NIEUW 1
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
GIOVANNI IL FORESTIERE.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
flo. 48.
Zaterdag 13 Juni 1908
Zeven-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG:
Van den Bak op den Tak.
Een verhaal uit Sicilië.
Amersfoortsche Courant
M.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De inwoners van Hoogeveen waren
verstoordde stoom-carousel van
den heer Janvier te Bergen-op-Zoom
mocht volgens besluit der vroede
vaderen niet komen. Groot was de
verontwaardiging, maar men besloot
er zou gedraaid worden. De eigenaar
van een stuk land stond dit ten ge-
bruike af aan den ondernemer, die
wat in zijn nopjes was, daar hij nu
eenige honderden guldens staangeld
in den zak hield. En de Hoogeveensche
draailustigen draaiden nu lustig rond
onder het gezang van het «Nieuwe
Draailied."
.Ouden, jongen, laat je draaien.
Alles gaat met mekaniek.
't Orgel speelt een lustig deuntje,
'i Is er alles even sjiek.
En Janvier die geeft een vrijkaart
Aan de leden van den Raad,
Nu hy van het staangeld vrijkomt.
Want dat is voor hem niet kwaad."
nEdelachtbaren, laat je draaien,
Kijkt toch altijd niet zoo raar!
Weest nu voor één keer eens vroolyk,
Gunt u zelf een prettig uur!
'k Zie zoo graag een waardig raadslid,
Op een steigend houten peerd,
Daarom, heeren, laat je draaien,
't Is gerust de peine weerd.
Of de «heeren Edelacbtbaren",
van deze gratis gelegenheid gebruik
hebben gemaakt, meldt de bericht
gever niet. Waarschijnlijk vonden zij
het niet het «echte'' vermaak. Waar
wat is tegenwoordig echt Wij leven,
helaas, in een tijd van algemeene
onechtheid en vervalsching, zoo hoort
men klagen. Zie b. v. eens, hoe wij
tegenwoordig dineeren
Soep wordt vervalscht met tapioca,
gemaakt van koperhoudend aardap
pelmeel; augurkjes en groenten wor
den door koperzout groen gekleurd:,
de margarine in plaats van boter,
wordt nog vervalscht met aardappel
meel en door orlean of curcuma
gekleurdtruffels maakt men van
oude aardappelen salade met zwa
velzuur houdende azijn; bessensap uit
een afkooksel van Iersche mos, ge
kleurd met bietensap en een beetje
echt bessensap; oranjemarmelade van
geraspte knollenvan suikergoed is
gips het hoofdbestanddeel en wordt
gekleurd met schadelijke verfstolïen.
Wijn, koffie, thee, cognac, alles wordt
vervalscht.
Hoe vindt u die kippensoep? vroeg
laatst een kelnner aan een gast. De
kip heeft haar alibi bewezen, was
het antwoord.
Zoo is er dus veel valsche schijn in
de wereld, een dichter roept ons
waarschuwend toe
Laat u geen schijn bedriegen. De misdruk is
[niet duur,
Daar zjjn papieren bloemen; daar is geschil-
[derd vuur;
Daar is verzilverd koper, een ingebeelde
[vreugd
Geen valsche munt zóó gangbaar als nage
maakte deugd."
Dit laatste oordeel klinkt mij in
zijn algemeenheid wel wat streng.
Ik zou hier een dichtwoord tegen
over willen plaatsen
"Spreek geen haastig vonnis uit
Over 's naasten hart en leven
Ziet ge op eigen weg en werk
Dan geen enkle smet meer kleven?
Blijf toch niet als rechter staan,"
Maar strijd zelf om in te gaan."
Eenige troost bij al die valschheid
en onechtheid kan het wellicht ge
ven te bedenken, dat men vroeger
al evenzoo daarover klaagde, b. v.
over het vervalschen van eetwaren.
De ouden verstonden dat kunstje ook.
Niet alleen wordt er in den Bijbel
over gesproken, maar Dioshiridus en
Plivius, die leefden in de eerste eeuw
onzer jaartelling, spreken reeds van
wijnvervalsching. En Sebastian Brant,
die leefde omstreeks 1500, geeselde
reeds de vervalsching van zijn tijd.
Nu geschiedt niet alle vervalsching,
opzettelijk, soms berust ze op een
vergissing. Van een zoodanige ver
gissing werd een Oostenrijksch koop
man de dupe. Zijn makelaar seinde
hem, dat ettelijke schepels tarwe
werden aangeboden tegen een be
paalde prijs, en liet daarop volgen
«Zal ik koopen of is prijs te hoog?"
Het antwoord luidde: «Geen enkele
prijs te hoog". Maar de telegrafist
had zich vergist en een komma achter
het tweede woord weggelaten. Het
telegram had moeten luiden«Geen
enkele, prijs te hoog." Door deze
onnauwkeurigheid werd de koopman
tot den bedelstaf gebracht.
De telegrafist kon misschien zijn
gedachten beter mondelingdan schrifte
lijk uitdrukken. Zoo meende ook zekere
mijnheer Smit van zichzelf. Toch
stotterde de man zoo, dat het pijn
lijk was hem te hooren spreken.
