GEMEENTERAAD. PSaatseiijk Nieuws. van het verkeer op den weg en ter betere naleving van de bepalingen van de motor- en rijwielwet en van de daaruit voortvloeienden maatregel van bestuur, werden een groot aantal exemplaren over het geheele land verspreid van eon ter ophanging ge schikt uittreksel van de voornaamste wettelijke bepalingen, betreffende de regels voor den weg. Niettegenstaande de groote eenvoudigheid van die regels wordt daartegen toch nog al te veel gezondigd. In verband hiermede wordt uiteengezet, dat de veiligheid voor zichzelf nauw verband houdt met die van allen. Verkeerd uitwijken, te snel voorbij rijden, coupeeren, ziedaar nog altijd de slechte gewoonten van vele gebruikers der wegen. Van de zijde van den bond is bo vendien herhaaldelijk aangedrongen op beter toezicht op de uitvoering van de motor- en rijwielwet en voor namelijk op de betere bescherming van de rijwielpaden. Het vervoer van benzine in reservoirs van de motor rijwielen is door bemiddeling van den Bond wederom toegelaten lot een be perkte, doch voldoende hoeveelheid. De hoop wordt gekoesterd, dat de weigering van de S.S. om motorrij wielen als bagage te vervoeren, spoe dig zal worden ingetrokken. De bepalingen betredende het ver keer met het buitenland werden door de tusschenkomst van de bij de L. I. A. I. aangesloten toeristenbonden ge wijzigd, zoodat thans de meeste grens- documenten voor meerdere reizen en gedurende een volgend jaar geldig zijn. Nog werd herdacht het overlijden van de veteranen in het algemeen bestuur de beeren K. H. Bos en R. Paehlig. De Kampioen werd dit jaar uitgebreid met een technisch bijblad, waarvan als redacteur optrad de heer D. C. Merens te Delft. Het aantal toegetreden vereenigingen nam vooral in 1906 aanmerkelijk toe door de op richting van de Toeristenvereeniging Bondsbelang in Zuid-Holland en van de nieuwe vereenigingen te 's Gra- venhage, Amsterdam, Haarlem en Dordrecht. Alle toonden reedsdadelijk bij haar oprichting groote levensvat baarheid. Het verslag eindigt met den wensch dat het 25-jarig jubileum ge vierd zal worden met minstens 30000 leden. Verder deelde de voorzitter mede, dat de burgemeester verhinderd was aan het diner deel te nemen, waarom Spr. hier maar de gelegenheid waar nam om dank te zeggen voor de ondervonden groote welwillendheid, waardoor de taak van den alg. secre taris, den heer Krayenhoff, zeer ver licht is. Onder applaus der vergadering bracht spr. vervolgens hulde aan den heer Krayenhoff, die de feesten na genoeg alleen op touw heeft gezet. Dezelfde toejuichingen werden ge geven bij bet herinneren aan het 15-jarig jubileum van den hoofd- corisul den heer Fockema, waaraan den wensch werd toegevoegd, dat de heer F. nog jaren en jaren den Bond met dezelfde toewijding zou willen dienen. Ten slotte werd door een der leden o.a. nog de wenschelijkheid uitge sproken van een verbinding van Noord-Brabant en Zeeland. Door den voorzitter werd hierop medegedeeld, rial in die richting reeds al het mogelijke aangewend wordt en door een commissie uit de Staten van Zeeland en Noord-Brabant een nader onderzoek wordt ingesteld. Deze wenscht, dat door den Bond f6000 subsidie zal worden gegeven. Zoo langzamerhand brak de tijd aan voor het groote Bondsdiner in Tivoli. Daar ging het nog eens recht vroolijk en gezellig toe. De heer Bergsma presideerde ook hier en bracht een heildronk uit op de Koningin, hetgeen stormachtig toe gejuicht werd. Staande werd daarna door allen het Wilhelmus medege zongen. De goede stemming werd geen oogenbhk verstoord en het diner ein digde even vroolijk als het begonnen was. Tot slot van den dag was er con cert en vuurwerk in Tivoli met kermesse dété, dat velen nog langen tijd en op gezellige wijze bijeenhield. Op het Vieeburg trok de Bioscope- voorstelling veel publiek. Deze feesten van den A. N. W B zullen ongetwijfeld nog langen tijd in aangename herinnering blijven. De Minister van Landbouw brengt ter kennis, dat verzoekschriften om plaatsing in eenige betrekking bij de Rijksverzekeringsbank tot nadere aan kondiging kunnen achterwege blijven. (Sl.