NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. GIOVANNI IL FOEEwTIEEE. FEUILLETON. BINNENLAND. BUITENLAND. iMo 47. Woensdag 10 Juni 1908 Zeven-en-dertig.ste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Een verhaal uit Sicilië. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advef tentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Te Huis voor Alleenstaande Blinden te Wolfhczen. In de Blindenwereld moeten de meesten trachten door arbeid in hun levensonderhoud te voorzien. Hun blindheid dwingt hen tot een zeer beperkt aantal vakken, die uitteraard zeer eenvoudig zijn en hun slechts een gering loon kunnen bezorgen, terwijl zij moeten concurreeren met ziende arbeiders, die zooveel op hen voor hebben door 't bezit van 't onmisbaar werktuig: het gezichts vermogen. Tal van blinden zijn dus niet in staat door arbeid 't noodige te verdienen voor eigen levensouder- houd en komen dus ten laste van hun familie. Weestal behoort deze zelf tot de onbemiddelden, of tot de arbeidende klasse en heeft 't dikwijls bard te verantwoorden in den beeten strijd om bet dagelijsch brood. Hoe menige blinde gevoelt toch, dat bij de zorg en kommer der zijner: verzwaart, dat hij tot last is, al laat men hem dit niet merken en dan hoe somber is voor hem de toekomst. Wat zal er van hem worden, wan neer vader of moeder komen te val len? Wanneer broeder of zuster hun eigen zorgen hebben of wanneer de kostwinner er niet meer zal zijn? Die vraag komt zoo dikwijls op de lippen der blinden, die weten en gevoelen, dat er een tijd zal komen, dat zij feitelijk alleen zullen staan. Op die vraag der alleenstaande blinden wil de bovenbedoelde Stich ting een troostvol antwoord geven door bet stichten en in stand houden van een tehuis, waar die alleenstaande blinden, onverschillig van welke ge zindte, welken leeftijd een goede huis' vesting en liefderijke verpleging kun nen vinden. De Heer M. H. Schild, freule L. H. C. Von Höevell, mej. J. M. Desmons, allen te 's Hage, die deze stichting bij acte, 19 October 1904, voor de notarissen Dietz en Vei koren aldaar oprichtten en daarvan het bestuur vormden, waren toen ten volle overtuigd, dat er zeer veel geld noodig zoude zijn om dat tehuis te stichten en in stand te houden, doch zij waren niet minder overtuigd van de drin gende noodzakelijkheid van een tehuis voor die ongelukkigen en begonnen daarom met het oprichten van een fonds tot dat doel, in 't vast vertrou wen, dat velen hunner landgenooten hun sympathie en steun aan dit werk der liefde zouden schenken, om alzoo het plan tot werkelijkheid te maken, waardoor dan ook spoedig het tehuis zou kunnen verrijzen in een gezonde streek van ons land en een goede communicatie gelegen, gesticht door de natie en als een monument, luide getuigend van den weldadigheidszin van ons volk. Dat vertrouwen van het bestuur is niet teleurgesteld, want dezer dagen is door hen aangekocht van de erven C. Hellingman een groot terrein lig gende ten noorden van het station Wolfhezen, hetwelk een deel is van het bekende landgoed Waldfriede te Arnhem en Oosterbeek, thans in ex ploitatie voor buitenplaatsen en villa terreinen. Het ontwerp voor de te stichten gebouwen, waarbij van het beginsel is uitgegaan dat de inrichting van het tehuis moet beantwoorden aan de eischen der gezondheidsleer en rekening moet houden met de eigen aardige behoeften der blinden, is opgenomen in het verslag der veree- niging, heigeen op aanvrage door het bestuur gaarne wordt toegezonden. De kosten dezer gebouwen zijn ge raamd op p.l.m. f160.000. en kunnen 100 blinden dan daarin gehuisvest worden en eik zijn eigen kamer hebben. Wie een steentje in den vorm van een gift tot deze stichting of tot instandhouding er van wil bijdragen zende het aan de Penningmeesteresse Mej. T. M. Desmons Archimedesstraat 48 te 's Hage. De jubileumfeesten van den A. N. W. B. De viering van het 25jarig bestaan van den Alg. Ned. Wielrijdersbond, Toeristenbond voor Nederland belooft buitengewoon te worden, met behoud van het karakter om naast een schit terend feest voor de leden ook het publiek te doen deelen in dit vreug debetoon. Behalve een groot aantal concerten, meerendeels in hel Brongebouw en een muziekuitvoering op de Groote Markt, zal bovendien Zaterdag voor het