Eens, toen hij een advokaat in den
arm had genomen voor een erfenis
kwestie, schreef deze hem een brief,
vragende enkele verklaringen hem
schriftelijk te willen doen toekomen.
Den volgenden middag verscheen
mijnheer Smit zelf op het advoka-
tenkantoor en zei:
«Ik-k-k d-d-dacht d-d-dat 't b-b-be-
ter was d-d dat ik-k-k m-maar even
zelf k-k-k-k-wam, w-want ik-k-k-
k-k-an b-beter spre-k-k-en d-dan
schrijven."
Oranjebond van Orde.
De Oranjebond van Orde hield te
Utrecht zijn jaarlijksche algemeene
vergadering.
Aan het daarin uitgebracht Jaar
verslag is o a. het volgende ontleend
Het afgeloopen jaar ving aan met
746 leden en eindigde met 721 leden.
In 1907 bedroeg bel bedrag der geïnde
contributies f1976 tegen f2041 in
1906. Aan giften werden den Bond
dit jaar f 506.geschonken, terwijl
bovendien als legaat van mevr. de
wed. P. van Lelyveld-van derStraaten-
Stokbroo, (laatstelijk gewoond heb
bende te Utrecht) ontvangen werd
de schuldbekentenis groot nominaal
f1000, dd. 7 Sept. 1905 ten name
van de legatrice door het Bondsbe-
stuur uitgegeven van ter leen ont
vangen gelden ten behoeve van den
bouw van «Ons Huis" op het Hofveld
in de Gemeente Apeldoorn.
Met groote erkentelijkheid wordt
gewag gemaakt van den belangrijken
steun, welke de Bond ook d.t jaar
van de Kwartgulden-Vereeniging voor
heide-ontginning heeft ondervonden
d.e Bond ontving in 1907 nml. van
de Vereeniging f6145, d.i. f397,
meer dan 't vorige jaar. De inzending
van den Bond op de nationale en
internationale landbouwtentoonstel
ling van 1622 September te 's-Gra-
venhage werd door de jury waardig
gekeurd met den eersten prijs voor
de rubriek «Ontginning".
Aangaande de stichtingen wordt
't volgende o.a. medegedeeld
Erica-stichting. Dezelfde vijfhoeve-
naren, die in 1906 de hoeven gepacht
hadden, konden ook in 1907 daarvoor
in aanmerking komen. De voorwaar
den waren in hoofdzaak over
eenkomstig die der vroegere jaren.
Slechts werd van elk der hoeven de
pacht weder met f5 verhoogd,
zoodat de pacht bedraagt voor 3
hoeven f110, voor een hoeve f115
en voor de andere f210. Ter bestrijding
der kosten van door den Bond ver
strekte hulpmeststoffen werd door ieder
der hoevenaren f 35 terugbetaald.
De oogst was dit jaar over't algemeen
goed. Vooral rogge en aardappelen
leverden een voordeelig gewas. De
De oppervlakte der bebouwde en on
bebouwde gronden bedroeg dit jaar
in totaal 23.1280 H.A.
Hof- en Hattemsche Veld en Ons
Huis. Alle woningen waren het ge
heele jaar verhuurd. Het jaar 1907
was voor 't meerendeel der bewoners
niet gunstig. Het slechte weder was
oorzaak dat de oogst der veldvruchten
over 't algemeen minder goed was
dan vorige jaren. Het in 1906 omge
spitte terrein van 4000 M1 werd in
Mei bezaaid met lupine, welke een
goed gewas gaf en bij voldoende
rijpheid werd ondergeploegd, waarop
rogge werd gezaaid die goed opkwam.
Met het verbarden en gelijkmaken
der wegen werd doorgegaan.
Peelersveld bij Assen. Al beant
woordt deze stichting nog steeds niet
aan alle gestelde verwachtingen, zij
gaf den Bond gedurende 1907 toch
niet bijzonder reden tot klagen,
't Blijkt toch, dat de Stichting in een
bestaande behoefte blijft voorzien. In
weekhuren werd totaal ontvangen
f428.92. De ontginning der nog
woest liggende gronden gaat niet
zoo spoedig als gehoopt werd. De
oogst was dit jaar over 't algemeen
gunstig.
Ontginningen. Deze worden 't grootste
arbeidersveld van den Bond genoemd.
Het technisch belang der aan den
Oranjebond van Orde in eigendom
toebehoorende ontginningen was ook
gedurende 't afgeloopen jaar aan de
Ned. Heide Mij. opgedragen. Van
deze medewerking wordt met groote
erkentelijkheid gewag gemaakt. Voor
de vier ontginningen kon ge
durende 't afgeloopen jaar een totaal
bedrag van f6944 besteed worden.
Deze vier ontginningen zijn Van der
Huchtbosch. Westerzand, Drouwener-
zand en Bovertsche Heide. Voor
krachtig aanpakken van deze ont
ginningen is echter versterking van
geldmiddelen van den Bond dringend
noodig, gelijk in 't algemeen de Bond
meer inkomsten noodig heeft om zijn
taak te blijven volvoeren en uit te
breiden.