-Ct.) Ter gisterenmiddag gehouden raadsvergadering waren 12 leden aan wezig. Op het appèl ontbraken de heeren van Voorst Vader, Tromp van Holst, van Eek, C. T. van Beek en Gerritsen, waarvan de vier laatst genoemden met kennisgeving. Na goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, zooals deze door den Secretaris waren ontworpen, doet de vooizitter Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers mededeeling der ingekomen stukken, t. w. een schrijven van den Minister van Binnenl. Zaken houdende goedkeuring der benoeming van tijde ltjke leeraren aan het Gymnasium missive van Gedeput. Staten waarin goedkeuring van het raadsbesluit lot het aangaan eener geidleeiung van f40.0U0; id. tot het wijzigen der ge- meentebegrooting over 1907ld. tot heffing van legesgelden ter secretarie ld. tot onderhandscbe verpachting voor den tijd van 3 jaren der standplaats voor een stoomcarroussel; voorts bet procesverbaal der opname van de kas van den gemeenteontvanger; de reke ning vau het ionds voor over te nemen stratende rekening van het Burger lijk armbestuur; een verzoek der af- deeling Amersfoort van den Bond van stoffeerders, behangers en bedden- makers om eene subsidie voor het houden van een vakcursuseen ver zoek van de commissaris van politie om verhooging zijner jaarwedde; dank betuiging van den heer S. de Vries en mej. Wolbers voor hunne benoemingen respectievelijk als leeraar aan de H. B. S. en als onderwijzeres aan de O. L. School; een schrijven van den ritmeester Grondhout waarin deze zich beklaagt over eene van den controleur der gemeentebelasting ondervonden behandeling en ten slotte een verzoek van de firma Wolter Dus om te mogen afwijken van den rooilijn een en ander ter griffie gedeponeerd of in handen gesteld van B. en W. tot nader advies. Als eerste punt der agenda komt in behandeling bet onderzoek der ge loofsbrieven der nieuwbenoemde raads leden. De voorzitter benoemt tot leden der commissie van onderzoek de hee ren Visser, Hamers en Rolandus Ha- gedoorn. Bij monde van den heer Visser wordt een kwartiertje later verslag uitgebracht, waaruit blijkt dat alle geloofsbrieven in orde zijn be vonden en besloot de raad derhalve tot toelating der nieuwe leden. Z. h. st. wordt daarop aan den heer A. W. Boerman, op diens verzoek, met '1 Sept. a.s. eervol ontslag ver leend als onderwijzer aan de Openb. lagere school in de Beekstraat. Z. h. st. wordt een verzoek van mej. J. M. de Bruijn toegestaan om haar te ontheffen van het geven van handwerkonderwijs aan de Openb. lagere school 2e soort. Bij het nu aan de orde komende voorstel van Burgemeester en Wet houders omtrent periodieke verhoo gingen van jaarwedden van leeraren aan de Hoogere Burgerschool, zegt de heer Jorissen iets op het hart te hebben waarvan de mededeeling in een openbare vergadering niet ge- wenscht is. De voorzitter doet daarop de deuren sluiten. Na ongeveer drie kwartier weder binnengeroepen wordt het voor stel van B. en W. tot periodieke ver hooging der jaarwedde van de leeraren Lulofs en Weezei Errens z. h. st. goedgekeurd. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanstellen van een tijdelijke onderwijzeres gedurende een aan mej. Akkerman te verleenen verlof wordt mede z h.st aangenomen. Bij het nu volgend voorstel van Burgemeester en Wethouders tot split sing der zesde klasse aan de jongens school en benoeming tijdelijke onder wijzer aan die school, onf-pint zich eene discussie tusschen de heeren Jo rissen en Celosse. Eerstgenoemde acht het onbillijk tegenover de andere scho len, met een zelfde aantal leerlingen in verschillende klassen, om alleen aan de jongensschool tot splitsing over te gaan. De wethouder van onderwijs wijst er op, dat een dubbel aantal scholen en onderwijzeis daarvan waar schijnlijk het gevolg zoude zijn, doch raad d"n heer Jorissen aan, wanneer deze daar niet tegen opziet, het voor stel daartoe bij den Raad in te dienen. De heerJoiissen meent dat dit voorstel niet van hem uit moet gaan, doch van Burgemeester en Wethouders zelf, wanneer deze consequent zijn. Nadat de heer van Duinen nog heeft aan gevoerd, dat het onderwijs in de be doelde klasse zeer veel correctiewerk meebrengt wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders z h.st. aangenomen. