NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
Melsei uil de rectaal.
No US
Woensdag 16 Juni 1909
Acht-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DOKTER EN KOOKKUNST.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderly k e Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Menigo zieke is gestorven omdat
zijn lichaam tijdens de ziekte geen
voedsel opnam, voldoende om hem
kracht te geven het ziekteverloop
volledig te doorstaan en menigeen
stiei f aan verval van krachten door
stelselmatige ondervoeding bij gebrek
aan eetlust.
«Stamp het er maar eens in dokter!"
is het antwoord van menige moeder
als het advies voor haar kind,'tjonge
meisje niet anders luiden kan dan
«vooral goed voeden!"
Met goede voeding kan menige
kwaal overwonnen, menige kwade
periode zonder gevaar worden door
gemaakt en daarom is het voor de
dokters plicht geworden meer dan
vroeger studie van het dieet te maken.
Op grond van vele gegevens op
onderzoek gebaseerd, dient voor elk
ziektegeval een bepaald dieet vast
gesteld waai mee de zieke op krach
ten gehouden wordt.
De tijd is voorbij, behoort het
althans te wezeri, waarin de dokter
in hoofdzaak voorschreef wat de zieke
niet mocht gebruiken, zonder dal
andere spijzen in plaats van de ver-
bodene werden gesteld.
We kennen thans de voedingswaarde
van de meeste spijzen voldoende en
zijn daardoor ook in staat bij lang
durige ziekten de patiënten zoo le
voeden, dat de vroeger voor onver
mijdelijk gehouden vermagering in
zeer veel gevallen niet of bijna niet
optreedt.
Door experimenteel onderzoek heeft
men verder leeren inzien hoe waardevol
voor de voeding en in't bijzonder hoe
voor eetlust opwekkende kruiden zijn,
zoodat daardoor de toebereiding dei-
spijzen een bijzondere beteekenis kiijgt.
Het is namelijk gebleken, dat men
niet alleen met de tong, maar ook
met de oogen proeft: met andere
woorden dat de invloed van psj'chische
invloeden op de voeding zeer groot is.
Zoo goed als iemand watertand
bij het aanschouwen van iels heel
lekkers of wel bij het denken aan
iets heel zuurs, zoo vindt het vloeien
van het maagsap, voor de vertering
haast onontbeerlijk, ook alleen plaats
door zuiver psychische invloeden. Het
koken als kunst, is voor de zieken
kamer minstens van evenveel waarde
als voor de table d'hote van een res
taurant.
Er bestaat zelfs eene ziekte, welke
haar lijdeis tot Cjnproevers dwingt.
Het zijn die maaglijders, bij wie de
maagsapsecretie in den zin van een
verminderde zoutzuurafscheiding ver
minderd is. Dergelijke patiënten zijn
doorgaans volkome,n zonder eetlust
Vroeger schreef men hen een dieet
voor «zonder reuk of smaak® zooals
de volksmond zegt zoodat het
voedsel spoedig met tegenzin genomen
werd en maar zelden tot het beoogde
doel voerde.
Thans hebben onderzoekingen aan
getoond hoeveel waarde de culinarische
bestrijding van 't gebrek aan eetlust
heeft. Men geeft dergelijke zieken
daarom thans de eetlust opwekkende,
voorgerechten en legt nadruk op een
bereidingswijs der spijzen, die het oog
niet minder aangenaam aandoet dan
de reuk en de smaak.
Voor zulke zieken geldt het in het
bijzonder dat goed gekookt half ver
teerd is.
Koortslijders werden nog niet eens
zoo heel lang geleden, met een on
toereikend soepdieet gevoed, thans
hecht men groote waaide aan vol
doende voeding van kooitspatiëriten.
Immers, het is vastgesteld, dat zooals
Strausz het zegt in zijn «Diatbeband-
lung unsere Krankheiten" in het
grootste deel der gevallen van koorts
achtige ziekteverschijnselen de ver
tering van het voedsel een tamelijk
goede is, mits de voeding niet te veel
vergt van de maagdarmfunctie's.
