NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht
Het malei ra reclame.
Schetsen uil ie rechtaal.
BUITENLAND
No. 42.
Woensdag 25 Mei 1910
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
J. P. IWETZGER Jr., Tuinarchitect.
Steniaweg f ZEIST.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
FEUILLETON.
Amersfo ortsclie Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet gekeeie Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestrant 77. Telephoouno. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/» Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Henri de Villerfiessant, oprichter
van het bekende Parijsche Boulevard
blad »de Tigras", die bij de stichting
van dit vermaarde orgaan het maar het
best oordeelde om zijn krant naar den
niet minder vermaard geworden «bar-
bier" te doopen, heeft ons uit zijn
jourrialisten-leven heel wat kostelijke
herinneringen nagelalen.
In een van dio geestige en werkelijk
onderhoudende schetsen, wélke zijne
memoire's vormen, vertelt hij ook uit
den tijd dat hemel en aarde moesten
worden bewogen, voordat men den
deftigsten vertegenwoordiger van den
Paiijscheri winkelstand er toe kon
brengen om iets aan reclame te doen.
En hij, die behalve stichter en hoofd
redacteur, ook directeur, ja zelfs col
porteur voor zijn geesteskind wilde
wezen, vertelt ons allervermalcelijkst
hoe hij werd toegelaten bij zulk een
deftig winkelier, die wel zoo vriendelijk
was om hem in zijn sober en dood
eenvoudig kantoortje te woord te staan.
Toen hij, die later zou schitteren als
vader van de Fransche journalistiek,
tegenover den bejaarden zaken man
was gezeten, stak hij van wal om met
al de overredingskracht, waarover hy
te beschikken had diens vertegenwoor
diger van een bijna uitgestorven ge
slacht van handelaars iets te doen ge
voelen van den alles overtreflenden
kracht en den welddadigen invloed
welke de wereldmacht der publiciteit
op den handel vermag uit te oefenen.
En toen hij er niet in slagen
kon om reeds direct den twijfel
van hem, die daar voor hem zat, weg
te nemen, kon ook dat hem geen be
zwaar wezen om den ouden handelsman
in eenige welsprekende woorden een
beeld te schetsen van wat de publici
teit door de advertentiekolommen
der pers in de toekomst zou worden.
Al wilde de oude heer direct daar
mede niet accoord gaan, voor
den handigen journalist was het al
heel veel gewonnen te mogen verne
men,dat een en ander voor het komende
geslacht wel iets zou kunnen zijn,
maar De twijfel en zijne eigen
conservatieve begrippen indezesobere
erkenning uitgesproken, was voor
den slimmen couraritier voldoende
orn zijn beeld nu verder in levendige
kleuren te voltooien. Met zijn heldere
en gespierde taal wist hij nu dien
ouden zakenman, die eerst van niets
wilde spreken, niet alleen spoedig tot
twijfel te brengen, maar ook vermocht
hij er in te slagen, hem te overtuigen,
dat de publiciteit ook zelfs voor hem,
ondanks den bloei van zijn onderne
ming, geenzins onmisbaar was. Het
einde van de geschiedenis was dat de
oude heer voor zooveel oveiredings-
kracht ten slotte bezweek, maar toch
niet zonder daarbij iets te doen,
wat wel als het welsprekend cachet
zijner kern-gezonde opvulling rnocht
gelden.
Van drie maandelijksche of halfjaar-
lijksche verrekeningen wilde bij niets
weten, rnaar telde Villemessant door
zulk resultaat oveiblult, de volle som
tot den laatsten cent uit.
Tot in de wolken over zijn succes,
op de verouderde begrippen van een
conservatief zakenman behaald, trok
onze «Figaro" redacteur de deur uit.
