NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
ëëTmïsverstand.
BINNENLAND.
Woensdag 1 Juli 1908
Zeven-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Mevr. P. SMISSAERT-B00GAERT.
NO. 53
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per 'post door het geheele Rijk f 1.
Afs onder lij ke Nommen 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden niterlgk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonuo. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
H. M. de Koningin-Moeder heelt
Zondag de Godsdienstoefening bijge
woond in de Hervormde Kerk te Soest,
onder gehoor van G. W. C. Vunderink,
uit Amersfoort.
In den namiddag maakten de Koningin
en H. M. Koningin Emma een rijtoer
door de gemeente Soest.
Te 's-Gravenhage is overleden
Baron van Hardsnbroek van Heeraarts
berg en Bergambacht, opperkamerheer
der Koningin. De overledene was voor
zitter in het hoofdbestuur van het
Roode Kruis en kreeg in die hoeda
nigheid, na het krachtig optreden
van het Roode Kruis in den Transvaal-
oorlog het Grootkruis Oranje Nassau.
Vroeger was Baron Hai denbroek
raadslid te Den Haag en comandant
der Haagsche schutterij en scherp
schutters.
De overledene genoot een hoog
aanzien van het Hof. Hij vertegen
woordigde wijlen koning Willem III
menigmaal in het buitenland.
De Nedeilandsche bond van
gemeenteambtenaien hield Zondag te
Utrecht een zeer goed bezochte bui
tengewone algemeone vergadering tot
verdere behandeling van de door
twee commissiën uitgebrachte rap
porten omtrent in het belang der
gemeenteambtenaren wenschelijke wij
zigingen in de gemeentewet.
Alleieerst werd behandeld de nota-
Pels tegen het verplicht stellen van
twee examens, bet eene voor benoem
baarheid tot secretaris en ambtenaar
ter secretarie in gemeente beneden
3000 zielen, het andere in grootere
gemeenten. Hiertegen voerde de heer
Pels «secretaris van 's-Hertogenbosch
aan, dat, waar het beginsel van ver
plicht examen nog veroverd moet
worden het vooreerst onpractisch is
dadelijk twee examens te eischen. Het
zal den wetgever bemoeilijken. Een
gesplitst examen is ook niet noodig.
Voor geen enkele betrekking wordt
in grootere gemeenten een zwaarder
examen geeischt dan in kleinere. Het
voorgesteld tweede examen is boven
dien zoo zwaar, dat een kostbare
opleiding noodig zal zijn, slechts in
enkele gemeenten te verkrijgen. Vele
onbemiddelden en in afgelegen plaat
sen wonenden zullen daardoor onbil
lijk achter gesteld worden en daarom
acht spr. het voorstel tegen het
belang van de bondsleden. Ook is de
gestelde grens onwillekeurig en zeer
laag. Er is voor die grens bijna geen
groudslag te vinden en dit veroor
deelt bet stelsel absoluut.
De heer Elenbaas, burgemeester
van Krabbendijke, rapporteur der
commissie, wijst erop, dat de vraag
is hoe het best de belangen der
gemeente-ambtenaren en ook van de
gemeente gediend worden. De prac-
tijk wijst uit, dat het tegenwoordig
diploma in grootere gemeenten op
zich zelf niet voldoende wordt geacht
en in den regel in academische
opleiding waarborg wordt gezocht.
Dat is onbillijk tegenover in de prac-
tijkgevormden. Daarom moet gelegen
heid bestaan tol het afleggen van
een zwaarder vakexamen, een zeer
moeilijk examen. Dan kan ook de
studie die sommigen thans maken
voor middelbaar onderwijs staatsin
richting, staathuishoudkunde en boek
houden nuttiger besteed worden, al
onderschat spr. de waarde dezer
examens niet. Nu is elke grens wille
keurig. Maar in verschillende artike
len der gemeentewet komen reeds
grenzen naar het zielental voorhet
getal raadsleden, vereeniging van
betrekkingen burgemeester, secretaris
en ontvanger in dezelfde gemeente.