Verder heeft men geleerd ver
mageringskuren geheel te volbrengen
met dieetische maatregelen, zonder de
patiënten te tergen met een lastig
hongergevoel. Een lange lij van
kuren wordt eveneens rnet succes
volbracht zonder de patiënten uit hun
werk te halen.
In 'tkort, voor de doctoren is de
kookkunst een middel geworden, dat,
goed toegepast zeer geschikt om den
zieken welkome hulp te verschaffen.
Zooals trouwens voor de jongere
artsen sinds lang bij menig ziekte
geval het zwaartepunt der behandeling
van de apotheek naar de keuken ver
plaatst is.
De aardbeving in Zuid-Frankrijk.
Gelijk het meer gaat bij aardbevin
gen, blijkt achteraf de ramp ernstiger
geweest te zijn dan de eerste berich
ten deden vermoeden. Aanvankelijk
scheen er in Zuid-Frankrijk wel een
stevige aardschok geweest te zijn
welke meer schrik dan schade
veroorzaakte maar aan een eigen
lijke aardbeving met al baar verschrik
kingen dacht men niet. Nu echter
blijkt het waarlijk een ramp le zijn,
wel is waar in de verste verte niet
te vergelijken met een als te San-
Francisco of te Messina waar het
aantal slachtoffers in de tienduizend
tallen liep, maar toch een ramp die
het leven gekost heeft aan wellicht
een kleine honderd menschen en
waardoor veel schade is aangericht,
dorpen bijna vernield, steden geteis
terd. De aardbeving heeft zich over
een groot gebied uitgestrekt. Van
Genua af langs de kust van de Mid-
dellandsche Zee tot voorhij Marseille
heeft zij verwoestingen aangericht
(hoewel sommige plaatsen niet heel
veel geleden hebben, zooals b.v. Nice)
en diep het land in, vooral in het
dal van de Rhóne. Veel verder nog
is de schok gevoeld, tot zelfs in Ma
drid en andere Spaai.sche steden en
in Lissabon.
De telegrammen geven een tame
lijk duidelijk overzicht van de gebeur
bijna geheel verwoest en men ziet
er overal menschen die angstig naar
hun verwanten zoeken. Daar moeten
er nog veel onder het puin begraven
liggen, dood ol levend.
In heel de Riviera heeft de aard
beving schade aangericht, maar toch
aan de kust betrekkelijk weinig. Wel
zijn de menschen daar hevig geschrok
ken, vooral toen er na de eerste nog
telkens kleinere schokken gevoeld
werden.
Gelijk men kan denken, is er in
allerijl hulp gezonden naar de ge
teisterde districten. Soldaten met
verbandmiddelen en voedsel zijn er
naar toe. Voorts wordt er geld bijeen
gezameld en steunt ook de regeering.
Clemenceau persoonlijk heeft duizend
francs gegeven.
Te New-York kwam Zaterdag weer
een gruwelijke misdaad aan het licht,
welke mogelijk op de rekening van de
«Zwarte Hand" kan worden gesteld.
De politie werd ontboden naar een
straat in het oostelijk gedeelte der
stad en vond daar een kleinen jongen
bij een zak, waarop hij volgens zijn
zeggen voor een vreemdeling eenige
oogenblikken zou letten. Het kind had
hiervoor wat geld gekregen; maar
toen de man niet terugkwam kon hij
zijn nieuwsgierigheid niet langer baas
blyven en ging eens onderzoeken wat
de zak eigenlijk inhield. Met een gil
van ontzetting vond hij een in stuk
ken gesneden menscbelijk lichaam.
De jongen kon niet de minste aan
wijzing geven omtrent de identiteit
van den man, die dit gruwelpak aan
zijn hoede had toevertrouwd wel was
hij in staat hem nauwkeurig te be
schrijven. Uit sommige omstandig
heden werd afgeleid, dat men weer
stond vooreen misdaad van de «Zwarte
Hand"; men leidt dit af uit namelijk
bepaalde teekenen, die echter evengoed
aangebracht kunnen zijn om de politie
op een dwaalspoor te brengen. Het
tenissen; wij willen trachten dit uit
de bladen aan te vullen.
