NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. uit Je rechtzaal Woensdag 28 April 1909. Acht en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BUITENLAND. FEUILLETON. f?JSO. 34 Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau Langestrnat 77. Tclephoonno. 09. AD VEHTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het straatgevecht te Constantiuopel. Men schiijft aan het N. v. d. Dag Een geregeld en duidelijk verhaal te geven van de gebeurtenissen te Constantiriopel, is nog niet mogelijk. De berichten zijn daarvoor te tegen strijdig, wat trouwens geen wonder is; want het spreekt toch van zelf dat de Turksche hoofdstad nog in schromelijke verwarring verkeert en er allerlei onware geruchten rond gaan. Eenige punten staan echter boven allen twijfel. De troepen van het Macedonische leger hebben de stad onderworpen het garnizoen heeft zich overgegeven of is neergeschoten, en ook Jildiz, de residentie van den Sultan, bevindt zich in de macht d^r Macedoniërs. Wij zeggen opzettelijk «Macedoniëis» en niet »Jong-Tur ken», omdat een der telegrammen het ver moeden wekt, dat er tusscben den legeraanvoerder en het Jong-Turk- sche Comité geen algebede overeen stemming meer bestaat. Sjefket Pasja de opperbevelhebber, schijnt op 't oogenblrk de onbeperkte heerscher, in de Turksche hoofdstad te zijn en te oordeelen naar het telegram dat wij op het oog hebben is van hém de proclamatie uitgegaan, waarin wordt gezegd dat de Macedonische troepen niet door de Jong-Turken uaar Constantiriopel gestuurd zijn. Nu, zelfs wij in West-Europa weten dat het wel degelijk het Jong-Tuiksche Co mité geweest is, dat het initiatief tot den marscb naar Constantiriopel heeft genomen; de legeraanvoerder procla meert dus blijkbaar alleen, omdat hij de Jong-Turken niet als een gezag hebbende organisatie wil erkennen. Uit verschillende berichten echter blijkt dat de Jong-Turken den aanval op Constantinopel hebben geleid en dat de overwinning derhalve aan hen evenzeer te danken is als aan de dap perheid der troepen. Onzeker is nog het lot van den Sultan. Wellicht is ook dit een gevolg van het verschil van meening dat heerscht tusschen Sj"fket Pasja en het Comité. De nationale vergadering, te San Slefano samengekomen, heeft nu ten tweeden male tol Abdul Hamid's afzetting besloten, maar tot dusver is dit besluit nog niet uitgevoerd, hoewel sinds de overgave van het Jleliz garnizoen de troepen de hand maar hebben uit te steken, om den Sultan te grijpen. Wel gaan er ook geruchten, dat Abdul Hamid zich op een Duitsch schip bevindt waarmede hij wil vluchten, maar ook indien dat waar is, kunnen zijn tegenstanders het verhinderen, want er vaart een Turksch smaldeel door den Bosporus, om don Sultan tegen te houden, als hij mocht pogen te ontsnappen. Wordt derhalve de Sultan niet afgezet, dan is het omdat zij die thans de macht in handen hebben, het verstandiger vinden, hem op den troon te laten. Tot aanvulling van wat de tele grammen reeds hebben medegedeeld, volgt hier nog een en ander uit de buitenlandsche bladen over het gevecht van Zaterdag. Vrijdagavond rukton de troepen die reeds dagen lang op een uur af stand van de stad lagen, op en be zetten de voorsteden. Daarbij kwam het reeds tot een gevecht met een kazerne, een eindje buiten de stad gelegen. Toen de soldaten in Con stantinopel het geweervuur hoorden, wilden zij hun kameraden ter hulp snellen, maar de minister van oorlog hield hen tegen. De kazerne werd ge nomen. De daaropvolgende nacht was rustig. Tegen zes uur 's morgens be gon de aanval der Macedonische troepen op de stadaan verschillende kanten drongen kleinere patrouilles binnen, maar daar zij niet op tegen stand stuitten, deden zij ook niemand kwaad. De hoofdmacht echter werd gericht tegen bet noorden van Pera (de stad aan den linkeroever van den Gouden Hoorn, waar de Europeanen dat schijnt een vergissing geweest te wonen en waar ook de vreemde ge zantschapsgebouwen zijn). Daar staan de groote kazernes, de Tasjlrijka, de Matschka en de Taxim-kazernes. Zij liggen op den weg van het nog noor delijker gelegen Jildiz naar Pera. Daar, om en bij die kazernes, heeft de strijd het hevigst gewoed, en er dreigde daarom voor de Europeanen die in die omgeving wonen wel degelijk gevaar; maar aan de voorbeeldige voorbereiding der Jong-Turken is het te danken, dat bijna niemand die er niets mede te maken had, gedeerd is. Bij de verovering der Taxirn-kazerne (dat is die waar de muiters van 13 April geherbergd waren) is het tot bloedig treffen gekomen. Toen het garnizoen zag dat bet de aanvallers niet meer kon tegenhouden, vluchtte het de groote straat op, aan welker einde het Duitsche gezantschapsge bouw gelegen is. De soldaten vlucht ten over een Turksch kerkhof, een schilderachtig plekje, waar cypressen groeien over oude halfweggezonken grafzerken. Daar is bloedig gevochten en vandaar zijn ook wel eenige afge dwaalde kogels in het Duitsche ge- zaniscbapsgebouw terechtgekomen. De gezant, baron Marschall, had van de Jong-Turken bericht gekregen, dat hiervoor gevaar was en hij was op zettelijk den ganschen dag in het gebouw gebleven. 