NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Scheten i de rechtzaal. J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect. Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz. No. 30. Woensdag 13 April 1910. Negen-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG EEN LES DIT DE PRAKTIJK. Steniaweg ZEIST. FEUILLETON. Amersfoortscie Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrij dag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephooiino- 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bij de bestrijding van de invoering van nieuwe of van de verhooging van bestaande invoerrechten ter bescher ming van nijverheid of landbouw, wordt door voorstanders van den vrijhandel steeds gewaarschuwd voor de verslapping van den ondernemings geest, die zoo dikwijls met bescherming gepaard gaat. Daarmede is niet gezegd, dat alle protectie van het begin af aan onver mijdelijk moet leiden tot verslapping, zooals onze tegenstanders veelal bewe ren dat door ons wordt gesteld. Aan dergelijke algemeenheden maken wij ons inderdaad niet schuldig. Het is ons streven met voorbeelden uit de praktijk aan te toonen, dat de bloei van landbouw en nijverheid in Neder land zijn ontstaan te danken heeft aan, en bij voortduring bevorderd wordt door den vrijhandel, en van dat streven leggen vele onzer vliegende blaadjes getuigenis af. Een hoog of verhoogd invoerrecht op producten van den landbouw kan onder sommige omstandigheden leiden tot verbooging van de pacht- en ver koopprijzen der landerijen, kati echter onder andere omstandigheden, verband houdende -met den aard van de bevol king, de gesteldheid van den bodem, de voorwaarden waaronder die tak van nijverheid wordt gedreven geheel andere gevolgen hebben. Een voor beeld uit de praktijk leert dat, evenals voor de nijverheid, bescherming ook voor den landbouw kan leiden tot verslapping van de energie. Bij de in den laatsten tijd gehouden verhuringen van boerenplaatsen in de oostelijke polders in de provincie Groningen, hebben de pachtprijzen daar ongeveer f 110 tot f120 per hectare bedragen. In verband hiermede wordt voor de berekening van den aanslag der landeigenaren in den hoofdelijken omslag, in sommige grens gemeenten van die provincie, waarin de Dollart-polders zijn gelegen, de huurwaarde hunner landerijen aange nomen naar f 120 per hectare. In zulk eene gemeente deed zich onlangs het geval voor, dat een landbouwer werd aangeslagen in den hoofdelijken omslag, die in die gemeente eene boerderij gehuurd heeft en tevens in den aan dien Dollart-polder orimid- delijk grenzenden polder aan gene zijde der grens, eene boerderij in eigendom bezit. Voor de opbrengst dier door bem in eigendom bezeten boerderij werd hij door den gemeen telijken fiscus aangeslagen naar eene huurwaarde van f120 per hectare, verhoogd met de vermoedelijke meer dere opbrengst dier Duitsche boerderij als gevolg van de booge invoerrechten op graan, waarvanbij als bezitter eener boerderij op Duitscben bodem de voordeelen trekt. Voor de op de Duitsche boerderijen geteelde granen is aan de landmarkten in Oostfriesland van 11.50 tot f2 50 per hectoliter meer te bedingen dan aan de markt te Groningen. Daarte genover staat dat de belastingen en lasten door den landbouwer verschul digd in Duitscbland hooger zijn dan in Nederland, dat ook de kosten van bebouwing door hoogere loorien er per hectare ongeveer twintig gulden meer bediagen dan in de provincie Groningen, maar bij eene gelijke op brengst per hectare blijft toch de bate ten gunste van den Duitscben landbouw vrij aanzienlijk. Het gemeen tebestuur berekende die bate op f50 per hectare en sloeg den in Nederland wonenden eigenaar eener iri Duitscb land gelegen boerderij in de gemeente belasting aan naar eene huurwaarde van f170 per hectare in plaats van de in de provincie Groningen geldende huurwaarde van f 120. Hiertegen kwam deze eigenaar in verzet en wat bleek nu bij nader onderzoek? Dat niettegenstaande de zoo hooge invoerrechten op graan, die, zooals in een vorig blaadje werd aan getoond, het Duitsche volk direct en indirect belasten met ruim 1100 millioen mark per jaar, de huurprijzen der boerderijen in Groningen en Oost friesland nauwelijks uiteenloopeo. Tusschen beide soorten boerderijen en hare ligging is geen verschil van klimaat, noch van gesteldheid van den bodem. Dertig jaar geleden waren beide in alle opzichten volkomen gelijk, werden geheel op gelijke wijze be werkt, men bemerkte nauwelijks aan welke zijde van de grens men zich bevond. Die dertig jaren hebben in Duitsch- land gebracht de bescherming van den landbouw, de argriërs met hun tolpolietiek en hunne steeds