NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Schetsen nil de rechtzaal. J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect. Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz. Mo. 3lx. Woensdag 27 April 1910. Negen-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG Steniaweg ZEIST. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonnii. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Iets over den invloed die het gecon centreerde geldkapitaal uitoefent op de concentratie van industrieele en handels onderneming. De arbeider, de koopman, de ambte naar die in zijn nieuwsblad van tijd tot tijd laate berichten vermeld, vindt over een steenkolen- een brood of een petroleum »oorlog" is maar al te vaak geneigd om in dien stiijd te zien een gevecht tusschen twee of meer groote leveranciers of combi naties van leveranciers die elkaar een afwezigheid betwisten met het doel hun omzet te vergrooten ten koste van de verliezende partij. De huisvader en de huismoeder niet hel minste vinden hel niet onaardig om te zien dal de concurentie onder de leveran ciers hunner noodzakelijkste levens behoeften zoo lot het uiterste wordt opgevoerd, dat zij bun waren met verlies moeten verkoopen en er dus buitengewone koopjes te halen zijn. Daarentegen wekt het beticht dat een aantal leveranciers zich onder ling vereenigd hebben om de prijzen op een loonend niveau te houden, algemeene verontwaardiging op. Men voelt zich bestolen en verhalen van enorme winsten door de fabrikanten gemaakt doen de ronde. Er is echter al evenmin reden om zich over het eerste te verheugen als om zich over het laatste te ergeren. Die buiten gewoon lage prijzen hebben immers geen andere bedoeling aan de zwakke broeders van de been te helpen ten einde tusscben de overblijvenden met meer oordeel en gemak de overeen komst te kunnen aangaan die concu rentie zoo met opheft, dan tocb beperkt. De verbruiker behoeft heusch niet met leedvermaak aan te zien hoe beide tegenstanders elkaar met lage prijzen trachten af te maken, die toestand is slechts tijdelijk noodig om tot eene duurzame overeenkomst te geraken waarbij het publiek de oorlogskosten betaalt en nog iets meer dan dat! Het heeft echter weinig nut om zich zoowel voor tegen- als voorstanders van bedrijfsconcentratie is het leer zaam- zooals trouwens bij iedere kwestie- om zich duidelijk rekenschap te geven van de leidende wachten die achter de schermen blijven- het zij dan personen of toestanden- en zich met te veel te laten afleiden door de «gestes" van den acteur die op den voorgrond van het tooneel optreedt. De woordenvloed van den goochelaar is hem onmisbaar om de aandacht van zijne banden af te leiden. Zoo denkt het publiek- de arbeider, de koopman, de ambtenaar en alle zwoe gende en tobbende werkers, bij zijn weikgever of werknemer, die tezamen de ruggegraat van een volk uitkweeken en er met aan denken, dat de strij dende concureDten niet anders zijn dan de pionnen op een schaakbord, die weliswaar door twee verschillende handen voortbewogen worden, maar bet verschil tusschen die twee banden is niet anders dan dat tusscben de linker en de rechter. Beide worden zij door een stel hersens bestuurd dat bel spelletje dan ook alleen voor eigen genoegen speelt. Links verliest recbts verliest, of andersom sla bangue gagne toujours." En deze bank is niet de bank te Monte- Carlo; het is de Bank, meteen extra groote hoofdletter. De Bank, het Geld- het kapitaal zooals «men" over 't algemeen onder kapitaaUgeld" verstaat is in econo mische zin slechts een klein deel van wat eigenlijk