BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. De aanmeldingen voor dieren moeten voor 1 Februari 1910 en die voor andere zaken voor 1 December 1909 plaats hebben. Inlichtingen worden verstrekt door alle Argentijnsche gezantschappen en consulaten en ook door den heer Commissaris-generaal voor Europa: Hou. Consul Niederlein, Argentijnsch Gezantschap te Berlijn. De heer Schimmelpenninck van der Oye, den voorzittersstoel beklee- dende opende, nadat de leden der beide Kamers zich naar de vergaderzaal der Tweede Kamer hadden begeven, giste renmiddag te 125/t uur de vergadering en deed twee Koninklijke besluiten, een van 8 September 1909 no. 88, hou dende zijne benoeming tot voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de zitting die gisteren zou aanvangen, en een van 10 September 1909 (Staats blad no. 907), betreffende de opening van de gewone zitting der Staten- Generaal, door den griffier van de Eerste Kamer voorlezen. De Voorzitter benoemde daarna eene commissie die de commissie door Hare Majesteit de Koningin benoemd tot opening der gewone zitting, in het gebouw der Tweede Kamer zou ont vangen en uitleiden. Deze commissie bestond uit de heeren Stork, Vermeu len en Franssen, leden der Eerste Kamer, en Smeenge, Van Veen, Dolk, Van Vuuren en Van der Voort van Zijp, leden der Tweede Kamer. De Ministers, hoofden van Ministe- riëele Departementen, die de commissie van opening uitmaakten, werden kort daarna de vergaderzaal binnengeleid en namen plaats achter de ministers tafel. De heer Heemskerk, Minister van Binnenlandsche Zaken, hield daarop de volgende Troonrede: Mijne heeren De Koningin, Wier Moederplicht Haar verhindert, in Persoon deze Zitting van de Staten-Generaal te openen, heeft ons opgedragen in Haren naam die taak te vervullen. De geboorte van Prinses Juliana, waarbij zoo ruimschoots is gebleken van hartelijke deelneming in het geluk van Hare Majesteit en Haar Huis en van dankbare vreugde over den zegen daarin aan het Vadei land geschonken, heeft een nieuwen band tusschen het Koninklijk Huis en het Volk gelegd Onze betrekkingen met de buiten- landsche Mogendheden zijn van den meest vriendschappelijken aard. Ofschoon de toestand van land- en tuinbouw niet onbevredigend kan worden genoemd, staat te vreezen, dat tengevolge van de voor het gewas ongunstige weersgesteldheid de uit- uitkomsten van 1909 in menig opzicht belangrijk bij die van vorige jaren zullen achterblijven. In den toestand van handel en nijverheid kwam eenige verbetering. Ook het scheepvaartverkeer is dit jaar, althans voor sommige havens, toe genomen in het scheepvaartbedrijf bleven echter ook nu de uitkomsten van de algemeene vrachtvaart beneden hetgeen mag worden gewenscht. De toestand der Koloniën is over het algemeen bevredigend. De gunstige berichten omtrent den gang van zaken in Atjeh doen vertrouwen, dat de bestuursvoering in dat gewest in de goede richting wordt geleid. leden jaar is-ie bij "Willem en Kaatje geweest, maar 'k mot eerlijk zeggen, 'k vond 'm mager geworden toen 'k terugkwam... Hij was bepaald af gevallen... Heb-je er bezwaar tegen, Jet, zeg 't dan gerust boordan ga ik naar Willem en Ka... Neen, meid, zeg 't precies zooals je 't meent..." En zij moest oom overreden, hoê graag ze Li een dag of tien zou hebben... Zoo'n engel van 'n beest- Oom zou 's kijken als-ie van de reis terugkwam... boe z'n Liefje er dan uitzag... Ze moest smeeken, soebatten, bij oom, op de canapé, gaan zitten. Haar band op z'n mond leggen toen bij weêr sprak van overlast, dien ze bebben kon... Van Willem en Kaatje. 