NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
i\o 90
Zaterdag 7 November 1908.
Zeven-en-dertig»te jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
TIJD IS GELD.
DOCTOR JOZEF.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en V rij dag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Vlugheid, nauwkeurigheid, tijdsbe
sparing zijn de grondslagen waar naar
in een moderne Amerikaanscbe zaak
gewerkt wordt en dat daarbij de
machines een groote rol spelen, be
hoeft wel geen nader betoog. Iedere
bediende voor wiens werk een telephoon
noodig is, heeft er een op zijn lessenaar
en wel zoodanig aangebracht, dat zij
niemand in den weg is en naar alle
zijden kan draaien, terwijl zij na het
gebruik weder automatisch op haar
plaats terugkeert. Hierdoor is het
mogelijk, dat verschillende bedienden
er gebruik van kunnen maken. New
York beroemt zich niet ten onrechte
er op, dat zij het grootste telefoonnet
ter wereld bezit (f250.000 aange
slotenen.) Dat een Amerikaanse!)
kantoor zonder schrijfmachine iets
ondenkbaars is, behoeven wij eigenlijk
niet te zeggen.
In de oogen van een Amerikaansch
zakenmensch geven met de hand
geschreven brieven blijk van een
weergalooze onbeleefdheid, een zonde
tegenover de menschheid. Men doet
geen zaken om raadselachtige geschrif
ten te ontcijferen en zich de oogen
te bederven om niet te spreken van
het tijdverlies, redeneert hij.
Een voorbeeld Een Amerikaanscbe
firma ontving kort geleden een met
de band geschreven brief van vier
zijden van een Duitsch geleerde, die
over sommige punten van den tech-
nischen directeur een vakkundig voor-
deel wenscht. Om die hiëroglyphen
te ontcijferen waren bijna twee uren
noodig.
Gelukkig behoefde men nog niet
bovendien den tijd van een steno-
graphiste in beslag te nemen, want
men bezat Edisons Handelsphonograaf.
In plaats van het antwoord tedicteeren,
sprak men bet eenvoudig in den
opnemerde beschreven waschrolien
werden vervolgens naar de schrijf
machine afdeeling gebracht en daar
aan speciale typisten overhandigd, die
de rollen op hun phonograaf plaatsten,
gummieslangen aan de ooren be
vestigde en op de schrijfmachine
eenvoudig het phonogram weder
gaven. Al heeft degenen, die dicteerde
ook nog zoo snel gesproken, de
typiste kan door een pedaal de
snelheid van haar toestel zoodanig
regelen dat zij bet phonogram geheel
kan bijhouden. Gemiddeld kan een
wasrol tien brieven opnemen en
kan daarna 75 maal worden afge
slepen, zoodat elke rol voor circa
750 brieven gebruikt kan worden.
Intusschen, is weder een ander
apparaat uitgevonden, hetwelk de
gesprekken in een phonograaf auto
matisch neerschrijft. Wij bedoelen
den door een Deen uitgevonden
telegraphoon, een der wonderbaar
lijkste vindingen van den tegenwoor-
digen tijd. De chef van de hierboven be
doelde Amerikaanscbe firma heeft
zich zulk een toestel aangeschaft en
is er hoogelijk mede ingenomen.
Wanneer hij niet aanwezig is en
men hem per telefoon spreken wil,
verbindt men deze met den telegra
phoon, welke alles, wat gesproken
wordt, op dunne stalen plaatjes grift.
Komt hij terug, dan neemt hij den
telefoon aan bet oor, en laat zich
door den telegrafoon alles vertellen,
wat er in zijne afwezigheid getelefo
neerd isbij dicteerd dan meteen het
antwoord op den gereedstaanden
phonograaf. Gemakkelijker kan het
al moeielijk. De telegraphoon is veel
beter wat het weergeven van de
menschelijke stem betreft dan de
phonograaf, bovendien zijn de staal-
plaatjes gemakkelijker te ihanteeren
dan de breekbare wasrollen. De plaat
jes mogen verhogen zijn, men slaat
ze met een hamer weder vlak, zonder
dat iets van het gesprokene verloren
gaat. Ook behoeven zij niet afgeslepen
te worden om opnieuw gebruikt te
worden men demagnetiseerd ze een
voudig. Algemeen worden de telegra
foon nog lang niet gebruikt, maar
wanneer het eenmaal zoover is, kan
men zeggen dat de menschheid de
volmaaktheid weder een stapje nader
is gekomen. In plaats van brieven
te schrijven, spreekt men ze in het
toestel en zendt het plaatje in een
envelop weg. De ontvanger heeft dan
niets anders te doen dan het in zijn
toestel te steken en te luisteren wat
de ander te vertellen heeft; bij ant
woordt dan op dezelfde wijze.
Willicht komt men nog eens zoo
ver, dat het personeel geheel over
bodig is en iedereen dan patroon
wordt.