kapitaal is: de andere deelen worden gevormd door tallooze in de vraag te verdiepen, welke middelen er tegen dat concentreeren in de banden van enkelen van de productie of de distributie van nood zakelijke levensbehoeften, aan te wen den zijn. De verschillende scholen zijn hierover al even oneens als over die veel meer urgente kwestie of bet raadzaam is deze bedrijfsconcentratie tegen te gaan, of haar in de band te werken teneinde het mogelijk te maken om het tot het uiterste toe geconsentreerde bedrijf te nemen uit de handen der enkelen en over te brengen in handen van het algemeen Andere dingen Vreeselijk .geleerde statistici hebben uitgerekend dat geld, dus wat men in ailedaagscbe zin «kapitaal" noemt, V» deel der waarde bezit van alle andere kapitaalvormen te zamen. Hoe dit zij, het is klaarblijkelijk dat het even absoluut beerscht over de andere 40 kapitaalvormen als Ali Baba heerschte over de veertig roovers, dit geldkapitaal is het hoofd dat denkt, de hand die de plannen uitvoert is een van de andere kapitaalvormeu. Om ons te beperken tot ons eigen lijk onderwerp: Bij prijscoriflicten tus schen fabrikanten of handelaars on derling is niet het doel: fabriek a of fabriek b zal het onperspit delven en den overwinnaar ten prooi vallen maar de zaak waar het omgaat is: er zal eenheid van prijs zijn en deze zal zoodanig zijn dat het in de branche belegde kapitaal behoorlijk rendeert. De verkoopprijs kan booger of lager zijn daar vóór het gevecht (lager is soms wel degelijk mogelijk, door be zuinigingen in productie of distributie door samentrekking verkregen) maar in ieder geval laat de verkoopprijs op een ko9tpiijs een beduidende winst- margje over voor het kapitaal dat belegd is in de overblijvende ondei- nemingen. En de ondernemingen die ovei blijven zijn altoos die welke ge financierd worden door het grootka pitaal. Zijn er in een bedrijf geen andere dan zulke ondernemingen dan zal uren binnen korter of langer tijd deze hoe vijandig ook vroeger tegenover elkaar staand bet zien eens worden over afzetgebied of prijzen. Alleen ontstaat er strijd strijd op leven en dood als in het bedrijf ook ondernemingen zijn die met par ticulier of staatskapitaal werken. Zel den of nooit zal eene korter overeen komst gesloten worden met eene dusdanige onderneming. Eerst moeten deze «muren geslagen zijn. Dan boudt door geheel Nederland. Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN. plotseling de strijd op tusscben de andere voorheen vijandige en ook streng nog door verschillende banken gefinancierde, ondernemingen. De eene kraai pikt niet de andere bet oog uit. Trouwens of deze banken wel zoo veel verschillend zijn, is op zich zelf een studie, waard om nader bezien te worden. Dit zou ons momenteel echter te ver voerenwe bezitten echter talrijke jaarverslagen waaruit zwart op wit blijkt dat alle voorname bank instellingen in binnen- en buitenland onderling bij elkaar geïnteresseerd zijn door onderlinge verdragen door stich ting van dochterinstellingen en trust maatschappij (administratiekantoren), door aankoop of ruil van elkanders aandeelen en door den effectenhandel op prolongatie. Dat al deze grootere en kleinere banken een gemeenschap pelijk belang hebben zal alleen »publiek" nog maar bevreemdend vinden, doch ook zakenmenschen en economen zullen de mate waarin ge durende de laatste vijf jaren de con centratie van financieele instellingen is toegenomen, verrassend vinden. Om één enkel voorbeeld te noemen uit de vel6 die ter beschikking staan. De Deutsche Bank te Berlijn die aan hel hoofd staat van een der 