NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Woensdag 18 December 1907.
Zes-en-dertig>te jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Van den Bak op den Tak.
Plaatselijk Nieuws.
„De lieveling van het regiment."
Het lisixt van Evislaiid.
Mi. 101
Amersfoortsche Courant
iJF
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon n°. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Een rare snuiter verscheen er dezer
dagen voor de rechtbank te Amster
dam terechtstaande wegens overtre
ding der hondenbelasting.
i Hoe oud hen je?" vroeg de president.
sTenminste 39 jaar," zei de man
«Waar bent u geboren
»Tenminste in Amsterdam."
«Waar woont u?"
Tenminste in de Willemstraat."
»Wat is uw beroep?"
»Tenmmste straatveger."
Deze man, die tenminste een zon
derling mag heeten, zal wel tot zes
gulden boete veroordeeld worden. Ten
minste als de lechtbank vonnist over
eenliomstig den eisch.
Waarom die man zich zoo dwaas
of tenminste zonderling uitdrukt, is
moeilijk uit te maken, tenminste voor
ons, die er niet bij tegenwoordig 'waren.
Wellicht was het slechts komediespel
evenals mijn buuijongen, een echte
strop, de vorige week zoo meesterlijk
speelde. «Waarom huil je, vent?"
vroeg hem een oude heer meewarig.
»lk kan niet bij de bel," was het
snikkende antwoord van Paulije «Dan
zal ik je eens helpen, manneke." zegt
de heer goedig en licht den knaap
van den grond, die nu belt zoo hard
hij kan. Als de strop weer op zijn
beenen slaat, zegt bij«Nu moeten
we alle twee hard wegloopen, menepi,
andeis krijgen we allebei klappen."
Als je zoo beetgenomen wordt, dan
maak je een raar figuur.
Maar echt boos worden kun je toch
om zoo'n guitenstreek niet. Men moet
bij de jeugd wat door de vingers zien
Als het hart maar op de rechte plaats
zit! Flinke Hollanrische jongens zijn
er nog genoeg. Of waren dat geen
jongens van Jan de Wit, die twee.
die daar laatst onder Zeist dien honden
beul zoo afstraften? Toen de kerel
weigerde gevolg te geven aan bun
verzot k om af te stappen en op te
houden met zijn onbar mhartig geran-
sel, ontnamen zij hem zijn knuppel en
dienden hem een flinke rammeling toe,
zoodat hij zoo gedwee als een lam
metje werd en voor zijn hond op eens
de vriendelijkheid zelve werd. Ja, ja,
er zijn nog echte jongens van het goede,
oude slag! En we vinden ze overal.
2. Een Londensch blad verhaalt van
den jongenheer Frans Collins, die uit
een trein viel, welke in volle vaart
was. Men ging zijn lijk zoeken, maar
vond het niet. Wel vond men den
knaap in levenden lijve, kijkende naar
een voetbal wedstrijd! Waar men ras
veel flinkheid en edelen moed ont
waart, als bij genoemde knapen, daar
kan er toch wel wat door den beugel.
Trouwens, men moet ook in de
samenleving weien te geven en te
nemen. Dat is geeri slimme, oneer
lijke leefregel, maar een wijze deugd.
Zoo dacht er ook een dominee over,
die zijn preek in deze vijf regels
samenvatte
iMijn preek zal kort zijn, hoorders,
Toch telt ze licht voor twee;
Leert in het tieve leven
Hier nemen en daar geven,
Doet daar je voordeel mee!"
Dit is voorzeker een wijze les, de
wereld is toch oiet alleen voor ons
geschapen en we dienon zooveel
mogelijk anderen tegemoet te komen.
Van dat gevoelen bleek ook een
acrobaat te zijn, die een kapperswin
kel binnen trad.
De kappers-jongen, die hem het haar
zou knippen, kon er niet goed bij en
de acrobaat, die ook het hart op de
rechte plaats droeg, ging nu op zijn
handen op de leuning van den stoel
staan, met zijn beenen in de lucht.
