NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FE 1'ILL ETUIS'.
gjr
No 5.
Woensdag 15 Januari 1906.
Zaven-en-dertigj»te jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND
„ZUSTER ELIJENA
Hlet liaxt -vaaa. ZE2-u.slan.d_
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langeatraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Het Spaansche blad Liberal, de
uitroeping van Moulay Hafid tot
Sultan besprekend, zegt dat Abd el
Azis thans, al wordt hij ook door
Frankrijk gesteund, is afgedaald tot
de positie van roghi (pretendent) De
huidige toestand leverl buitengewone
moeilijkheden op, omdat de Euro-
peesche verdragen gesloten zijn met
Abd el Azis. Voor de mogendheden,
die bij deze verdragen betrokken zijn
en in het bijzonder voor Frankrijk
eu Spanje, zou logisch hieruit de
noodzakelijkheid voortvloeien om de
souvereiniteit van Abd el Azis te
herstellen. Het blad hoopt echter,
dat Spanje, zelfs indien deze of gene
mogendheid zich geroepen mocht
voelen daartoe over te gaan, niet
daaraan zal medewerken, al zou dien
tengevolge de akte van Algeciras ook
waardeloos worden.
Het blad Abc. echter geeft den raad
de beteekenis van het gebeurde niet
te overschatten, daar het te Fez eeD
vaste gewoonte is, om zoodra de
Sultan de stad verlaat oproer te
maken teneinde de betaling van be
lasting te kunnen weigeien. En ook
thans zou de opstand onmiddellijk uit
zijn wanneer Abd el Azis zich maar
weder vertoonde, temeer daar Moulay
Haftd nog steeds in de buurt van
Marakesj verblijft.
Zondagnacht werd door het station
voor draadlonze telegraphie op den
Eilïelioren te Parijs het eerste telegram
uit Casablanca ontvangen. Daarin
werd de aankomst van den kruiser
»Kleber," en de landing van man
schappen en oorlogsvoorraad bericht
Generaal d'Amade seinde verder, dat
het gebeurde te Fez nog niet van
in Goed was gew eest op de Schauja-
stammen eu dat er vooiloopig geen
viees behoefde te bestaan voor ver
wikkelingen aan de kust. De overgave
van de Kasbah der Mediouna aan de
troepen van sultan Abd el Azis was
nog niet geschied.
Generaal Lyantey seint, dat de
Beni Snassen reeds meer dan de helft
der hun opgelegde geldboeten hebben
betaald. Op aandringen van vele in
landscbe aanzienlijken heeft de generaal
de overige boeten kwijtgescholden en
hervatting van den veldarbeid en het
viije marktverkeer weder toegestaan
met de bijvoeging echter, dat alsnog
volledige betaling zou worden geëischt,
wanneer ook maar de geringste
vijandelijke daad mocht worden ge^
pleegd. Het innemen der wapens en
ammunitie gaat nog geregeld voort.
De Franscbe bladen bepleiten over
het algemeen een neutrale houding
voor Frankrijk bij den loop, die de
zaken in Marokko hebben genomen
De Lanterne is van oordeel, dat het
schande zou zijn, indien ter wille van
Abd-el-Azis ook slechts een enkele
druppel Fransch bloed werd vergoten.
Ook de Gaulois betoogt, dat Frankrijk
een dwaasheid zou begaan door zien
te mengen in de binnenlandsche aan
gelegenheden van Marokko en op eigen
gelegenheid gaan strijden tegen Mou
lay Haful voor Abd-el-Azis. Europa
heeft nu te beslissen, wat er gebeuren
zal en het gemeenschappelijk belang
van dit weielddeel legt grooter ge
wicht in de schaal dan de speciale
belangen van Frankrijk en Spanje.
