NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Plaatselijk Nieuws. PETER SABLEWSKY. flo. 39. Woensdag 13 Mei 1908. Zeven-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Y. D. MULLER MASSIS. Amersfoortsche Gouran ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afi onderlij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonne. 69. ADVERTENTIÊN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Door Burgemeester en Wet houders zal bij de Gemeenteraad een voorstel worden ingediend ter uit breiding der gasfabriek. Ter toelichting daarvan schrijven zij het navolgende: Wij hebben de eer U mede te deelen.datdegasproductiein 1905,1906 en 1907 respectievelijk 1 902 990 M', 2 132 400 M' en 2 307 410 M: heeft bedragen, terwijl de productie over de maanden Januari tot April van dit jaar 889 050 M' bedroeg, tegen een productie van 826 070 M3 over de zelfde maanden van 1907. De productie over 1908 wordt door den Directeur geraamd op 2 450 000 M\ Aangezien de tegenwoordige capici- teit van de Gasfabriek uiterlijk 2 400 000 M' productie per jaar is, zou de fabriek in den aanstaanden winter over zijne capicite dit belast moeten worden. De veiligheid en de goede gang van bet bedrijf eischen dan ook, dat nog dit jaar de noo- dige voorzieningen voor het vergroo- ten van het productie vermogen ge troffen worden. De Directeur der fabriek acht het wenschelijk het productie-vermogen te vergrooten tot 41000 000 M'. Het gasverbruik bedraagt per inwoner en per jaar te Arnhem 170 M3, te Utrecht 160 M', te Hooin 13§ M', te Zutpben 130 M' te Hilversum 135 Rl' en te Alkmaar 130 M\ In Amejsfoort bedroeg dit in de jaren 1901—1907 per inwoner respectieve lijk 51 JV1\ 62 M\ 71 M', 81 M>, 82 M', 89 M', 96 M*. Hetgasgebruik per inwoner neemt dus zeer gestadig toe. De bevolking is bovendien in die jaren gestegen van 19611 tot 24097. Een capiciteit van 4 000 000 M' nu zal voldoende zijn voor eene be volking van 30 000 inwoners, indien, het gebruik per inwoner 135 M3 be draagt. Eene vergrooting vart de capiciteit tot dat bedrag is derhalve met bet oog op de toekomst alleszins verantwoord. De vraag of bet aanbeveling ver dient, de fabriek uitsluitend voor koolgas te vergrooten, dan wel eene inrichting voor watergas te bouwen, beantwoordt de Directeur der fabriek in eorstgemelden zin. Deze ambtenaar schrijft: De hoofdredenen, waarom tot het op richten van watergasfabrieken wordt overgegaan, zijn le. Om bij beknopt fabrieksterrein op een kleine oppervlakte het pro ductievermogen aanmerkelijk te kun nen vergrooten om snel en gemak kelijk bij behoefte aan meerder gas, in de productie te kunnen voorzien 2e. Om, indien er zich bij het van de hand doen der cokes moeilijkbe den voordoen, in de gelegenheid te zijn ongeveer 25°/o van de voor den verkoop beschikbare cokes zelf te kunnen gebruiken voor het produ- ceeren van watergas. Geen dezer beide motieven zijn bier echter aanwezig en daar bij watergas het kapitaal voor uitbreiding wel eenigszins kleiner, doch bg de hooge prijzen van de carburatie-mid delen de kostende prijs van water gas eer booger dan lager dan die van koolgas zal bedragen, bsb ik geen redenen u het maken van een water gas installatie aan te bevelen, waar bij we ons zouden wagen aan de niet te ontkennen nadeelen van het gebruik vah dat gas, b. v. de meer dere giftigheid van watergas dan bij koolgas; het eeiste gecarbureerd beval 31 volume procenten koolxyde, het laatste slechts 7 volume procen ten, zoodat in bet menggas steeds 10— 20°/o aanwezig is. Een watergas-installatie zal binnen enkele uren op hare volle capiciteit in werking kunnen worden gesteld; in de wintermaanden zou, wanneer de koolgasfabriek ten volle belast is, geheel op de watergasfabriek ver trouwd worden, waarvan het gevolg zal zijn, dat dikwijls bij het menggas meer watergas wordt toegevoegd dan wel wenschelijk is. De samenstelling van bet menggas is dan zeer onre gelmatig, de gasgloeibranders kunnen dan niet in gelijke verhouding daar mede omgeregeld worden, zoodat klachten over slechte verlichting niet kunnen uitblijven, te meer daar beide gassen, in chemische samenstelling geheel van elkander verschillend, zich slecht met elkander vereeoigen. Zelfs bij geregelde gelijke menging der beide gassen, wat evenwel zeer moei lijk uit te voeren is, zal het meng gas in verschillende gedeelten van het buizennet ongelijk zijn, zoodat de gasgloeilichtbranders