In Marseille heeft de aardbeving
weinig of geen schade aangericht;
het voornaamste wat zij daar heeft
veroorzaakt is dat de bevolking razend
beangst is geworden en voor een
groot deel, niettegenstaande den stort
regen een nacht onder den blooten
hemel heeft doorgebracht. Maar erger
was het dieper in het land waar de
dorpen Lambesc, Rognes, St. Cannat,
Pelissane en meer ernstig geteisterd
zijn. Een journalist, die per automo
biel zich naar St. Cannat begaf, kreeg
den indruk, dat er van heel het dorp
bijna niets meer over was; de kerk
was een ruïne en bijna alle huizen
lagen in puin. De menschen liepen
angstig rond en zochten naar dooden
en gewonden, of naar Ipun eigendom
men.
Te St.-Cannet waren de menschen
reeds naar bed, toen de aardbeving
kwamzij stormden naar buiten en
riepen doodelijk beangst: »'t Is Mes
sina!® Gelukkig was het niet zóó erg
als daar.
Te Eguilles zijn de meeste huizen
niet in puin gevallen, maar gescheurd.
Het stadhuis b.v. is als het ware in
tweeën gespleten van boven naar
beneden. De klok uit den kerktoren
is naar beneden komen vallen.
Te Lambesc, is vooral in de wijk
Dastella, waar tal van bouwvallige
huizen stonden welke ineengestort
zijn, veel schade geleden. Een troep
geniesoldaten van 150 man is er
terstond heen gezonden om te onder
zoeken of het soms noodig is, ter
voorkoming van verdere ongelukken,
huizen af te breken. De weg van
Lambesc naar Rognes vertoond scheu
ren van 50 M. lang, evenwijdig aan
beide zijden van den weg. De weg is
trouwens bijna ongaanbaar door de
groote rotsblokken, welke er op
gevallen zijn.
Rognes biedt den droevigsten aan
blik van alle plaatsen waar de aard- lijk werd later, toen het hoofd ge-
beving gewoed heeft. Dit dorp is vonden was onder een brugboog,
Wat doodt
't Onherstelbare.
»Mien«, wat is er toch?a kwam de
zwakke, flauwe stem uit de alkoof...
En zij met het glaasje wijn-en-water
naar moeder, 't Houdend bij de slap-
kleurlooze lippen. Een paar liebtroode
drupjes gingen er in... Ze hield haar
arm onder het hoofdje, tegen den
knokerigen rug aan. Dat 't haar
schrijnde in de lendenen, zóó lang
duurde 't voordat moe iets gedron
ken had.
«Zóó goed?« vroeg het oude meisje
met de naar grijs al zweemende blonde
haren en de strakke oogen van veel
in levensangst geweest-zijn...
«Zóó goed, moeken
Oudje knikte. Zuchtte van inspan
ning toen het slap-afgetobde mager
lijfje weer in de kussens terugzonk.
Probeerde te kijken, tegen 't helle
licht, van door de huiskamer stroo-
mend naar de alkoof, waar ze lag
naar wat het gezicht van Mien be
duidde... zei... want oudje voelde iets
bijzonders... angstwekkends.
De slap kleurlooze lippen mummel
den. Ze wou iets uitbrengen, maar
durfde niet...
Het uitgeteerde handje, dat op 't
dek zwieif, bad iets tastends, zoekends.
Mien stopte oudje nog wat in. Bracht,
toen haar grijsblond hoofd, vlak bij
de prevelende lippen... Luisterde strak...