publiek gegeven worden een bios coop-voorstelling op bet terrein voor het paviljoen en tot slot een vuurwerk in het Brongebouw. Voor de leden-feestgenooten is zorg gedragen voor een uitermate afwisse lend programma, voorloopig reeds door de verschillende comissiën vastgesteld, een onafgebroken reeks van aange name verpozingen en tochten en vermakelijkheden. Ze zullen goede en gezellige tafels vinden, ze zullen door zelf deel te nemen aan den optocht, die bestaat uit het uitgebreide histo risch gedeelte en de afdeeling versier de rijwielen, mee kunnen werken aan het weislagen van het geheel. Hoe meer deelnemers, hoe schitte render de stoet De deelneming aan den optocht is zeerbevredigden. Het historischgedeelte is verzekerd, de tweede afdeeling, het hedendaagsch toerisme, kan doorgaan voor de derde afdeeling, de speciaal Nederlandsche, worden nog toezeggin gen verwacht, liefst spoedig, in ver band met het opmaken van het pro gramma. Om die reden is het ook gewenscht, dat zij, die in groepen of alleen met versierde rijwielen uitko men, daarvan zoo gauw mogelijk op gaaf doen aan den heer De Witt Huberts, voorzitter der optocht-com missie. Voor de tentoonstelling van het rijwiel, van zijn oorsprong tot heden, zijn reeds zeer belangrijke toezeggin gen gedaan, zelfs uit het buitenland. De Bondstochten worden zóó gere geld, dat men op denzelfden dag keuze heeft tusschen een grooten en een kleinen tocht, enkele over buiten plaatsen, bekend om haar natuurschoon waartoe de eigenaars bereids toestem ming hebben gegeven. Bij gunstig weer wordt Zondag 19 Juli teIJmuiden een gemeenschap pelijk maal in de duinen gebruikt; op zichzelf is dit alleen reeds een «programmanummer", dat succes be looft te hebben, juist door een on- gemeenen maatregel, even oorspron- gelijk als verrassend, 't Is iets inder daad geheel nieuw. Wat menigeen nog belang zal in boezemen is het feit, dat de toevloed van wieliijders naar Haarlem zeer groot zal worden. Teveel kunnen er niet komen, voor allen zal worden gezorgd. Logies is er genoeg en aan eetwaren zal geen gebrek zijn. Toen gistermorgen Z. K. H. Prins Hendrik, na een bezoek bij den opper-stal meester, naar het Paleis terugkeerde, had een jong wielrijder, die Z. K. H. wilde groeten, daarbij het ongeluk met zijn wiel te vallen. De Prins schoot toe en hielp den gevallene, die zeer dankbaar was voor deze vriendelijke hulp. Prin9 Hendrik te Frankfort. Reuter seint uit Frankfort a. M.: Prins Hendrik der Nederlanden is hedenavond te 7 uur 4S hier aange komen, om deel te nemen aan het internationaal congres voor het red dingswezen. De wet op het Arbeidscontract zal hoogstwaarschijnlijk wel niet op den lsten Juli, maar wellicht een maand later in werking treden. («C.") Uit Schwerin wordt gemeld, dat de zitting van den Landdag verdaagd is. In het antwoord dat de beide groot hertogen op de stemming over de grondwetsvoorstellen hebben gegeven wordt gezegd tin de tegenstrijdige positie der beide Stenden tegenover de voorstellen kunnen de groothertogen geen aan nemelijke verklaring zien. Zij moeten er daarom op aandringen, dat binnen kort eenstemmigheid tusschen de beide Stenden zal ontstaan. De groothertogen blijven vasthouden aan het denk beeld tot invoering eener vertegen woordiging, on achten een uit ver kiezingen voortgekomen Landdag een onafwijsbare behoefte; zij weigeren derhalve den Stenden nieuwe voor stellen te doen, die op den tegen- woordigen grondslag berusten. Met het oog op liet gevorderde seizoen willen de groothertogen thans de bijeenkomst der Stenden verdagen". Kr is weer eens geducht gevochten tusschen negers en blanken in Ame rika. 't Was in den staat Oklahama dat een tweetal negers een blanke vermoordden en in de bosschen vlucht ten. Toen de politie hen trachtte te grijpen, merkte zij dat ongeveer tweehonderd negers zich bij hunne rasgenooten hadden gevoegd. Terstond haalde de politie er blanken bij en er ontstond een verwoed gevecht, dat nog niet geëndigd is, voorzoover wij weten. De negers kregen steeds meer versterking; volgens de laatste be richten zouden er een tweeduizend zijn. Te Odessa heeft een of andere gauwdief den befaamden kapitein van Köpenick nagedaan. Woensdagavond ontving men op het politiebureau een telefonisch bevel om vier politieagen ten ter hulp te sturen aan een offi cier, die een huiszoeking bij een dame wilde doen. Bij het huis aangekomen vond men inderdaad een officier in volle uniform. Terstond trad men binnen, de dame was reeds ter ruste gegaan; in haar slaapkamer werden twee agenten geplaatst, terwijl de officier met de twee anderen het huis Uit het Zweedsch van SOPHIE ELKAN. 