't Was elf uur, toen oom eindelijk opstapte. Er stonden zes leêge bier- flescbjes op de tafel- Toen Jan, die oome-Daan bad uit gelaten, weêr bovenkwam, was het eenige fleschje, waar nog staartje-lager in zat, verdwenen. De tafel heelemaal leêg... Jet tribbelde rond. Haar oogen waren als kooltjes-vuur... Een grijns van woede wrong om baar neus en lippen... De gedachte, dat oude, smerige, kwaadaardige Li eerlang om baar been Zoo hier te lande als in de Koloniën kwijten burgerlijke en militaire lands dienaren zich op lofwaardige wijze van hunne taak. Evenals tot hiertoe blijft de Regeering naar de toepassing van Christelijke rechtsbeginselen streven. De financieele toestand des Rijks eischt dringend voorziening. Een voor stel tot verhooging der successie belasting zal U onverwijld bereiken, terwijl een ontwerp tot herziening van het tarief van invoerrechten, naar de Regeering vertrouwt, nog vóór den afloop van het zittingsjaar zal kunnen ingediend en eene algemeene in komstenbelasting in bewerking is. Het zeer aanzienlijke tekort op den komenden dienst vordert echter, dat in afwachting van blijvende verster king dor Rijks-ontvangsten, buiten gewone maatregelen worden genomeü lot aanvulling der middelen. Behalve de voortzetting van de hef fing van opcenten op de vermogens belasting en op de belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten zal daartoe dienstbaar kunnen worden gemaakt de voorgestelde verhooging van den accijns op binnen- en buiten landsch gedistilleerd, alsmede eene voorloopige verhooging van het tarief van invoerrechten. Een wetsontwerp tot regeling van de begrootingen en rekeningen van Staatsbedrijven is ter indiening gereed. In zake de arbeidersverzekering zullen U voorstellen worden aange boden tot regeling der verplichte ziekteverzekering en tot nadere wijzi ging der ongevallenwet, terwijl een ontwerp betreffende de verplichte in- validiteits- en ouderdomsveizekering in bewerking is. Indiening van een wetsontwerp tot instelling van een .fonds ter aanvul ling en verbetering van de kustver- sterkiug en van het materieel der zeemacht, bestemd voor de verdediging van de zeegaten, kan eerlang worden te gemoet gezien. De reeds in uitzicht gestelde her ziening der militiewet 1901 is in voor bereiding. Op de noodzakelijkheid om ter verzekering van eene behoorlijke aanvulling van het kader van het leger eene regeling te treffen, blijft de aan dacht der Regeering gevestigd. Op onderwijsgebied blijft de werk zaamheid der Regeering eenigszins belemmerd, zoolang de hoogst ge wichtige arbeid der Ineenschakelings- Commissie nog niet is voltooid. Niet temin zullen, overeenkomstig de reeds aangenomen gedragslijn, maatregelen van urgenten aard, welke met de taak dier Commissie niet in nauw verband staan, niet worden uitgesteld. Een plan is in overweging tot meer doel treffende subsidieering in de kosten van schoolbouw, welke thans het bij zonder lager onderwijs menigmaal al te zwaar drukken. Naar de mogelijk heid eener vervroegde uitbetaling der subsidies aan het bijzonder lager on derwijs zal een onderzoek worden ingesteld. Het voornemen bestaat om eene Staatscommissie in het leven te roepen ten einde te onderzoeken, welke wij zigingen in de Grondwet behooren te worden aangebracht. Uwe medewerking zal voorts, be halve voor de reeds bij U aanhangige of ten vorigen jare U toegezegde wets ontwerpen, worden ingeroepen voor verschillende andere, waaronder: eene herziening van het strafrechtelijk deel der kinderwetten wijzigingen van de gezondheidswet, van de woningwet en zon sluipen... Dat zij 't mormel tien dagen lang te eten zou moeten geven... Dulden, dat het beest haar boêltje bevuilde, besmeerde... 't Ontnam haar de macht om te uiten vrat, nü in haar omging. Zoodat Jan nog eens weemoedig turend naar 't nog-niet heelemaal uit gerookte pijpje, waar-ie voor geen goud ter wereld nu aan zou geraakt hebben, stillekens wegsloop, blij toen-ie, goed en wel, in z'n bed lag... Hoè oom 't, nog denzelfden dag toen hij van z'n «uitstapje" terug was, te-weten is gekomen, heeft nooit iemand weten te ontraadselen— De veearts, die bij Li z'n bezeerde poot is gehaald, kon 't niet wezen, want die kende oome-Daan noch een van de familie; dèilr had Jet wel voor gezorgd. Dat het dagmeisje er in de buurt