Intusschen zou zelfs bij geheel ver
vallen van de grens nog niet van de
instelling van twee examens behoeven
te worden afgezien. De commissie
zou geen bezwaar hebben tegen
slechts eén verplicht examen, mits
dan maar de gelegenheid besta voor
verdere studie door invoering van
een zwaaider facultatief examen.
Daarmede toch komt de bedoe
ling der commissie tot haar recht.
Nadat verschillende leden het woord
voerden, vereenigt de heer Pels zich
met het gewijzigd voorstel der com
missie. Aan zijn hoofdbezwaar, dat
door verplicht zwaarder examen vele
theoretisch en practisch behoorlijk
onderlegden van benoeming in groo-
tete gemeenten worden uitgesloten, is
biermede tegemoetgekomen.
De heer Veenstra, secretaris van
Schoonhoven, blijft voorkeur geven
aan het denkbeeld van Zuid-Holland,
om voor grootere gemeenten zwaarder
examen te eischen, doch eerst bij
10000 zielen om hen die eenige jaren
het eerste diploma bezitten en prac
tisch werkzaam waren, daarna ook
in grootere gemeenten benoembaar
te verklaren. Spr, wenscht in elk geval
zooveel mogelijk te keeren onge-
wenschte invloeden die zich thans veel
bij benoeming doen gelden. De heer
Lakeman, ambtenaar ter secretarie
van Amsterdam, vreest dat bij één
verplicht examen groote gemeenten
aan academisch gevormden de voor
keur blijven geven. Het gewijzigd
voorstel der commissie wordt, wat het
beginsel betreft, met 1569 tegen 1498
stemmen aangenomen.
De wensch wordt met groote meer
derheid uitgesproken van regeling van
de minimum-jaarwedden voor burge
meesters en secretarissen uitsluitend
naar het zielental, zonder op de klas
sen personeele belasting te letten.
Bij de behandeling van deze zaak
voerde o. m. het woord het commis
sielid de heer Romeijn, secretaris van
het Rijkswoningcollege, die daarbij zijn
warme sympathie voor den bond uit
sprak. De voorzitter betuigde den beer
Romeijn onder groote instemming der
vergadering haar warmen dank.
Hierna kwamen aan de orde de
verschillende artikelen zooals zij door
de commissie zijn voorgesteld. Bij het
artikel omtrent eischen benoembaar
heid burgemeester stelt de afdeehng
Groningen voor ook dezen te vorderen
voldoening aan bij algemeenen maat
regel van bestuur te stellen eischen.
De heer Elenbaas, sprekende namens
de commissie, wijst op de uiteenloo-
pende motieven, die kunnen vorderen,
dat een bepaald persoon in een zekere
gemeente benoomd wotdt en acht in
verband daarmede eischen bij bestuurs
maatregel onmogelijk te stellen. Het
voorstel wordt verworpen. Bij het
artikel over minimum-jaarwedden bur
gemeester neemt de commissie over
het amendement-Zuid Holland, dat de
jaarwedden elke tien jaren moet wor
den herzien. De heer Van Douwen
stelt met het oog op salarissen, die
in sommige Friesche gemeenten reeds
worden uitgekeerd, eenige verbooging
voor van de voorgestelde minima,
waarmede de commissie zich vereenigd.
De afdeeling Noordholland wil de
minima nog meer verboogen. De heer
Elenbaas voert hiertegen aan, dat
het niet mogelijk is ook in de aller
kleinste gemeenten zoodanige wedde
toe te kennen, dat zij een levenson
derhoud oplevert. Het voorstel-Noord-
bolland wordt niet ondersteund en het
gewijzigd voorstel aangenomen. Het
kleinste salaris is daarbij f500 in
gemeenten beneden 1000 zielen, met
opklimming naar het zielental, o. a.