5) Hij liep het koffiehuis binnen en zette zicb op zijne gewone plaats zoo ver mogelijk in een hoek. Langzamerhand begonnen de gasten zich te verzamelen onder de stinkende, wal mende hanglamp, de kleêrmaker en de schoen maker, de vruchtenhandelaar van den hoek der straat, de barbier, verscheidene van Ader- no s burgers, een paar landbouwers en eenige steenhouwers. Er was slechts één exemplaar van de Gior- nale di Sicilia in het koffiehuis te vindenmaar geen der klanten, die lezen konden, (er waren enkelen onder 'de aanwezigen) doorbladerde de courant. Men wachtte op den schoolmeester, die de berichten uit Afrika hardop voor allen zou voorlezen, opdat het rechtvaardig toe zou gaan. Eindelijk verscheen signor Falcone. II forestiere stond werktuigelijk op, bij het binnentreden van den onderwijzer en bij bleef staan terwijl deze zich gereed maakte te lezen. De kastelein overhandigde hem het blad. Hij vouwde het langzaam open. Het werd dood stil onder de tot daartoe zoo druk pratende mannen. «Lees eerst de lijst voor van de dooden en gekwetsten, zeide er een. II forestiere klemde zich krampachtig vast aan de leuning van den stoel, waarop hij met de hand steunde. Zijne oogen waren met een brandenden, hongerigen blik op den voorlezer gevestigd. Het was alsof deze op het punt stond zijn eigen doodvonnis uit te spreken. De schoolmeester begon op plechtstatigen toon te lezen, eerst de pathetische necrologie van den hoofdredacteur over de gevallenen en daarop de lijst zelve. «Zolesi Francesco, uit Mantova. Montario Cesare, uit Massa Carara. Cerene Teodore, uit Bologna." «Sla de Italianen over en kijk eens of er geen Sicilianen bij zijn;" zeide de klèermaker met eene ernstige uitdrukking: «men kan nooit weten." «Zij staan hieronder in cursieve letters," antwoordde de onderwijzer: «er zijn er slechts twee bij." «De kleêrmaker en il forestiere waren doods bleek geworden. «Sicilië heeft het leven van twee zijner dappere zonen te betreuren: Constanzo Umberto, uit Messina en Felice Luigi, uit Termini. De gespannen, pijnlijke uitdrukking op het gelaat van il forestiere verdween plotseling en hij mompelde tusschen de opeengeklemde tanden «Geen andere doode Sicilianen?" «Alleen die twee: Constanzo Umberto uit Messina en Felice Luigi uit Termini, ver mist: Boscio Gaetano uit Augusta." Alle kleur week pijlsnel van Giovanni's kaken en lippen. Met bijna bovenmenschelijke inspanning her won hij zijne zelfbeheersching en het was op een toon van gedwongen onverschilligheid, dat hij vroeg: «Vermist? Wat bedoelt men met vermist?" «Dat Boscio Gaetano uit Augusta, die tot majoor Toselli's colonne behoorde, niet was bij de dooden of gewonden op het slagveld, noch bij de enkelen, die naar het kamp terug konden keeren. Hij kan gevangen genomen zijn, maar ook zijn weggeloopen. Ik weet dat niet te zeggen. Men geeft hem hier op als vermist." «Hij is niet weggeloopen," zeide il forestiere, op gesmoorden toon: «Maar het is vreeselijk gevangen te zijn genomen," herhaalde hij en voegde er met zachte stem eenige onverstaan bare woorden bij. Zijn gelaat had de smartelijke uit drukking weder verkregen, die maakte dat de nauwelijks vijftigjarige man er als een afgetobde grijsaard uitzag. De stoel waarop hij gezeten had viel met een doffen slag op den grond, toen hij opstond en de zaal verliet. «Hij wordt dag aan dag wonderlijker," zeide de kastelein: «Wie zal zich zijn lot aantrek ken, als hij heelemaal kindsch is Het is toch treurig als men geen familie heeft!" II forestiere daalde waggelend de trappen af, welke naar zijne woning in de benedenstad voerden. Het zag er donker en troosteloos armoedig uit in zijn kamertje. Maar de man dacht er niet aan een licht op te steken. Hij sleepte zich naar het bed, het eenige meubel, dat in het vertrek te vin den was, en zette zich neêr op den rand. «Vermist, vermist, vermist!" Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1