NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 56.
Zaterdag 13 Juli 1907.
Zes-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
SPEELZUCHT.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Juffrouw „Litflt" (i Ijjite „Geld"
Tiiexése Titelen.
foortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoon n«. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De speelwoede zit op 't oogenblik
in de lucht. Telkens lezen wij, dat
de politic invallen doet in speelhui
zen van onze groote steden, terwijl
..het stadje Vaals in Limburg in den
laatsten tijd een zekere meikwaardig-
heid om de speelgelegenheden heeft
verkregen. In hoever de politie in
dezen gelijk heeft met die aanvallen,
zal door de justitie wel uitgemaakt
worden.
Bij de wet van 1901 treffen wij de
volgende zinsrede aan«Zonder de
persoonlijke vrijheid te na te komen,
zal op openbaar terrein de speel- en
drankzucht krachtiger moeten worden
beteugeld." Er is hier dus sprake van
speel- en drankzucht.
Is dat misschien één enkele passie,
met twee verschillende uitingen, en
die door aanwending van voor beide
geldende maatregelen kan worden
beteugeld 1 Kan een hartstocht be
teugeld worden door inwerking van
buiten
Dat is een arbeid van persoonlijke
krachtsinspanning, van eene zedelijke
overwinning, de kracht van een inner
lijken strijd, dien ieder, bij wien de
hartstocht heerschappij voert, met
zich zeiven heeft te voeren. Alleen
kunnen perken worden gesteld aan
de openbaring van die «zucht" voor
zoo ver zij vallen onder het bereik
van bet publiek gezag.
Dat er onder allerlei vormen, in
bet openbaar ten aatischouwe van
iedereen, gedobbeld wordt en niet
weinig ook, is van algemeene bekend
heid. Winst, niet verkregen door eer
lijken arbeid, maar gebasseerd op bet
verlies van anderen is in tegenspraak
met de eerste beginselen der huma
niteit. Er is voor de regeering wel
eenige aanleiding om zich met deze
zaak bezig te houden.
Het toenemend aantal loterijen,
zonder dat er eenige contróle bestond
op de uitvoering der aangeboden be
palingen was eene ergenis voor velen
en de politie was dikwijls onmachtig
om dit te beletten.
Vele jongelieden werden door de
hebzuchtige satellieten van den speel-
dutvel ten verderve gevoerd. De re
geering deed daarom een goed werk
toen zij wettelijke bepalingen invoerde,
die aan dergelijke schandalen op af
doende wijze een einde maakte.
Doch geen wet wordt gemaakt of
met eenige slimheid kan men door
de mazen heenglippen en dikwijls
heeft de maatschappij zich zeiven te
verwijten, dat zij geldelijke belangen
boven zedelijke belangen stelt.
Een Leidsch professor zeide eens:
«Om hel doel, de beperking der speel
zucht te bereiken, moet op onafwijs-
baren eisch de Staatsloterij worden
opgeheven. Zoolang de Staat zelf om
haar te onderhouden en daaruit een
niet onaanzienlijk vooideel te trekken
het hazardspel aanmoedigt, kan hij
niet tot beteugeling van de speelzucht
overgaan." Doch de staatsloterij, de
instandhouding daarvan eene aanmoe
diging van het spel te noemen is
toch al te kras. Hierbij wordt niemand
aangemoedigd, niet de minste reclame
wordt er zelfs voor beproefd. Alleen
de gelegenheid is opengesteld voor
althans op een fatsoenlijke manier
een kans te wagen. Zegt men, dal
de gelegenheid den dief maakt, dit is
onjuist, want de dief is er reeds. Er
zijn honderden en duizenden menscben,
die «het geluk willen beproeven" en
als zij het niet kunnen op de eene
manier, dan doen zij het op eene
andere.
't Zijn geen hartstochtelijke spelers,
ach neen zij doen het zoo kalmpjes
mogelijk en olferen op het altaar
der fortuin maar enkele zilverlingen,
zonder ooit verder te gaan. Kunnen
zij niet langer bij den Staat terecht,
dan gaan zij naar buitenlandsche lote
rijen. 't Is dwaas van die lui zal men
zeggen, doch 't is toch hun eigen
geld. Wie tot nu toe een twintigje in
de Staatsloterij speelt, zal na de ophef
fing er van niet behoeven te zoeken
om op eene andere manier zijn f 3 50
kwijt te raken. Buitenlandsche loterij-
ondernemingen houden er naamlijsten
op ria van ingezetenen uit alledeelen
van Nederland. Altijd zal er wel een
vorm gevonden worden, die buiten de
bepalingen der wet valt. De ergste
dobbelpartij, het speculeeren met
beurswaarden, blijft tot heden beperkt
tot lieden van hoogeren stand, en
daar is toch ook niets aan te doen.
