NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. GIOVANNI IL FORESTIEBE. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. Woensdag 17 Juni 1908. Zeven-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: Een verhaal uit Sicilië. flo 49. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. RureauLangestraat 77. Telephoonno. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Keizer Wilhelm jubilaris. Maandag 15 Juni, was het twintig jaar geleden, dat het Pruisische staats- ministerie bekend maakte aan het volk: «Der königliche Duider bat vol- lendet" Heden, 15 Juni, is Keizer Wilhelm II twintig jaar Duitsch keizer en ko ning van Pruisen. In zijne rede, te Munster gehouden, heeft Wilhelm II zelf gewezen op dit jubileum, en gesproken over zijn on dervinding in die twintig jaar. Hij heeft met veel menschen te doen gehad, en veel van hen moeten ver duren. Dikwijls onbewust, helaas dik wijls bewust, hebben zij hem veidriet gedaan. En wanneer in zulke oogen- blikken de woede zich van hem meester maakte, en de gedachte aan wraak opkwam, dan zei hij tot zichzelf, om den toorn te doen bedaren en zacht te leeren oordeelen «Alle sind Menschen wie du, und obgleich sie dir wehe thun, sie sind Triiger einer Seele aus den lichten Höhen, von oben stammend, zu denen wir einst alle wieder zurückkehren wollen, und durch ihre Seele haben sie een Stuck ihres Schöpfers in sich". Wijze woorden, getuigende van rij peren leeftijd en ondervinding. De felle woede van de tijden dat weer- strevenden bedreigd werden met ver plettering, ontevredenen met sluiten buiten de poorten,heeft plaats gemaakt voor een zachte beoordeeling van menschen en dingen. EeDS, de jonge heerscher van nog geen dertig jaar, die geloofde aan zijn roeping bij de genade Gods, die blinde gehoorzaamheid eischte vol van de autoriteit van het oude régime nu de man in de kracht van zijn leven, die bezonnen zijn macht grondt op vertrouwen winnen en vertrouwen schenken. Prins Wilhelm ging door voor een eergierig jong man, belust op oor logsroem. In zijn eerste keizers-jaren verklaarde hij niet begeerig te zijn naar de lauweren van den overwin- nenden veldheer. Men geloofde hem niet. Thans, na twintig jaar niette genstaande hij door zijn impulsiviteit en vurig temperament reden gegeven heeft tot twijfel is een ieder over tuigd, dat vrede voor hem het hoogste gebod is. Moelei Hafid is dan in elk geval te Fez. aangekomen. Wanneer het nu precies gebeurd is, Zaterdag, Zondag of Maandag, is niet gemakkelijk te zeggen, maar hij zit er en dat is het voornaamste. Reuters telegram laat den intocht Maandag plaats gehad hebben, het oorspronkelijke bericht plaatste hem op Zaterdag en volgens den bekenden correspondent van de Kölnische Zeitung te Tanger is het in waarheid Zondag geschied. Volgens dien berichtgever is de intocht wel degelijk met groot gejubel gevierd. Er is nog een belangrijk bericht uit Marokko: Generaal d'Amade heeft zijn troepen laten terugtrekken op Casablanca, omdat zijn doel bereikt is en het land in den omtrek van Casablanca volgens zijn meening vol doende is gepacificeerd. De Franschen, zoo schijnt het, zullen echter voor- loopig Casablanca zelf niet verlaten. Te Mekines is een Fransche brieven besteller aangevallen, terwijl hij het blad Saada rondbracht. Een soldaat van Moelei Hafid, die diens veldtochten meegemaakt bad en de Franschen niet gaarne zag, kreeg den man in het oog en wilde hem doodschieten maar meer bezadigde lieden wisten het te beletten. De toestand te Teheran schijnt gaandeweg weer even hachelijk te worden als in December j.l.er dreigt weder een ernstige botsing tusschen de reactionnairen en de voorstanders der grondwet. Het parlementsgebouw is omsingeld door groote troepen reac tionnairen, die ter dege gewapend zijn. Wel hebben de troepen het bevel om een ieder die wapens draagt gevangen te nemen, maar er zijn zooveel ge- wapenden, dat het bevel onmogelijk uitgevoerd kan worden. Integendeel hebben een troep opstandelingen een paar kozakken ontwapend. De muren der stad zijn overdekt met revolution- naire bekendmakingen. Alle zaken staan stil. Volgens andere berichten uit Tehe ran heeft het Parlement den Sjah verzocht om de menschen, die hij ge vangen heeft laten nemen, volgens den wettelijken weg te laten terechtstaan maar de Sjah heeft daar niet aan gewild en gezegd, dat men maar moet oppassenwant er waren nog heel wat meer menschen die hij niet ver trouwde en die hij eiken dag kon laten oppakken. En, zoo zou hij er bij gezegd hebben, als hij weerstand ontmoette, dan zou hij heel Teheran in de lucht laten springen. In het St.