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders om naar aanleiding van een door den heer Sinnige ingediend verzoek hem een bedrag van f47.865 te restitueeren van betaalde verpleeg- kosten in de inrichting tot afzonde ring en verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten wordt z. h. st. goedgekeurd. Het daarop aan de orde komend voorstel van Burgemeester en Wet houders tot vaststelling eener ver ordening, regelende de opname van lijders aan besmettelijke ziekten en de daarvoor bestemde inrichting te Amersfoort, wordt op voorstel van den heer Plomp aangehouden om vooraf in de afdeehngen le worden behandeld Een voorstel van Burgemeester en Wethouders om een bedrag van f47.86' vrijgekomen door het tusschen- tijds ontslag van den adjunct-inspec teur van politie, te verdeelen onder den inspecteur en politie beambte die tijdelijk den dienst hebben waarge nomen woidt z. h. st. goedgekeurd. Aan de orde komt een voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan Gedeputeerde Staten, die weigerde hunne goedkeuring te verleenen aan het raadsbesluit tot wijziging der Bouwverordening het navolgende ant woord te zenden Ter beantwoording van uw scbiijven dato 4 Juni 1907, 3e afdeeling no. 1800/1456, Plaatselijke verordening, hebben wij de eer het volgende onder de aandacht van UEGA. te brengen. De bezwaren door U geopperd tegen ons besluit van 30 April 1907, no. 135, hebben ons niet kunnen doen besluiten aan u verzoek gevolg te geven om tol intrekking van ons besluit over te gaan. Wij gronden ons gevoelen op de volgende over wegingen Ook na uw schrijven blijven wij van oordeel, dat de Bouwverordening, zooals die thans alhier van kracht is, niet verhindert, dat buiten de be bouwde kom op de meest onregel matige wijze gebouwd kan worden en waar nu het uitbreidingsplan juist grootendeels op gronden buiten de bebouwde kom betrekking heeft, is de uitvoering van dit uitbreidingsplan praclisch onmogelijk, zelfs door bet opleggen van het verbod, genoemd in artikel 27 van de Woningwet op den geheelen weg, wanneer door de Bouwverordening niet gezorgd wordt, dat, als eenmaal de wegen vastgesteld zijn door projectie op het uitbreidings plan, de bouw der woningen daaraan geschiedt op dusdanige wijze, dat de woningen aan die geprojecteerde wegen komen te liggen, op een iegel- matigen afstand, en deze woningen niet schots en scheef door elkaar gezet worden, zoodat, wanneer men daarna den geprojecteerden weg wil aanleggen, blijkt, dat slechts een enkele dier woningen aan dien weg komt te liggen, en de bepaling ver meld in ari. 2 4°. juucto art. 2 alinea 3, die door uw College thans voor de kom der Gemeente gewenscht wordt geoordeeld, voor die gedeelten, die mettertijd ook kom der Gemeente zullen worden, niet hebben gegolden en men derhalve, dan weer de zelfde, gebrekkige onhygiënische en uit een oogpunt van stedenbouwkunde, on- aestische toestanden zal hebben, die men thans in het oude gedeelte dei- stad alhier aantreft, Ook daarom kunnen wij uw ge voelen, neergeschreven in alinea 6 van uw schrijven, niet volkomen deelen, waar gezegd wordt, dat de uitbreiding geregeld wordt door de vaststelling van het uitbreidingsplan en de rooilijnen, doch niet beinvloed wordt door den afstand tusschen rooilijn en bebouwing. Waar toch voor buiten de kom der Gemeente, waarvoor het uit breidingsplan grootendeels geldt, in de bestaande Bouwverordening geheel geen bepalingen opgenomen zijn hoe ver men van een weg af mag bouwen, achten wij het ontstaan van toe standen zooals op nevengaande schets aangeduid, zonder de door ons voor gestelde wijzigingen zeer waarschijnlijk en hooyst ongewenscht; men zal dan steeds weer alleen staande of complexen van woningen kunnen kiijgen, thans liggende buiten de kom der Gemeente, doch die mettertijd binnen de kom komen te