NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
SEISOEN GEOPEND
J. H. W. AUF DEM BRINKE
DAMESHOEDEN
No. 29.
Zaterdag 9 April 1910.
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE WEEK.
LANGESTRAAT 48 AMERSFOORT
FEUILLETON.
DE INVASIE DER DUITSCHERS.
Amersfoortsclie Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rpk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
8 April.
't Zeggen was, immers, dat aan
zulke malligheden als le April-fopperij
de menschen niet meer doen tegen
woordig. Dat was goed in eene periode,
niet waar? toen het leven nog
rustig, gemoedelijke, kalm-genoegelijk
voortvlood Toen men, in huis
vertrek of op kantoor, zittend, zelfs
z'n steentje leggend in vast vrienden
clubje op vast café-uur, niet, niet
om een haverklap werd opgeschrikt
door het getjingel van de telefoon
»Allo! Allo! Wat is er...!?" Toen
men dacht dat straatroovers, com
bi ioleurs, afdreigers, slechts werden
aangetroffen in zekere romans, dewelke
men heerlijk-griezelend en kippevel-
krijgend genoot, alsmede in Calabrië
of »de geheimenissen« van Londen en
Parijs. April-grappen, oolijk-onschul-
dige tapperij, als waarvan onze groot
ouders zoo smakelijk konden vertellen,
wie beeft er nog lust toe in zulk
een benarden, benouwden, gespannen
tijd? In zulk een atmospheer van
angstige gejaagdheid I
Oppassen, uitkijken, op uw «qui
vive# zijn, is de boodschap. In het
hartje van de stad, op klaailichten
dag, wordt ge begluurd, beloerd door
de heeren van de chanteurs-associatie.
Al ompantsert gij uw deugd en in
getogenheid gelijk een «Dreadnought»
van het allernieuwst- en geweldigst
kaliber: toch ligt meneer Cartouche
Junior in z'n hinderlaag... Hij klampt
u aan op den plublieken weg, hij zendt
sirenen op u af met lonkende oogen
en lokkende stem. Hij tracht uw spel-
hartstocht en goudzucht te prikkelen...
Laat u, heeft-ie u eenmaal met z'n
klaveraasjes bekoord en verstrikt, een
paar geeltjes winnen om u vervolgens
uit te schudden tot er geen simpel
nikkeltje meer op u te vinden is. En
moogt ge blij zijn indien u, door
kwartjesvinders in of buiten spoorweg
coupé uitgeschut niet het treurig lot
overkomt van arm p'antoffel-heldje,
dat dezen dagen door de heeren
«Bauernfanger" tot zelfs van z'n gloed-
nieuwen trouwring beroofd, niet naar
moeder-vrouwtje durfde terugkeeren,
maar een aanklacht wegens berooving
indiende, welke hem duur te slaan kan
komen!... «Mooie tijden» bromt er
een om aan April-grappen te denken
Daar moet een mensch dan toch wel
in kindschen staat voor zijn geraakt
«Met de Staten-verkiezingen vóór
de borst, waarbij 't er voor Links op
aan zal komen le toonen of... Na het
Lintje, na Mathilde, na de Van Heecke-
ren-perkara of te wel «puzzle«... Na
al de bittere lessen van schoè en
schande... Of Links nu nog niet het
«eendracht maakt macht» in toepas
sing zal pogen te brengen met schijntje
van succes althans... Dat's andere
kost, meneer, dan April-fopperij, «Met
toenemende gisting in de kringen der
onderwijs-wereld. Allernieuwst vul-
kaantje, door den Koedijker Jongsma
wakker geroepen, Dat een soort van
vuur uitbrakende Etna kan worden
Waarvan de verschroeiende, alles op
zijn weg vernielende lava-stroom de
neutrale school eerlang tot eene ruïne
maakt.