Dubbel en dwars tevreden waren het
toch niet uitsluitend de rolletjes goud,
hem als boter bij de visch meegegeven,
die hem zoo enthousiaal maakten. Maar
meer nog kon hij het wezen over het
feit, dat hij er in geslaagd was orn
een bres te schieten in het starre
conservatisme van dien ouden zaken
man. Want met hem als voorbeeld,
kon bij nu zijn veroveringstocht voort
zetten en aan anderen den naam
van het oude, deftige koopmanshuis
zegevierend voorhouden. Het oude con
tract zou nu de overwinning kunnen
verzekeren aan de nieuwe begrippen
van reclame en publiciteit, ten gunste
waarvan hij zijn veldtocht tegen het
laat-maar-waaien systeem bad onder
nomen.
De Parijsche «Figaro" waaraan nu
ook spoedig een reclame-chroniqueur
verbonden werd om het koopkrachtige
publiek door allerlei slimme vindingen
en leuke bedenksels tot een bezoek
aan de door haar naar voren gedrongen
firma's te owingen, zag bet teriein
van haar invloed met den dag grooter
worden.
Het feit echter, dat men van nu
af langzamerhand 't Parijsche mode
blad zelfs kwam opzoeken en zich haar
reclame als een levensvoorwaarde ging
beschouwen voorden bloei van bestaan
de en nieuwe handelsondernemingen,
zegt voldoende voor de meening dat
men er voordeel in zag en men maar
al te goed begreep, dat ook hierin
een questie van geldbelegging gemoeid
was, waarvan de goude rente achteraf
zelden twijfelachtig bleek te zijn.
Waarom wij u deze ervaring van
den stichter van de «Figaro" over
vertelden? Omdat hoewel onze eigen
ondernemingen van nijverheid en in
dustrie dien afkeer tegen flinke en
gezonde reclame hebben laten varen,
de opvattingen en begrippen op dit
punt daarom toch lang niet zijn vrij
te pleiten van een kleinen geest. Ja
zelfs de meest sprekende voorbeelden
welke wij dagelijks ktfnnen aanschou
wen in den bloei van die ondernemin
gen, welke aan practische reclame-op
vattingen al hun bloei en heel hun
wasdom te danken hebben, zijn nog
niet in staat om de oogen te openen
van hen, die doen alsof zij ziende blind
waren.
Wie zich één keer laat zien is weer
Spoedig vergeten. Maar de practijk
leert het, dat alleen een geregelde
ontmoeting tot een blijvende kennis
making kan voeren. Wie dat niet weet
of aan de waarheid wenscht te twijfelen,
moge zijn licht opsteken bij die bloei
ende ondernemingen van handel en
nijverheid, welke niet ophouden de
belangstelling levendig te houden voor
bunnen naam en hunne artikelen.
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
Indrukken van Koning Edward's
begrafenis.
Een der genoodigden bij de plechtig
heid te Windsor schrijft het volgende
aan het »N. v. d. Dag" over de in
drukwekkende koninklijke begrafenis
Reeds vroeg in den morgen ver
trokken velen naar Windsor en tegen
half elf begonnen 'sKonings genoodig
den in Paddington Station te komen
om met de verschillende extra-treinen
(5 in getal) naar Windsor vervoerd
te worden.
Het was een eigenaardig gezicht al
die verschillende gala-costumes en
uniformen te zien. De regeling was
uitstekend en om de 10 minuten ver
trok een der extra-treinen.
Aangezien de ruimte voor ge
noodigden in St. Georges Chapel zeer
beperkt was, was er voor de andere
invité's voor zitplaatsen gezorgd nabij
de kapel waar zij de processie konden
zien. Bij aankomst te Windsor gingen
de genoodigden naar de kapel, alwaar
hun door hofdigriitarissen de verschil
lende zitplaatsen werden aangewezen.
In het koor, waar straks de begrafenis
plechtigheid zoude plaats hebben, ont
ving de «Master of the Ceremonies,"
de genoodigden. Rechts en links in
de banken, gewoonlijk bestemd voor
de Ridders van den Kouseband, namen
zij plaats. Rechts de gezanten en
hoofden van missies, geaccrediteerd
bij het hof vaD St. James, met hunDe
dames, links de cabinet-ministers en
eenige andere hoogwaardigheidsbe
kleders of bekende staatslieden, o.w.