liggen, die slechts op zeer gebrekkige wijze bereikbaar zijn vanaf den openbaren weg. Dergelijke toe- standen zijn niet te verhinderen, noch door het uitbreidingsplan, noch door de bepaling, dat men achter de rooilijn blijven moet, noch door eenige andere bepalmg van do thans geldende Bouwverordeningslechts door het stellen van den eiscb, dat mon in de rooilijn bouwen moet kan dit ver hinderd worden. Het is daarom, met het oog op artikel 5, 2e lid der Woningwet zoo noodig, dat er strenge bepalingen be staan die getemperd worden door de mogelijkheid tot dispensatie, welke mogelijkheid tot dispensatie wij, in weerwil van het door U in alinea 11 van uw schrijven neergeschreven ge voelen, rneenen te mogen lezen in artikel 3 alinea 3 der Bouwverordening, waar gezegd wordt: «Wordt afwijking van de rooilijn gewenscht dan kan de Raad daarin wijziging brengen". Uwe meening toch, vervat in alinea 11 van uw schrijven, als zoude artikel 3, 3e alinea alleen van toepassing zijn op de vaststelling van een andere rooilijn dan de reeds vroeger vastgestelde, kunnen wij niet geheel deelen, daar deze alinea in de eerste zin duidelijk zegt, dat wanneer afwijking van de rooilijn gewenscht wordt, daarin door den Raad wijziging kan gebracht wor den. Hier wordt dus niet van een andere rooilijn, doch van wijziging in een bestaande rooilijn gesproken, en wel ons inziens een wijziging ten be hoeve van een of meer bepaalde per- ceelen, zooals zulks ook in onsschrijven uiteengezet wordt. Slechts de tweede zin van artikel 3, 3e alinea spreekt over het vast stellen van een andere rooilijn. Gewezen wordt door U op de steden bouwkunde, en op het streven, ver andering te brengen in de eentonig heid van de in vroeger jaren aan gebouwde straten. Ook dit streven wordt door ons betracht, en als uit vloeisel daarvan is mede de vastge stelde wijziging ie beschouwen. Is de bouwer achter de rooilijn vrij, dan, de ondervinding leert het, is op een toepassing van de nieuwere steden bouwkunde weinig kans. Niet zal dit gelden voor een speciaal geval van villa-bouw, maar doorgaans geeft de meest voordeelige wijze van bebouwing den doorslag ten opzichte van de plaatsing der gebouwen ten kost6 van de schoonheid en de stedenbouwkunde. Nu moge, gelijk door U wordt op- gemeikt, het gevaar voor achteruit zetting van een gebouw niet groot zijn, het gevaar van vooruitzetting, juist wanneer de belendende eigenaar achter de rooilijn heeft gebouwd, zal zeer groot zijn, om de redenen, waarom door UEdelGrootAcbtbaren de achter uitzetting niet gevreesd wordt (alinea 7 van uw schrijven). En waar uw College schrijft, dat de rooilijn tevens de grens van den weg vormt, zal de vooruitbouwing niet tegengegaan kun nen worden, totdat de grens van den weg bereikt is. Een toestand als aan gegeven op schets b zal dan veelvuldig voor komen. Het komt ons daarom voor, dat het schoonheidsbeginsel beter tot zijn recht zal komen indien men althans kan voorkomen eene onregelmatigen bebouwing die doorgaans uitsluitend op economische motieven steunt en met de zoo gewenschte toepassing van stedenbouwkunde geen rekening houdt. Door het bovenstaande meenen wij voldoende aangetoond te hebben hoe zeer het gewenscht is om voor bui ten de bebouwde kom der Gemeente de zelfde bepalingen te hebben, die ook voor binnen de kom gelden daar wij zeiden het reeds boven, metter tijd die stukken, die thans buiten de kom liggen, ook binnen de kom kun nen komen te liggen en derhalve on gewenscht is, thans toe te staan, dat zich aldaar toestanden vormen, die zich vroeger binnen de kom ge vormd hebben, en waarvan men nu aldaar steeds de nadeelige gevolgen ondervindt. Uw bezwaar tegen de door ons vastgestelde wijzingsbepalingen heeft ons te meer bevreemd, waar wij der gelijke bepalingen ook in andere Bouwverordeningen aantroffen en zelfs de Bouwverordeningen der Gemeente Utrecht, door uw college goedgekeurd bij besluit van 14 Juli 1904. no. 35, bevat in artikel 1, juncto artikel 2, alinea 1, een bepaling van geheel gelijke strekking, terwijl art. 3. alinea 1 a, b en c dier