nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN BAANWACHTER BINNENLAND. Wo. 79. Woensdag 2 October 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Op nu voor Staatspensioen Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoon n°. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Bond voor Staatspcnsioimeering. (Goedgekeurd bij Kon. Besluit Landgenooten Bij de opening van de Kamers der Staten-Generaal is andermaal door H.M. onze Koningin toezegging gedaan, dat gewerkt zal worden aan een wetsontwerp voor Staatspensio- neering. Gij weet, dat die toezegging niet voor de eerste maal is gedaandat zelfs vroegere Ministeries reeds pen sioenwetsontwerpen bij de Kamers indienden, die telkens op afdoening van 't vraagstuk deden hopen, maar 't niet verder konden brengen dan ingediend te worden. Reeds meer dan 15 jaren is onze Landsregeering zoo doende, en wie zegt ons, dat van 't nu ingediende ontwerp een wet zal komen? De voorbereiding van de oplossing van dit hoogstbelangrijke sociale vraagstuk belooft zoodoende te worden, of is eigenlijk al een stuk Nederlandsciie Geschiedenis en een zeer treurig stuk geschiedenis, vooral voor de dnizenden ouden van dagen, die onder de langdurige voorbereiding gebrek blijven lijden, en niet minder voor de vele duizenden, die het spook der ouderdomsarmoede zicli van zeer nabij zien aanstaren. Inderdaad treurig, hoogst treurig! En 't is daarom, dat de bij Konink lijk besluit goedgekeurde Bond voor Staatspensioneering, met zijn 40000 leden, verdeeld over 225 afdeelingen en aangesloten Vereenigingen, tot U, het geheele Nederlandsche Volk, komt met de hoogsternstige vraag: Moeten wij daarin berusten?" Moeten we ons niet verzetten tegen een zoo langzaam werken aan de oplossing van een maatschappelijk vraagstuk, waarin de belangen van zoovelen betrokken zijn Schreit 't niet ten hemel, dat onder al 't gepraat over zaken van veel minder belang dan het Pensioneering- vraagstuk, duizenden oudjes gebrek moeten lijden, de bevend-vereelte handen moeten uitsteken om een aalmoes, willen ze niet omkomen van honger en gebrek? Stelt U dat toch eens goed voor: die oude, tobbende menschen zijn de vaders en moeders van 'l nu levend, krachtig geslacht; toen ook zij nog krachtig waren, tot allen arbeid be kwaam, waren 't ook de steunpilaren der samenleving, hebben ze gewerkt, gezwoegd voor zichzelf en de hunnen, óók voor de gemeenschap, en nochtans nooit zóóveel loon ontvangen, dat ze iets van belang hebben kunnen overhouden, om hen te behoeden tegen broodsgebrek op den ouden dag En die vele duizenden arme ouden van dagen zijn niet uitsluitend voort gekomen uit den werkliedenstand, neen, er zijn er onder, meer dan zoo oppervlakkig schijnt, die in andere kringen hebben veikeerd, maar door wederwaardigheden van allerlei aard hun ouden dag zoo rampzalig zagen aanbreken. Wij vragen U nogmaals: vMoeten we daarin berusten Mag de oplos sing van dit voor ieder onzer belang rijk vraagstuk blijven afhangen van de wisseling van politieke partijen in het Staatsbewind? Of ouderdomsellende als gevolg van broodsgebrek nog langer een politieke speelbal mag zijn? Als Ge dat alles goed overweegt, U voor dezen volksnood kunt ver heffen boven partij-politieke levens beschouwingen, dan is Uw antwoord klaar en Ge zegt met ons: »Neen d i e treurige toestand mag niet lan ger voortbestaan t Oud en arm moet door een Staatspensioen wor den verbannen Maar dan ook vragen wij U allen, let welallen, zonder onderscheid van richting in godsdienst of politiek met ons in den Bond voor Staats pensioneering te willen medewerken aan de bereiking van dit doel. Het doel van dien Bond, nader orn schreven, is: ieder Nederlander, man en vrouw, hebbe recht op pensioen, zonder voorafgaande premiebetaling, de kosten te vinden uit beslaande of nog te beffen belastingen. Daardoor zullen alle Nederlanders, vanaf zekeren leeftijd, naar draag kracht, dus van wat zij kunnen mis sen, in een of andere belasting voor ons pensioen moeten meebetalen, en daardoor zal dus de allerrijkste het meeste, en de allerarmste, die altijd te kort komt, niets betalen, maar daardoor zullen dan ook allen recht op pensioen hebben: een algemeene