Austen Chamberlain, Balfour, Lord
Strathcona, die Canada vertegen
woordigde.
Het was een indrukwekkend en on
vergetelijk schouwspel, deze prachtige
kapel met boven in de vaandels van
de verschillende ridders van de Kouse
band, in een getemperd licht, de zon
hier en daar hare stralen werpende
door de gekleurde ruiten en daar, in
diepe stilte zittende, de verschillende
ministers en gezanten in hunne schit
terende gala-kostuums met al hunne
orden en de geheel in het zwart ge-
kleede, gesluierde dames. Korten tijd
voordat de lijkstoet zou binnenkomen
namen aan de verschillende hoeken
en in het midden van de koorkapel
«Gentlemen at arms" plaats en met
hunne lange bellebaarden gewapend,
stonden zij daar om wacht te houden.
Toen kwamen de Aartsbisschoppen
van Canterbury, en York, de Bisschop
van Winchester, de Bisschop van
Oxford, de Dean van Windsor, met
de verdere geestelijken en koorknapen
van St. Georges Chapel; zij wacbttun
aan de deur van de kapel op het
Koninklijk lijk.
In de kapel hoorde men daar buiten
de treurmarschen en het dolle ge
rommel van de omfloerste trommels
daarbinnen werd de stilte alleen ver
broken door een zucht of een snik van
enkel6 der diep bewogen gasten, die
in den overleden Koning niet alleen
een Koning, maar ook een warm
vriend verloren. Kort daarop kwam
de stoet door de kapel het koor bin
nen, voorafgegaan door de zooeven
genoemde prelaten en de choristen,
zingende, daarachter kwamen de
Earl Marshall, de Lord Steward en
de Lord Chamberlain en toen de
Slimmerik.
Bóeren-verhaal tje>
Zoo!" bromde oude Krelis, toen
bet vrouwtje kwam binnen-strompelen
en baar parapluie met een smak tegen
de tafel zette; zelve hijgend op een
stoel neerviel «Zoo Aaltje
En hij bleef naar buiten kijkeD,
naar z'n overbuurman, bij wien ze juist
bezig waren een varken naar binnen
te trekken, dat voorgevoel scheen te
hebben van wat hem er wachtte
Bloedlucht van slachtlokaaltje rook—
Zich de ooren eerder scheen te zullen
laten afrukken dan toe te geven
nZoo, Aaltje!"
De andere, de dochter, keek tante
met wantrouwende oogen aan. Was
krek de vader, zoodra ze vermoedde
dat iemand om centen of zoo kwam.
Had 't tante Aal nooit vergeven, dat
zij dat zaakje tusschen Klaas Bongers
en Dina van den brievengaarder, in
orde bad gemaakt, bemerkt bad,
met baar taai aanhouden en soebatten,
dat vader Theunissen z'n dochter dat
aardige huisje bij bet Zandpad niet
ten huwelijk gaf, waardoor de oude
Bongers ertoe kwam om Klaas eene
toelage van vijf gulden in de week,
eventjes, te secureeren... Als de bank,
boorEn zij trouwen konde wan
neer ze maar verkozen... Zoo'n be
moeial, zoo'n venijnige konkelaarster...
Had er zeker van beide kanten per
centjes van gekregen
Mien kruiste de vuurroode, dikke
armen, schoof de beenen vooruit en
bleef tante scherp aankijken Ver
moede iets bijzonders
Oude Krelis schoof z'n tabakspruim
naar den anderen kant van zijn mond
daar waar-ie 'm sinds een kwartier
bad bewaard, keek zijn zuster aan en
wees naar 'tkoffiepotje, dat boven het
olielichtje stond
«Nou zei tante Aal
Mien schoof 'r stoel met een nijdi-
gen ruk achteruit, schonk ïd «Asje
blieft!" zei ze, opmerkelijk hard
pratend.