-Petersburgsche Nowoje Wremja lezen wij berichten uit Tabris. In die stad was eerst een sterke be weging tegen den Sjah en zijn Rus sische vrienden, schrijft het blad, die nog werd vergroot, doordat men op bet Russische consulaat bescherming had verleend aan een van de ergste reactionnairen. Maar Vrijdag was er te Tabris een telegram van den Sjah gekomen, waarin werd gezegd, dat hij de lieden streng, zou straffen, die het land aan de anarchie overleveren, maar dat hij de grondwet trouw zou nakomen. De krachtige toon van dat telegram heeft zooveel indruk gemaakt, dat de geheime genootschappen, die de afzetting van den Sjah reeds had den besloten, van plan veranderden en de beweging tegen den Sjah en daarmee tegen de Russen een einde nam. üit Goeschenen wordt een nood lottig ongeluk in de Alpen bericht. Twee toeristen, Imfeld en Puehrlen genaamd, zijn bij het afdalen van den Iberg Fleckistock in een diepte van 2500 voet gevallen. Imfeld had een enkel gebroken en vele kneuzingen bekomen; maar hij wist zich toch naar Vicki te sleepen, van waar on middellijk een troep mannen uitging om den anderen toerist te helpen. Maar Puehrlen bleek, toen men hem vond, reeds aan de vreeselijke wonden die hij bekwam te zijn gestorven, waarschijnlijk een oogenblik nadat zijn metgezel was heengegaan om hulp te halen. De Koningin vertrekt Zaterdag uit de residentie voor een bezoek van eenige dagen aan haar Moeder naar Soestdijk. Z. K. H. Prins Hendrik is Maandag met zijn adjudant van het Loo ver trokken, om de reis naar het Noorden te aanvaarden. H. M. de Koningin nam in de ves tibule van het Paleis hartelijk afscheid. Dierenvrienden. Opgericht is een Alg. Bond van Dierenvrienden. Tegelijk verscheen het eerste nummer van «Natuurvrienden," officieel orgaan van den Bond. Doel van den Bond is «dat vóóral Vereenigingen van dierensport zich, met behoud barer eigene zelfstandig heid, tot één Bond aaneensluiten ook liefhebbers niet tot eene Veree- ging beboorende worden uitgenoodigd zich bij den Bond te voegen om alzoo te vormen een Bond van Ver eenigingen een Bond van alle stan den." Hij wil de liefhebberij voor nut en sportdieren bevorderen en meer liefde daarvoor opwekken, zoo ook voor de dieren in de vrije natuur, vooral door de kennis omtrent de dieren en al wat daarop betrekking heeft te vermeerderen o.a. door het houden van lezingen en het verspreiden van goede lectuur. Secretaris-penningm. is de heer L. A. v. d. Berg Jr. te Willeskop. Brand in het hospitaal te Milligen. Te midden van uitgestrekte bosschen en heidevelden, onmiddellijk grenzend aan het Kroondomein van de heer lijkheid Het Loo ligt een complex gebouwen, gewoonlijk eenvoudig aan geduid door de benaming «Het Re monte-depót" te Milligen. Het was vroeger bestemd voor een kampement der militairen en hoewel het bij de manoeuvres nog als zoo danig dienst doet, is de eigenlijke be stemming sedert jaren een inrichting voor het verzorgen, africhten enz. voor jonge en aanvullingspaarden ten dien ste van het leger. Een der gebouwen, dat vroeger als hospitaal ingericht is, wordt thans ge bruikt in den zomer voor reconvales cente militairen, die door de gezonde lucht der dennen aldaar volledig her stel trachten te vinden. Juist een paar dagen geleden waren 26 van die her stellende zieke militairen in dit ge bouw ondergebracht, toen in den nacht van Zaterdag op Zondag om streeks half één, door den korporaal die de wacht had, brand ontdekt werd. Deze nam zoo hand over hand toe, dat, nadat allen gewekt waren, ter nauwernood de manschappen hunne kleederen konden redden. Gelukkig zijn geen menschenlevens te betreuren en is er zelfs niemand gewond hoe wel er bij zijn, die alleen hun corvee broek en atilia konden redden om zich te kleeden. De directeur van het Remonte-depót, kolonel I. H. Knel, die wegens zijn a.s. verhuizing ook in 't gebouw sliep, werd door den dienstdoenden officier uit zijn bed naar buiten gedragen. De paardenarts was toevallig afwe zig, doch zijn bezittingen gingen door den brand te loor. De reconvalescenten zijn hedenmor gen te Apeldoorn per rijtuig van Milligen overgekomen en naar hun respectieve garnizoenen teruggebracht. Hun onvoldoenden kleeding trok, zoo- Uit het Zweedsch vail SOPHIE ELKAN. 