't Heeft nog moeite genoeg gekost om die Taxim-kazerne meester te wordende soldaten wilden zich niet gewonnen geven, totdat de troepen een kanon lieten aanrukken en de kazerne begonnen te bombardeeren. Toen kwamen er officieren als onder handelaars om de kazerne over te geven. Intusschen echter vluchtten de soldaten over het kerkhof en daar ontspon zich toen opnieuw de strijd. Het meest verward zijn de berichten over het gevecht om de residefitie van den Sultan. Zaterdagmiddag kwam reeds het bericht dat de be zetting zich bad overgegeven, maar zijn, veroorzaakt door een witte vlag. wapperend van een hospitaal. Even wel, naar de telegrammen melden is ook Jildiz in hel bezit der Mace donische troepen en daarmee is het gezag van Sultan Abdul-Hamid ver nietigd. Laten wij ten slotte aanhalen wat er aan de Duitsche regeering uit Constantinopel geseind wordt over de houding der Jong-Turksche troepen »De bestorming van de muiters- kazernes door de Macedonische troe pen heeft algemeene bewondering gewekt. Met voorbeeldige discipline en heldenmoed gingen schitterende voorbereiding en uitvoering gepaard. Aan beide partijen toonde zich de oud-Turksche dapperheid. Men moet wijzen op het beleid der officieren en op de uitmuntende houding van hen zoowel als van de manschappen tegen over de bevolking. Wat hier vandaag geschied is, bewijst de juistheid van de in Juli jl. gewekte opvatting, dat van het verjongde Turksche leger daden te verwachten zijn, waarover heel de wereld met verbazing zal spreken." Het resultaat van het onderzoek, ingesteld naar den toestand der marine in Frankrijk, zal een ernstig gevolg hebben. De regeering heeft besloten, een vervolging in te stellen tegen de bekende vuurwapen-fabiiek van Creu- sot, wegens bedrog door haar gepleegd bij de levering van kanonnen en an dere voorwerpen voor de marine. De fabriek zou ijzerwerk geleverd heb ben, dat de vereischte sterkte miste, ja, dat op sommige plaatsen kapot was. Castro doet zich voor als een zieke en daarbij arme man. Hij heeft geen apartementen gehuurd, maar slechts één kamer (hoewel toch een zeer be hoorlijke). Hij laat geen cognac meer komen van 100 francs do flescb, maar dejeuneert met drie kop chocolade, zes eieren en een portie zachte kaas. Voor een kranken man altijd nog een voldoende hoeveelheid, dunkt ons. Nederland en Veuezuela. Uit Den Haag meldt men, dat Dr. Paul, na het herstel van de diploma tieke betrekkingen met zijn land, is benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister der Vereenigde Stalen van Venezuela bij het Neder- landsche hof. De nieuwe gezant heeft reeds zijne geloofsbrieven aan den Minister van Buitenlandsche Zaken overhandigd. Zaterdagavond ontving H. M. de Koningin-Moeder den nieuwen gezant van Venezuela in audiëntie. Goud winden in openbarcparkvjj vers- Door de Nederlandsche Heidemaat schappij is besloten een aantal goud winden- uit de Kweekerijen der Maatschappij te Vaassen gratis be schikbaar te stellen ter plaatsing in de vijvers in stedelijke of andere open bare plantsoenen, welke daarvoor ge schikt blijken te zijn. In verband daarmede is door de Directie te Utrecht aan een groot aantal Gemeentebesturen een schrijven gezonden, met het verzoek te willen berichten, of zij van deze aanbieding eventueel gebruik zouden willen maken, en daarbij te willen opgeven de grootte en de diepte van den vijver en of daarin al of niet snoek wordt aange troffen. Mochten eventueel Besturen van Gemeenten mot zoodanige openbare parkvijvers geen circulaire hebben ontvangen dan kunnen deze, evenals bijzondere Commissies van beheer van openbare parken, zich voor het verkrijgen van goudwinden alsnog wenden tot de Directie der Neder- landscge Heidemaatschappij teUtrecht, met een opgave als boven is aan gegeven. „Artiet." Langs een „omweg". 