Staatspensioneering! LandgenootenNederlanders I Ge ziet, dat de Bond voor Staats pensioneering alle Nederlanders wil vrijwaren tegen broodsgebrek op den ouden dag, overtuigd, dat ook anderen dan werklieden in den ge wonen zin zoo'n pensioen hoog noodig kunnen hebben. En dat we daarvoor ook alle Neder landers willen laten betalen Naar draagkracht! Helpt, belpt daarom dit doel te bereiken! En 't kan bereikt worden, als onze Volksvertegenwoordiging overtuigd wordt, dat het Nederland sche Volk vóór alles en goed die zaak wil afgedaan hebben. Gij kunt helpen door in den a.s. winter een onzer vergaderingen te bezoeken, die in de bestaande en nog op te richten afdeelingen zullen wor den gehouden. Gaat daarheen, hoort de uiteenzetting van onzen eiscb «Staatspensioen zonder premiebeta ling" verdedigen als een eiscb van recht voor de arme, oude Nederland sche bevolking. Gij kunt helpen door lid te worden van den Bond voor Staatspensionee ring, die dien eisch wil maken tot een volkseisch! De minimum-contributie per jaar bedraagt slechts 50 cents, waarvoor bovendien nog bet maandblad »De Nederlandsche Pensioenspartij" gratis wordt toegezonden. Voor de propa ganda wordt U een hooger bedrag aanbevolen. In de afdeelingen betaald men de daar geldende contributie Uw lidmaatschap wordt ingewacht bij den Alg. Secretaiis A. Voorbrood, lid van den Gemeenteraad te Arnhem. Het Hoofdbestuur van den Bond voor Slaatspensionneering A. Groenedaal CJz., Lid van den Gemeente raad te Tiel, Voorzitter. G. Wieringa, Apotheker te Arnhem, 2eVoorz A. Voorbrood, lid van den Gemeenteraad te Arnhem, Secretaris. Mevr. M. NiemeijerHenny, te Arnhem, 2e Secr.-Bibliotheeare^se. Mej. Elise Jociiim, te Deventer, Penningmeesteres. J. H. Wieringa, Fabrikant te Arnhem. Ds. U. J. Reinders, Doopgez. pred., Dantumawoude. Mevr. G. Ufkes—Mulder, te Oude Pekela. N. Prins, Oud-Kath. Pastoor te Haarlem. Ds. D. A. v. Krevelen, Herv. Pred., Oosterhesselen. E. Posthuma, Expediteur te Leeuwarden. G. Klomp, Boekdr.-Uitgever, Uitgeest. C. F. J. Verbeek, Technieker, te Haarlem. Wijziging porten en rechten. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie brengt ter algemeene kennis, dat met ingang van 1 October lo. de navolgende porten en rechten, wegens zendingen in het internationaal verkeer, zijn gewijzigd en vastgesteld als volgt: Voor brieven a. naar en uit België, in geval van frankeering, 10 cent voor eiken brief het gewicht van 20 gram niet te boven gaande en 7% cent voor elk gewicht van 20 gram of gedeelte van 20 gram boven het eerste gewicht van 20 gramvoor ongefrankeerde brieven wordt het dubbele der hier genoemde porten geheven; b. naar en uit de overige landen der Algemeene Posivereeniging, met inbegrip van de Nederlandsche koloniën en bezittingen in Oost- en West- Indië bij verzending met de landmail in geval van frankeering, 12'/» cent voor eiken brief het gewicht van 20 gram niet te boven gaande en Th cent voor elk gewicht van 20 gram of gedeelte van 20 gram boven het eerste gewicht van 20 gramvoor ongefrankeerde brieven wordt bet dubbele der bier genoemde porten geheven c. naar en uit België en Duitsch- land, verzonden tusscben kantoren, welke in eene rechte lijn gemeten, niet meer dan 30 kilometer van eikander verwijdord zijn, met afwijking van het bepaalde sub. a. en b. per 20 gram of gedeelte van 20 gram, 5 cent voor een gefrankeerden en 10 cent voor een ongefrankeerden brief; d. naar en uit de Nederlandsche koloniën en bezittingen in Oost- en West-Indië, bij verzending langs den rechtstreekscben zeeweg, pt>r 20 gram of gedeelte van 20 granl 5 cent voor een gefrankeerden en 10 cent voor een ongefrankeerden brief; e. naar en uit de landen, die niet tot de Algemeene Postvereeniging behooren, per 20 gram of gedeelte van 20 gram 20 cent voor een gefran keerden en 40 cent voor een onge frankeerden brief. Bij ontoereikende frankeering wordt een port van den geadresseerde ge heven ten bedrage van tweemaal bet ontbrekende bedrag, met aanvulling tot een bedrag van 2'/i cent respec tievelijk tot een bedrag dat een veel voud is van 2'/t cent. Dit port is echter in geen geval hooger dan dat, hetwelk voor onge frankeerde brieven van hetzelfde ge wicht en denzelfden oorsprong ver schuldigd is. Voor postwissels: in het verkeer met de landen die tot de betrokken overeenkomst van Rome zijn toegetreden een recht van 12Vi cent voor elke 25 gulden of ge deelte van 25 gulden. Voor brieven en doosjes met aan gegeven waarden voor elk bedrag DOOR DOERI TINGGI. 