NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. EEUlLLETOlY DE KLEINE POSTILJON. m. 59. Woensdag 22 Juli 1908. Zeven-en-dertigste jaargang. i VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestrnat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENT1ËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De toekomst van Australië. Sir Joseph Carruthers, die verleden jaar om gezondheidsredenen afirad als eerste minister van Nieuw-Zuid-YVales en thans agent van deze kolonie teLon- den is, heeft aan de Weslm. Gazelle fabelachtige bijzonderheden verteld van den rijkdom en den voorspoed van dezen zich met Ameiikaanschen snelheid ontwikkelenden staat. Zijn jaarlijksche inkomsten zijn vier miilioen hooger dan die van het ge heele gemeenebest, zijn eigendommen zijn twintig maal zoo groot. De pro ductie der kolonie bedroeg in 1906 59 miilioen pond sterling tegenover 90 miilioen slechts twee jaren te voren. Daartoe droeg de vetweiderij bij met bijna 23 miilioen, de landbouw met bijna zeven, de mijnnijverbeid met tien, de fabrieksnijverheid met-twaalf en een half. In veertig jaren tijds is de opbrengst van de vetweiderij ver dubbeld, die van de melkerij en de pluimveeteelt vertwintigvoudigd, die van de mijnen en de fabrieken tien maal zoo groot geworden. De kolonie telt anderhalf miilioen inwoners, haar productie bedraagt dus 40 pd. st. per hoofd, meer dan «en vierde der bevolking heeft op de banken en in de spaarkassen deposito's tot een gezameiijk bedrag van zestien miilioen pond; in maatschappijen op aandeelen en bouwvereenigingen is een som van 58 miilioen pond belegd. De handel van Nieuw-Zuid-Wales bedroeg in 1906 tachtig miilioen pond sterling, flet Australische gemeenebest heelt in de laatste halve eeuw, met een bevolking die toenam van 400.000 tot vijf miilioen, voor 700 miilioen aan mineralen en 620 miilioen aan wol uitgevoerd; het staat met een handel van bijna 12 pd. st. per hoofd met Groot-JBritannië vooraan in de rij der handeldrijvende rijken, waarin ons land tweede is met ruim 8,5 pd. st. Denemarken derde met even 8 pond en Canada vierde met ruim zeven. Een kort maar rijk verleden met een schitterend heden en daarbij een veelbelovende toekomst Achttien miilioen acres goed koren land, zeide Sir Joseph wachten nog op de ploeghet scheepsvervoer is technisch zoozeer vooruitgegaan, dat de Australische voortbrengselen te Londen in even goeden staat aan de markt worden gebracht als in de Australische dorpen de verbetering der machines heeft de gelegenheid geopend mijnen in exploitatie te nemen die voorheen braak moesten liggen; Nieuw Zuid Wales heeft rijke en uitgebreide kolenmijnen, groote goud- zilver- en kopermijnen, de uitge- strektste loodmijnen ter wereld en bergen van zink. Een nieuwe en omvangrijke handel is geopend met het Oosten. Vijf stoomvaartlijnen bezorgen de verbinding met de Azia tische h3vens en voeien de voortbreng selen der kolonie naar een wereld van 1400 miilioen zielen. Om deze, schier onmetelijke rijk dommen te ontginnen heeft Australië niets den handen noodig, handen om het lijk te veidedigen en den bodem te bewerken. Daarom spoorde Sir Joseph tot emigratie naar Austra lië aan, waar, zeide hij, het leven voor den werkman even goedkoop, voor den middenstand veel en voor de welgestelden oneindig veel goed- kooper is dan in Engeland". Een droomer. Er gaat een droomer rond, een idealist, Sir Max Waechter, die in onzen tijd van steeds toenemende kosten voor krijgstoerustingen, maar ook van steeds krachtiger wordend protest daartegen en steeds toene- menden afkeer van den oorlog, ijvert voor ontwapening der mogendheden en het vormen vaneen Europeeschen Statenbond. Hij gaat de grooten der aarde, keizers en koningen, spreken over zijn plan en twijfelt niet aan de ver wezenlijking van zijn schoonen droom. Sir Max is thans met zijn jacht «Shemara" te Kopenhagen en hij zal eerstdaags door Koning Frederik van Denemarken ten gehoore worden ont vangen en daarna ook door Koning Haakon van Noorwegen. Keizer Wilhelmwien hij werd voorgesteld op een feest ter gelegen heid van de zeilwedstrijden te Kiel heeft hem groote sympathie be tuigd met zijn plan van een Euro peeschen Statenbond, «waardoor het verspillen van groote sommen voor miliiaire uitgaven en invoerrechten zou worden vermeden." «Ik reik," zeide de Keizer, «ieder de hand die komt met een denkbeeld dat de groote zaak des vredes kan bevorderen." Ook de Koning van Zweden be tuigden even hartelijk zijn instem ming en