NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN BAANWACHTEH BINNENLAND. rto. 78. Zaterdag 28 September 1907. Zes-en-dertigste jaargang. PJ VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Plaatselijk Nieuws. Amersfoortsche Courant ABONNEHENT8PRIJ8: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 11. Telephoon n*. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De Middenstandsbeweging. De Middenstandsbeweging gaat baar vleugels uitslaan. Zij wenscht, gelijk zooveel andere organisaties, baar voor deel te doen met de ervaringen van den Middenstand in bet buitenland. Om hiertoe te geraken heeft de beer J. S. Meeuwsen, voorzitter van den Ned. Bond van Vereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand, de eerste stappen ge daan, ten einde nog dit jaar met de bestuurders van Middenstandsorgani saties in Engeland, Frankrijk, Duitsch- land, Oostenrijk, Italië, Zwitserland, België, Zweden en Nederland, een bij eenkomst te houden, waarschijnlijk in Amsterdam. De bedoeling is niet, naar wij nader vernamen, het stichten van een inter nationale organisatie, of het leggen van een blijvend verband. Maar uit sluitend om door onderlinge bespre king op de hoogte te komen, wat de regeeringen der vertegenwoordigende landen doen voor de brandende en voornaamste vraagstukken der Mid denstandsbeweging, met name, boe b.v. het vakonderwijs aan de behoefte des lands wordt aangepast. En onder de andere onderwerpen van zoo uit nemend belang voor den Middenstand, die op het tapijt zullen worden ge bracht, zal o.m. ook de inrichting van het informatiewezen behooren. Tel. Staatscommissie-bedelarij. Vanwege het Departement van Justitie is openbaar gemaakt het ver slag der Staatscommissie, met opdracht der regeering te dienen van advies over de vraag, welke aanvulling en wijziging het in het Wetboek van Strafrecht aangenomen stelsel van bestraffing van bedelarij en landloo- perij en de toepassing daarvan, in de praktijk behoeven om een meer doel treffende bestrijding van [dat maat schappelijk euvel te verzekeren, onder bevoegdheid tevens baar gevoelens te doen kennen omtrent de bij dat wet boek getroffen voorziening ten aan zien van habitueele dronkenschap. Naar het oordeel der commissie is herziening der Armenwet noodzakelijk. Dringend noodzakelijk wordt geacht herziening van het vigeerend straf stelsel en verschillende repressieve maatregelen worden aanbevolen. Ook behoeft wijziging het stelsel der Rijks werkinrichtingen. Wetsontwerpen zijn bij het verslag gevoegd. Wij lazen in de Nieuwe Courant van 26 Sept. j.l. Een vod van groote waarde. Voor de etalagekast van bet smaakvolle magazijn De Lyonnaise op den Kneuterdijk, (waar de dames ge scheiden door een glasruit) dagelijks plegen te genieten van allerlei keurige japonnetjes, verdrongen zich beden den gebeelen dag tal van toeschou wers in opmerkzame contemplatie van een oogenschijnlijk vuilen stoflap. Doch van dat voorwerp weet men ook te verhalen dat het een groote waarde bezit, historisch zoowel als anti quarisch Historici en antiquiteiten- menschen zijn toch ware alchimisten Het onproper-uitziende ding was eens bestemd tot koningsmantel voor een zeer bekende Spaansche avonturierster, die door een huwelijk met Napoleon III in het zenith van haar loopbaan keizerin Eugénie werd. Toen het krijgslot bij Sedan beslist had, dat Napoleon werkelijk »a Ber lin" zou gaan pakte Eugénie niet wetend wat haar nog te wachten zou staan fluks haar keizerlijke bie zen. Vele voorwerpen van waarde werden medegenomen, doch de mantel is toen vermoedelijk vergeten, gesto len of weggegeven. Het voorwerp moet zelfs beleend zijn geweest in een Bank van leening. Voor dien mantel werd indertijd betaald 200,000 frs. welke som voor een dergelijk kantwerk niet eens een zeer hooge prijs moot zijn. Het stuk werd door 10 werksters in den tijd van vijf jaar geheel uit de hand vervaardigd, naar het ontworp van een schilder. Oorspronkelijk was de mantel van paars fluweel, doch daar paars helaas juist een van de minst standhoudende kleuren is, is het stuk thans van alle paarsheid vrij. En het gouddraad op den mantel verwerkt is dof en zwart en doet ook al niet meer aan een oxydatie- vrij edei metaal denken. Waarom men het fluweel niet ver nieuwt, bet goud niet oppoetst? vraagt een verstandig