moeilijk te rege len zijn, waardoor in de practijk vele bezwaren ontstaan. Stelt men der halve belang in goede gasverlichting zooals die tot nog toe in deze Ge meente geweest is, dan ontraad ik beslist thans een watergasinstallatie voor uitbreiding van het productie vermogen der gasfabriek op te rich ten." De vraag of het wellicht mogelijk is, voor de Gemeente een electrische centrale te bouwen, heeft geen in vloed op de vraag die ons thans bezig houdt. De ondervinding in buiten en binnenland toch leert, dat de be schikbaarstelling van electrisch licht de uitbreiding van eene gasfabriek niet kan voorkomen, aangezien de vraag naar gaslicht ook daar toeneemt, waar electrisch licht verkrijgbaar ge steld is. Door het uitbreiden van de gas fabriek op de door ons voorgestelde wijze wordt dei halve de beantwoor ding der vraag, of oprichting van eene electrische centrale wenschelijk en mogelijk is niet geprejudiceërd. Teneinde een jaarproductie van 4 000 000 M3 kolengas te kunnen bereiken, moet de stokerij voorzien zijn van 13 ovens, ieder met 8 retor ten. terwijl zij thans 7 dergelijke ovens bevat. De aanbouw van deze 6 ovens kan in twee malen geschie den met éen blok van 3 ovens zal telkens het productievermogen met 5000 M3. per etmaal vergroot worden. De Directeur schrijft ons verder betreffende de vergrooting: De koelers moeten naar verhouding uitgebreid worden, aangezien de thans aanwezige alleen luchlkoelers zijn, zal het raadzaam wezen, nu een waterkoeler bij te bouwen, waarvoor de ruimte in het toestellengebouw aanwezig is. De beide exhausters en teerafschei- ders zouden van de dubbele capiciteit der tegenwoordige moeten zijn, doch daar de laatste na, jaren in gebruik te zijn geweest, noch zoo goed als nieuw zijn en bij verkoop weinig zullen opbrengen, verdient het aan beveling, thans slechts éen toestel van dubbelle capiciteit in te schakelen met een tweede hoofdleiding in de fabriek waardoor het mogelijk wordt zoowel met de grootere alleeu, als met de beide andere gecombineerd te werken. De Kirkham washers kunnen in de eerste jaren gedurende de winterpro- ductie gecombineerd werken, zoodat het niet noodig is, deze toestellen direct te vergrooten. De zuiverkisten kunnen, zonder ook het gebouw te moeten vergrooten, door verbooging der wanden en toepassing van het tripel compound systeem op dubbele capiciteit gebracht worden, vooral wanneer betrouwbare gaszuiveriDgs- massa gebruikt wordt; alleen zal de regeneratieruimte in de volgende jaren wat kleiner worden en daarin in de toekomst nog verbetering moeten worden gebracht. De fabrieksmeter dient op dubbele capiciteit gebracht te worden, daar twee parelel geschakelde meters niet gelijkmatig zullen werken, en de mist weerstandbiedende steeds op volle ca piciteit loopen, terwijl de ander een Klein gedeelte zal aanwijzen waardoor een onzuivere contróle ontstaat die niet gewenscbt is; bovendien kan de nieuwe meter als duplex-systeem tevens ingericht zijn voor de regeling der regeneratie in situ, waardoor de zuivering regelmatiger zal plaats heb ben en de capiciteit der zuiverkisten verhoogd wordt. De bestaande meter is niet van verouderde constructie en heeft bij verkoop dan ook nog wel eenige waarde. In verband met de verhoogde productie en de vergrooting der toe stellen zullen ook de stoomketels vergroot moeten worden, terwijl ook de kolenloods gelijken tred moet houden met de vergrooting der stokerij. De fabriek ter bereiding van zwa velzure ammoniak is vooreerst nog groot genoeg, doch de ketels zullen wel spoedig vernieuwd moeten wor den; en een tweede berghok met lood bekleed zal eveneens noodig zijn voor de berging van het meer te maken sulphaat. De cokesbreker zal in den eersten tijd nog wel voldoende zijnter zijner tijd zal door mij een voorstel worden ingediend om daarin te voorzien. De toevoer naar de stad vereischt evenwelspoedige verbetering,vooral het verlichtingsgebied tusscben Punten burgerlaan en Soesterweg en later ook dat in de omgeving van de St. Andries- straat. Hiervoor zal bet noodig zijn een tweeden regulateur te plaatsen met afzonderlijke 12 duims leiding naar de staf door bet Smallepad tot Soesterdwarsstraat van daar met een 6 duims aansluiting naar den Soester weg (aanvoer stationsverlichting) en 8 duims buis onder door de spoorbaan en Puntenburgerlaan tot Wolfertstraat vervolgens 6 duims tot Stellingwerf- straat en 5 duims door die straat tot