Woensdag is in de Fransche Kamer
het debat over de noodzakelijkheid
van het al of niet opheffen van de
doodstraf, dat in Juni begonnen en
toen afgebroken is, voortgezet.
Twee sprekers voerden hoofdzake
lijk het woord: Wilm, die sterk tegen
de handhaving is, en Georges Berry,
die de doodstraf wil toegepast zien,
zoowel op daders van moord als van
doodslag.
Volgens Wilm werkt de doodstraf
niet goed uit een oogpunt van afschrik
king, evenmin is de toepassing uit
een moreel oogpunt aan te bevelen
en last not least: ze is niet meer
ongedaan te maken.
Georges Berry daarentegen ziet
er het middel in om hen af te schrik
ken. Volgens dezen spreker is de
doodstraf het eenige waarvoor de
boosdoeners vrees koesteren. Hoe
vreeselijk ook het dooden van een
mensch is, men moet de gevoeligheid
ter zijde stellen en de eerlijke bur
gers beschermen tegen den misda
diger.
Tegen het argument, dat de dood
straf een onherroepelijke werking
heeft, voerde Berry aan, dat juist het
Instituut der presidentiele gratie is
ingesteld, om in twijfelachtige geval
len een executie te verhinderen.
Een opsluiting gedurende 6 jaren
in de cel, ter vervanging van de dood
straf, zooals voorgesteld is, zal al
evenmin afdoende werken als de
dwangarbeid. In Guyana ontvluchten
in 1906 van 6600 gedeporteerden 300.
In Italië, waar de doodstraf is
afgeschaft, nemen de bloedmisdrijven
steeds toe, terwijl zij daarentegen in
Engeland, waar de doodstraf door
ophanging wordt toegepast, steeds
afnemen. In alle groote staten wordt
deze wijze van bestraffing nog toe
gepast, het democratische Zwitserland
heeft haar weder ingevoerd.
De doodstraf opheffen zou een
onmenschelijke daad zijn.
Het Handelsblad deelt enkele bij
zonderheden mede omtrent den nieu
wen president van de Vereenigde
Staten.
William H. Taft werd op 15 Sep
tember 1857 te Cincinnati geboren
Zijn vader, Alphonso Taft, onder
scheidde zich als rechtsgeleerde, mi
nister en diplomaat. Op de Woodward-
school bereidde de jonge Taft zich
voor op het bezoek van de Yale-
universiteit, waar hij in 1879 zijn
graad behaalde. In het jaar 1893 ver
leende zijn Alma Mater hem den titel
van doctor in de rechtsgeleerdheid.
Nadat hij Yale had verlaten, bezocht
bij nog de rechtsgeleerde school van
het Cincinnati-college. Voordat hij
daarop als advocaat zich vestigde, was
hij eerst nog eenige jaren als journalist
werkzaam. Daarna werd hij ambtenaar
van het openbaar ministerie te Hamil
ton en vervolgens belastingambtenaar
en later weer advocaat. Van 1887 tot
1892 was hij auditor-generaal van de
Vereenigde Staten, van 1896 tot 1900
deken en professor in de juridische
faculteit te Cincinnati.
In 1900 werd hij benoemd totbonds-
rechter en in hetzelfde jaar tot voor
zitter van de Philtppijnsche commissie
en op 5 Juli 1901 volgde zijn benoeming
tot civiel gouverneur van de Philip-
pijnen. Dit ambt vervulde hij tot
Februari 1904, toen hij optrad als
minister van oorlog. In 1900 zond
Roosevelt hem naar Cuba om een einde
te maken aan de daar heerschende
wantoestanden en korten tijd fungeerde
hij hier ah gouverneur van het eiland.
Ook in 1907 bracht Taft nog een
bezoek aan Cuba, Panama en Porto
Rico om verschillende quaesties te
regelen. Het vorige jaar bezocht hij
Japan. Uit deze opsomming blijkt dat
de heer Taft reeds een langen staat
van dienst in het openbare leven heeft.
Nederland en Venezuela.
Het volgende vinden wij in de
Curasaosche bladen
»De berichten uit Washington,
schreef de Atnigoe di Curasao, spre
ken niet anders dan van geruchten,
die er in omloop zijn over een revo
lutionaire beweging, op touw gezet
met het doel President Castro van
Venezuela uit het zadel te lichten. De
leiders daarvan zouden hoofdzakelijk
vijanden van Castro zijn, die bier in
het land in ballingschap leven. Het
regenseizoen eindigt in Venezuela in
October, en de operaties zouden dan
beginnen. De revolutionairen beschik
ken over een aardige som gelds en
hopen in 't bijzonder in hun pogingen
geholpen te worden door Holland,
dat de Venezolaansche havens zou
blokkeereri.
Eveneens komt uit Washington het
gerucht, dat de leiders der beweging
onderhandeld hebben met het Staats-
departement, doch dat hun is mede
gedeeld én door Secretaris Root én
door Bacon, dat de regeering der ver
eenigde Staten een revolutionaire
beweging in Venezuela onmogelijk
kon steunen.