De Staatsloterij beschouwen wjj als
de veiligheidsklep, die de sterke stoom-
ontwikkeling verhindert tot uitbarstin
gen te komen. Of bij mogelijke ophef
fing der Staatsloterij het geld daaraan
besteed, zal vloeien langs de bedding
van een edeler stroom, valt hard te
betwijfelen. Men zou een betrekkelijk
gering kwaad den kop indrukken, om
er een veel grooter kwaad welks gren
zen niet zijn af te meten, voor in de
plaats te zien treden.
Speelholen dienen te worden opge
ruimd omdat zij vele menscben ten
gronde slepen, doch laat de Staats
loterij maar blijven voortleven, iemand
die daarin speelt, heeft geen kans
zich te ru'ineeren.
Een brutale spoorwegdiefstal is ge
pleegd tusschen Luik en Leuven. In
den postwagen van een uit Keulen
komenden trein hebben dieven de
voor Engeland bestemde postzakken
opengesneden en den inhoud gestolen.
Hoe groot bet bedrag van den dief
stal is, weet men nog niet.
Plotselinge gelukkige lotsverbeterin
gen behooren nog niet uitsluitend
tot het gebied der romans.
Een arm man te Boston, zekere
Edward Courtney, die onlangs alleen
door de hulp van het Leger des
Heils gered werd van den hongerdood,
beeft nu van een Londensch procu
reur 1000 dollars toegezonden ge
kregen met een brief, waarin hem
werd bericht, dat bij een vermogen
heeft geërfd van f850,000 en waar
schijnlijk ook recht heeft op een
Graafschap.
De blij verraste erfgenaam is Dins
dag met het stoomschip «Kaiser Wil
helm II" naar Engeland vertrokken
om zijne erfenis in ontvangst te ne
men.
Van 1 Jan. van dit jaar tot 31
Mei 1.1. zijn er in Engelsch-Indië99i,003
menscben aan pest gestorven, wat
hooger is dan in eenig geheel jaar
na bet uitbreken der ziekte in 1896,
met uitzondering alleen van 1904,
toen er in 't gelioel 1,022,299 sterf
gevallen voorkwamen, tegen 332,185
in 1906. Sinds 1896 zijn er nu 5,402,245
menschen aan pest overleden, of één
millioen meer dan de gebeele bevol
king van Ierland. Deze cijfers zijn
versterkt door den staatssecretaris
voor Indië, Morley, die verklaart, dat
de voorbehoedmiddelen in den vorm
van ratten-uitroei'ing, ontsmetting van
huizen en kleeren, ontruiming van
besmette plaatsen, onderzoek van rei
zigers, afzondering van zieken en
inenting, het meest voldaan hebben.
Duitschland wordt wel eens ge
noemd de «Polizeistaat", waar alles
gereglementeerd wordt. In den Amen
kaanschen staat Texas dringt men
klaarblijkelijk naar den roep Duitsch
land de baas te zijn in deze. Onder
de wetten, die heden in werking treden
in den staat, behoort de wet-Griggs,
waarbij bepaald werdt dat beddelakens
in hotels en pensions negen voet (2.70
meter) lang moeten zijn. De Wei-
gevende Vergadering nam dezen maat
regel ingevolge een verzoek der «Tra
vellers Protective Association".
Twee officieren van de Engelsche
marine hebben een toestel uitgevonden,
bestemd om de bemanning van onder-
zeesche booten te beveiligen tegen
het onstaan van schadelijke gassen
Het bestaat uit een helm die de
mannen opzetten wanneer er een
ongeluk gebeurt. Door middel van
een stof die oxylith genaamd wor.lt,
wordt binnen den helm een voorraad
voor ademhaling geschikte lucht ont
wikkeld. Het toestel kan tevens dienst
doen om den drager boven water te
houden.
De uitvinders hebben te Londen
proeven genomen, die naar men zegt
schitterende resultaten hebben opge
leverd.
Het transatlantische stoomschip
«Kronprinz Wilhelm" is op reis van
Hamburg naar New-York in aanvaring
gekomen met een dier drijvende ijs
bergen, waaraan onze zomerkoude
wordt geweten.
Gelukkig het de kapitein, omdat
het zoo bijzonder duister was, het
schip zeer langzaam varen en waar
schijnlijk is het daaraan te danken,
dat de «Kronprinz Wilhelm" slechts
lichte averij beliep.
De minister van waterstaat heeft
aan de Gedcp. Staten der provinciën
medegedeeld, dat voortaan een exem
plaar van de aan den minister ter
goedkeuring aangeboden ontwerp-
dienstregeling der Mij. tot exploitatie
van S. Sder H. IJ. S. M., der Ned.
Cenlr. Spoorweg Mij en derNoordbr.