aan den Soesterweg. Een gedeelte der uitkomende 10 duims buizen uit het Smallepad kan gebruikt worden voor de tweede leiding op de fabriek, tei wijl de rest met uitkomende buizen uit Puntenburger laan en Stcliingwerfstraat gereserveerd kunnen blijven voor latere verbetering van het buizennet in de stad. Eene Episode uit de martelingen, door Czaar Peter den Grooten, van Rusland, de vrijheidlievende Strelitzers aangedaan, DOOR 20) Dan weer meent hij hare stem te hooren. Luid jammerend, om hem roepend. Als uit eenen afgrond opduikend en rochelend ron dom hem. Stem uit het graf, hol en dof van klank. Tranenvol. Een wanhoopskreet En dan wéér zacht, teedervriendelijk, alsof de hoop fluistert en glimlacht door de tranen heên. Alsof een zilveren harpsnaar klinkt over ae fel ontroerde zeegolvensnaar, wéertrillend in zijn hart; roerend, opwekkend al zijn liefdeméesleepend, dringend in dat arme "artmaar de stem zwijgt. Het is weer doodstil; grafsomber in en rondom hem. Geen ster; geen troost; geen »0 mijn God!" jammert zijn verbrijzelde ziel! »Ik sterf en1" Daar wordt de deur van zijn hok geopend en dreigend staat de cipier, met een bosch sleutels voor hem. «Zwijg ellendige oproerling 1 dreunt zijne stem hem tegen. Ge zijt hier niet gekomen om te jammeren, maar ter dood u te bereiden! Men hoort het gekrijsch van uw waanzin door muren en deuren heenboren. Stok slagen krijgt gij, als ge niet terstond zwijgt!" En de deur wordt in het slot geslagen, de ijzeren sleutel knarst en weer is hij alleen. Zwijgend ja, maar het is, alsof een stem door dit zwijgen heèn trilt «De vermoorde vrijheid herleeft eenmaal!" Peter zwijgt. De maan laat een flauwen lichtglans spelen door het nauwe, getraliede raam van zijn vreeselijk hok. Het is maar een enkele, zwakke straal. Vroeger ogoot zij hare zilveren stralen vrij en frank door het bosch waarin hij dwaalde met haar. Ovér den machtigen, koninklijken stroom die hen scheidde. Over de met groen gras, als esmerald schitterend, getooide weiden. Over zijne korenlanden en in den herfst, als, bij het gejuich der maaiers, de forsche, blonde schoven in den wagen werden opgeladen en naar de hoog oprijzende, met ruwe pan nen gedekte schuur werden gebracht O! hoe goot dan die maan haar glans uit over de hoofden der vroolijk zingendenOver paard en koren en wagen, de boeren en boerinnen, die hem hielpen, in hunne bonte zwierige dracht. Over de kinderen in jube lende reien achter den wagen huppelend Een avondtafereel; onvergetelijk schoon en levendig. Een prachtschilderij in de levende weldra tot sluimeren zich schikkende natuur. En dan was zij, met hare ouders er bij. Kwam in zijn huis. At van het keurig ge bakken brood; dronk, van den eenvoudigen landwijn, voor deze feestelijke gelegenheid bewaard, zong het oogstlied mee, begeleid door den zangerigen klank van een eenvou dig muziek- instrument. Totdat haar vader zeide; Vrouw! Kind! nu is het tijd om naar huis te gaan. Zoolang de maan helder schijnt kunnen wij rustig den stroom oversteken in de breede schuit, waar plaats is voor ons en onze paarden Peter! Vriend! ik noodig U en Uwe knechten op mijn Oogstfeest uit!" En zij stonden op. En hij bracht hen tot aan den in de maanglans geheim zinnig ruischenden stroom. En de handdruk werd gegeven, waarop de kus volgde »0!" kreet hij: »keer terug, liefelijke tijd! Toen zag ik geen wolken drijven door de luchtkeer weer!"En de echo dreunde 't dompig terug«o keer weer!" totdat weer een korte sluimering hem even de oogen sloot. Weêr wordt hij wakker. Droevig staart hij voor zich uit. Hij ka» dat heerlijk beeld van het zilveren oogstfeest, niet loslaten. Het blijft hem bij, ook hier. Maar op een maal wat is dit? Het is of een visioen, een gezicht tot hem komt. Of dat gezicht hem op zijne vleugelen neemt. Hem draagt, uit dat donkere hok, naar eenen vroolijken, zonnigen Meiochtend. Alsof de zon in dien ochtend opgaat uit een bed van rozen en lelies. Of hij een lied hoort, veel welluidender dan nachtegalen en leeuwerikszang. Een lied zooals Softe dat zingen kon, wegvagend al zijne nevelen en somberheid. De rozenroode poort van den hemel openend, waaruit warm licht hem toestroomde. In zijn gezicht, zijn visioen, ziet hij Phiiippus, den vromen Phi- lippus, Prior van het Domini kauer klooster, voor jaren omgebracht door Iwan, dan verschrikkelijke, den ontembaar wreeden. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1