verordening, de mo gelijkheid tot afwijking van het be paalde artikelen 1 en 2 openstelt. Wij vertrouwen, dat na deze na dere toelichting van het belang, dat. de Gemeente heeft bij bet tot stand komen van de door ons voorgestelde wijzigingen, uw College van dit be lang overtuigd zal zijn en alsnog tot goedkeuring van de door ons vastge stelde wijzingen zal kunnen besluiten. Het door uw College teruggezonden exemplaar van het door ons vastge stelde wijzigingsbesluit, zenden wij bij dezen wederom bij uw College in. Na eenige discussie in rondvraag gebracht wordt dit voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan genomen. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afwijking van den rooilijn voor gebouwen aan den Leus- derweg voor. perceel No. 10 kad. be kend sectie E. No. 3135, bewoond door J. Engel, wordt z. h. st. aan genomen. Het volgende punt der agenda voorstel van Burgemeester en Wet houders omtrent overname van gron den bestemd voor aanleg van wegen van J. G. van der Geest en J. van den Berg, wenschen Burgemeester en Wethouders alsnog aan te houden, hetgeen door den Raad wordt goed gekeurd, nadat de heer Jorissen nog op eene spoedige behandeling heeft aangedrongen. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van bet uit breidingsplan der gemeente, wordt z. h. st. goedgekeurd. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaar ver klaring van perceel No. 31 aan de Langegracht, bewoond geweest door J. Klein wordt z. h. st. aangenomen en tot leden der commissie van onder zoek door den voorzitter aangewezen de beeren Van Esveld, Tromp van Holst en Jorissen. Een voorstel van Burgemeester en Wethouders om het terrein aan den Leusderweg genaamd «Het Vilders bosch" aan het Rijk te verhuren tegen f300.'s jaars wordt z. h. st. aan- genomon. Burgemeester en Wethouders wor den voorls gemachtigd lot het beta len van een bedrag groot f 82.76 uit den post voor onvoorziene uitgaven op de begrooting voor 1907. De rekening en verantwoording der rustende schutterij over 1906 wordt in ontvangst en uitgaaf goedgekeurd tot een bedrag van f 472.46. De gemeenterekening over 1900 alsnu ingediend wijst aan ontvangsten een bedrag aan van f 642173.99' en in uitgaven van f 585813.95', zoodat ze sluit met een batig saldo van f 56360.04 hierin begrepen f 1000. voor afschrijving en f74.87'aan rente. De heeren Hamers, Van Duinen en Rolandus llagedoorn worden door den voorzitter in commissie aangewezen om deze rekening te onderzoeken. Tot leden van het stembureau voor de verkiezing van leden van de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven ,worden daarop door den raad gekozen de heeren M. L. Celosse, A. H. van Kalken en A. M. Tromp van Holst, tot plaatsvervangende leden de heeren M. R. N. Oosterveen en A. A. Hamers. Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter hierop de vergade ring. Naar wij vernemen, zal door de Afdeeling van hol Leger des Heils alhier, een zeer bijzondere Demonstra tie georganiseerd worden. Het beroemde Leger-des-Heils-Mu- ziekkorps van Chalk-Farm (Londen) bestaande uit 45 bekwame Musici, zal namelijk andermaal een bezoek brengen aan Nederland. In 1905 bezocht dit Muziekkorps de volgende steden Groningen, Leeu warden, Meppel, Amsterdam, Deventer, Den Haag, Nijmegen, Middelburg enz. met ongeëvenaard succes. De Pers heeft toen met zeer veel lof over de kennis dezer Muzikanton gesproken. De volgende uitdrukkingen zijn ontleend aan verschillende Pers verslagen «Zij hebben het zeer ver gebracht in de kunst der Muziek"; «het geheel klinkt als een klok"; «keurig werd het Saxaphone-Sextet uitgevoerd"; «alle nummers werden toegejuigd en verdienden dit ten volle" «het is bewonderenswaardig hoe goed dit gezelschap geschoold is, en hoe groot het volume dat het ontwikkelt"; enz. enz. Ongetwijfeld zal deze demonstratie, die gehouden wordt op 3 Aug. a.s. 's av. 8 uur in Amicitia, aller ver wachtingen bevredigen. Voor het eind-examen zijn als nog geslaagd de volgende leerlingen

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 2