belangstelling voor het plan. «Als de gekroonde hoofden van Europa instemmen met zijn denk beeld", zegt Sir Max, «dan zijn wij een goed eind verder gekomen op den wsg ter verwezenlijking van het plan." Sir Max Waechter zal, na den Koning van Noorwegen te hebben gesproken, terugkeeren naar Engeland en daar een memorandum opstellen, waarin hij zijn plan omschrijft en dat, in alle Europeesche talen over gezet aan invloedrijke staatslieden, schrijvers en denkers van Europa zal worden gezonden. En ook al betuigen die allen hunne instemming zoo zullen de mannen van de nuchtere practijk zeggen dan is daarmede de oorlog nog de wereld niet uit. Maar toch zal het groote vredesdenkbeeld waarvoor Sir Max en zoovele anderen ijveren er door vorderen. Het is nog, zeggen die droomers en wie weet, mis schien krijgen zij gelijk ais alle grootsche gedachten, «muziek uit de verte", maar eindelijk «drinkt ze alom in zegepraal door, een aloverweldigend koor, gezongen door gansche geslach ten." N. v. d. D. Het weer is niet alleen bij ons in de war, laat ons dit een schrale troost zijn. Jn Noord-Italië, aan het Lago Maggiore en het Como-meer sneeuwt het zelfs en van verschillende plaatsen komen berichten van snelle stijging van den waterstand der rivieren. In Spanje is het al niet beter. In het dal van de Ebro woedde een hevige or kaan, die belangrijke schade aanrichtte en volgens een telegram uit Bilbao zijn aan de kust tal van menschenle- vens door den storm verloren gegaan. En ook uit Rusland wordt melding gemaakt van felle stormen en van zware regens, die zelfs op sommige plaatsen het treinen verkeer onmoge lijk maakten. Te Berlijn heeft het Zondag vree- selijk geonweerd. In het Grunewald werd iemand door den bliksem gedood Het onweer gaf ook nog indirect aanleiding tot ongeregeldheden te Spandau. Toen daar nl. aan de wielerbaan bekend werd gemaakt, dat ten gevolge van het ongunstige weder de aange kondigde wedstrijden eerst des Maan dags zouden worden gehouden, ver nielden de teleurgestelde toeschouwers de tribune. En eerst' toen soldaten te hulp waren geroepen kon de orde worden hersteld. Ook uit andere deelen van Duitsch- land komen berichten over or.weder en daardoor veroorzaakte ongelukken en schade. Van alle kanten komen berichten over zwaar onweer. Dresden en om geving werden Zondag bezocht door een met het onweder gepaard gaande wolkbreuk, waardoorontzagljjkeschade op het veld is aangericht en geheele rijen hoornen werden omgeworpen. In het naburige Kötschenbroda ont stond een paniek op een muziekfeest van 4000 zangers, waarbij verschillende personen gewond werden. Bij Rade- beul werd de smal-spoorweg Dresden Radeburg door den storm vernield en het verkeer gestremd. üok te Berlijn onweeide het den geheelen dag. Overal vernam men van vernieling in het geboomte en van plaatselijke overstroomingen. Op het Tegelermeer waren vele menschen ooggetuigen van een merkwaardig verschijnsel, een waterzuil van minstens vijftien meter hoogte, die zich door den wervelstorm verhief en zich over het meer verplaatste om na circa 7 minuten als een fontein uiteen te vallen. Een zwaan, die in den weg kwam, werd in de hoogte gevoerd. Geheel Noord-Italië werd door een storm bezocht. Aan het Lago Maggiore sneewde hel sterk. Het Meer van Como trad buiten zijn oevers. Alle rivieren in het gebergte stegen snel. Te Genua wies de Viseguo vijf meter boven het gewone peil en bracht veel schade toe aan bruggen en fabrieken De electrische spoorweg van Milaan naar het meer Lugano werd door een bergstorting vernield en gestremd. Ook in Spanje heeft een zware storm gewoed, waardoor vooral in bet dal van den Ebro veel schade werd aangericht. Uit Bilbao werd gemeld, dat het onweer in de naburige kleine havens 42 slachtoffers had gekost. Het noodweer heeft een werkelijke ramp veroorzaakt in Galicië. Dooreen zware wolkbieuk werden 42 gebouwen vernield, waarvan 21 woonhuizen. Van deze werden 13 met den grond gelijk gemaakt. In den vloed kwamen 26 personen om tien mannen, tien vrou wen en zes kinderen. Bovendien wer den nog vijf arbeiders vermist. Veel vee verdronk, van een verongelukt gezin werd alleen een 12-jarige knaap gered. Het water wierp hem op een balk, die door den stroom weggevoerd in een omgevallen boom terecht kwam. De knaap bleef in. de takken zitten, totdat hij den volgenden dag werd gevonden. Aartshertog Karl Stephan, die het geteisterde dorp Jusczyna bezocht, nam den uitgeputten knaap Uit het Zweedsch van SOPHIE ELKAN. 