NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecbt.
Scheta uit de rectaal.
BUITENLAND.
i\o. 76.
Woensdag 22 September 1909.
Aoht-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het komt, helaas I nog al eens voor
dat ontaarde ouders hunne kinderen
op barbaarsche wijze mishandelen. Er
zijn vaders, die er niets in zien al
hunne mannelijke krachten in te span
nen om hunne kinderen af te rossen
ter bestraffing van eenig kwaad. Zoo
zijn er ook moeders, nominaal be-
hoorende tot de zwakke, de zachte
kunne, die al hare vrouwelijkheid
wegwerpen door als tijgerinnen af te
vliegen op hare telgen wanneer deze
iets doen, dat hare ontevredenheid
opwekt.
Vele vaders begrijpen niet, dat
hunne vuist en kracht er van in geen
verhouding komt met de ruggen of
andere lichaamsdeelen hunner kinde
ren en zoo ranselen ze er op los,
zoodanig, dat een toeschouwer de
baren ten berge zouden rijzen. Vele
moeders weten niet, hoe hard haie
poezelige bandjes! kunnen aankomen,
weten ook niet, hoe ze kunnen knijpen
in het vleesch van haar vleesch.
't Is ellendig hoe sommige ouders
hunne kleinen kunnen mishandelen!
We hebben het gezien dat een vader
zijn zoontje een trap gaf, waardoor
het kind kermend op den grond viel;
we hebben het gezien, dat een moeder
haar dochtertje zoodanig om het hoofd
sloeg, dat het arme kind geheel ver
suft waswe hebben het gezien, dat
een vader zijn jongen allerbarbaarscht
afranselde, enkel en alleen omdat bet
ventje een kleinen fout begaan had
in het werk, dat hem door vaderlief!
opgelegd was; we hebben het gezien,
dat een moeder haar dochtertje met
een stok moeders handen waren
niet voldoende sloeg, zoodat het
jammerde van pijn, enkel en alleen,
omdat het even speelde met een kind
van een vrouw, waarmede moeder
overhoop lag. We hebben veel gezien
van mishandelingen door ouders, mis
handelingen die voortkwamen uit een
kwaad humeur of uit ruwheid van
karakter die alle gevoel verstompt.
En aan die mishandelingen is niets
te doen.
Wie den moed heeft tusschen beiden
te treden, als een ontaard vader bezig
is zijn kind meedoogenloos te kastijden
loopt gevaar zelf ook op een pak slaag
onthaald te worden en wie het waagt
den beul de verkeerdheden zijner
handelwijze onder 't oog te brengen,
heeft weinig kans op succes en stelt
er zich aan bloot met ruwe taal,
misschien wel met handtastelijkheden
beantwoord te worden.
Dat een ouder zijn kind kastijdt als
het noodig is, is goed. De wijze
Salomo heeft eenmaal gezegd: »wie
zjjn kinderen lief heeft, houdt ze
onder de roede. Maar dat kastijden
moet met kalmte, nooit in drift ge
schieden. Dan heeft de straf doel en
dan is er niet het minste gevaar voor
mishandeling. Zeker vader had drie
zoons, die allen op hun beurt eens
iets uit haalden, dat niet in den haak
was en dat vaders toorn verwekte.
Was de maat vol en was alzoo een
lichamelijke kastijding noodzakelijk,
dan werd de delinquent verwezen
naar een kamer of naar den zolder
en na verloop van een kwartier had
de strafoefening plaats. De verstandige
vader was heel kalm, kastijdde met
overleg en voorkwam de kans van
het al te erg te rnaken. Die man
handelde heel wat verstandiger dan
een andere vader, die ook een paar
zoons had en die zich bij het minste
vergrijp woedend op zijn zoons wierp
en hen afroste, dat het verwondering
moest baren, dat hij geen dooden
maakte.
Straffen is een groote kunst en
eischt veel overleg. Het moeielijksle
van straffen is het lichamelijk kastijden.
Daar vele ouders niet kunnen op
voeden, daar er slechts weinigen zijn,
die wel zouden willen leeren opvoeden,
doch tot dat leeren geen kans zien,
zijn er duizenden bij duizenden
kinderen, die heel wat te lijden hebben
door vaders en moeders te kort.