Aardbeien.
Men schrijft uit Beverwijk aan 't
Handelsbl
Algemeen wordt dezen zomer een
ruime oogst van aardbeien verwacht.
De bloeitijd is geheel vorstvrij voor
bijgegaan en het koelere weder van
de laatste dagen maakt dat de vrucht
zich behoorlijk ban zetten. Wanneer
er geen bijzondere stoornissen komen,
denkt men er meer te kunnen alle-
Uit bet Zwecdsch van SOPHIE ELKAN.
6)
Een doordringende snik weerklonk somber
en hartverscheurend door de donkere, arm
zalige kamer. Daarna werd alles stil.
Drie Zondagen na dien rustdag, waarop
otr>trent den slag bij Amba Aligi
Aderno had bereikt, maakte men zich aldaar
gereed een lijkmis voor de gevallenen bij te
gaan wonen. Dagelijks gedurende drie weken,
had de schoolmeester in het «Caffé Unione"
beschrijvingen over dat gevecht en bijzon-
derheden daarover voorgelezen. Maar tot
daartoe was er niets in voorgekomen betref-
fende den vermisten Gaetano Boscio uit
Augusta.
11 forestiere zat daarbij als vroeger in een
hoek en luisterde ademloos toe. Wanneer
alles voorgelezen was, verwijderde hij zich
weer zwijgend en stil, zonder zich te bekom
meren om de daarop volgende debatten der
toehoorders.
Dien Zondagmorgen zat hij op de straat
voor zijne woning. Hij was ijverig bezig den
zetel van een rieten stoel te vlechtenwant
hij had dit handwerk te baat genomen, sedert
zijne krachten hem niet meer toelieten zich
met steenhouwen of den arbeid van weg
werker bezig te houden.
«Goeden dag, forestiere," klonk het vrien
delijk aan zijne zijde.
«Goeden dag, signor Sindaco," antwoordde
Giovanni en keek een oogenblik van zijn
taak op.
Aderno's burgemeester, signor Buonnac-
corsi, was nu en dan gewoon langs die
achterbuurt huiswaarts te keeren.
«Altijd even vlijtig, forestiere," zeide hij.
«Maar vandaag moet je toch niet werken en
liever naar de Mis gaan. Het is de lijkdienst
voor de gesneuvelden in Afrika."
«Ja, dat weet ik. Ik zal er heengaan. Maar
het duurt nog een paar uren voordat hij
begint. U is vroeg op weg vandaag, signor
Sindaco."
«Dat heeft zijn reden. Het zal warm zijn
in de kerk en het is beter vooraf eens wat
frissche lucht te scheppen. Ik denk dat de
dienst heel plechtig zal zijn. Het is een heer
lijke zaak, forestiere, dat onze Siciliaansche
knapen zich zoo prachtig onderscheiden
hebben. Hier staat een brief van een Sici-
liaan.
«Zoudt u hem mij niet eens willen voor
lezen, signor'Sindaco?"
Signor Buonaccorsi keek op zijn horloge.
«Ik heb nog vijf minuten over. Het is een
brief van den tweeden luitenant Cutti. Hij
schrijft
«Amba Lama, 20 December 1895.
Lieve vader!" Zeg je iets forestire
«Neen. signor Sindaco, ik luister."
«Lieve vader! Ik maak het goed en ben
hier naar Amba Lama gekomen, maar zou
liever op het slagveld van Amba Aligi ge
bleven zijn, als zoovele mijner kameraden
Het is mijn schuld niet, dat ik nog in leven
ben. Ik zocht den dood, maar tevergeefs, de
dood wilde niet van mij weten. Onophoude
lijk snorden de kogels langs mij heen zonder
mij te treffen. Wij hebben tot het laatst toe
onzen plicht gedaan. Moge ons eerstvolgend
gevecht met eene overwinning eindigen. Wij
hopen varig dat het uur der vergelding
spoedig zal slaan. Leve Italië.
Ik kan niet langer schrijven. Ik heb geen
tijd en mijne gemoedsstemming maakt het
mij niet minder onmogelijk. Ik heb zooveel
ontzettends aanschouwd."
«Zegt hij ook wat hij gezien heeft, signor
Sindaco?"
«Ik heb geen tijd verder voor te lezen
wat hij schrijftmaar hij vertelt onder meer,
dat die tamboer bij Amba Aligi ook een
Siciliaan was. Je weet wel, die knaap, van wien
men in den aanvang zooveel heeft gesproken.
Je zult hem wel herinneren. Hij was doode-
lijk gewond, maar ging tegen een boom aan
leunen en vocht als een leeuw door en toen
de luitenant, die na het sneuvelen van majoor
Tosselli het bevel overnam, hem last gaf
den aftocht te trommelen, trommelde hij den
aanval, tot hij dood neerstortte. Niemand
wist te zeggen wat er van hem geworden was.
Wordt vervolgd).