«Is dat» gaat knorrepot verder
«een tijd om April-grappen te
verzinnen en te verkoopen Sla welk
blad gij verkiest op. En durf te lezen
't Is enkel narigheid wal ge onder
de oogen krijgt Tot zelfs de illusie
dat de arme Zeister knaap bij z'n
vader in het verre Westen veilig en-
wel geborgen zou zijn, wordt u ont
nomen. Maar gruwelen van moord en
doodslag vormen vaste rubriek. Den
tel is men al-lang kwijtgeraakt en
als men met legioenen van je-puikste
politie-honden (mits voorzien van
namen, die een gewoon Hollandsch
mensch zonder radbraken kan uit
spreken I) over stad en land loslaat,
dan zullen de heeren moordenaars en
verdere gauwdieven het werk overne
men van Halleij's blauwzuur-staart,
gesteld dat die zoo vriendelijk is om
't den 18en Met wat schappelijk met
ons te maken!...
«Aprilgrappen, dat ontbrak er
nog aan» gromt zwartkijker «een
stukje celluloid van een dubbeltje,
Julianabloem gedoopt, en dat de kas
der tuberculosebestrijding moet helpen
vullen: 't wordt waarachtig oorzaak
van gekibbel. «Zoo'n bloem is niet
«neutraal», snapt u?... kwetst anti-
orangistische, republikeinsche gemoe
deren. De grimmige t. b. c. is anders
eene soort van «democraten, die noch
«stand» noch leeftijd in aanmerking
neemt, doch wier gevoelens speciaal
jegens kleine, arme luyden giftig en
vijandig genoeg lijken I...
«Verlangt ge, dat in zulk een tijd
'n verstandig, ernstig wezen aan zoute-
looze, kinderachtige grappen zal doen
Daarvoor dient ge doof en blind te zijn
voor al het naargeestige, jammerlijke,
verbijsterende en ontmoedigende, ver
ontrustende, hetwelk gij uur aan uur
om u heen aanschouwt, verneemt!...
Ik doe er niet aan mee!...#
Tot mijn overgroote vreugde is 't,
op 1 April j.l. gebleken, dat er toch
nog menschen genoeg worden gevon
den, die wèl tijd en lust voor een
grapje hadden. BravoDat geeft den
burger moed... We zijn dus toch nog
in staat om een paar minuten een
half uurtje misschien zelfs! af te
zonderen voor iets niet absoluut nut
tigs en strikt noodigs. Voor het be
spiegelen over de vraag, wat er dan
toch schuilen kan achter de diverse
raadsels en mysteriën van «hel liegt»,
wplke allengs het aanzijn hebben ge
schonken aan staaltjes van kranten-
schrijvetij, waarbij ge u angstig af
vraagt, sinds wanneer zich ontwikke
lende kiem van hersenverweekirig u
het begrijpen van uiterlijk op Neder-
landsch lijkende taal onmogelijk maakt.
Totdat ge een lotgenoot ontmoet, die
u, ook al met angst in de oogen, af
vraagt«Snap jij dat nou!?...» enge
beiden eindigt met het oude kermis-
rijmpje te zingen, eindigend met hel
luchthartig spottende:
«Zoo-iets is al te mal!..."
Gelukkig herzeg ik, vindt
men dan toch nog een paar minuutjes
tijd voor iets-anders dan jongste
koersen-nakijken, schandaaltjes-be-
smoezen, gokken, speculeeren zich tot
voetstukje van ijdelheid opwurmen...
Och-neen, zoo bijzonder aardig waren
de April-grappen van 1910 niet. Dat
kanon in de Haagsche Maliebaan,
waarmee men bet slechte weèr zou
«wegschieten", was een der leukste.
En de Grieksche dramaturg, een jaai
of 2100 geleden geboren en te Leiden
(ons nationaal Athenegenoodigd bij
de opvoering van een zijner stukken,
om wten, van aangezicht tot aange
zicht, te zien vele tientallen brave
Leidenaars ter schouwburg togen...
De «mop mocht er ook zijn! Oude,
oolijke Jacob van Lennep, tot wiens
«lijfuien" behoorde het vertelsel van
de dienstmaagd, die «Demophontes"
zag aangekondigd en haar mevrouw
kwam aanmoedigen: «Gunst ja, dat
zal leuk zijn... Hè, «de mophondjes''.
Wat zou 'k dat graag zien!..." Van
Lennep zou zich in de jongste Leidsche
vernikkelarij echt-verlustigd hebben.