Zeer voorzichtig laat de Temps zich
uit. Het blad acht het moeilijk reeds
thans uit te maken, welke houding
Frankrijk moet aannemen; in ieder
geval moet buitengewone voorzichtig
heid worden betracht bij de verdedi
ging van Abd-el-Azis tegen zijn broe
der, want deze verdediging zou krachtig
militair optreden noodzakelijk maken.
Ook is het gewenscht thans de onder
handelingen over een leening, die,
zooals men weet, El Mokn te Parijs
tracht te bewerkstelligen, voorloopig
niet voort te zetten, daar men niet
kan weten welke regeering morgen
in Marokko aan hel roer zal zijn.
Frankrijk moet zich daarom uitsluitend
laten leiden door zijne onmiddellijke I werd van die afzetting door stede-
belangen en zijne onafwijsbare plich- lijke omroepers kennis gegeven. Den
ten. Het zal vermoedelijk genoodzaakt
zijn voorloopig te «stoppen". Ook
het Journal des Débats vei klaart, dat
Fi ankrijk onder de gegeven omstan
digheden niet anders kan doen dan
afwachten, of de omstandigheden zijn
taak zullen vergemakkelijken of ver
zwaren.
De berichtgever van de Times te
Tanger is van meening, dat de uil
roeping van Moulay Hafid tot Sultan
meer het gevolg was van een nationale
opwelling dan van een welberaamden
aanslag. Fenige weken geleden had
nl. Sultan Abd el Azis den Oelema
van Fez schiiftelijk gevraagd of een
Mohammedaansch vorst, wanneer zijn
macht zoo verzwakt was, dat bij zich
niet meer staande kan houden, bui-
tenlandscbe, christelijke troepen te
hulp mag roepen.
Het antwoord van den Oelema
luidde, dat een Mohammedaansch
heerscher, die zich zonder hulp van
Cnnstenen niet m6er kan handhaven,
blijkbaar bet vertrouwen van zijn
land niet meer geniet en dus niet
meer als voist kan worden beschouwd.
Toen nu de Fransche troepen aan
stalten maakten om van Casablanca
naar Meilioena op te trekken, moet
de Sultan een vertrouwden bood
schapper naar Fez hebben gezonden
met de opdracht den Oelema om te
koopen oin een voor den Sultan gunstig
edict uit te vaardigen. Op '2 Januari
hield de Oelema dan ook een ge
heime vergadering, maar over het
daar gesprokene en eveneens over
den brief lekte het een en ander uit
Daarop belegde de bewoners dei-
stad een vergadering in de moskee
Sid Abdel Kader el Fassi, waarna ze
zich naar den Oelema begaven en
bij dezen inzage van den brief van
den Sultan verlangden. De Oelema
ontkende een brief te hebben ont
vangen, het volk riep daarop uit
«Abd el Azis is afgezet," en verder
daaropvolgenden Zondag hielden nu
de bewoners der stad uit alle kringen
der bevolking een vergadering ter
verkiezing van een nieuwe Sultan
Met algemeene stemmen weid Moulay
Hafid gekozen. De Oelema en de
notabelen maakten een officieel stuk
van deze verkiezing op en zonden
het den nieuwen Sultan.
In verschillende mededeelingen uit
Fez, aldus seint de Tangersche be
richtgever van de Köln. Zeit., wordt
medegedeeld, dat de voorwaarde vooi
de proclamatie van Moulay Hafid
tot sultan van Marokko was de op
heffing van de akte van Algeciras,
maar uit brieven van aanzienlijke
sjerifs blijkt, dat hier een aanzienlijk
misverstand in het spel moet zijn.
Alle vroeger gesloten verdragen, dus
ook de akte van Algecires blijven
van kracht, maar de eiscb werd ge
steld goede betrekkingen te onder
houden met den Sultan van Turkije
Men herinnert zich dat verleden
zomer herhaalde malen Duitschers
die in Tyrol reisden lastig gevallen
werden door Italiaanscbe Irre-
dentisten. 20 dezer zullen die voor
de rechtbank te Roveredo terecht
staan. Men vreest zeer voor onlus
ten, want de opwinding onder de
bevolking is groot. De advocaten der
stad hebben den beklaagden aange
boden bun zaak gratis te bepleiten.
