NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
F EDI 1.1. ETON,
So. 35.
Zaterdag 1 Mei 1909.
Acht-en-dertigü?te jaargaug.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE WEEK.
Gemeenteraad.
BENJAMIN
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn». 69.
AI) VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
29 April.
Wanneer deze regels onder de oogen
der lezers van dit blad komen zal de
«Haagsclio geheimenis" niet langer
beslaan; de spanning tot oplossing,
verademing zijn gekomen. De dag,
vooral de avond van 28 April 1909
zal in de herinneiing blijven voortleven
door de geweldige emotie, toen gewekt
door het achteraf valsch gebleken ge
rucht: »Er is eene prinses geboren
Laten we hopen dat bij het vei-
schijnen van dit stukje in deze courant
de gegronde reden tot nationale
vreugde, door heerlijke moeder
weelde in het Huis aan het Noordeinde
te 's Gravenhage er eindelijk zal
wezen
Over de «faits et gestes" van onze
Tweede Kamer in de jongste week
kan men spoedig uitgepraat zijn. De
wakkere kapitein Dumaer van Twist
nam 't voor onze kleine export slach
ters nader op; voor de stakkerds, die
op vaste dagen en uren zich aan de
vleeschkpuring (n I. voer hun vee)
moeten onderwerpen, en dan f 15.
dienen te storten. Met zóóveel vuur,
zelfs, pleitte de kapitein, dat minister
Talma de Kamer aan 't lachen bracht
geheel dus in de jolige lijn van dit
Kabinet door liet vermoeden te
uiten, dat de heer van Twist meer
waarde en autoriteit toekent aan do
exportslachters dan aan ik weet
al niet well<6 hooggeleerde en geloof
waardige menschen in den lande!
Overigens was minister Talma voor
zijn vriend van Twist bijzonder hard
Z. Ex. houdt voet bij stuk; wil niet
weten van Rijksveeartsen, voor de
keuring aan te wijzen; is hoogstens
te vinden er voor om de betalings
termijnen voor de slachters wat te
vergemakkelijken, 't Eigenaardig ver
schijnsel deed zich hierbij voor, dat
twee oud-predikanten, de h.h.
Talma en Hugenholtz (Et tu, Brutp)!.
Hel klein-bediijf, dat immers moet'
opgeslokt door het groot-bediijf, in
bescherming nemen?
O, Maix, waar zijt ge met uwe
tuchtroede tegen dezen sociaal-demo
craat!).. Dat (flerzeg ik) twee oud-
predikanten, een militair, een kapitein,
zij 't dan ook een non-actief kiijgs-
man, toevend op het veilige, «bom
vrije'' Binnenhof,samen in bescherming
namen.
Bij de «Schepenwet," die verder
nog in behandeling kwam, kreeg men
een tamelijk heftige rede van den
bekwamen heer Plate. Het beginsel
van dit ontwerp (door verscnerpt
toezient en conlröle vooikomen van
scheepsrampen en onderzo-.k n3ar de
eventueele oorzaken daarvan) vindl
dn heer Plate voortreffelijk, doch
de uitwerking vindt hij jammerlijk.
Ducht er, in de praktijk, slechts dure
uitbreiding van «ambtenarij" met
al de ellende daaruit voortspruilend,
van. Is in elk geval nooit te vinden
voor gelijkstelling van do visschers
vaartuigen (Heyermans' «drijvende
doodkisten!") met de koopvaardij
schepen der groote vaart, die niet
zoo licht ongelukjes hebhen. Voor
den heer Schaper, begrijpt rnen,
piachtige gelegenheid otn te toornen,
uit te pakken, te fulinineeren, zoo
dat zelfs een Wijnkoop misschien
tevreden zou zijn over de snoode,
verachtelijke kapitalisten, de naar-eng
hartige bourgeois, die.. Eu: die..
Wanneer men de bezwaren, door de
heer Plate ontvouwd, kalm-onpartijdig
nagaat, clan moet men tot de conclusie
geraken, dat deze niet bet principe
dezer wet, doch de uitwerking ervan
gispt. Doch door de «oppervlakte
der dingen dringen zoo weinig
menschen heen, en ons ontbreekt
daar, in dit geval, helaas de ruimte
toe.