8 groote groepen van Deutsche Banken welke filialen en bevriende, medewerkende banken over de gebeele wereld, dus ook in ons land, scontroleeren". had in 1870 een jaarlijksch omzetcijfer (in millioenen marken) van 239 in 1875 was dit 5512; in 1880 reeds 10487; in 1890 meer dan 28 304; en in 1904 ruim 66.897. Thans in 1910 moet dit cijfer gegroeid zijn tot citca 100.000 ('n paar meer of minder komt er niet op aan; de juiste cijfers zijn eerst over een jaar te geven, maar 'n rond cijfer illustreert het beste). Dat deze aan was gedurende veertig jaren van 239 tot honderd duizend millioen geen eenvoudige uitbreiding van eigen zaken beteeuent, ligt vour de hand. Dit blijkt ook uit andere gegevens. In 1905 had deze bank reeds 8 filialen in Duitsch- land en 1 in Londen; 44 deposito en wisselkantoren; 8 commanditaire banken in binnen- en 2 in't buiten land; bezit aandeelen in 12 andere banken, voor groote bedragen, welke tezamen 73 filialen bezitten en andere instellingen. Bovendien zijn de ver schillende directeuren door het waar nemen van diverse functies bij andere instellingen, in staat ook hierdoor een belangengemeenschap te vestigen. Dit eene staaltje toont voldoende aan hoe het bankkapitaal overal de zelfde belangen heeft in welk land, in welke onderneming het ook belegd is. Soms onstaat er eens 'n ruzietje door een verschil van begrip over de financieele hegemonie tusschen de geldbaronnen verdeeling, maar dit duurt meestal niet lang en na den strijd is de vriendschapsband des te nauwer toegeknoopt. De concludes welke hieruit te trek ken zijn, laten wij gaarne over aan den lezer, ze zullen verschillend zijn naar ieders standpunt in den econ- monuschen strijd. De bedoeling voor leden was wat meer aandacht te doen vallen op deze «stillen krachten." Een ander niet minder belangwek kend vraagpunt dat deze kwestie be- heerscht is dit: Wie staal er achter deze reusachtige wacht die de prijzen «Meêvallertje". (Kreeftensla. «Hèb-je soms iets, Kaatje?" vroeg mevrouw, terwijl de «meid-alleen" zich gereed maakte om de deur van de huiskamer met een stevig smakje dicht te smijten «Hèb-je soms wat?" En mevrouws wangen werden purper rood. Van drift spatte zij jus op 't schoone tafellaken. Merkte niet dat Guus haar knipoogje gaf... «Laat maar waaien. Maak nou asjeblieft geen her rie..." Ze had Guus van dat-ie thuis was gekomen al zoo vreemd gevonden, vanmiddag. Toen ze hem vertelde, dat de melkboer weêr met z'n briefje van twee-gulden-dertien was geweest, haal de hij glimlachend z'n schouders op. Anders barstte hij uit... Of ze nu, wanneer hij den godganschelijken dag had zitten ploeteren op dat hok van 'n kantoor, geen plezierig woord te zeggen had... Geld, geld, altijd geld— Om dol te worden was 't ten slotte. Kon-ie 't uit z'n neus halen En hij ging dan op z'n eigen kamer zitten, totdat 't eten klaar was. Had ze bij geval nög-wat amusants, dan zou-ie wel ergens een halve-biefstuk gaan eten. Liever dan dat eeuwige gezeur om duiten. Marie begon dan te snik ken, klaagde dat ze een hondenleven had. Graag dood woü zijn... Er kwam toch nooit iets anders dan ellende. Ze had geen stuk kleêren om zich te kunnen vertoonen. Hij liet zich ook alles welgevallen. Natuurlijk, me neer Dorens, de dief, zou zeggen «Och, die Van den Berg vindt alles goed. Anderen komen voor d'r recht op. Toonen dat ze zich niet laten trappen. Die krijgen opslag, maken promotie. Hij, Guus, was er een van opzitten en pootjes-geven. Aan z'n vrouw dacht-ie niet. En als ze kinde ren hadden, zouden ze hun keel wel aan de kapstok kunnen hangen... 