»De revolutionaire plannenmakers
zijn er van overtuigd, dat na hun
inval een massa volk in Venezuela,
en vooral langs Columbiaansche grens,
dat Castro vijandig is gezind, hun
zijde zal kiezen. Zooals zij zeggen,
wordt dat volk door hem in bedwang
gehouden door vrees, doch als zij de
overtuiging krijgen, dat een machtige
beweging hun te hulp zal komen, zal
het bereid worden gevonden hun plan
neu te deelen. Inderdaad, de plannen
voor de campagne en uitgebreide
informaties, die noodig zullen zijn voor
het slagen der onderneming zullen
van de zijde dezer Venezolanen komen.
»En Columbia zal gewillig een aan
tal verschaffen, die ook heel gaarne
president Castro uit de regeering van
Venezuela zouden zien gewipt, even-
oed als de meesten der Venezolanen
Uit het Zwcedscli
DOOK
SOPHIE ELKAN.
(Slot.)
6)
Ik bespeurde het niettemin en toen ik
Ontdekte hoe het hem aangreep, ontstelde ik
er van. Hoe hij was? Of hij zooals voorheen
tot mij kwam? Ja, dat deed hij, vaker zelfs,
dagelijks. Maar toch was het niet zooals
vroeger.
Ik zag spoedig in, dat hij gewetenswroeging
had over zijne komst; hij minachtte er zich
zelf om niet weg te kunnen blijven. Hij ver
meed het Philip te ontmoeten, ja zelfs hem
de hand te geven. Ik raadde dat hij het
gevoel had hem te bedriegen. Doctor Sylvius
bezat zeer zeker niet de luchthartigheid, die
men behoeft om lichtzinnig te zijn. Zij, die
mij vroeger met hem plaagden dat hjj mij
gevoelens wilde toeschrijven, die ik niet koes
terde, waren geheel en al verstomd door
de overtuiging dat hij, Klas Kristoffer Sylvius,
de verpersoonlijking van eergevoel en plicht,
de echtgenoote van zijn vriend beminde. Het
was voor hem eene onbeschrijfelijke pijn.
Versta mjj wel: niet die liefde op zichzelf,
maar het feit haar te koesteren en tegen zijn
karakter in te handelen. Ik geloof trouwens
niet, dat men gewetenskwelling gevoelt over
iets anders dan dat wat strijdig is met onze
natuur. Het is alsof men geweld pleegde op
zichzelf.
Ik kan u niet beschrijven hoe het zich toe
droeg. Hij was zeer bewogen en zeide dat
hij vertrekken moest. Geen woord zeide hij
over liefde; maar ik begreep hem. Hij weende.
Ja, dat klinkt grappig, maar het was het alles
behalve. Hij was het, die zich verheven be
toonde in zijne trouwhartige eenvoud en ik
was het, die eene ellendige rol vervuldewant
met volle bewustzijn had ik hem hiertoe ge
bracht. Ik voelde mij even vernederd alsof
ik waarlijk de vrouw van Potiphar ware ge
weest en hij
Hij vermoedde natuurlijk in het geheel niets
van mijne werkelijke gevoelensmaar geloofde
dat in mij hetzelfde omging als in hem, dat
ook ik voor eer en plicht streed.
Neen, lach niet! Er is geen oorzaak tot
lachen. Ik heb er menigmaal over geweend.
Kijk mij zoo niet aan! Ik kan het niet helpen.
Dat ik het mij zoo aantrok, kwam juist daar
door, dat het zoozeer in strijd met mijne
natuur was, te doen wat ik deed.
En hij gedroeg zich zoo mooi en zoo edel;
hij koesterde zulk eene kooge gedachte van
mij. Ik hen dankbaar, dat er een mensch
geleefd heeft, die mij op zulk eene wijze
beminde en ik wilde slechts dat ik het had
verdiend.
Ziedaar de heele geschiedenis van doctor
Jozef. Het is niet het verhaal, dat gij verwacht
hadt. Neen, dat kan ik wel begrijpen.
Ik wist niet, dat hij zich hier gevestigd
had. Of ik niet gekomen zon zijn, om u een
bezoek te brengen, indien ik dat geweten
had? Neen, misschien niet. En toch zoii ik
wellicht zijn gekomen, indien het slechts hem
had gegolden. Neen, ik heb hem niet lief,
zelfs nu nog nietmaar gij weet, dat ik liefst
alles vermijd wat pijnlijk en leelijk en onaan
genaam is en het is zoowel pijnlijk, als leelijk
en onaangenaam er aan herinnerd te worden,
dat men eeDmaal in zijn leven
NeeD, zeg het woord niet! Ik kan het niet
aanhooren. Maar ik denk er vaak over na en
O.ok aan Jozef aandoctor Jozef.