hoogere eischen. In Nederland en vooral in de pro vincie Groningen hebben ze gebracht de moeilijke tachtiger jaren, die ook in ons land vele landbouwers hebben doen roepen om bescherming, welke jaren volgden op de zeventiger jaren van goede oogsten, hooge prijzen en betrekkelijke v;eeide. Velen die hunne landerijen tot hooge prijzen hadden gekocht of gepaeht, hebben helaas schipbreuk geleden op de levenszee, maar hen die niet met hoogwater op strand waren gekomen heeft de tegenspoed gestaald. Zij hebben den landbouw gemaakt tot eenen tak van wetenschap hebben met behulp van kunstmeststoffen eene geheel andere wijze van bebouwing van den grond ingevoerd, hebben van jaar tot jaar eene hoogere opbrengst weten te bereiken. Mannen die vijfen twintig jaar geleden voor het eerst eene boerderij hebben gepacht in de Groninger Dollart-polders, zonder eenige eigen middelen te bezitten, hebben bet in dien tijd door hard en oordeelkundig werken, gepaard aan eene eenvoudige levenswijze, gebracht tot welstand, tot het bezit van eigen kapitaal, waarmede zij zonder hulp van vreemden hunne kinderen aan den gang kunnen helpen. En wat ziet men aan de overzijde der grens? Dat zij die met behulp van beschermende graanrechten door de regeering door de moeilijke tachtiger door geheel Nederland. Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN. jaren zijn heengeholpen, die dien zwaren strijd om bet bestaan niet in gelijke mate hebben gestreden als hunne Nederlandsche broeders, niet door dien strijd zijn gestaald, hun be drijf op verre na niet hebben opge voerd tot gelijke wetenschappelijke hoogte. Hun eerste gedachte des ochtens en hun laatste des avonds was niet bedacht te zijn op nieuwe middelen om de productiviteit van den bodem te verhoogen. Ook is hunne levenswijze veel minder eenvoudig. Niet alleen worden door den jongen pachter werkpaarden aangekocht, neen van het begiD af moeten er ook weeldepaarden zijn. Daarbij is een rijtuig onmisbaar en men rijdt liever dan dat men te voet gaat Veel meer dan nuttig en ook zelfs dan voor ontwikkeling of uitspanning noodig is, vei wijdert men zich van zijne boerderij en brengt zijne avonden voor een groot deel door in dorps- koffiehuizen met agrarisch-politieke tinnengieterij, en laat men het werk te veel over aan de arbeiders zonder daarop in de vroege morgenuren vol doend toezicht uit te oefenen. Het onvermijdelijk gevolg is eene veel minder intensie bewerking van den bodem dan aan deze zijde der grens, eene gemiddeld aanmerkelijk minder grootere opbrengst van alle landbouw producten. En zoo is bij onderzoek gebleken, dat niettegenstaande de hooge invoer rechten op graan in Duitschland, de verkoopprijzen en de huurprijzen van de landerijen in de Duitsche Dollart- polders niet hooger zijn dan in de oorspronkelijk gelijkwaardige in Neder land, omdat die hooge invoerrechten er de landbouwers hebben verweeke- lijkt, tot een zekere mate van weelde, gemak- en genotzucht hebben gebracht, die onvereenigbaar zijn met de eischen, die eene wetenschappelijke, intensieve, beoefening van den landbouw, bij de vorderingen die de landbouwweten schap in de laatste jaren gemaakt heeft, tegenwoordig stelt. Van die vorderingen wordt door de Duitschen landbouw zelfs op de beste gronden niet voldoende nut getrokken. Door noeste vlijt, door toepassing van de niewste methodes, door ge bruik te maken van de voorlichting en de indirecte bulp die de regeering in Nederland aan den landbouw biedt, heeft de landbouwer in Groningen de geldelijke opbrengst van den bodem even boog weten op te voeren als zijn vakgenoot in Oostfriesland, niet tegenstaande den grooten voorsprong, dien de laatste vindt in graanrechten. En bij bet groote oiïer, dat door die graanrechten van den belastingbeta- lenden burger in Duitschland wordt gevorderd, hebben deze rechten zelfs niet geleid tot ophefliog van den landbouw, doch de productiviteit van den bodem kunstmatig tegengehouden. Zoo valt op die zotte vergaderingen van den Bund der Landwirte in het circus Busch te Berlijn, waar op steeds hoogere invoerrechten op buiten- landsch graan wordt aangedrongen een eigenaardig licht. Men zou die mannen willen toeroepenSchaamt gij u niet te willen leven op kosten van uwe medeburgers? Leert uw vak beoefenen op wetenschappelijke wijze, verhoogt de opbrengst van uwen grond, blijft tehuis bij uwe dagtaak in plaats van naar Berlijn te komen Van 't „bloedgeld". Toen zij wist De aderen op z'n voorhoofd zwollen en het ivoren vouwbeen, dat hij tus schen de vingers hield, kraakte... Toch verbeet hij het schend woord dat hem naar de lippen drong. Slaagde hij erin, zich uiterlijk kalm te houden. Maar