9) Met gebogen hoofd en geheel terneerge slagen verliet Otto de studeerkamer zijns vaders, bevreesd voor de gevolgen van een verzet en met smart denkende aan de min achtende wijze, waarop zijn trotsche vader gesproken had over het meisje, dat hij zoo hartstochtelijk liefhad. Te goed ook wist hij, dat niets hem zou kunnen helpen bij den trotschen aard zijns vaders, zelfs als zijne moeder haar steun zou willen verleenen, waarop hij in dit geval ook niet behoefde te rekenen. Zij toch, die anders in alles toege- velijk voor hem geweest was, zou hem zoo als zij hem reeds een paar dagen te voren had medegedeeld, tegenwerken. Ook zij kon een huwelijk van haar zoon met een meisje uit den laagsten stand niet goedkeuren, daar voor hem eene keuze te vinden was uit de aanzienlijkste jonge dames des lands. Dien zelfden avond nog schreef Otto aan zijne geliefde, wat er tusschen hem en zijn vader was voorgevallen met verzwijging even wel van diens beleedigende woorden over haar vader, ook bekende hij, dat zij niet op de hulp van zijne moeder konden rekenen, daar zij in dit geval het volkomen eens was met zijnen onverzettelijken vader. Niettegenstaande dit alles verzekerde hij Cornelia, dat hij haar nimmer zou vergeten en steeds zou blijven liefhebben, dat hij hoopte dat de tijd haar vader eens in zijn eer zou herstellen, waar door hij de gelegenheid hoopte te verkrijgen het hart zijns vaders te vermurwen. Ook schreef hij haar, dat hij op uitdruk kelijk verlangen van zijn vader weder gedu rende enkele maanden op reis moest, doch dat hij voort zou gaan op geregelden tijd zijne brieven aan haar te zenden, haar smeekende die even geregeld te beantwoorden. Hoewel het jonge meisje, dat met geheel haar hart den geliefde aanhing, niet kon hopen, dat Otto's ouders hunne toestemming tot de verloving zouden geven, kromp het hart ineen hij het lezen van den zoo droef gestelden brief van den jongen De Berkeelen. Zij ant woordde hem dadelijk dat hij van haar trouw steeds zeker kon zijn, dat zij nimmer een ander huwelijk zou sluiten, doch toch stelde zij hem voor haar te vergeten en hunne ge heime verloving af te breken, daar hij er slechts ongelukkig door kon worden. Op dezen brief kreeg het jonge meisje een hartstochtelijk antwoord: daarin verklaarde Otto, dat hij haar voor altijd beminde en dat zij eens, ondanks alle tegenstand en hoe lang het nog mocht duren, zijne geliefde vrouw zou worden en hij haar nimmer haar gegeven woord zou terugschenken. V. De bekentenis van een brandstichter. Ongeveer een maand na het gedwongen vertrek van Otto de Berkeelen, die een reisje was gaan maken naar Zuid-Europa en op de terugreis eenige dagen te Weenen zou blijven bij een voormaligen academievriend, die thans als attaché was verbonden aan het Neder landsche Gezantschap bij het Oostenrijksche Hof, zat de strenge rechter-commissaris, Mr. H, de Berkeelen, te Geuldamme in zijne werk kamer aan de met verschillende akten en wetboeken bedekte schrijftafel. Voor hem lag een stapel proces-stukken, juist door den gerechtsbode binnen gebracht. De meeste dier stukken hadden betrekking op een gevaar lijken brandstichter, die na het plegen van een diefstal in een boerenwoning, het huis van den bestolene had in hraudgestoken en nu sinds enkele dagen door de politie was gevangen genomen. Na inzage der verschillende stukken trok de heer De Berkeelen zijn jas aan en ging te voet naar het gebouw der rechtbank, en gaf daar last den preventief gevangen ge houden boosdoener bij hem in de instructie kamer te brengen. Ongeveer een half uur later hoorde men het zware geratel van den somheren gevan geniswagen; voor den trap van het Paleis van Justitie hield het voertuig der ellendig- sten stil om een gevangene uit te laten, die gekleed in het grijze boevenpak en onder ge leide van twee rijksveldwachters stevig ge boeid het gebouw werd ingebracht. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1