De heer Schaper had, bij amende
ment, voorgesteld oin open booten,
die in het gezicht der kust blijven,
niet buiten deze wut te stellen (gelijk I
is voorgesteld) doch min. Talma'
wees erop hoe men door zoodanige
bepaling slechts zou teweegbrengen,
dat kleine schippertjes, mannetjes, die
[door huri handigheid en routine bijna
altijd vergoeden wat er aan de zee
waardigheid hunner bootjes mocht
ontbreken, broodeloos zou maken. De
Kamer gevoelde de kracht van bel
gezonde argument en verwierp het
voorstel-Schaper:
De heer Blooker is er evenmin
in geslaagd, de Kamer te uvortuigen
dat de verhooging der retiibutie bij
den IJmuider vischufslag, van I op
2 pCt; mitsgaders de verlaging van
de koopmanskorting, in die hal, van
3 op 2 pCt. (waartoe in April 1908
werd besloten en die de IJmuider
gemoederen zoozeer in beroering
bracht, te bar, ongemotiveerd of
noodeloos-wreed zou zijn. Dr. Blooker
zegt: er is een batig saldo. De minister
reken maar goed na; met de cijfers
over eenige jaren vóór u, en ge komt,
voor het Rijk, tot een nadeelig saldo
van een ton gouds, meneer de afge
vaardigde
Duistere quaestie om uit te maken
voor den «outsider leek".
Het dossier over deze IJmuider
quaestie vormt een stapel van 80 c M.
hoogte. Minister Regoüt vroeg,
alweèr in de jolig ironische lijn
van het zittend Kabinet 24 uur
per 2 c.M dossier «beraad".Hebt ge
nog lust om meer over de vischafslag-
inlerpellatie te hooren?...
Stil, stil toch! Hoor'k daar niet
schieten?... Zie 'k niet een vlag uit
steken?... Wat kan me, nu nog, dat
gepraat van »Week"-man bommen!
Mr ANTONIO.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort, op Dinsdag 27 April,
des nam. half twee.
Aanwezig zijn 16 leden, afwezig de heer
mr. Heyligers, met kennisgeving.
De voorzitter, burgemeester jhr. J. W.
A. Barchman Wuytiers, opent te kwart
vóór twee de vergadering.
De notulen worden goedgekeurd, zooals
die door den secretaris zijn ontworpen.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 9 Maart 1909, tot goedkeu
ring van het raadsbesluit van 23 Februari
1909, strekkende tot in gebruik geving
van een gemeentelokaal aan de vereeni-
ging tot bestrijding van tuberculose te
Amersfoort. Voor kennisgeving aangeno
men.
Idem van 9 Maart 1909, tot goedkeuring
van het raadsbesluit van 23 Februari, tot
overname van gronden, in verband met
den aan te leggen weg door de Vlasak
kers en Birkhoven. Alsvoren.
Idem van 16 Maart 1909, tot goedkeu
ring van de raadsbesluiten van 9 Maart,
houdende vaststelling van het eerste ge
deelte van het primitief kohier der in
komstenbelasting, dienst 1909 en het 3e
suppletoir kohier der straatbelasting, dienst
1908. Alsvoren.
Idem van 16 Maart 1909, tot goedkeu
ring van het raadsbesluit van 9 Maart
1909, strekkende tot onderhandsche ver
huring van het Vildersbosch. Alsvoren.
Bericht van ontvangst van de Gedepu
teerde Staten van Utrecht van 23 Maart
1909, van de op 9 Maart 1909 vastgestelde
verordening tot wijziging der „Verorde
ning betreffende de Straatpolitie." Als
voren.
Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht, van 30 Maart 1909, waarbij voor
zooveel noodig de ontvangst bericht wordt
van en, voor zooveel noodig, goedgekeurd
wordt de i p 13 Februari 1909 vastge
stelde verordening, regelende het bebou
wen van gronden in de gemeente Amers
foort bestemd voor open bebouwing.
Alsvoren.
Idem van 23 Maart 1909, tot goedkeu
ring van het raadsbesluit van 23 Februari,
tot wijziging der begrootingen, dienstjaar
1908 en 1909 (buitengewone werken).
Alsvoren.
Idem van 23 Maart 1909, tot goedkeu
ring van het raadsbesluit van 9 Maart
betreffende de wijziging van de begrooting,
dienst 1909.
Alsvoren.
Schrijven van B. en W. van 18 April
1909, betreffende de goedkeuring van de
rekening van de Ambachtsschool over 1908.
Alsvoren.