7) Nu schrijft deze Cutti, dat men ontdekt heeft, dat de zwarten hem het hoofd, de armen en beenen afhieuwen en hem onher kenbaar verminkten. Hij was intusschen een .-ïciliaan Hoe heette hij ook weèr? Gaetano Boscio uit Augusta. Hij was de zoon van een van Garibaldi's duizend manschappen:" De iorestiere tuimelde als een gekwetste achterover. Daarna rees hij weer overeind en streek met de hand over het voorhoofd. Een oogenblik bleef hij sprakeloos staan. Toen nam hij werktuigelijk den bijna gereed ge komen stoel op en schoof die aan den bur gemeester toe. «Wees zoo goed te gaan zitten, mijnheer de Sindaco, zeide hij: «Ik heb eene kleine duizeling; maar dat gaat spoedig over." Hij wankelde en zette zich neêr op de uitgesleten stoeptreden van het huis. «Ik dank je, forestiere, maar ik heb geen tijd meer. Ja, het doet goed te weten dat onze Sicilianen even dapper als de anderen zijn geweest. Vaarwel nu." «Signor Sindaco!" De burgemeester wendde zich om. «Is er iets, dat je wenscht, forestiere?" «Ik ben zoo ontroerd, dat ik niet kan sprekenmaar er is iets, dat ik u zou willen zeggen, signor Sindaco. Mag ik vandaag na de Mis bij u komen! Laat mij u datgene mogen zeggen wat ik niet langer dragen kan. Ik kan geen adem meer krijgen!" Hij greep naar zijne borst. De burgemeester wierp Giovanni haastig een blik toe en dacht bij zichzelvenDe man is krankzinnig geworden." Maar hij ant woordde «Ik zal na afloop van de Mis thuis zijn. Gij kunt dus komen." Het koor van den Dom was behangen met zwarte draperiën en de kolommen had men met rouwfloers omwikkeld. Midden in het schip der kerk stond een groote, hooge, met zwart bekleede katafalk, aan den voet waar van eenige van krip voorziene kransen rust ten. De grootste krans, met de breedste linten, was van Aderno's stadsbestuur. Op de katafalk zelve las men opschriften in zilveren letters. Aan de eene zijde „Zij streden Voor de beschaving, Voor het Katholiek geloof, Voor de eer van Italië. De geschiedenis zal hun naam bewaren," en aan den tegenovergestelden kant: „Geloovigen Mogen uwe gebeden Heden vereenigd opstijgen Tot den Barmhartigen God! Gebeden om licht en vrede Voor de dappere dooden!" Voor de katafalk, links, had men eene reeks stoelen neêrgezet voor de schoolkinde ren. De gemakkelijke bekleede bidstoelen rechts waren gereserveerd voor Aderno's overheidspersonen. Vlak tegenover de kata falk verhief zich eene estrade voor den bur gemeester en zijne beide wethouders. Onder aan deze estrade waren de stoelen geplaatst voor de officieren van het garnizoen der stad. De gereserveerde plaatsen waren nog on bezet; maar het overige gedeelte der kerk begon zich langzamerhand te vullen met eene steeds toenemende menigte, heel de bevolking van Aderno. Onophoudelijk werden de zware lederen gordijnen van den hoofdingang ter zijde geschoven voor de binnenstroomende men schen. Het werd moeilijk nog plaats te vinden in het stampvolle gebouw. Om de katafalk heen werd de doortocht vrij gehou den allen trokken daarlangs en beschouw den haar met een plechtige aandacht. Het was over het algemeen genomen geen fees telijk gekleede schare, die voorbij de ledige katafalk trok. Eene minigte bedelaars in lom pen, welke hun nauwelijks de beenen en borst bedekten, geitenherders en ezeldrijvers in sterk riekende landsdrachten en campagna- costuums. En niet een dier lieden, die niet een reuschachtige blauw- of roodkatoenen parapluie onder den arm hield, ofschoon de dag verblindend zonnig was. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1