Alle hotels hebben geweigerd Duit
schers die komen getuigen te her
bergen, zoodat de overheid dezen
logies heeft aangeboden in de
ledige cellen der gevangenis I
Het huwelijk van Prins Willem
van Zweden met de Russische
Grootvorstin Maria Paulolna zal
begin Mei te Stockholm plaats grijpen.
Op verlangen van den T=aar zal de
bruiloft met groote feestelijkheden
gepaard gaan.
De Tsaritsa gevoelt zich nog steeds
onwel: zij heeft niet deelgenomen
aan de officieele feestelijkheden op
Kerstmis.
De Correspondent van de «Times"
te Kopenhagen deelt eenige bijzonder
heden mede over het plan van den
Deenschen ingenieur H. Ohrt voor
het aanleggen van een tunnel onder
den Grooten Belt, dat kans heeft
aangenomen te worden door de Deen-
sche regeering en het parlement.
De stoombootdienst tusschen Nyborg
en Korsör, waardoor de verbinding
van Jutland en Fiinen met Seeland
onderhouden woidt, moet dikwijls
door slecht weder gestaakt worden;
daarom heeft de ingenieur Ohrt het
plan ontworpen, een tunnel aan te
leggen, die van een punt 3'/i K.M.
oostelijk van Korsör loopen zal tot de
kust van Fünen, onder het eiland
Sprogö door. De geheele lengte van
den tunnel zou 27 K.M. zijn, waar
van 18Vi K.M. onder zee zouden door-
loopen. De kosten van uitvoering
worden geschat op 27 millioen kro
nen, maar de ingenieur meent, dat
het aanleggen nog voordeel zou op
leveren, al zouden de kosten de helft
meer zijn. Bij den aanleg uitgaande
van het eiland Sprogö kan het werk
van vier kanten tegelijk worden aan
gepakt, en dus in betrekkelijk kor
ten tijd gereed zijn. De capaciteit
voor het verkeer door den tunnel
zou tienmaal grooter zijn dan die
van den veerdienst NyborgKorsör.
Een hevige brand heeft te New-
York gewoed in een der zuogenaarade
oluchtschrapers", een gebouw van
dertien verdiepingen, bekend als
«Parker-building". De brandweer, die
bij het blusschen belemmerd werd
door slechte, lekkende slangen en
onvoldoende waterdrukking, werkte
14 uren vóör zij de vlammen meester
was Er kwamen 3 brandweermannen
om het leven en 25 werden gewond.
De schade bedraagt f 750,000.
Er bestond groot gevaar, dat stuk-
99
UIT NORMAN HANSEN'S sTOEMAN"
OF
Verhalen uit den Rueslech-Japinsohen oorlog
naar het Deensch.
21)
Nu nadert haar de jonge luitenant:
Zuster ElyenaZegt hij op vragenden
Voor iemand die dagen en dagen achter
een geen woord gezegd heeft is het spreken
een heele inspanning, en het is alsof haar
stem m haar keel zal blijven steken als zij
hem bij zijn naam antwoordt:
Luitenant Toeman
Een zonderlinge naam, niet waar, zus
ter ElyenaToeman, dat zooveel wil zeggen
als nevelsluier
Men geeft ons dikwijls vreemde namen,
waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn en
waarvanjf wij ons per slot van rekening niet
meer los kunnen maken.
Misschien hebt gij gelijk, zuster Elyena.
