BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
kist, gehuld in de Engelsche vlag en
gedragen door onderofficieren van de
Guardes, van wie er sommigen zicht
baar bewogen waren; tranen rolden
langs de gebruinde wangen. Onmid
dellijk achter koning Edward's lijk
kist kwam Koning George, de rechter
hand gevende aan Koningin Alexandra,
die op een zwarten stok leunde, daar
achter de Duitsche Keizer met de
Keizerin-Moeder van Rusland, gevolgd
dobr al de andere Koningen, Vorsten
en hoofden van buitenlandsche buiten
gewone missies.
Inmiddels hadden in de loges boven
de zijden van bet altaar Koningin
May plaats genomen met de overige
prinsessen van den bloede.
De kist werd op een katafalk ge
plaatst bedekt met donkerpaars fluweel
en de lijkdienst begon. Deze werd
staande aangehoord door allenin de
banken waren de reeds gemelde
autoriteiten, in 't midden de Koninklijke
stoet, onder wie Z. K. H. Prins Hendrik
der Nederlanden in generaals-uniform
met het grootkruis van de Bat-orde.
Achter de prinsen onder de bijzondere
gezantschappen merkte men jhr. A. J.
Schimmelpenninck op als vertegen
woordiger van H. M. de KoDingin-
Moeder der Nederlanden.
Nadat de anthem »His body is
buried in peace, but his name liveth
for ever more" gezongen was, werd
het lijk van de katafalk gedragen door
de garde-onderofficieren en plechtig
in 't graf neergelaten, terwijl de aarts
bisschop van Canterbury een gebed
uitsprak. Toen weerklonk nog een
gezang, een gebed door den bisschop
Winchester, weder een gezang, een
gebed door den Aartsbisschop van
York en daarna trad Sir Alfred Scote
Gatty, «Garter Principal of Arms''
naar voren en riep de verschillende
titels van den overleden Koning uit,
daarna die van Koning George pro-
clameerende en eindigende met «God
save the King!" te roepen. Dadelijk
daarna werd nog een gezang aange
heven en sprak de aartsbisschop van
Canterbury den zegen uit, die dooi
den Koning, de Koningin en een groot
deel der vorsten geknield werd aan
gehoord. De geringe ruimte belette
den anderen vorsten en representanten
te knielen.
Onmiddelijk daarop verliet de stoet
de koorkapel door de deur ter zijde
van het altaar, allen langs het graf
defileerende en een laalsten eerbiedigen
groet aan Koning Edwards stoffelijk
overschot brengende. Achter den
Koninklijken stoet kwam bet gevolg
van verschillende vorsten. De Konin
klijke familie trok zich terug in de
appartementen van het kasteel. Voor
de gasten was daar een buffet en er
werd een lunch geserveerd.
Verschillende extra-treinen brachten
de vorstelijke personen en verdere
gasten naar Paddington-station terug.
De eerste Zuid-Afrikaansche
premier.
Aan generaal Botha is de vorming
van bet eerste IJnie-ministerie opge
dragen. Op 47-jarigen leeftijd wordt
hij gesteld aan het hoofd van het
Vereenigd Zuid-Afrika en ruim elf
jaar geleden, was hij nog nauwelijks
bekend. Wel was bij toen reeds bij
zijn volk geëerd, want het had hem
in den Eersten Volksraad geroepen,
maar toen de oorlog met Engeland
uitbrak, stond hij nog op het derde
of vierde plan. Hij trok uit als veld-
kornet, aan het hoofd van het Vrij-
aan Mien d'r moeders-versterf. Dat ze
eiken dag kon opvragen... Zou-ie
minstens vijfduizend gulden moeten
uitbetalen. Een ruïne... Kon-ie net-
zoo-goed van-nacht de vaart in-loopen...
Ze zag best, boe wit vader werd,
en dat z'n lippen beefden. Den angst,
die in z'n oogen was, en spiedde wat
er nu bij haar, Mien, omging...
«Doe wat jelui wilt!" zei ze, de
armen kruisende.
»'t Kan niet, Aaltje," verzekerde
vader, nog na-bevend van den schrik,
«waarachtig, 't kèn niet!" En met
dat-ie 't zei, gaat de deur open.
Komt Hannes binnen die nu toch
al over het half-jaar met Mien, van
Krelis de Jager, «liep..."
Zag direct, dat er iets broeide.