Duitsche Spoorweg Mij. zoodra mo
gelijk door bet departement recht
streeks aan de daarbij bedoelde ge
meentebesturen zal worden toegezon
den, teneinde op hunne secretariën
ter kennisneming van belanghebbenden
te worden nedei gelegd en dat de
toezending van bedoelde ontwerpen
telkens vanwege het departement in
de Staatscourant zal worden bekend
gemaakt, onder mededeeling, dat op
merkingen betredende die ontwerp-
dienstregelingen, ten einde vóór de
vaststelling daarvan in overweging te
DOOR
2)
«Mijnheer Geld, vergeef mij mijne vrijpos
tigheid, doch U weet 't is schrikkeljaar en
dan zijn wij meisjes gerechtigd een huwe
lijksaanzoek te doen, zoodat
Zij hield even op, waarvan Heinrich gebruik
maakte, om hulpeloos het café in te kijken,
doch hier kon hij geen hulp verwachten.
Zijn vrienden proesten het uit van 't lachen
en hieven schaterend van pret hun glazen op
Niemand scheen medelij met hem te heb
ben en hij verkeerde toch in zoo'n benarde
toestand
Daar er geen antwoord kwam, begreep
juffrouw Liefde, dat hij natuurlijk onder den
indruk harer woorden was.
Zij vervolgde op dezelfde honingzoete toon
«Daarom, Mijnheer Geld, veroorloof ik mij
U mijn hart en hand aan te bieden en U
zoodoende gelukkig te maken!"
Nu keek ze verheugd op! wat zou hij blij
zijn!
De arme student wist niet, wat aan te
vangen.
Hij besloot, maar bonne mine a mauvais jeu
te maken, draaide zich eens op de hakken
om en antwoordde losweg:
«Juffrouw, U weet niet, hoezeer Uw aan
zoek mij frappeert! (de lieve tandjes werden
zichtbaar) Dit geluk is mij nog nooit over
komen, (een rose straaltje vloeide langzaam
van haar wang) U begrijpt dat ik er geheel
confuus van ben(het roodzijden zakdoekje
begon zenuwachtig koelte toe te waaien.)
Neem mij dus niet kwalijk, wanneer ik mij
direct verwijder om mijn nieuw geluk on
gestoord te kunnen genieten en U schriftelijk
te antwoorden
De dame maakte nogmaals een gracieuse
buiging en ging verder.
Toen zij zich eenige passen verwijderd had,
sloop Heinrich voorzichtig het café weer
binnen.
Verscheidene stemmen riepen hem tege
moet.
«Proficiat? Is 't in orde Hein? Dat kostje
een rondje, jongen! Heinrich echter smeet
hoed en jas op een stoel en riep woedend:
«Zoo'n tang! zoo'n leelijke oude vrijster!
Zoo'n vogelverschrikster, zoo'n tanige, geverfde
gekkinzoo'n akelig mormelwat verbeeld ze
zich wel Mij, Heinrich Geld, student in de
wetenschappen en staathuishoudkundedurft
ze mij ten huwelijk vragen?"
«Kom! kom!" susten de vrienden. «Maak
je nu niet zoo boos! zóó erg is 't toch niet!
schrijf haar direct een briefje, waar ze van
zal opfrisschen en de zaak is afgedaan!"
«Ja, dat is waar! je hebt gelijk!" ant
woordde hij. «Maar eerst een borrel voor de
schrik! foei, foei, daar zou een mensch 't
warm van krijgendat is erger dan een exa
men
De vrienden lachten hartelijk en waren
weldra het onaangename geval geheel vergeten
daar menig, lief meisje werd besproken.
Toen juffrouw Agnes echter afscheid had
genomen van het voorwerp harer droomen,
liep ze druk gesticuleerend en in zichzelf
pratend, met een omweg naar huis terug.
«Zie je wel!" sprak ze tot zichzelf. «Hij is
tot over de ooren verliefd, dacht ik het niet
En wat is hij bedeesd, om mij zoo stil door
te laten praten! Ja, ja, ik zal wel baas blijven!
Hij bevalt me erg goed, al wensch ik het
blonde kneveltje wat grooter, maar enfin!"
Ze begon hoe langer hoe harder te spreken
geheel van haar ideaal vervuld en versnelde
steeds haar pas.
Haar hoold maakte allerhand wendingen,
zoodat de rose sluier gevaar liep, aan de
haken der winkeldeuren te blijven hangen
en zoodoende haar prachtig, gefriseerd kapsel
met de noodige crépé eronder, los terukken!
Haar rokken, welke zij bevallig in haar
linkerhand hield, werden in haar opgewonden
heid hoe langer hoe hooger opgetrokken.
Dit gaf natuurlijk aanleiding ertoe, dat
juffrouw Liefde een heele troep jongens achter
zich kreeg welke luid zongen:
„Moeder, als je me kousen koopt,
Koop me dan konsen met kuiten!
Anders roepen de jongens me na:
Spillebeen, kom eens naar buiten!"
Zelfs dit rumoer was niet instaat,juffrouw
Agnes uit haar gelukkige droom wakker te
schudden.
Al vlugger ging ze voort, nog meer gesti
culeerend en al hooger haar rokjes optrekkend
zoodat zelfs het kantje van haar pantalon
zichtbaar begon te worden
Daar nadert een fijn ortodox dominé.
Wordt vervolgd.)