Tante slurpte koffie, veegde haar
lippen met een punt van der schort
af. Maakte opmerking over het groei
zame weer.
Na eene lange pauze kwam beves
tiging van broer Krelis,
«Bijzonder! Bijzonder!"
En hij geeuwde, lekker uit, kijkend
hoe laat 't was. Nog geen melktijd...
Mien schudde van neen. Nog lang
niet... Zóó makkelijk krijg je me hier
niet, vadertje-
Merkte best, dat ze tante in den weg
zat. Heerlijk... Juist blijven nu...
«Zeg, Krelis!" kwam vrouwtje op
eens uit den hoek.
Hij gromde, alweer geeuwend
iets—
«Weet-je 't van Lamers?"
In Mien's oogen schitterde iets. Had
ze 't niet gedacht... Nou op d'r post
blijven...
«Lamers?" vroeg Krelis héél-ver
baasd... «Nee!"
En nog-eens keek-ie op z'n horloge.
«De bonte is kapot... Van nacht om
een nur of drie gekrepeerd... Zoo'n
pracht van een beest. Niet verzekerd.
Geen cent!..."
«Hmzei nichtje spottend... Stom
merikken ook
Wist natuurlijk, waar 't heen ging—
«Tjonge, tjonge!" beklaagde broer
«dat's ongelukkig! Héél miserabel...
Zeg, Mientje..."
Over den melktijd, alweer...
«Nog lang niet!" Zei Mien resoluut
Sprekend haar moeder, die den boer
altijd op den kop had gezeten... Wist
immers 't heele dorp—
«De vrouw kan elk uur het zesde
verwachten... Lamers heeft 'r niet eens
durven vertellen van de bonte..."
Krelis knikte zwijgend. Voelde dat
Mien hem aankeek... Werd onrustig—
Tante had zoo graag gezien, dat
nichtje was gaan melken... Toch hoog
tijd
Mien werd rood als een kers,
van woede. Als ze haar wilde dwingen...
Nou, dhn...
«Bet!" riep ze, naar de deur gaande,
«Bet!"
Een verre stem antwoordde. Ze
schreeuwde nog wat—
Krelis trommelde met de vingers
op tafel. Zuchtte eens... Mien kwam
terug.
Zaakje in vrede. Ze had zoo'n pijn
in d'r arm... Bet zou wel gaan.
Vader mompelde nog iets—
«Nee, da's best, hoor!" zei Mien.
En de triumf, de haat, straalden uit
de oogen, waarmêe ze tante Aal aan
keek...
«Nou, best!" barstte Mien uit, haar
breiwerk midden op de tafel smijtend
«best, geeft u aan Lamers dan maar
dat halfjaar uitstel van betaling-
Goed... Maar u weet, wat notaris Van
Houten gezegd heeft, hè?... Dan mót
't maar—!"
Tante Aal had 't voorzien. Toen
ze komend om voor armen Lamers,
die zijne bonte van-nacht had ver
loren en pas zoo'n klap had gekregen
door dat kassiertje, gevlucht en ge
failleerd, waar-ie z'n duiten had be
legd— Toen ze voor Lamers uitstel
van betaling kwam vragen bij d'r
broer Krelis en Nichtje Mien er zat,
toen had tante Aal direct gedacht:
dat loopt mis—
«Je spreekt tegen je vader, meid!"
zei ze, en de autoritaire, grijze oogen
van oude boerin, die gewoon is tucht
onder haar volkje te handhaven,
richtten zich op nichtje.
Maar Mien d'r moeder was ook nooit
te regeeren geweest. Net 'n wilde
kat, zeien ze in het dorp...
«Best!" zei nichtje, wetend dat ze
toch de macht in handen hield, «best,
ik houd me er buiten. Laat vader z'n
zin doen 1"
Krelis knipoogde tégen z'n zuster.
Moest baar niet nijdig maken— Dacht