't Was, dien Zaterdag-avond, bij halftien toen Freek thuiskwam, en moeder bad al van halfnegen af ge merkt dat vader stond te »koken» van nijdigheid en ongeduld. En nu was 't, zoo'n Zaterdag-avond, voor Van der Ven een hard gelag om in den steek te worden gelaten. Freek wist toch, dat de nieuwe knecht niks- waard was. Die had den ouden heer Van Dalen zoo'n jaap in z'n kin ge geven, laatst, dat-ie sinds niet meer in den «salon de coiffure» terug was geweest. De patroon had met een watje; met «lapis infernalis" en zoo meer, gedaan wat hij kon. En een schoone handdoek aan gespendeerd meneer Van Dalen duizendmaal om excuus gevraagd... maar de oude-heer was gewoon-weg woedend. De vrin den van het gewoDe pandoer-partijtje zaten te wachten. Hij had toch al last van eksteroogen, die in nieuwe laarzen knelden... zonder boe-of-ba te zeggen, was hij de deur uitgeloopen zakdoek tegen de kin gedrukt; tegen z'n gewoonte in niet eens groetend... Van der Ven had den lummel, die nu acht dagen bij 'm in betrekking was, kunnen wurgen. Maar er kwamen nieuwe klanten en bij moest zich in houden; verduren, verkroppen, dat de rekel nog, met zoo'n grijnzend-treite- rig lachje, over het geval stond pret te maken... Een vaste klant naar de maandie geregeld haarkleursel van hem kocht en wonder-watertjes om weer «groeikracht" in verkaalde scbe- delhuid te wekken... 't Was om dol en razend te worden 1 Dien Zaterdag-middag, zoo een uur of vijf, zes, was moeder bij hem ge komen en had iets gefluisterd... Maar vader smeet een kam en een pruik, waar-ie aan bezig was, van opwinding en schrik op den grond... «Dat mankeert er nog an!" schreeuwde hij, «ik zou nog liever. Als-ie 't waagt om een voet buiten de deur te zetten... Bet, ik bezweer je... Ik..." Maar moeder was een taaie, als ze wou. «As-gij 't dan maar met oorne Ger- rit uitvecht... Ik wasch m'n handen in onschuld. Je weet hoe oome Ger- rit is..." Zijn vingers graaiden en woelden in de verfomfaaide pruik. En ze zag best, dat zijn lippen beefden... Maar bij durfde toch niet. Oome- Gerrit belichaamde al z'n hoop, al z'n illusion van de toekomst, 's Zondags, na tweeën, als de «salon de coiffure» gesloten was en ze samen in bet ka mertje achter den scheerwinkel zaten uit te blazen van de woelige week... De enkele uren genoten, wanneer er geen gedoê, gezeur met klantjes was... Dan, ah vader z'n Zondagsche ver snapering had geproefd, kon hij wel eens praten over dat geluk van later... «Tjonge-nog-toe, wijf!" zei hij dan, zich lekker-vadsig uitstrekkend in z'n armstoeltjo en met welbehagen turend in de wolkjes van z'n Zondagsch sigaartje, «tjonge, als dat groote geluk nu toch eens gebeurde... Oome- Gerrit heeft 't toch feitelijk beloofd. Ik geloof vast, dat-ie wel een zes a zeven mille..." Moeder keek dan verschrikt rond of niemand hem kon hooren... Trok een gezicht van niet de huid verkoopen voordat de beer geschoten is... Je kunt niet weten!.. Maar leefde toch mee met de toekomst-illusiën van d'r man... Dan praatte vader fluisterend ver der... Alsof hij bespied, beluisterd werd... Van dat er een eind zou komen aan dat eeuwige gesappel. Hij wist een maniertje om met zoo'n zesduizend pop «duiten te maken"... Duiten Van opgewondenheid klapte hij zich op 't dik van de beenen. Schonk zich, in de gauwigheid en voordat moeder er een schotje voor kon steken, nóg een borrel in... gaf zich over aan geluks-fantaisie.Hij zon 't zich wat makkelijker kunnen maken... Eiken dag zijn loopje... z'n zaakjes behan delen... z'n huisjes... zijn huizen... Als- ie 't zei, dan kreeg Van der Ven al bij voorbaat iets deftigs-huisbezitterigs over zich Hij was toch ook zoo piep jong niet meer. En Freek, hun eenige, kon zoetjes-aan in de zaak komen... Met een flmken bediende... Niet zoo'n halfwas. Een nette, behoorlijke jongen moest 't zijn. Die een goed salaris had... 't Zat er dan, toch aan. Mis schien kon de «salon de coiffure" ver bouwd, vergroot. Och, als-je eenmaal «wat kapitaal hebt", dan krijg-je veel makkelijker duiten «De eerste ton, vrouw!" riep Van der Ven, in zoon zonuige Zondagsche stemming uit, «de éérste ton... Dat's de heele chose!..." Met oome-Gerrit had ze hem ge dreigd, dien Zaterdag-middag. En hij voelde, besefte 't wel, de patroon van den «salon de coiffure". Toen Freek, een maand of wat geleden, gekozen was tot 2de secretaris in het bestuur van «Thalia", en voor oom een stuk van z'n rolletje had opgezegd... Toen had oome-Gerrit in de handen ge klapt en gezegd, dat-ie »'t niet achter Freekje gezocht had". En eventjes- later, toen de jongen de kamer uit was, had hij moeder apart geroepen en haar in-gefluisterd«Keetje, dat jong is voor het tooneel geboren. Wat ik je zeg!" Oome Gerrit was een groot bewon deraar van al wat met «de planken"

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1