Ze had, door de lange ervaring,
geleerd te gissen, te raden wat moeke,
die, na den laatsten aanval niet
meer gewoon spreken kon wou
zeggen. En héél dicht bij 't eene
stokdoove oor riep ze, met den
voet dichtduwend een van de alkoof
deuren... Hij mocht 't eens verstaan
In den toestand, waarin hij nu ver
keerde... «Welnee, moe, 't was Hein,
hij is al weg, kwam vragen wanneer
u nou weer beter bent... Hein, anders
niet... Ben-je nou gerust?®
Glimlachte tegelijk vlak bij de
haastdoode oogen van wegstervend
oudje. Voelde in de omvatting der
kille, klamme, krachtelooze vingers
dat er tóch nog onrust, onzekerheid,
angst was gebleven.
«Hein vroeg nog®, zei Mien, nu
harder sprekend; terwijl ze poogde
uit te blusschen vonkje van woede,
van haat tegen den kerel, die daar
vlak-naast de alkoof zat te wachten
«Hein vroeg nog of u morgen weer
wat gestoofde-peertjes wilt hebben
Leen wou ze sturen, maar ze wis
ten niet of u er trek in hadt... Leen
is weer beelemsal beter, zei-ie... De
hoest is over... Gelukkig, hé?...®
Ze zag voorzoover in de alkoof
licht was moeke scherp aan... Ver
trouwende 't nog niet heelemaal. Oudje
was zóó pienter. Maar ze mocht 't niet
weten, dat Karei weer gekomen was...
Dr. Barends had eergister, toen ze
hem, op den man af gevraagd had
wat-ie nou van moeke dacht. Dokter
had toen schrikkelijk lang geblazen
op een van z'n mouwen, waar-ie een
stofje op meende te ontdekkeD.
Dr. Barends wist alles van de
Winter's. Ook wat oud, wegstervend
moeke voor Mien, met d'r grijs
blonde harenvoor zes-en-dertigjarige
Mien, was. Had gezien, hoe oud-
raoeken, nu al acht jaar geleden, Mien
in huis ontvangen had, toen ze...
Toen ze... met opengespreide armen
met dat heerlijke, lieve moederlachje
van: «Kom nou toch bij me, lieve
ling I" op 't goedige gezicht. Was erbij
geweest, toen moeke Mien op de
schoot nam en zoende, pakte... En
haar dochter, na al wat gebeurd was,
in het oor fluisterde dingen, die Mien
zich krampachtig aan haar deden vast
klampen... Van: «O, moedertje-lief!
O engel, die je toch bent!"
De oude, vierkante, barsche dr.
Barends had toen, met z'n tien vingers,
tegen de ruiten staan trommelen.
En toen oome-Manus, die er ook
bij was, hem op den schouder tikte
en zei
«Dokter, dokter, zie-u dat!?"
Toen had-ie, al-maar naar buiten
turend, gebromd van«Jawel, ga-je
gang maar!"
En z'n neus gesnoten, wel een
kwartier lang.
Dr. Barends bad toen geschreid.
Hij kon 't ni6t uithouden; toch niet
rnaskeeren.Een hand van moeder
genomen en een hand van Mien. Op
allebei de handen een zoen gedrukt.
Was daarna weggegaan zonder een
woord, meer, le zeggen.
Hij had ze, namelijk, bij elkaar ge
bracht, moeke en Mien,.. Na al wat
gebeurd was...
Dr. Barends had haar eergisteren
gezegd na al dat blazen op z'n
mouw ...Iets met zijn groote, mooie,
teeder-blauwe, eerlijke, strenge oogen.
Zij hadden begrepen.
Haar lippen hadden getrild. Haar
handen had ze saamgeklemd, en ze
had hem aangezien met een blik,
waarin oneindige smart schrijnde.
Maar hij keek voor zich heen.
En zij berustte toen...
Pijnigde den ouden, lieven vriend
uit beter dagen niet met vragen.
Moeke's leven hing aan een zijden
draadje. Ze hadden er, toen, toch nog
half fluisterend overnagesproken.
Zij niet kunnende beheerschen het
verdriet, dat Mien de tranen over de
wangen deed stroomen.
't Kon nog een maand; misschien
nog een week of zes duren... Moeke
stierf weg, zooals een kaarsje uitgaat...
Langzaam en zeker.Een hevig wind-