Een schrijven van de Vereeniging tot
bestrijding van de tuberculose te Amers
foort, waarbij dank betuigd wordt voor
de ingebruikgave van een gemeentelokaal.
Alsvoren.
Het verslag van de vereeniging tot
bestrijding der tuberculose te Amersfoort.
Ter inzage gelegd ter secretarie, voor
de leden.
Een adres van de afdeeling Amersfoort
en omstreken van het Ned. Onderwijzers
genootschap en van die van den Bond
van Nederlandsche onderwijzers, betref
fende het ontslag aan gehuwde onder
wijzeressen.
De Voorzitter stelt voor dit te behan
delen bij de motie-Van Kalken.
Aldus besloten.
Een request van de stedelijke brand
weer betreffende de vrijwillige brandweer.
Besloten wordt dit te behandelen bij de
desbetreffende stukken.
Een adres van de Vereeniging Handel
en Nijverheid, betreffende het adres van
J. G. F. van Achterbergh inzake den
aanleg van een weg door de Vlasakkers en
Birkhoven, in verband met gemeentelijke
exploitatie van bouwterrein.
Besloten wordt dit stuk te behandelen
bij punt 16 der agenda.
De Voorzitter deelt vervolgens mede,
dat de heer mr. J. K. H. de Beaufort is
benoemd tot waarnemend secretaris. Als
zoodanig moet hij hem den eed afleggen.
De heer mr. DeBeaufort, ter vergadering
toegelaten, legt den eed af, voorge
schreven in de grondwet en gemeentewet.
Namens B. en W. verzoekt de Voor
zitter den raad een commissie te benoemen
ten einde B. en W. voor te lichten inzake
de H. B. school.
De heer Hamers stelt voor deze be
noeming aan den Voorzitter op te dragen.
De Voorzitter zou liever zien, dat deze
commissie door den raad werd benoemd
ook zou men de vroegere commissie kun
nen benoemen, die bestond uit de heeren
C. J. Plomp, N. Veis Hein, H. W. Esveld
en D. Gerritsen.
In de plaats van den heer Mr. Heyligers,
die niet meer voor een benoeming in
aanmerking wenscht te komen, zou dan
aangewezen kunnen worden, de heer
Hamers.
Aldus wordt besloten.
Nog z\jn ingekomen 2 adressen van
leeraren der H. B- school.
Deze worden gesteld in handen van de
zoo even benoemde commissie.
Aan de orde is de agenda.
Punt 1.
Benoeming van stembureaux in ver
band met de a s. verkiezingen van leden
van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal
en den gemeenteraad.
De stembureaux voor de verkiezing van
DOOR
Karin ltEich.aëlls.
16)
Zoo diep binnen in haar, dat de gedachten niet
klaar en duidelijk meer waren, maar zich als in
een verward weefsel om elkaar sponnen, luidde
steeds de vraag: Waarom zoo iets een wonder was?
En waarom men getrouwd moest zijn
Jane wist niets van het ontstaan van het leven.
Niemand had haar daar ooit over Verteld. Maar
ze wrong de handen in wanhoop.
Als een nachtmerrie kroop dezelfde gedachte
steeds langs haar ruggegraat. Die beet zich vast
in haar.
Ze werd zoo ziek, dat het haar aan te zien was.
Wanneer ze des Zondags, gewapend met een
hark en gieter naar het leege familie graf gingen,
dat haar bloementuin was, en onderweg kinder
wagens of spelende kinderen tegenkwamen, wendde
zy 't hoofd af. Ook Tie. Er was iets in die leege
wieg, dat haar steeds hinderde.
Maar toen de loterij haar bij de tweede trekking,
juist op een droomen nummer, vijftigrijksdaalders
gaf, raakten ze heelemaal de kluts- kwijt.
Dat was als een vingerwijzing van den Heer
alleen konden ze Zijn bedoeling niet recht vatten.
Er was vroeger sprake geweest van 't aanschaffen
van een buffet, een hond of een kooi met vliegende
vogels. Daar begonnen ze nu opnieuw over.
Klotilde was dadelijk vóór de vogels. Zij verlangde
zoo vreeselijk naar de klokhennen van Weile. En
als ze daar in de keuken rond hadden getrippeld,
waarom konden ze dat dan niet even goed in de
keuken hier? Zij beloofde ze schoon te houden.