't Was misselijk, zoo'n sul van een kerel. De menschen spraken er schande van- Eens had Guus zich niet kunnen beheerschen. 't Was juist een dag geleden, dat hij, bij meneer, gezin speeld had op... Met alle discretie- Maar meneer begreep wel, dat, als je getrouwd bent... Met twaalfhonderd gulden en een extraatje van tantième— Zeg: honderd pop hoogstens... Toen had meneer z'n pen kwaad- aardig-nijdig neergesmeten. Uitgeroe pen van dat 't kras was— Héél kras! Van den Berg had, op kantoor, eventjes 't hoogste salaris- Van allemaal!... Trouwen had meneer hem ontraden indertijd. Dat's goed voor menschen met capaciteiten... «Met capaciteiten, versta-je?" riep meneer uit, elke syllabe van het woord met veel nadruk zeggend, zoodat Guus op z'n lippen moest bijten om er kalm en nederig onder te blijven... Ondanks z'n vermanen was hij tóch getrouwd. Meneer was gek genoeg geweest om hem, ondanks alles nog tweehonderd gulden opslag te geven... Guus had er indertijd meneer z'n zoon, den jongen patroon, voor gespannen. Die had bij pa net-zoolang gesoebat, tot pa toegaf— Ze hadden er nog ruzie over gekregen, de oude en de jonge meneer. Want de zoon had ten slotte laten gevoelen, dat bij ook een duit in 't zakje kon gooien... Gezinspeeld op de vijftienduizend gul den, die de vader van Wies, z'n vrouw, in de zaak had gestoken, 't Sommetje was niet groot, maar pa had 't toch maar bar-noodig op zeker oogenblik. Toen zwichtte pa en Van den Berg kwilm op 1200 met extraatje van tantième. Dat wa6 anderhalf jaar ge leden... En nil begon-ie waarachtig weer over opslag. «Noü loopt 't de spuigaten uit!" schreeuwde patroon. «Nou heb ik er genoeg van! Als-je denkt dat ik me door iou... Door Ijou..." Guus had zich gehaasd om excuses te maken, te erkennen dat 't indiscreet van hem wasmeneer te verzekeren, dat-ie al z'n krachten aan de zaak zou geven. Z'n vrouw was soms zoo lastig... Vrouwen begrijpen dat zoo niet— Die weten van geen geld. Hij zou meneer niet meer lastig vallen. Trok z'n vraag in... Zeker, 't was ook te gek... En een paar dagen later had de jonge patroon hem apart geroepen. Zeg, Van den Berg, ik mot je eventjes waar schuwen. Pa is woest op je. Doe dat nou in vredesnaam niet weer, of je gaat de laan uit... 't Heeft maar een haartje gescheeld..." Dat alles zat Guus nog zoo dwars en Marie verweet hem z'n sulligheid- Hij had met z'n vuist op de tafel gebeukt, dat een aschpotje omver kan telde. En toen had Marie plotseling een soepbord te gruis gegooid. Greep ze naar een waterglas... Toen Ka, de meid, zonder kloppen binnenkwam. «Gut, de buren! Denkt u toch om de buren, mevrouwZe hadden haar naar de keuken gestuurd, maar Kaatje bromde dat ze «zoo'n spek- tafel niet gewend was"... Marie vloog van woede en schaamte, naar boven en sloot zich in do slaapkamer op. 't Eten werd koud. Guus moest 's avonds naar kantoor gaan met een maag, die rammelde van de honger, want hij had Ka gezegd, dat ze «de boel wel in de keuken kon houden". Een ken nis van wien hij een riks wou leenen om ergens iets te gehrniken... 't Was den 24e van de maand... Had tot zijn diep leedwezen net-precies een kwartje en vier centen op zak... Als-ie Guus daarmee soms kou gerieven?— En een vriend, dien hij in een café zag zitten en eventjes aanklampte, voelde in al z'n zakken... Kwam tot de ontdekking dat-ie z'n porte-monnaie thuis had vergeten en zelf bij den kellner moest poffen— Beroerd geval— Anders, na tuurlijk, met alle genoegen. Al was 't vijftig pop... Bij manier van spreken dan... Die avond toen Guus thuiskwam,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1