Het zou waar kunnen zijn, dat dien naam
Toeman, waaronder gij en mijne kameraden
mij kennen door mij is aangenomen om den
naam te verbergen, dien ik bij mijne ge
boorte gekregen heb
Als dat zoo is, hoe is dan uw ware
naam
Noem mij Iëgor
Goed, ik zal u Iëgor noemen
Nu gaan de jonge luitenant en zuster
Elyena naast elkander zitten op het dek van
de boot. De duisternis van den nacht om
geeft hun. Hij spreekt met haar op een wijze,
zooals hij dat nooit met eenig ander per
soon aan boord gedaan heeft. Hij vertelt
haar, dat hij eertijds een rustig en oppas
send student was, hoe hij daarop door de
kozakken ruwweg uit zijne studieën is gerukt,
gegeeseld en getrapt, eindelijk naar het Oos
ten gestuurd, en voor straf, als gemeen sol
daat ingelijfd bij een Siberisch batuillon;
eindelijk toen de oorlog uitbrak werd hij tot
den rang van luitenant verheven.
Maar, mijn hart, zuster Elyena, is niet
veranderdhet is gebleven, zooals het was
voor dat men getracht heeft het geloof aan
het goede er in te verstikken. Ik kan véél,
héél veel verdragen, ik heb zelfs moeten
ondervinden dat diegenen, in wie ik het
grootste vertrouwen gesteld had mij verraden
hebben, en dat is een bittere smart En
daarom kom ik tot U, zuster Elyena, omdat
ik weet, dat gij ook veel verdriet hebt
jij bent het slachtoffer van je t e groote
liefde voor de menschheid. Je overgroote
liefde en toewijding aan de menschheid is
oorzaak van den slechten bijnaam, dien men
je gegeven heeft: de zwaarst gewonden heb
je uitgezocht, om hen te verplegen en te
vertroosten en dat is je belooning geweest!
En zoo zal het mij ook gaan, ook ik heb mij j
voorgenomen iets groots tot stand te bren
gen en daarmede zal ik bereiken, dat men mij
misdadiger noemt, om de liefde, die ik mijn
vaderland en mijns gelijken toedraag
Maar terwijl hij tot haar spreekt, dringt
een geluid van lachen en van vroolijke stem
men door de geopende koekoek naar boven,
en nogmaals meent zuster Elyena dat af
schuwelijke woord te hooren uitsprekenVam
pier! de Vampier!" En zij wendt haar
blikken naar den jongen officier en ziet hem
ilink in de oogenin haar droomerige oogen
sluimert nog de weerkaatsing van de laatste
stralen der ondergaande zon, en er ligt een
belofte in van een onuitsprekelijk geluk.
Weetje wel aan wie je dat alles daar zegt
Jawel, zuster, dat weet ik heel goed. 1
En ik wil je dit er nog bij zeggenIn dezen
oorlog, heb ik gestreden voor een verachte
lijke zaak, waarvoor ik niets voel. Nu keer
ik terug naar mijn vaderland, waar op dit
oogenblik zooveel kostbaar blued vergoten
wordt. Daar zal ik eene groote schoonen zaak
vinden, die de moeite waard is om er voor
te strijden, eene zaak die waard is, dat men
voor haar leeft en voor haar zijn leven op
offert. Ik ben blij, dat het leven mij gelaten
is, om deel te kunnen nemen aan den groo
ten strijd voor de vrijheid van Rusland!
Zuster Elyena zegt daarop tot hem:
Waarom vertrouwt gij mij dat alles
toe? Weet gij werkelijk wel wie ik ben?
En met een droeven glimlach antwoordt
de jonge officier:
Ja zuster, dat weet ik wel.
En niettemin kom je tot mij, zet je
naast mij neder, en ontsluiert mij je meest
geheime ged ichten Weet je wel wat
daarvoor je Int zul zijn'
Ja zuster,
Dus, ben i
voor de zaak, w
En Iëgor. die
onder den naam
Vul lie! i 'zijns her'
Waarlijk zuster,
ben
VIJ.
lat weet ik wel.
id je leven te gev. n
je strijden wilt?
ware persoon verb gt
n uu'woordt uit de
ik ben bereid.
Tu