Overdag konden ze rondtrippelen, terwijl zij voor
het eten zorgde, 's nachts konden ze opgeborgen
worden in de groote frissche vliegenkast. Hadden
ze behoefte aan wat groen, dan behoefde men de
bloempotten maar naai de keukentafel te verhuizen,
voor een dagj'e, of men kon ze een voor een mee
nemen naar 't Frederiksbergpark.
Jane vroeg of ze nu heelemaal krankzinnig was
geworden. Of ze ook niet een geit in de vliegen
kast wou houden.
Tie stond op. Zij was immers de oudste en de
grootste:
Wat gelooven jelui dat mijn droom betee-
kende Ik zeg jelui het was een beschikking van
den Hooge. Wij moeten een vondeling aannemen.
Dat is de meening van Tie Splüd en mij!"
Tie ging de kamer uit, voordat Jane aan 't woord
kon komen. Maar Jane had geen tegenwerpingen.
Zij boog het hoofd over de handen en schreide.
Nu was die zondige gedachte voor eeuwig verjaagd.
Nu was de bliksem neergeslagen.
Maar wat er niet al geregeld moest worden en
wat een besluiten er genomen moesten worden
't Was om suf van te worden.
En dan de verantwoording!
In de rij van zulke ernstige woorden als de Dag
des oordeels, 't vlammend zwaard en doodzonde
werd nu verantwoording opgenomen. Dat was lang
geen gekheid.
Avond aan avond beloofden ze elkaar onderling
haar groote en kleine gebreken af te leggen en
voor het onschuldige kind in eensgezindheid en
vrede te zullen leven. En ze hielpen elkaar op
haar fouten te wijzen, alleen Jane vroeg er van
verschoond te mogen blijven; als zij gebreken had
zou ze die zelf wel uitroeien.
Jelle beloofde haar romantische overdrevenheid
af te leggen en niet meer op brand belust te zijn.
Tie zou geen leelijke, grove woorden meer in den
mond nemen en Jane tergen door te zeggen dat
zij de oudste was. Klotilde zou meer in alle hoekjes
en gaatjes komen met haar stofdoek en niet dadelijk
beginnen te huilen, wanneer de anderen haar te
recht wezen en niet meer op de trap staan
kletsen met de buren.
Schrapen en sparen zouden ze, om rond te
komen en ook nog wat over te houden. Klotilde
stelde voor, dat ze net als haar goede zalige
moeder genoegen zouden nemen met droog brood
met zout erop, aan de koffie en aan de thee, maar
daar wilden de anderen niet van hooren, ze vonden
boter wel zoo lekker.
Dat het kind komen zou in Mei, met Pinksteren,
daar werden ze 't gemakkelijk genoeg over eens.
Dat was niet zoozeer omdat de boomen dan
groen werden en de lucht zacht was, dan wel
omdat het huis dan heelemaal afgezeept en kraak
zindelijk was; de lampen weggezet en de witte
gordijnen opgehangen.
Jane kocht katoen en den heelen winter naaide
zij kindergoed.
Jane kocht ook een boek over „de eerste moe
derplichten en de kinderverpleging" en beetje bij
beetje leerde ze 't van buiten. Jane overhoorde
haar 's avonds.
Ze oefenden zich op een sluimerrol, die een zui
geling voor moest stellen, hoe zij het buikbandje
aan moesten doen en het in moesten zwachtelen.
Klotilde was vreeselijk onhandig.
Aan 't eind van 't boek stond een heele boel
over de opvoeding van het kind, maar dat had
geen haast.
Nog was het niet uitgemaakt waar het kind
vandaan zou komen. Of ze 't uit Weile zouden
halen of uit Kopenhagen, of ze 't door de courant
zouden krijgen, of dat ze maar aan iedereen om
een vondeling zouden vragen; of het een wees
moest zijn of een kind uit het gesticht, waar Die-
mand iets van af wist
Klotilde hoorde van de mangelvrouw, dat er in
het „Gesticht" allerlei kinderen waren, prinsenkin
deren en gravenkinderen. Vroeger legde men ze
maar in een la, die in den muur uit- en inschoof
nu werden ze meest daar geboren, maar extra
fijne kindertjes waren er onder, dat was zeker.
Een prinsenkind verbeeld je, als ze
eens een prinsenkind konden krijgen!
En ze begonnen dadelijk luchtkasteeelen over
haar prinsenkind te bouwen. Ze zagen gouden kronen,
lakeien, galakoeteen - - ver, ver weg, wazig,
zwevende, maar ze zagen het.
Wordt vtrvolgdt).