Verreweg de meeste ouders denken
niet meer aan bun eigen jeugd en
weten alzoo niet wat een kind is en
welke eischen het stelt en dit heeft
tengevolge, dat een klein vergrijp
huog, zeer hoog opgenomen wordt.
Zeer veel ouders hebben geen geduld
hebben de macht niet tot het kind
af te dalen, kennen geen verschil
tusschen groot en klein, tusschen
kracht en zwakheid en zoo ranselen
ze er op los, alsof ze, in plaats van
eigen vleesch en bloed, den grootsten
boosdoener onder handen hadden.
Vaders, die hunne zoons van tien
a twaalf jaar soms onthalen op vuist
slagen, moesten eens een enkelen
klap ontvangen, toegebracht met een
kracht, die in dezelfde verhouding
stond tot hen, als hun eigen kracht
tot hunne kinderen.
Als een groote jongen een vecht
partij begint met ebn kleineren jongeren
makker, dan is ieder toeschouwer
verontwaardigd.
Welk eene verhouding, een groote
jongen tegen een kleinere! En een
vader nu met zijn groote handen
tegenover een kind? 't Is immers nog
veel erger.
Vaders en moeders ge moogt uwe
kinderen lichamelijke kastijding toe
dienen, als het noodig is, maar weest
daarbij voorzichtig, bedenkt, dat uwe
handen harder aankomen, dan ge wel
vermoedt en waakt er steeds tegen
dat ge in drift kastijdt. Die drift maakt
u blind en uwe kinderen voor altijd
ongelukkig. Of zou er soms geen ver
band kunnen bestaan tusschen de suf
heid, de stompheid van een kind en
de leelijke gewoonte van een zijner
ouders om datzelfde kind dikwijls te
straffen met slagen om het hoofd?
Zou er soms geen verband kunnen
bestaan tusschen den kreupelen gang
van een knaap en de gewoonte zijner
moeder of zijns vaders om vergrijpen
te straffen met schoppen en trappen
Zou er maar laten we niet
verder gaan. We noemen het een feit,
dat vele kinderen ongelukkig werden
door de ruwe slrafien, toegediend door
driftige, domme ouders,en we betreureu
het, dat de macht van zulke ouders
tegenover hunne kinderen zoo groot is.
Over goede ouders, over ouders die
hunne verplichtingen kennen en na
komen, spreken we niet. We hebben
het thans alleen over die ouders,
welker doen en laten ten opzichte
hunner kinderen duidelijk aan den
dag leggen, dat ze niet waard zijn
belast te worden met de edele roeping
kinderen tot waardige mannen en
vrouwen te vormen.
Er valt zeer veel te klagen over
kindermishandeling voor zoover bet
't lichamelijke betreft, maar nog on
eindig veel meer valt er te klagen en
te bejammeren over kindermishande
ling op geestelijk gebied.
Moge hetgeen we nu schreven de
oogen van vele ouders openen en hen
doen inzien, dat met slaan en ranseleD
weinig of niets te winnen is dat ruw
heid alle liefde verbant, dat kastijding,
toegediend als geneesmiddel, dus met
overleg, waarde heeft, maar dat alle
andere lichamelijke straffen kinderen
van de ouders vervreemden en hen
ongelukkig maken.
De Duitsche Kroonprins heeft te
Herzfelde met zijn automobiel welke
hijzelf bestuurde een zesjarig knaapje
overreden, dat achter aan een rijtuig
voor hem hing en daarvan viel vlak
vóór de wielen van den auto. De Prins
remde terstond, maar hij kon niet be
letten, dat de wielen over het kind
heengingen, dat zeer bedenkelijk werd
gewond.
De Kroonprins was zeer ontdaan
over het ongeluk. Hij betuigde per
soonlijk den vader van den gewonden
knaap zijn leedwezen en hij beeft be
loofd voor het kind te zullen zorgen.
In Brazilië, waar men veel last van
ratten heeft, wordt dat lastig onge
dierte bestreden door buisslangen. Men
houdt" daar voor dat doel een kleine
boa, de Giboia, er op na, een volstrekt
onschadelijke slang ter dikte van een
arm en vier meter lang. Die slangen
worden op de markten te Rio-de-
Janeiro, Pernambuco en Bahia ver
kocht voor f2.50 of f3.