over gebabbeld had, en de zaak zoo, langs allerlei sluipwegen, was uitgelekt... Of dat de juffrouw van een hoog, met wie Jet op ietwat- gespannen voet verkeerde, en die erin- groeide om haar een hak te zetten, er debet aan was... Of wel dat de juffrouw van den kruidenier, wiens van de armenwet; eene regeling van de pensionneering van leeraren aan bijzondere hoogere burgerscholen en gymnasia; wetsontwerpen tot toeken ning van pensioen aan de weduwen en weezen van mindere geëmployeer den, werklieden en bedienden, werk zaam bij inrichtingen van's Rijks zee- en landmacht, het oprichten van een landstorm, tot het aanbrengen van wijzigingen in de arbeidswet, waar onder die betreflende het verbod van vrouwennachtarbeid, welke noodig zijn geworden door de toetreding van Neder land tot de desbetreffende internatio nale convenlie, tot instelling van bakkersraden, tot bescherming der steenhouwers en der bootwerkers, tot herziening der hinderwet, inzon derheid bedoelende het tegengaan van de vervuiling der openbare wateren, tot het vaststellen van regelen betref fende de aanduiding van handelswaren, tot bevordering van Regeeringswege van eene deskundige en onpartijdige voorlichting der ondernemers meer bepaald van den middenstand, tot vernieuwing der wettelijke regelen in zake het tegengaan van overstroo mingen, en tot bevordering van het tot stand komen van spoorweg- lijnen voor het lokale verkeer. Mede zijn voorstellen in voorbereiding ten einde belangrijke waterstaatswerken te kunnen uitvoeren, waaronder de ver betering van de groote rivieren. De Regeering blijft doordrongen van de roeping van Nederland om het wel zijn der bevolking van de koloniën te bevorderen. Naar inperking van het misbruik van opium in Nederlandsch-Indië zal ernstig worden gestreefd. De economisshe ontwikkeling der Buitenbezittingen zal krachtig worden bevorderd. Bij de organisatie van het bestuur aldaar zullen de inlandsche zelfbesturen zooveel mogelijk worden in stand gehouden. Met de bevordering van het volks onderwijs zoo op Java als in de Buiten bezittingen zal worden voortgegaan. De herziening van de thans geldende bepalingen op de toelating en op het verblijf en bet verkeer in Nederlandsch- Indië zal eerlang tol stand komen. Een wetsontwerp is in bewerking tot wijziging van de Indische mijnwet, waardoor de gelegenheid zal worden geopend om aan de Indische geld middelen een grooter aandeel te ver zekeren in winsten uit mijnbouw. Veel zal weder van Uwe toewijding worden gevraagd. Moge Uw arbeid, onder den zegen Gods, tot heil des Vaderlands strekken. In naam der Koningin verklaren wij de zitting der Staten-Generaal te zijn geopend. Baron van Zuijlen van Nijevelt van de Haar, is, naar men ons meldt, eenige dagen geleden in particuliere audiëntie ontvangen bij H. M. de Koningin op het Loo. Naar aanleiding daarvan kunnen wij mededeelen, dat H. M. de Koningin het volgende jaar een bezoek zal brengen op het kasteel De Haar. (Utr. CL) Nauwelijks was j.l. Maandag het signaal staking der manoeuvre ge geven, of de regen, die reeds den gebeelen morgen gedreigd had, begon in stroomen neer te vallen. Maar, als ware het 't mooiste weer klant Jet vroeger geweest was, voor- dat-ie haar met dat afwegen van rijst telkens in de luren legde, dat die er haar wraak in had gevonden- Meer dan gissen kon men niet, maar zooveel is zeker dat Jan twee dagen nadat oome-Daan terug was en men hem 't fabeltje had trachten wijs te maken, dat Li op straat door een kwdjongen gegooid was... En hoe men kosten noch moeite gespaard had om 't stomme-dier te verplegen... Een mensch kan niet beter verzorgd wor den, hoor!... Maar dat Li nog altijd hinkte en z'n poot telkens belekte, kon men niet verhoeden— Dat Jan thuis kwam, bleek als 'n doek, verslagen, met bestorven-gezicht. Hoed op 't hoofd, overjas aan het lijf, in z'n stoel zonk... Zoodat Jet dacht door den grond te zullen zinken... Wat 'm schortte?... En hij vergat z'n angst voor Jet, het gevaar dat zij giftig zou worden. 