lezer. Maar de antiquiteit-achtigheid dan Begrijpt men niet, dat door zulk een verjongings- en verfraaiingskuur juist zou lijden de historische en an tiquarische waarde? Neen, het moet een vieze stoflap blijven Van een bepaalden stijl is eigenlijk geen sprake: eeD mengsel van Louis XV met Rococo. De omstandigheden hebben er toe geleid, dat een eigenlijke kroning van Napoleon III nooit heeft plaats gevon den, en dus is de mantel nooit een kroningsmantel geweest. Gedragen door de Keizerin is hij echter wel, doch slechts eenmaal, nl. in 1869 ter gelegenheid van de opening van het Suez-Kanaal. De Kant (genre Alen^on) is niet uit stukken aaneen gehecht, doch op een raam aan één stuk vervaardigd. De mantel vertoont de gekroonde ini tialen; een symetrisehe figuur, be staande uit twee ruggelings tegen elkaar geplaatste kapitalen E's. Het fluweel werd op een speciaal daartoe gefabriceerd weefgetouw vervaardigd. De echtheid van het stuk wordt door directeuren van oudheidkundige musea's erkend. Trouwens een namaak van dit handwerk zou ongeveer toch weder dienzelfden hoogen prijs kosten. Hoe komt deze mantel nu in het Haagsche magazijn Een handig, Joodsch, Amerikaansch antiquair een glad-Janus dus in de zooveelste macht ontdekte hem in hel huis van eene Grieksche familie te Athene wonend, waar bet ding in een voorportaal dienst deed als een soort gobelin. De familie kende niet de herkomst van bet kleedingstuk Wellicht voor een niet al te groote som werd de Amerikaan eigenaar, en begon dadelijk Amerikaansche plan nen te smeden, om er eens een aardig slaatje uit te slaan. Uitgeslapen als een mensch heeft hij natuurlijk allereerst de ex-Keizerin in de gelegenheid gesteld, bet verloren geraakte voorwerp terug te bekomen. Natuurlijk tegen betaling van een goede som aan den eerlijken vinder! Doch Hare ex-Majesteit, ofschoon nog zeer rijk, bedankte voor de eer. Toen werd de mantel tegen de ba- gatellige som van 150.000 frs. aange boden aan het Louvre. Maar de Fran- schei), die van' den derden Napoleon nog souvenirs genoeg meenen te be zitten en niet eens alle even-aan gename zeiden ookïdank u wel, mijnheer de antiquair." Ook een mu seum-directeur heeft trouwens reke ning te houden met zoo iets als een budget en een begrooting. Het stuk, reeds te Amsterdam ge ëtaleerd, was Dinsdag in De Lyonnaise te zien voor eenige genoodigden. Heden Woensdag stond het voor het eerst in de uitstalkast, waar het nog eenige dagen blijft, om Zondag naar Amerika te worden verzonden. Voor het recht van étalage heeft De Lyonnaise den leepen antiquair natuurlijk nog mogen betalen op deo koop toe. Ook moest men zich ver binden, dat de mantel slechts in de uitstalkast te zien zou zijn, zoodat de bezoekers niet eens in de gelegen heid zijn, aan dit voorwerp de banden te bevuilen. Zelfs had men den gelukkigen eige naar, zoo vertelde bij, 20Ü0 dollar geboden, indien hij te New-York het stuk 8 dagen zou laten zien doch dan ook nergens elders meer. Voor den mantel den Haag verlaat, zal hij nog in lichtbeeld worden ver eeuwigd voor zoover bij de ook al niet zeer duurzame fotografie dan van vereeuwigen sprake kan zijn. Het voorwerp is slecht geconserveerd, met lombard-stof en Griekscb raar- merzand vergoord, doch overigens, we erkennen het gaarne, een hoogst merkwaardig ding. De eigenaar, die hetzij uit beschei denheid of om eenig andere oor zaak liefst anoniem wil bljjveii, is een man, die o. a. al drie jaar loert op een stuk kant te Konstantinopel, en die zwanger ging van het grootsche plan om alle oude Amerikaansche munten op te koopen. Hij verkeert in de zalige boop, dat de een of an dere ijdele gekke petroleum-, staal- of katoenkoning voor het bewuste kleedingstuk den verlangden fancy- prijs zal betalen, natuurlijk niet om het te doen dragen door zijn geliefde ega, hetzij verre van daar, mevrouw kan zich gelukkig wel de weelde per- miteeren van scboone kleeren, doch simpel en alleen om te kunnen hum buggen op het bezit van een kleed, dat eens eene keizerin behoorde. Een goed antiquair is iemand die zoowel in oudheidkundige voorwerpen doet, als op de echt menscbelijke nei ging tot het plegen van zotheden, vooral echter bij ricbards, weet te speculeeren. Agenda voor de openbare Ver gadering van den Raad der Gemeente Amersfoort op Dinsdag 1 October 1907, des namiddags te half twee ure. 1. Voorloopige vaststelling van de gemeenterekening over 1906. 