoor er nog maar 15 zoek zijn. Vorst. Men schrijft uit Enschede aan 't Handelsbl. 't Heeft hard gevroren in den nacht van 18 op 19 Mei 1907. We zagen het reeds in den vroegen morgen om 4 uur, toen we even uit keken liet asphalt op de kippenhokken de schuttingen, ze waren wit. Om 7 uur 's morgens waren die sporen nog zichtbaar op plaatsen waar de zon nog niet had kunnen zijn, in de scha duw. In onzen tuin, waar nog daags te voren het prachtig lichtbruine loof van de wijnstok prijkte, waren die blaadjes thans grootendeels verschrom peld, zwart. De nog in hare schut blaadjes zittende bloesems bleven, naar het ons voorkomt, gedeeltelijk behouden. De appel- en pereboomen hebben zwaar geledenze stonden zoo hoopvol. Gisternamiddag op onze wandeling konden we het onheil aanschouwen, dat de nachtvorst buiten stichtte. Van de aardappelen waren geheele akkers bevroren, evenzoo sla- en snijboontjes, die zoo hier en daar reeds boven den grond stonden. De ooftboomen, welke reeds eenige tijd hunne bladeren hadden, trolseerden den invloed der vorstdoch het jon gere groen van den eik kon 't niet houden. Midden tusschen berken, elzen, wilgen en hazelaars, waar maar een takje van den reus der wouden het waagde den kop uit te steken, werd zelfs zijn loof, nog maar pas enkele dagen oud, geheel zwart; 't leek wel verkoold alsof vlammen het gelekt hadden. Ook esschen en kastan jes hadden deerlijk geleden. De rogge sinds eenige dagen »in den aar", bloeide gelukkig nog niet en kwam er dus goed af. Perziken die veel door Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT. (Slot). 4) Helaas, uw korte droom mocht niet ver wezenlijkt worden, voor uw was niet het zoet geluk der liefde weggelegd. Maar al te ras werd het u duidelijk. Uw zuster herstelde reeds, gij echter zoudt nog een poosje hij hen blijven. Ge verlangdet niets liever dan dit heerlijk oord nimmer te verlaten en als ge de' dokterswoning voorbij gingt, waaraan dacht ge dan wel? In die dagen kwam een nichtje van uw zwager logeeren, ze was nog jong, nauwelijks twintig jaar, eene brunette met ondeugend schitterende oogen. Haar bevallig figuurtje paste zoo goed hij het geestige kopje, het was een genoegen naar haar te kijken. Ze kwam, zag en overwon. Dien eersten avond, weet ge nog wel, toen de dokter kwam theedrinken en Dolly in haar elegant toiletje achteloos leunend in een stoel lag, met den rossen gloed der vlammen beschijnend haar piquant mooi gezichtje? Gij waart altijd hou terig en stijf als ge zoo zat, maar hij haar was alles bevalligheid en gratie. Dadelijk maakte Dolly zich van hem meester: zij praatte, lachte en schertste als had zij hem jaren lang gekend. En hij? In verrukking zaagt ge hem luisteren, als geboeid hing zijn blik aan haar aardig persoontje, luid klonk zijn vroolijke lach door de kamer. Gij zat stil en afgetrokken daarbij u nauwelijks mengend in het gesprek. Acb, gij waart het gewend dat men u vergat, maar hier, in zijn tegen woordigheid deed het u pijnlijker aan dau ooit. Soms dwaalden zijn oogen van Dolly af naar u en thans laast ge in zijn blik niets dan medelijden, deernis met de arme mis deelde. De dagen van marteling, die nu volgden! Och, ze waren zoo zwaar, moeielijk te dragen. Uw hoop vervloognu eerst begreept ge, dat hij u nooit had liefgehad, dat slechts een oneindig medelijden zijn groot, diepvoelend hart bezielde. En in uw droefheid, uw bittere ontgoocheling verlangdet ge niets liever dan deze plaats te verlaten, eens u zoo dierbaar maar waar het u nu een kwelling was lan ger te vertoeven. Gij gingt terug naar huis, naar de eeuwige sleur der zich immer her halende dagen, gebroken, harder, bitterder dan ooit. Weg waren uw heilige voornemens tot een beter, nobeler leven; waartoe diende dat alles? Niemand had u noodig, niemand verlangde naar uw bijzijn, niemand zou u ooit liefhebben. Hadt gij niet bemerkt hoe zelfs de kindertjes uwer zuster aan het mooie vroolijke nichtje de plaats in hun jonge hartjes inruimden, die gij vóór haar komst had in genomen? Neen, liefde en vriendschap zou den nooit uw deel zijn! Arme, oude juffrouw, is dit niet de korte geschiedenis van uw leven? Eentonig verlie pen de jaren, uw ouders stierven, gij bleeft alleen achter. Zoo leeft ge uw vreugdeloos I bestaan voort tot de dood u komt verlossen 1 uit uw ellende. Ge zult hem zegenen, dank baar zult ge de armen naar hem uitstrekken uw moegetveende grijze oogen zullen zich gaarne sluiten voor het leed dezer wereld Arme oude juffrouw, een martelares waart ge in uw droevig leven, zwaar was het kruis dat op uw zwakke schouders rustte. Heel uw bestaan is vergald geworden door de noot- lottige werking van een oorzaak en haar ge volg. Uw uiterlijk stiet de menschen van u af, die ervaring verbitterde u reeds als kind en die verbittering kon niet anders dan steeds meer uw omgeving van u vervreemden, waar door alweer uw wrok tegen allen toenam. Was er voor u geen ontkomen mogelijk geweest aan die wanhopige wisselwerking Hadt gij niet toch uw leven schoon en rijk kunnen maken, was het voor u waarlijk on doenlijk uw bestaan voor velen tot een zegen te doen strekken? Maar wie heeft het recht u te oordeelen, arme oude juffrouw.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1