1900-2150 zielen f1025, f2700-3000
zielen f1250, 2700-4100 zielen f1475
enz. Verder wordt bepaald, dat door
de Kroon wegens bijzondere omstan
digheden in bepaalde provinciën of
gedeelten een hooger minimum
vaststelt. Bepaald wordt, dat de
minimum-jaarwedden gedurende 15
jaren periodiek zal worden verhoogd
in verband met dienstjaren als
gemeente-ambtenaar in dezelfden of
anderen gemeente. Voor den secretaris
wordt in denzelfden zin bepaald.
Voor den ontvanger worden de minima
bepaald in verhouding tot de gewone
ontvangsten der gemeenten, 'I, °/o van
de ontvangsten tot f20000, daarna
1% en verder 4% van belastingen en
1 van den borgtocht. Diens wedde
wordt elke vijf jaren herzien.
Bij de artikelen over de examens
wordt voor diploma A vereischt vol
doende algemeene ontwikkeling, be
kendheid met grond-, provinciale en
gemeentewet, voldoende kennis van
wetten enz., gemeente-administratie
en burgerlijken stand en 2-jarige
practische werkzaam beid vooor diploma
B bovendien eenige kennis hoofdbe
ginselen, burgerlijk recht, strafrecht,
fiscaal recht, internationaal privaat,
staathuishoudkunde, administratieve
en gerechtelijke jurisprudentie en
literatuur betreflende bedoelde bepa
lingen.
De jaarwedden van secretarie- en
ontvangersambtenaren worden door
den raad bepaald onder goedkeuring
van gedeputeerde staten. Minimum
f600 voor bij algemeenen maatregel
van bestuur verplicht te stellen secre
tarie-ambtenaren, voor onverplichte
ambtenaren in gemeenten boven 10000
zielen na 3 jaar f600, boven 2500
zielen f 500, verder f 300. Verder
verschillende periodieke verhoogingen.
Het Rijk vergoedt aan de gemeenten
de helft van de minimum-jaarwedden
voor burgemeester, secretaris, ont
vanger,en van deambtenaren,benevens
dehelftvan de periodieke verhoogingen.
Het geheele ontwerp wordt ver
volgens zonder stemming aangeno
men.
Verder wordt nog een motie van
de afdeeling Groningen tegen ver
mindering van jaarwedden van burge
meesters, secretarissen en ontvangers,
ingeval meer dan een dier betrekkin
gen in dezelfde of een andere gemeente
door eenzelfden persoon wordt bekleed.
Ten slotte wordt nog met algemeene
stemmen aangenomen een voorstel
om den gemeentesecretaris advisee-
rende stem toe te kennen in de ver
gaderingen van raad en burgemeester
en wethouders en raadscommissien.
Na woorden van grooten dank aan de
beide gemeentewetscommissien wordt
de vergadering gesloten.
DOOR
Voor de helverlichte woning van mevrouw
van Velzen reden de rijtuigen, die de talrijke
gasten naar haar bal brachten, af en aan.
Uit een der allerlaatste equipages stapte een
jong meisje, gehuld in een donkerrooden, met
bont gevoerden mantel, welke haar slanke
figuur geheel verborg en slechts het fijnbe-
sneden, donkere kopje zien liet. Terwijl haar
rechterhand de plooien van japon en mantel
samen hield, droeg zij in de andere een
prachtige bouquet orchideeën en seringen. Toen
zij op het punt was de trappen van het bordes
op te gaan en onwillekeurig even keek naar
de menschen, die aan weerszijden van de
stoep geschaard stonden om de fraaie toiletten
der dames te bewonderen, viel haar blik toe
vallig op de armoedige, met lompen bedekte
gestalte van een jong meisje, niet ouder dan
zijzelve, met een bleek, ziekelijk gezichtje,
waarin alleen de groote, droevige oogen sche
nen te leven, en deze waren met eene uit
drukking van smachtend verlangen op de heer
lijke bloemen gericht.