Een goeie kerel, niet waar? Zijn
positie zal op het laatst wel wal
moelijk zijn gewotdeü. Maar hel
beroep van acrobaat is nu eenmaal
niet gemakkelijk. Toch is het beroep
van mijn vriend P. niet minder zwaai.
Denk eens: hij is dubbel boekhouder
met enkel salans en driedubbel werk.
Dan komen de landloupers van pro
fessie met minder moeite aan de kost.
Laatst waren er drie van die land-
loopende slakkers bij elkaar. No. 1.
een arme blinde, sprak: Wal zie ik,
draag jij linnen hemden? Waar haal
je die?" No. 2, een arme doofstomme,
antwoordde: «In een winkel daarginds
in de straat. Ze kosten maar een
gulden." «Wat zeg je, valt No. 3,
een arme lamme in één gulden maar,
dan loop ik er dadelijk even heen.'
Zoo wordt de wereld bedrogen.
Maar doen we zelf niet meermalen
mee aan dat bedriegen? Ja, ik weet
wel uit goedheid soms. Mevrouw L
gaf laatst haar huisknecht, dien ze
wegens oneeilijktieid moest ontslaan,
tóch een goed getuigschrift, want ze
wilde den man niet ohgelukkig maken.
Goedkeurend knikkend leest de knecht
het door en zegt dan leukjes: Mevrouw
kon mij dus toch eigenlijk wel in
dienst houden."
Die man was zeker gevat. Maar
zijn gevatheid had natuurlijk niet het
geweuschte gevolg. Een Pruisisch
soldaat was daaimee gelukkiger. Toen
hem het IJzeren Kruis oveihandigd
zou worden, werd hem schertsend
gevraagd: «Wat hebt ge liever: het
IJzeren Kruis of honderd Tnaler?"
«Wat is het Kruis waard''" vroeg
de soldaat onmiddellijk. «Drie
Thaler." «Wel, dan had ik graag
97 Thaler èn het Kruis." En hij
kreeg ze.
De 10de uitvoering van de
Tooneelvereeniging «Ons Vermaak"
op Zondag 15 December is in alle
deelen goed geslaagd. Na een korte,
kernachtige toespraak van den Voor
zitter, die bet doel van de vereeniging
duidelijk uiteenzette, dat voornamelijk
bestond in bet stijven van de kas
voor het ziekenfonds van de kooplte-
denvereeniging en de hoop koesterde
dat «ons Vermaak" zou moge gioeien
en bloeien, hetgeen zeker alle aan
wezigen zullen wenscben, droeg de
beer H. Wery voor, «Leve de Slaf-
muziek" dat goed en aardig voorge
dragen een hartelijk applaus ont
lokte. De heer W. Arlar droeg
voor «Ik ben weer vrijgezel" welke
voordracht ons deed schudden van 't
lachen en de heer Arlar verdiende
dan ook tenzeerste het hartelijk hand
geklap. Daarna kwam een aardig
meisje Vroutje Hilversum en droeg
voor «Het Woudconcert" het deed
ons goed dit aardige kinderstemmetje
te hooren, herhaalde malen moesi
dan ook gehaald worden, de heeren
die op het idéé gekomen zijn, dit
voor te laten dragen, kunnen dan
ook tevreden zijn. Vroutje heeft
aller harte veroverd en zal zeker een
volgende keer nog wel eens weer iets
willen voordragen. Nu kregen we het
tooneelspel getiteld «Het geheim
eener moeder". Het zeer moeilijke
stuk was goed ingestudeerd en werd
goed vertolkt, alle medewerkers een
woord van lof voor hun als dilettanten
zijnde voortreffelijk spel. Met genoegen
kunnen ze op dezen avond terugzien
Aan Mevrouw Beaumont, den heei
Dumoulin, Duprat en Bernard een
woord van bijzondere lof. Aan mej.