2. Vaststelling van de rekening van het Burgelijk Armbestuur over 1906. 3. Vaststelling van de rekening van het Stratenfonds over 1906. 4. Vaststelling van de rekening v/h Burgerweeshuis over 1906. 5. Voorstel van Burgemeester en dook DOERI T1NGGI. In het huis van den Rechter-Commissaris. 8) 't Was een zeer koude dag in het laatst van den maand December; de straten van Geuldamme waren met eene dikke sneeuw laag bedekt en in bijna alle huizen toonden de met ijsbloemen versierde vensterruiten, dat de koude ook doorgedrongen was tot in het inwendige der woningen. Niet alzoo in het prachtige, aan de Groote Markt gelegen, heerenhuis, bewoond door de familie De Berkeelen. Deze familie was van oude aristo-cratische afkomst, vele harer leden hadden het land als officier of in toga gediend, en hun naam steeds hoog in eere gehouden, waardoor de familie bekend stond als een zeer edel, doch een trotsch, hoog moedig geslacht. In dit huis, in eigendom toebehoorende aan den rechtercommissaris bij de Rechtbank te Geuldamme, de hoofdplaats van eene onzer provinciën, Mr. H. De Berkeelen, waren al de ramen aan de straatzijde ontdooid, waar door men kon vermoeden, dat alle bewoners er van aanwezig moesten zijn. De knappe zoon van den heer De Berkeelen, de jonge advokaat, was dus van zijne uitstapjes na zijne promotie aan de hoogeschool weder in de ouderlijke woning teruggekeerd. In een groot vertrek aan de voorzijde der woning, sierlijk als werk en studie kamer voor den heer des huizes ingericht, bevinden zich vader en zoon. De rechter-commissaris, een man met een hoog aristoeratigch voorkomen staat in eenig- zins dreigende, toornige houding, met eene hand leunende op de fraai bewerkte schrijf tafel, voor zijn zoon, die in half gebogen, be drukte houding op een stoel voor hem zit. Met ingehouden toorn voegt hij den jongen man toe: «Nooitnooit geef ik mijne toestemming tot dat dwaze huwelijk! Bespottelijk! Hoe durft gij het wagen, gij, een De Berkeelen, ons tot schoondochter aan te bieden een schepsel, hehoorende tot de allerlaagste krin gen der maatschappij, eene meid in jak en rok de dochter van een spoorwegwachter. Schandelijk 1" Vader I als gij Cornelia Hermans gezien had, dan zoudt gij zoo niet spreken. Nimmer, dat verzeker ik u, zoudt gij of onze geheele familie u behoeven te schamen haar in ons midden te zien. 't Is waar, haar vader is slechts een een voudige spoorwegwachter op de Veluwe, doch wat zijne en hare opvoeding betreft, staan zij niet lager dan wij." «Gij behoeft er niet meer op aan te drin gen, nu noch later. Gij hebt mijne beslissing gehoord, waarin geene verandering is te brengen Nimmer krijgt gij onze toestemming want uwe moeder is het ook daarin geheel met mij eens: ik zou u eerder vervloeken, dan dat ik u in het huwelijk zag treden met een dergelijk meisje, met de dochter niet alleen van een arbeider doch ook van een in het oog der wereld onteerd man, zooals gij zelf hebt moeten erkennen. Gij kunt het edel noemen, dat haar vader dan slechts zijne toestemming wil geven, als gij verzekerd zijt van de onzeik zie daar slechts berekening in; want de oude Hermans is er te goed van overtuigd, dat gij die nooit van ods zult verwerven." «Vader! ik smeek u! maak mij niet door uwe halsstarrigheid ongelukkig, Leer Cornelia eerst kennen, en overtuig U, dat alles waarheid is, hetgeen ik van haar gezegd heb. «Wat ongelukkigeUwe zinnen zijn verward! over korten tijd zult gij zelf om deze dwaas heid hartelijk lachen en mij hoogst dankbaar zijn, voor wat gij nu hardheid belieft te noemen. Doch nu genoeg hierover gij kent mijn on herroepelijk besluit. Om u die groote licht zinnigheid uit het hoofd te zetten, stelt gij uwe vestiging als advokaat te Werveldinge een paar maanden uit; over eenige dagen, als de nieuwjaarsdrukte voorhij is, gaat gij weer voor eenige maanden op reis naar het buitenland, waarheen laat ik aan u zeiven over, en ik hoop bij uwe terugkomst te zul len opmerken, dat gij die dwaze gedachten over dit bespottelijke huwelijk uit het hoofd zult gezet hebben. Ga nu heen! verandering, ook in mijn besluit omtrent uw vertrek naar het buitenland, hebt gij niet te verwachten." /'Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1