Leonie Desprez ving dezen blik op en, im
pulsief als zij was in al haar doen en laten,
stopte zij zonder een woord te spreken bet
onthutste meisje haar bouquet in de hand.
Daarop verdween ze vlug in de vestibule,
voordat de andere, van hare verbazing beko
men, haar had kunnen bedanken.
Reeds dadelijk berouwde Leonie haar on
doordachte handelwijze; de verwonderde iet
wat spottende blikken der bedienden, die dit
tafereeltje hadden gezien, hinderden haar;
ontevreden met zichzelve liep zij de salons
door tot de balzaal, waar haar gastvrouw zich
bevond. Toen viel het haar eensklaps op,
dat bijna alle daar aanwezige jonge meisjes
bouquetten hadden en nu besefte zij eerst
recht, wat zij eigenlijk gedaan had. Wat zou
Utengaerde, haar soupeur, die haar de bloemen
gezonden had, er wel van zeggen? Hoe moest
zij hem uitleggen, waarom zij zonder zijn
bouquet verscheen?
Doch tijd tot nadenken had zij niet: reeds
was ze omringd door een groepje heeren, die
haar om eene dans kwamen vragenzij zag
dat ook Utengaerde haar naderdeOnwille
keurig maakte ze zich los uit den kring, en
ging hem tegemoet. Haar hart klopte hevig,
de angst voor de onvermijdelijke verklaring
joeg een levendiger blos op haar wangen en
verhoogde de schittering der donkere oogen,
zoodat zij Utengaerde schooner dan ooit toe
scheen. Die bekoorlijke verlegenheid stond
haar goed, want daardoor werd het ietwat al
te overmoedige en zelfbewuste harer persoon
lijkheid getemperd.
«Wel freule, heeft u nog een dans voor mij
over of kom ik te laat?" begon hij en toen,
met een plotselingen blik op haar handen:
«Heeft u mijn bouquet niet ontvangen? Dat
is onbegrijpelijk van den bloemist."
Sprakeloos stond Leonie tegenover hem;
de woorden stokten haar in de keel en slechts
met groote moeite stamelde zij de eerste de
beste uitvlucht, die zij bedenken kon: «Ik
ik heb uw bouquet vergeten."
Toen ze hem aanzag ontstelde zij van de
uitwerking harer woorden: Utengaerde was
bleek gewordeD en er lag in zijne oogen iets
alsof hij zich niet alleen gegriefd maar ook
beleedigd gevoelde.
«Vergeten?" vroeg hij, als meende hij haar
verkeerd te hebben verstaan; «vergeten?"
Zij had inmiddels haar zelfbeheersching
terug gekregen en zeide, hem nu vlak in het
gezicht ziende«Ja, vergeten. Ik was gehaast,
het rijtuig stond reeds voor, maar uw beuquet
was prachtig en
Doch verder kwam ze nietde koude, harde
blik zijner oogen deed haar huiveren, zij
wendde haar gelaat af en zweeg. Toen
met eene buiging, verwijderde hij zich en
Leonie bleef voor eene wijle alleen. Zij gevoelde
zich bedroefd en ontstemd. Dat haar woorden
hem pijn gedaan en gegriefd hadden, begreep
zij ten volle. Indien zij werkelijk de bouquet
vergeten had, was het immers natuurlijk, dat
het in zijne oogen eene onvergevelijke nala
tigheid was. Aan den anderen kant, wanneer
zij hem de ware toedracht van de zaak had
verteld, zou hij haar misschien niet hebben
geloofd, zoo dwaas en onwaarschijnlijk was
het, of hij zou haar hebben uitgelachen.
Want wie ter wereld gaf ooit een balbouquet
aan een arm bedelmeisje?
En Leonie Desprez, die tot nog toe geen
groote verdrietelijkheden had ondervonden,
voelde zich diep terneergeslagen. Wat wist
zij, het verwende, aangebeden eenig kind, van
onaangenaamheden af?
Wordt vervolgd).