Overigens was het «Attisch zout"
der grappen tamelijk-flauw van smaak.
En als we 't onder het vergrootglas
legden, bleek 't eigenlijk niet veel
anders dan doodgewoon keukenzout.
Macht ja nichts!Er is gelachen.
Da liefhebber ij om eens kinderachtig
te doende lui voor-de-mal te hou
den zonder dat ze er nijdig om wer
den, ze bleek te bestaan, zelfs
meer in trek te komen.
Dat is, vind ik, het beste en voor
naamste van de zaak. Dat geeft
iemand gevoel van verluchting, her
ademing temidden van al den grauwen
ernst, al het bitter en bitsig gekrakeel.
Zal misschien patent tegenwicht kun
nen vormen voor het spijtig-verdrietig
«evoel, waarmee sommige in den lande
zullen vernomen hebben, dat de voor
avond van Juliana-dag ditmaal geen
«sterrenregen» zal brengen... Een on
geluk, zegt de blijmoedig-aangelegde
Franschman, is allicht toch nog voor
iets goed. En zou «het lintje«, met al
den aankleve van dien, dit hebben
veroorzaakt, dat (volgens de ofïicieuse
aankondiging) de vermaarde zak uit
het zoete «land van Kokarijea (destreek
waar De Genestet 't over had tot
gramschap van zekeren licht-prikkel-
baren commandeur). Dat die zak
inderdaad heel veel kleiner van om
vang zal worden, wijl de briljante
inhoud ervan zooveel-minder ruimte
van berging vordert... Wel, van zeke
ren consul-generaal, zou bijna kunnen
gezegd worden, dat hij buiten
's mans eigen wil en toedoen dan!
»a bien mérité de ia patriel..."
Tot de «canards", die begin April
maand in onze buurten, neerstrijken,
wordt ook gerekend het spitsvondig
geruchtje «als zou" dr. Kuyper de
plaats des senators Van Heeckeren
eerlang innemen, terwijl laatstge
noemde een «otium" ging genieten,
waarvan de «dignitas" eigenlijk eerst
voor ieder kon vaststaan nadat de
nevelen, nog altijd hangend, zouden
zijn opgetrokken...
Beste inrichting voor het termaken of vervormen van hoeden
ook tveike niet in onze magazijnen gekocht werden
4) DOOK
-A.. T. X^VLcliatea/u..
«Een romantische gril, waar ik je
boven verheven dacht. Wil je een
dwaasheid uithalen, ga dan aanstonds
met mij uit, ik zal je er de gelegen
heid voor geven, maar praat niet als
een schooljongen van verliefdheid,
waardoor ge Uw eigen geluk en dat
van een lief, mooi kind op het spel
zet. Zie van haar af en laat de zaak
daarmeê uit zijn."
»Ik kan mijn woord niet terug
nemen, zij zal mij voor een lafaard
houden."
«Om 't even, het moet geschieden;
hoe lang gij wacht, des te moeilijker
wordt het voor U."
«Ik heb het heden middag beproefd,
doch de moed ontbrak mij, ik durfde
niet. Toen ik wilde spreken, schoot
mij het bloed naar de wangen, ik
kon geen geluid voortbrengen."
«Schrijf haar dan."
«Reeds driemaal heb ik een aan
gevangen brief weder verscheurd,
mijn gedachten zijn verward, ik kan
niet stellen."
«Wacht, dan zal ik je een handje
helpen zie zooneem nu pen en
papier en luister wat ik zal dicteeren
gereed? schrijf op I
«Neen Daan, dat gaat niet; ik zou
me dood ergeren als zij daarvan hoorde.
Ik weet wel, dat jij het niet rond-
kramen zult, maar de wanden hebben
ooren en de zaak is van te teederen
aard om er mee te laten spotten."
«Nu, zoo als je wilt Ga je mee
naar Spontijn? dat zal je wat op
wekken. Yader Backus heeft gewoonlij k
raad, als alle andere hulpbronnen
uitgeput zijn; heb je morgen een hel
der oogenblik, dan zul je wèl doen
dit onverwijld te bezigen, om dat
zaakje aan kant te maken, want vóór
dit geschied is, heb je rust noch duur."