Over dag ligt zulk een slang ergens
in een hoek te slapen. Maar als het
nacht wordt, gaat zij op de jacht,
kruipt langs muren en zolderingen en
valt bliksemsnel op de ratten aan, die
zij doodt door het breken van den nek.
Zij eet de ratten niet op. Zij is trouw
aan haren meester en scheidt, evenals
de meeste katten, slechts met moeite
van het huis waar zij behoort.
Er zijn veel menschen die iets tegen
een kat hebben. Die moesten, als zij
last van ratten of muizen hebben, het
maar eens probeeren met een huis
slang.
De internationale Landbouw
tentoonstelling, die bij gelegenheid
van het eerste eeuwfeest der Argen-
tijnsche republiek van 3 Juni tot 31
Juli 1910 in de hoofdstad Buenos-
Aires zal gehouden worden, zal be
staan uit twee hoofdafdeelingen: eene
voor Veeteelt en de and.ere voor Akker
bouw. In de eerstgenoemde hoofd-
afdeeling zullen worden opgenomen
fok-, mest- en melkvee, benevens
werkdieren, zooals paarden, ezels, rund
en wolvee, geiten, varkens, honden,
pluimvee en ander tam gedierte. De
tentoonstelling van fokdieren zal van
3 tot 25 Juni, die van mestvee van
9 tot 14 Juli gehouden worden. De
hoofdafdeeling voor akkerbouw bevat
de navolgende vakken: 1. Geologie,
hydrologie, klimatologie en landbouw-
aardrijkskunde; 2. alle soort gereed
schappen en machines; 3. landbouw
techniek; 4. plantaardige landbouw-
voortbrengselen5. voortbrengselen
van dierlijken aard6. voortbreng
selen van nijverheid7. middelen tot
bevordering van den landbouw en 8.
eene speciale afdeeling voor zaaigoed.
Li van oome-Daan.
"Hij wéét 'tl"
Half Augustus ook wel eens begin
September, was oome-Daan gewoon
z'n jaarlijksch uitstapje te maken. Een
week of zes tevoren begon hij, op z'n
avondje bij Jet of bij Willem te over
leggen, waarheen 't gaan zou. En dan
trachtte nicht Jet oompje altijd te
overreden, toch niet alte ver van honk
te gaan... Een mensch wist toch nooit
wat er gebeuren kan, hé?... Zoo ver
"Van alle die je liefhebben"... De ge
dachte alleen deed Jet d'r mager
lijfje huiveren onder haar wollen
omslagdoekje. Ze had 't altijd koud,
zelfs op heete zomerdagen. En wan
neer naargeestige of beangstigende
gedachten haar kwelden, dan "trok
ze weg om d'r neus", zooals men 't
noemde in den familiekring en haalde
zij haar shawl nog wa.t stijver om d'r
schoudertjes. Jet was een bijzonder
zuinig menschje; wanneer haar man
voor de vierde maal het tabakskistje
naar zich toe-trok om pijpje te stop
pen, dan loerden haar bewegelijke
oogjes, die alles opmerkten, begluur
den, net-zoo-lang naar Jan z'n doen,
tot de lust om te rooken hem ver
ging en hg de pijp maar 'n poosje op
den rand van het theeblad legde...
Voor oome-Daan stonden altijd
sigaartjes klaar. En een beugelfleschje
lager met 'n glas... In de kast bewaarde
nicht-Jet nog zoo'n half-fleschje...
doodsbang dat oom dorstig zou zijn...
En Daan was een eerste liefhebber
van plagen. Op zoo'n visite-avondje
bij Jet smookte-ie... Smooken... dat
nicht nu en dan kuchen moest, al
zou 't haar een brok gekost hebben
van het legaat in oome-Daan's testa
ment, waar ze op vlasten; dat alles,
nu al jaren-achtereen, beheerschte...
als lokkend visioen...