3) Tehuis, ver weg van deze plek, was het voorge vallen, de waarheid dat hij haar voor een andere verlaten had, geweest als een booze droom, waaronder zij het gevoel, de hoop bleef koesteren dat het een droom was waaruit zij weder zou ontwaken. Alles was ODwaar geweest, behalve hare liefde, die ten slotte over alles zou zege vieren. Alles was mogelijk, alles behalve dit eene, dat er geen wonder geschieden zou. Hoe ongeloofelijk het ook moge schijnen, was het eerst hier, terwijl zij daar zat en over de schit terende rivier heenblikte, dat zij zich de vraag stelde, door anderen zoo vaak in hare plaats gedaan «Bezit ik dan geen fierheid, dat ik hem nog liefheb, met vergeten heb, mij niet kan onder werpen Daarop volgde een uitroep «Ik verlang, verlang naar hem; maar ik durf niet zelf daarheen te gaan, om mij te overtuigen. Ik zou ongezien willen toeschouwen, om zekerheid te verkrijgen. Ik wenschte dat een liefderijke hand mij daarheen voerde het valt zoo zwaar altijd alleen te gaan." Het sterke licht over de rivier verblindde andermaal hare oogen. Zij bedekte ze met de de handen. Een diepe weemoed maakte zich van haar meester, een gevoel van eindeloos medelijden met zichzelve, een bewustzijn van hare groote, hopelooze verlatenheid. Eene kleine, zachte kinderhand raakte de hare aan. Zij sprong op en keek toe. Het was René. Hij stond naast haar, overtuigd gewenscht en welkom te zijn. «Wil mevrouw meêkomen en mijne paarden zien Alle paarden hier zijn van mij." Hij stak zijne hand in de hare. Zij voelde eene opwelling van ongeduld, den lust hem te verzoeken haar met rust te laten. Maar zij hield veel van kinderen en de knaap was onweerstaanbaar in zijne vertrouwende zeker heid, dat zij hem zou volgen. Waarom zou zij dat ook niet doen? Als zij slechts een oogen- blik aan hare gedachten kon ontkomen! Zij staken dwars den tuin door naar eene kleine binnenplaats en traden daarop den stal binnen. Hij noodzaakte haar al de paarden om beurten te liefkoozen en vertelde haar hoe zij heetten. «Mevrouw moet oppassen voor Durance, die bijt; maar Lisette is er lief en La Tarasque ook. fk kan ze allen mennen. Alle vier hier. Dat is bepaald waar. Grootvader zit alleen naast mij en houdt het puntje van de leidsels vast. Kom eens hier, dan zal mevrouw mijn koets kunnen zien die groote, die heele groote, die daarginds staat." In het koetshuis stonden verscheidene voer tuigen, die waarschijnlijk aan huurkoetsiers in den omtrek toebehoorden. De groote koets, die René zijn eigendom noemde, stond het verst er in. Het was eene reusachtige, geelgeverfde, afgedankte diligence nit de vorige eeuw, met gebroken ruiten en verroeste wielen. «Wij moeten vier paarden hebben hiervoor, anders gaat het niet. Mevrouw wil immers wel met mij meêrijden." Zij knikte. Het was eene rust voor de oogen, te ont snappen aan het verblindende daglicht daar buiten. «Ik zal inspannen, als mevrouw zoo goed wil zijn hier een oogenblik te wachten. Ga zoolang op dezen stoel zitten." Het knaapje bootste volkomen den deftigen waardtoon van zijn grootvader na; maar het was met zijn eigen kinderlijke, echt zuidelijke charme, dat hij den stoel aandroeg en haar verzocht plaats te willen nemen. Het was een kapotte rieten stoel, die men waarschijnlijk als onbruikbaar naar de binnenplaats had over gebracht. Zij zette zich neder. René liet haar den tijd niet zich in gedach ten te verdiepen. Hij babbelde onophoudelijk voort en zeide zijn «hoepla" en «stil daar" met zulk eene overtuiging, alsof hij werkelijk de lastige paarden bij den stang binnenvoerde en ze voorspande aan de stijve riemen, met behulp van groote touwen, die hij om die hoornen wond. «Nu is het eene koppel voorgespannen en zal ik de anderen halen. Zoo, daar zijn ze! Maar mevrouw mag zich niet te dicht bij Durance wagen. Men kan haar nooit vertrouwen en La Tarasque slaat achteruit." Zij wilde hem plezier doen en hield zich alsof zij vreeselijk bang was voor de gevaar lijke, onzichtbare paarden. Hij bracht haar naar de koets. «Nu, mevrouw! Maar mevrouw kan niet in de diligence plaats nemen, fk kan de deur niet openkrijgen. Mevrouw moet bij mij op den bok zitten. Wacht een oogenblikje. Ik zal mijn posteljonshoed en mijn zweep halen. Ziezoo I" «Waar zullen wij heen rijden, René vroeg zij, om toch iets te zeggen. Haar hart, dat van het oogenblik af, dat zij ProveDce bereikt had, stormachtig en onregelmatig klopte, dreigde plotseling stil te staan, toen de knaap ant woordde Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1