Henriette die overigens verdienstelijk
speelde den raad niet zoo vlug te
spreken. De regisseur, violist en
pianist, mag zeker een woord van
dank niet onthouden worden voor
hun moeite om dit moeilijke stuk
zoo ingestudeerd te krijgen. De jon
genheer G. Hagebeuk vergastte ons
nog op de zeer leuke voordracht
«Verliefd", dat werd werkelijk met
veel talent voorgedragen en deed de
geheele zaal schateren van lachen,
toen hij ons met de verschillende
liefdens m kennis bracht. Tot slot van
dt-ze gezellige bijeenkomst droeg de
heer Z. de Graaf en mej. F. Hage
beuk nog voor «Daar gaat ie weer
voor niks" hetgeen zeker een pak
kend slot was. Na het slotwoord van
ten voorzitter eindigde deze voor
'elen genoeglijke avond, voor de jon
gere sloot deze bijeenkomst met een
gezellig bal.
Dat de Tooneelvereeniging «Ons
Vermaak" nog vele gszellige avonden
aan het Amersfoortsche publiek moge
bereiden, en dat iedereen als lid of
donateur zal toetreden al is het alleen
maar om deze werkelijk goede too
neelvereeniging te steunen want zij
verdient het ten volle.
Quick I (Amersfoort) en Quick I
(Nijmegen).
Voor deze gelegenheid had men
het elftal eens veranderd, want deze
wedstrijd wonnen ze toch wel. Hoe
zou hel ook anders kunnen nummer
één tegen nummer laatst van de
oostelijke eerste klasse.
Om twee uur stellen beide elftallen
zich als volgt op. Amersfoort met
van Goethem, Schaap en Coenen,
J. Tjassens Keizer, van Goor en
Keetell, De Stoppelaar, C. Tjassens
Keizer, Marin, Muys en Gentis. Nijme
gen met Ledeboer, Meevers, Hoeboer,
Hekking, Schreuder, van Oudheusden,
de Laive, Steenvelt, Heijnen, van 't
Kruis en Maters.
Direct pakt Amersfoort flink aan
en is de eerste tien minuten overwe
gend sterker, dan is hun overwicht
echter gedaan en komen de Nijme-
genaars meer en meer opzetten en
beleefd het Amersfoortsche doel ge
vaarlijke oogenblikken dank zij het
akelige mistrappen van Coenen, maar
de roodzwarte linksbinnen profiteert
niet van deze gelegenheden, maar de
man kon ook niets van voetbal, had
hier een betere linksbinnen gestaan
dan had van Goethem zeker wel 3
maal kunnen visschen Toch kan men
zien dat doelpunten voor de rood
zwarten niet kan uitblijven. De rood-
gehemde voorhoede is zoo schitterend
dat van doorbreken geen sprake meer is
eri de Nijmegenaars zijn nu overwegend
sterker. En als Heijnen de bal vrij
k'ijrft op 15 meter afstand en de
roode achterhoede zoo beleefd is hem
vrij te laten schieten, profiteert deze
dankbaar van de hem aangeboden
kans en doelpunt onhoudbaar. Dan
UIT NORMAN HANSEN'S «TOEMAN"
OF
Verhalen uit den Russlsch-Japanechen oorlog
naar het Deensch.
14)
Nu, kan hij niet anders dan in blijde her
innering terugdenken aan die lange lange
weken die hij op een veldbed liggende heeft
moeten doormaken en zij hebben in zijn brein
de gedachte doen rijpen, dat al het goede
dat hem nog te wachten staat, ja dat zijn
heele leven, dat nog voor hem ligt hem ge
schonken is om er van te genieten, en om
het te gebruiken om vroolijkheid te brengen
onder zijne gelijken.