't Was hem, op dat oogenblik, on verschillig- Één ding zweefde slechts voor zijn geest... En hij zei 't, op somberen toon «Hij wéét 'tl Hij wéét 'tl..." van de wereld, verzamelde zich het geheele regiment huzaren op het ter rein bij de schietbanen, voor de plech tige uitreiking van het Officierskruis der Oranje-Nassau orde aan den luite nant-kolonel W. H. Piepers, waartoe deze hoofdofficier den 31en Augustus door H. M. de Koningin was bevorderd. Nadat het regiment zich had opge steld, werd carré geformeerd, de ban geopend en complimenteerdede kolonel, in tegenwoordigheid van den divisie- generaal, den overste uit naam van het geheele thans onder zijn bevelen staande regiment met deze koninklijke onderscheiding, waaraan hij niet twij felde of deze was hem te beurt ge vallen als ei kenning van de uitne mende wijze, waarop deze hoofdofficier het wordende le regiment had op geleid, zoodat de nieuwbenoemde chef een in allen deele voor zijn taak be rekend viertal eskadrons vond. Na het sluiten van den ban werd vervolgens voor den gedecoreerde ge defileerd, in stap, daarna in draf om te eindigen in de beroemde front charge van het geheele regiment op één linie. Onmiddellijk hierna vereenigden zich de hoofdofficieren van de divisie om den divisie-generaal en diens chef van den staf, den luit.-kolonel A. L. Klerk de Reus, wien dezelfde onderscheiding is te beurt gevallen. De muziek van het 5e opende den ban, de adjunct-chef van den divisie staf las het Koninklijk besluit voor, waarna de generaal, onder de tonen van het Wilhelmus van Nassouwe (oude toonzetting) het officierskruis zijn oud-leerling, thans zijn trouwen en volijverigen chef van staf, op de borst spelde, zich gelukkig noemende zulk een chef op het divisiebureel gevonden te hebben, toen hij ander half jaar geleden tot commandant der 4e divisie benoemd werd. Na hem nam de sous-chef van den Generalen Staf, generaal-majoor C. J. Snijders, bet woord om namens den chef van den Generalen Staf den overste te complimenteeren. Vaandeluitreiking. Omtrent de Vaandeluitreiking in het kamp te Milligen door H. M. de Koningin aan hetle Regiment Huzaren, kunnen wij mededeelen, dat de plechtig heid zal plaats hebben tusschen het Remonte depót en het militaire her stellingsoord den 25 September, des voormiddags om ongeveer 10 uur. H. M. de Koningin-Moeder heelt Zondag van 2 tot G uur welwillend den tuin en het park van haar paleis ter bezichtiging gesteld voor de militairen, die ingekwartierd waren in Baarn en omliggende gemeenten. Van deze buitengewone gelegenheid werd zeer druk gebruik gemaakt. De manoeuvres behooren weder tot het verleden. Gisteren werd door de 4e divisie onder bevel van generaal Nierstrasz een aanval op onze goede oude stad afgeslagen. Na afloop der manoeuvre reikte de commandant van het veldleger het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw aan den generaal uit. Het operetten-gezelschap van den heer Alphonse Janmart Jr. zal in de kermisweek in Amicitia de s Dollar- Prinses" en de »Geisha" opvoeren, ditmaal met medewerking van orkest. Henri Ter Hall komt twee dagen met zijn specialiteitentroep Vrijdags en Zaterdags zullen De Hagespeleis Jet begreep dadelijk. Werd óók krijtwit van schrik— En hij ging voort, arme Jan: «Ik kom, een half nur geleden, Hendrik tegen. We loopen samen op... Onwillekeurig komt 't gesprek op oöme Daan, en zoo meer... En zonder er iets bij te denken, zeg ik zoo: «Dat arme beest, hè? Zoo'n smerige kwftjongen toch, om het stomme dier zoo te trap pen ,J Hid ik den schooier maar te pakken kunnen krijgen..." Afijn, ik let eerst niet op Hendrik z'n gezicht... Maar toevallig kijk ik op... Hij lacht zoo vreemd... Zoo rédr... «Wat scheelt jou?" zeg ik... «Nou Jan, mij hoefje niet te vernikkelen" zeit ie... Natuur lijk deed ik of 'k 'r geen steek van snapte— Maar toen kwam 't er uit. Dat Kaatje