«Thans naar Spontijn? je hebt toch
geen plan daar den geheelen avond
te blijven? ik moet je zeggen, dat ik
er mij meestal uitermate verveel."
«Weineen," antwoordde Daan, en
fluisterde dan, «ik heb nog iets anders
aan het spit, maar jij moet mee, ik
zal je eens opknappen van avond,
laat het maar aan mij over," en ver
volgens neurieënd:
„Berger, coers a ta belle,
Jurer tiamme éternlle,
L' étoile da soir lait
Maak je maar gereed, ik ben in
een wip klaar."
Een plotseling opgekomen regenbui
deed de vrienden vlug aanstappen,
waardoor de voortzetting van hun
gesprek onmogelijk werd.
Bij Spontijn was om dezelfde reden
propvol; men zag er biljarten, schaken
(in alle eer en deugd), drinken, rooken,
kaarten men hoorde er lachen,
schreeuwen, praten glazen onwerpen,
kortom 't was zoo prettig en ge
zellig als het bij mogelijkheid iü een
koffiehuis kan zijn.
Edmond zocht zooveel mogelijk bui
ten het gedrang een stoel meester te
worden en nam vervolgens de krant
ter hand, terwijl Daan een half dozijn
vrienden, die hij hier en daar bespeurde,
de hand ging drukken en even het
nieuws van den dag afvroeg: gewoon
lijk niet veel zaaks, de chronique
scandaleuse van de wereld waarin zij
zich gaarne bewogen, een opsomming
van buitenkansjes, die hen niet te
beurt vielen, enz enz. alles wuft en
los, zoo als dat op zekeren leeftijd
aan velen eigen is, zonder daarom
bepaald tegen het karakter dier jonge
lui te pleiten.
Toen Daan op deze wijze de ronde
had gedaan, zocht hij zijn buurman
op, die zijne afwezigheid nauwelijks
had opgemerkt daar hij verdiept was
in het lezen van een belangrijk artikel
aangaande het, voor eenigen tijd ge
stichte bond van letterkundigen, waar
over men zich in Duitschland zeer
boos had gemaakt daar de stichters
onverholen voor het doel uitgekomen
waren, namelijkHet vormen van een
groote Nederduitsche natiè.
De toetreding van bijna alle Ylaam-
sche, maar voornamelijk ook van een
groot aantal Duitsche letterkundigen
uit Oost-Friesland, Westfalen en het
land van Cleef, had dien bond een
beteekenis gegeven, die men onmoge
lijk daarvan had kunnen verwachten.
«Leg die vervelende krant neer en
laat ons een partij biljart maken,"
zei Daan, toen hij bij zijn vriend was
aangeland.
«Een oogenblik, ik moet nog even
zien wat de Nieuwe Rotterdammer
er van zegt, dan ben ik tot je dienst
«Welk nieuws interesseert je zoo?"
«De kwestie met onze naburen."
«Och kom, dat loopt met een sijser
af. Denk je wezelijk dat men zich
daar om het hersenschimmig plan
van een handvol geleerden boos maken
zal?"
»'t Heeft er allen schijn van, of
liever men geeft er dien schijn aan
want ieder weet, dat de grond van
hun bemoeiziekte'elders te zoeken en
van ouden datum is. Daar, zie eens
wat het officieuse Duitsche regeerings-
orgaan durft schrijven!"
«Och, tnsschen dreigen en doen is
nog eenig verschil mijn waarde; ik
zeg met Yondel; «Noit man van
dreigben storf." Overigens, daar moge
van komen wat er wil, ik heb in ieder
geval niet veel te verliezen, hoe gaarne
ik ook zou willen, dat dit anders ware."
«Zeg dat niet te haastig, 't Zou
mogelijk kunnen zijn, dat er iets van
je geëischt werd, dat wij geen van
allen gaarnp missen."
«Mijn leven!? 't idéé I ik ben niet
bang voor een blauwe booniDtusschen
als ik zeker was, dat het er om te
doen is, zou ik wel willen beginnen
mij schadeloos te stellen voor hetgeen
ik in dat geval te kort zal komen.
Wordt vervolgd).