Zoo vinden wij hem dan gezeten op de
bank in de fan-tsee der officieren, zijne en
hunne meest geliefde deuntjes spelende op
de drie snaren zijner balaleikaen het schijnt
of het instrument nog weeker van toon is
geworden sinds het gescheurd is. Juist te
midden eener gevoelvolle melodie uit de
Ukraine gaat de deur ten tweede male open,
weer stuift een stofwolk naar binnen gevolgd
door een stortvloed van vloeken van de offi
cieren. Zij herkennen het roode en bedaarde
gezicht van een kameraad, een oudere, dien zij
Blauwbaard noemen. Maar eensklaps houden
zij in, want de officier met de forsche ge
stalte wordt gevolgd door iets waarvan zij in
lange lange dagen de weerga niet gezien
hebben, een gesluierde lieve kleine vrouw, ge
heel in het zwart gekleed.
Zij is de weduwe van een officier die in
den slag bij Liaojang gesneuveld is. Nu de
vrede op handen is, heeft zij een reis van
duizenden mijlen dwars door Siberië gemaakt
om de plaats te bezoeken waar haar man
gevallen is. Eindelijk is zij er in geslaagd
de plaats uit te vinden, waar het regiment
ligt waarbij haar man diende en natuurlijk
is Blauwbaard de gelukkige geweest aan
wien zij hare belangen heeft toevertrouwd.
Onmiddellijk wordt er krijgsraad gehouden
in de fan-tsee en met groote meerderheid
van stemmen wordt besloten, dat zoudra de
vrede oificieël afgekondigd zal zijn en de weg
naar het Zuiden slecuts eenigermate als
veilig zal kunnen worden beschouwd, de
lieveling van het regiment, hiertoe uitverko
ren, de dame vergezellen zal op haar pel
grimstocht naar het slagveld van Liaojang.
Welk een onvergetelijke reis! Nu eens in
krakende tweewielige mandsjoereesche karret
jes dan over een korten afstand in een langzaam
voortboemelenden trein, eindelijk op een paar
onwillige ponies die zij toevalligerwijze hebben
kunnen bemachtigen, trekken zij over de
sombere herfstachtige vlakten. Naast elkander
rijdende passeeren zij de plek van waar de
regimentslieveling weggedragen is toen hij
uitgeput was door bloedverlies. Het landschap
is somber, al die braakliggende velden, en
boven hunne hoofden groote donkere wolken;
de ondergaande zon vormt een vaalgele streep
aan den horizon en de indruk die die geheele
omgeving op den mensch maakt is vreeselijk
verlaten Het is alsof de lucht en de
aarde de twee schalen van een reusachtige
schelp zijn, alleen geopend voor het toelaten
van een weinig licht op de plaats, waar die
gele streep aan den horizon is.
En langs den geheelen weg blijlt het
landschap aldoor even somber tot de jonge
vrouw en haar reisgenoot op zekeren middag
vanaf een hoogte, buiten de muren van de
chiueesche stad gelegen, het uitgestrekte
slagveld van Liaojang voor zich zien liggen.
I Hij legt haar de juiste stelling uit, die zijn
regiment gedurende den slag innam; terwijl
zij in tranen uitbreekt en haar hoofd tegen
de schouder van den jongen officier laat rusten
roept zij uit
Och! hoe vreeselijk, zijn leven te hebben
moeten laten voor zulk een treurig land!....
En dan, terwijl een rilling haar door de
leden loopt:
Wat is het koud Ik ben versteend
tot in het binnenste van mijn ziel!
Zij heeft maar steeds door geweend, tot
het schijnt, dat zij geen tranen meer heeft,
en om haar neer te zetten en haar te troosten
heeft hij zijn liefste wijsjes gespeeld op zijn
in den oorlog beproefde balaleikede eerste
sneeuw zal deze nacht vallen, en zal al de
sporen van het verleden bedekken en morgen
vroeg zal de zon schitterend opgaan over de
smetteloos witte heuvels en dalen
(Wordt vervolgd