eergisteravond bij oome Daan is geweest— En hem alles in kleuren en geuren verteld heeft. Hoe jij Li, toen 't beest de nieuwe vloermat bevuild had, een trap hebt gegeven- En met de kolenschop hebt gesmeten... dat de hond er altijd kreupel van zal blijven... En dat de buren er schande van hebben gesproken, zooals dat arme, oude dier hier door jou mishandeld is... Afijn, oome-Daan mot zoo woedend onder leiding van Eduard Verkade optreden. Er was Zaterdagavond in «Amicitia" bij de opvoering van »da firma Bonardon" zeer weinig publiek, wat jammer was, want het spel was de moeite waard. Claude Bonardon heeft zijn beele leven gezwoegd en gewerkt om zijn doel het hoog houden van de firma te bereiken. Al zijn hoop is gevestigd op zijn kleinzoon. Tot hij ontdekt, dat deze jon gen geen kind van zijn reeds gestor ven zoon is. De heer De Vos-beeldde hem bijzonder mooi uit. Evenzeer waren de oude huisknecht cn de dienstmaagd te bewonderen. Alleen deed de laatste dom, of liever moest ze dom doen, toen ze het briefje van Remi aan haar meester liet lezen, waardoor deze zoo ongelukkig werd. Mevrouw Holtropvan Gelder ver tolkte de rol van Marianne. In haar eenvoudig kleed, door haar zacht gesprek, door haar houding, in één woord door baar geheele zijn gevoelde men medelijden met haar en was het een verlichting, toen de schoonvader vergiffenis schonk. Mevrouw Meunier Nagtegaal was een echt meisje in haar geheele spel. De geheele voorstelling was in 't kort zeer goed. Het slecht bezoek zal wel aan verschillende oor zaken te wijten zijn. Misschien kan de inhoud van bet stuk velen minder aangetrokken hebben. De heer H. E. Hoekstra, ingenieur der traciie van de H. IJ. S. M.. wordt 1 October overgeplaatst van hier naar Amsterdam. Z. K. H. de Prins zal Maandag gevolg geven aan de uitnoodiging tot bijwoning van een diner, aangeboden door de officieren van het le. reg. huzaren, alhier in garnizoen. De reserve-wachtmeesters Jh. F. Egidius en Jhr. J. Huydecoper, van het le reg. huzaren zijn benoemd tut cornet. Lijst van brieven en briefkaarten, geadresseerd aan onbekenden, verzon den van het Postkantoor Amersfoort gedurende de le helft September. Mej. A. Fisa, Amersfoort. C. van Gelderen, Almelo. Mej. W. Bolten, Amsterdam. Mej. K. Goosen, Baarn. Remmelt, Blokzijl. Mad. E. Dubourcq, Driebergen. Mad. Martin, Haag. Mad. A. Heemstede, Haag. W. van Ewijk, IJsselstein. Tb. Langedorf, Tilburg. P. Polsma, Tzum. C. Briller, Utrecht. F. Wijnstra, Ophemert. Mevr. Van Wijk, Scheveningen. R. Hulties, Westfalen. J. Snijders, Dietsfeld. Markenie, Amersfoort. K. Radius, Amsterdam. A. v. d. Meulen, Amsterdam. Van Hees, Amsterdam. P. de Wendt, Amsterdam. Mej. v. Loghem, Apeldoorn. Wolters, Deventer. V. Tammeling, Ten Boer. J. Kloote, Middelburg, v. d. Straten, Utrecht. A. Boer, Utrecht. H. Mouw, Sterewijde. L. Ingenhoes, London. Rab Stom, Havre. Bertram, 7 Duitschland. B. Toesche, Altstaden. P. Kemper, Eggishorn. geworden zijn... zóó woedend..." Zij, Jet, stond roerloos bij de tafel. Haar handen waren ijskoud. Haar bloedelooze lippen beefden. De kleur van haar gezicht was grauw... Slechts in haar oogen vlamde, brandde, vuurde 't... Maar spreken kon ze niet. En hij, Jan, liet de armen slap langs 't lijf hangen. Hij staarde vóór zich uit, zonder iets te zien... Beklemmende stilte van bange teleurstelling en diepe verslagenheid spreidde zich in de kamer uit... En terwijl in Jet's geest de gedachte aan wat Li gekost had aan eten, vee arts, bedorven dingen... terwijl nu nog, op den koop toe, oome Daan's legaatje... Kromden zich instinctmatig hare slanke, spichtige grijpvingertjes naar iets, dat ze zoo-graag krabben, kwetsen wol.. -r ...Buiten het Paleis van Justitie stond Jan haar te wachten. Ze had niet eens gewild, dat-ie met haar mee zou gaan zij zou dat zaakj e wel alleen afdoen— Maar toen de veldwachter haar met barsch gebaar, 'r aankijkend

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 2