"Hindert je de rook soms, Jetje?"
vroeg oom, een gebaar makend of-ie
zijn sigaar wilde wegleggen-
Zij, schrikkend van de gedachte:
"gunst, oome, hoe kunt u dat nou
denken?... Ik vind 't juist lekker.
Heusch waar hoor... Vind ik tabaks
rook niet lekker?"
Gehoorzaam sullig manneken knikte
weemoedig starend naar z'n uitge-
bluschte neuswarmer. In oome-Daan's
oogen glinsterde dan de plaagzucht...
want hij wist op 'n haartje wat er
in Jet d'r hartje omging...
«"Waarom rook-je dan niet, kerel?"
vroeg hij »en je drinkt geen biertje
mee, ook?"
Jan keek schichtig naar Jet, sta
melde grinnekend wat.... zat z'n tabaks
pijpje te beduimelen zonder dat ie
moed had om er den brand in te ste
ken.... Maar nicht Jet, inwendig kokend
van nijdigheid, had al een tweede bier
glas neergezet. Het straaltje lichtbruin,
schuimend vocht klokkerde uit de
beugelflesch... Ze beefde van opwinding.
Maar oome Daan mocht niets merken.
De beide mannen puften, slurpten bier...
Jetje zat o zoo vriendelijk te knikken
tegen oome, die praatte over z'n aan
staand reisje... En de rustelooze oogen
van nicht begluurden elk trekje, lijntje
op oome z'n gezicht... Gedachte aan
legaatje schonk haar zelfbeheersching...
Kracht om uiterlijk geduldig te luiste
ren naar de bespiegeling van Daantje...
Hoe bij doü 's had gedacht over Ant
werpen, Brussel, misschien wel Parijs...
»Méér" zei oome, en hij genéöt van
de stille woede, die zich op het quasi-
honigzoete gezicht van nichtje aftee-
1 kende, "méér..." en de wenkbrauwen
héél boog optrekkend, maakte hij het
manuaal van iemand, die geld telt,
knipperend met duim en wijsvinger.
«Méér... dat loopt in de papieren..."
Jan nam, onderwijl schuw kijkend
naar moeder de vrouw een klein,
voorzichtig slurpje lager, rookte rag
fijne, dunne spiraaltjes uit z'n sigaar,
toch al telkens gewaarschuwd door
wuivend handje van Jet... Wacht maar,
als oome straks weg is...
«In Valkenburg vondt u 't toch zoo
mooi, hè?" waagde nicht, die zat na
te rekenen, wat zoo'n Parijsche reis
wel kon hosten... Die haat voelde ont
kiemen tegen ouwe vrijer, die héér
geldje ging opmaken... Wie weet wat
er, kwam hij te vallen, nog zou over
schieten...
«Jawel" zei oom, een been op de
canapé leggend, 't zich lekkertjes
lui makend, het hoofd met de nog
weelderige grijzende krulharen op de
antimacassar, waar Jet zoo zuinig op
was..;Zoodat ze op haar bloedelooze
onderlip beet... "Jawel, maar verschei
denheid van spijs doet eten, Jetlief...
meid, schenk jij me nog eens in... Jan,
je bent toch geen afschaffer...?"
En uitgestrekt op de canapé, lag
oom te bespieden, hoe nichtje zich
stond te verbijten, 't uiterste van
haar krachtsinspanning en zelfbedwang
vergde, toen ze nög een paar fleschjes
lager uit den kelder ging halen...
Jan zat, met angstige drukking
in de hartstreek, te peinzen...
En plots zei oome Daan:
»Jij zoudt me een groot plezier
kunnen doen!"
In z'n eenzaamheid voelde neef zich
hulpeloos... mompelde iets onverstaan
baars...
n't Is een aardig beest, een goede
lobbes...." ging oome-Daan voort, den
loop zijner gedachten volgend en hij
is zindelijk... Héél zindelijk... Je hebt
niks-geen-last van 'm..." Neef zat met
groote-verbaasde oogjes te kijken...
en nicht, de flescbj es-lager in de
lichtelijk-trillende hand kwam terug
in de kamer...
"Als jelui" verduidelijkte oom «nou
zoo vriendelijk zoudt willen zijn om
j mijn Li zoolang voor me te bewaren...
Je weet, ik ben aan Li gehecht... ver-