de minachting, waarmee hij haar aan zag, was mateloos. Ze groefde hem een trek van walging om den mond, zóó keek hij de vrouw aan, die tegenover hem zat, bij z'n schrijftafel. Op het kantoor was alles nu leêg. Een uur geleden had ze hem getele foneerd. Hij was, in spreekkamertje, juist met iemand in conferentie... Jongste-klerkje tikte angstig, stak hoofd naar binnen... «Meneer, daar is 'n dame aan de telefoon... om u dringend even te spre ken... Eerst begreep hij niet. Dacht dat z'n vrouw hem iets te vragen had... Wilde al tegen klerkje zeggen: laat mevrouw je maar even... Of: verzoek mevrouw over een kwartiertje op te hellen, ik ben nu juist in gesprek... Toen herinnerde hij zich. Voelde dat-ie bleek werd. Beefde van schrik... Trachtte, door druk-vroolijk te doen, attentie van bezoeker af te leiden. «Ze laten je nu toch nooit ofte nim mer met rust, hè?... Pardon, één seconde Bezoeker boog hoffelijk; keek den plats onrustig-geworden, bevenden man toch met vreemde oogen aan... Wat dééd meneer De Raad zonder ling... Ja-ja, zeker een of ander... Hij is altijd een guitje geweest- Bezoeker glimlachte nu op de ma nier van: Snap 't bést, grappenma- kertje Hij naar de telefoon. Vatte de hoorn met ijskoude hand aan. Zijn hart bonkte, bonkte... Ze was 't. De schrille, snerpende stem van nog-geen-maand geleden. «Mevrouw Muller... Jawel... Ja, ik hoor 't... Wat had-u Hij knarste de tanden opeen. Balde een vuist. Stampte op den vloer... «Vijf uur?... Kwart over vijven?... Ik moet op reis. Geen uur te ver liezen... Kan absoluut niet... Schrijf dan maar aan het afgesproken adres... Je-weet-wel... Hè? O, naar Weenen, j nog verder. Minstens een week of drie, vier... Neen, is absoluut onmo gelijk!... Kè,n niet!...» De hoorn van het telefoon-stelsel trilde in z'n hand... Hij zweeg nu even. Werd nog bleeker... Had doodelijken schrik in de oogen. Kon de woorden haast niet meer uitbrengen... «Zool... O-zoo!... Nou, ja, kom dan maar even... Niet voor half-zes... Ja, goed dan!» Met een schok smeet hij de hoorn weèr op toestel. Stond daar alsof iemand hem een slag op 't hoofd had gegeven... Stapte rond in z'n kamer... Weêr tikte vlerkje. «Die meneer in de spreekkamer laat vragen, of de...» «Ja, ik kom! Direct!» Bezoeker zag nü toch wel zeer- duidelijk dat er iets gaande was. Iets van ernst... Maakte zag hij duide lijk allerlei gissingen. Zou wist hij zeker en stellig straks in de soos geheimzinnig-apartje hebbeD met de intimi van het jgewone whist clubje... Gefluister met zeer-bedeDkelijke ge zichten, over dien De Raad... Hij, be zoeker, was zoo vrij geweest z'n pak ketje met waarde-stukken weêr stil letjes meê te nemen. Daar moést iets achter schuilen... Een tik gehad?... Er werd bespiegeld, uit welken hoek de klap kon gekomen zijn... Snapten er niets van, niemand had flauwste «Ahnung»— «Tjazei de zeer-pessimistisch aan gelegde praeses der whist-club, «zulke dingen komen dikwijls van een kant, waar geen sterveling onraad duchtte. Oppassen is de boodschap!" De Raad zag dat-alles helder, scherp vóór zich. Eu 6ök wist hij, welke comentaren er zeker nü zouden ge maakt worden als hij niet tegen vijf uur, op z'n allerminst, in de soos zou zijn. Best-mogelijk, dat zij morgen den-dag... nadat ze den god-gacsche- lijken avond 't geval hadden zitten bekletsen... kwamen neuzen, opvragen, poolshoogte namen... 't Liet hem koud. De heele boel— Z'n reputatie, z'n crediet, z'n naam... Hij bekommerde er zich nu niet om. Aan dat eene... Die telefonische waarschuwing... Dacht hij. De vrouw, die tegenover hem zat... Die hem gezegd had, per telefoon, tegen halfzes te zullen komen... Ze haalde de schouders op. Haar handen lagen slap, roerloos, op 'r schoot. En zij ontmoeten z'n blik... Sprak als een, die z'n les opzegt, voelde de walgende minachting, waarmeê de man, wien ze geld trachte af te persen, haar obser veerde. Hij had haar gevraagd, welke zeker heid hem werd gegeven dat... gesteld, ze kreeg nu weêr die vijfhonderd gulden... Welken waarheid hij dan had, over 'n maand over 'n week, morgen-den-dag, niet weêr te worden opgerakeld... Precies half zes. Duiten... Cash...Duizend, achthonderd, vijf honderd... Niet? Best, binnen een paar uren weet zij, de wettige, de «ligitime," alles... Yan het mooie, blonde knaapje, dat zoo sprekend op hem lijkt. Van de slanke moeder, die 's middags langs z'n kantoor wandelt... Turend, telkens naar de ramen van z'n particulier kantoor- Hij dacht aan de wettige; aan de jonge vrouw met de groote, lieve, zachte kinderoogen. Die zoo trotsch op hem was... Die hem, als ze, in schemeruurtje na 't eten, samen op

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1