Smeet z'n pet op den grond en gaf
z'n meisje een kneepje in het dik van
den arm.
Tante een hand. Vader een groet-
wuifje—
Luisterde naar de historie.
Had al driemaal straaltjes-tabaks
pruim gespuwd op 't vloertje-
Er tintelde iets in z'n slimme oogen—
Laat Hannes maar loopen, zeien ze
allemaal... Die vindt z'n weggetje
best—
beidcommando, en werd aldra adju
dant bij generaal Lukas Meyer. Hij
ontwikkelde reeds in de eerste dagen
van dien reuzenstrijd zulke bijzondere
talenten, dat hem, tijdens de ziekte
van generaal Joubert, in de gevechten
bij Colenso en Spioenskop het bevel
werd opgedragen en na Joubert's dood
ging het opperbevel over de Trans-
vaalscbe krijgsmacht aan Botha over.
Zijn eerste zorg was verbetering van
de tucht in het Boerenleger en hij
slaagde in dit pogen een heel stuk.
Wel bleef de discipline nog ver achter
bij onze Europeesche opvattingen van
krijgstucht, maar dit lag niet aan het
krachtdadig optreden van Botha, doch
was een onvermijdelijk gevolg van de
diep ingeroeste oude vrijheidsbegrip
pen bij de Boeren, en ook van de
omstandigheid, dat het leger in die
dagen nog zeer veel ongewenschte
elementen bevatte. Wat Botha in dit
opzicht vermocht, zelfs met zoo moei
lijk te behandelen oorlogsmateriaal,
bewees hij in de gevechten bij Belfast
en Dalmanutha, waar hij een tien
voudige Britsche overmacht terugsloeg,
door zijn prachtigen terugtocht in
het koorisrijke boschveld en door bet
opnieuw organiseeren van een krach-
tigen tegenstand door de, door tegen
slagen ontmoedigde Boerentroepen.
Maar groot veldoverste is hij niet
alleen. Ook als staatsman en diplomaat
van beteekenis, ontpopte de jonge
veldheer zich, toen tegen alle hoop
in de vrede moest worden aanvaard,
en nog slechts getracht kon worden
voor het ongelukkige volk te redden
wat te redden viel. Evenals in den
oorlog, stond hij ook toen, met de
andere groote mannen, die het Boe
renvolk tot eer en aanzien hebben
gebracht, pal voor bet recht der
onderliggendenaan hem mede is het
dus te danken, dat de vredesvoor
waarden gunstiger uitvielen, dan En
geland aanvankelijk geneigd was toe
te staan.
Milner's bestuur bracht Botha op
den achtergrond, maar de oogen van
zijn volk bleven op hem gevestigd.
Hijzelf reisde naar Europa, wilde er
zijn blik verruimen en betrekkingen
aanknoopen, hoewel zijn geknakte
gezondheidstoestand hem feitelijk tot
de reis had gedwongen. Hij bezocht
den thans gestorven Engelsche koning,
gelijk een trouw onderdaan past, en
vermoedelijk is dit bezoek aan Londen
niet vreemd geweest aan de spoedige
verleening van zelfbestuur aan de
veroverde koloniën. En dit zelfbestuur
bracht Botha op de eerste plaats in
zijn land; hij werd aangewezen als
de eerste Tracsvaalsche minister
president onder het Britsche bestuur.
Zijn handelingen en zijn woorden als
zoodanig zijn vaak, vooral door «stuur
lui aan den wal" scherp gecritiseerd,
maar Botha wist zeer goed wat hij
deed, en toonde een zuiver inzicht in
zijn positie. De Boerenregeering in
Zuid-Afrika mocht niet verdacht ge
maakt kunnen worden hij wist geheel
Engeland te overtuigen van een vol
komen trouw van de Boeren, van
bun eerlijke onderwerping aan dan
nieuwen toestandmaar hij dulde
niet, dat de rechten der Boeren een
streep werden gekort.
Thans heeft de vertegenwoordiger
van den Britschen koning Louis Botba
geroepen tot de regeering over het
Vereenigd Zuid-Afrika. Hij is nog
jong, kan dus nog veel doen en zijn
verleden zoowel als zijn heden zijn
ons borg, dat hij zijn krachten zal
Tante Aal, die al beweging had
gemaakt om op te stappen, ging weêr
op haar dooie-gemak zitten... Voelde
nog kans op overwinning...
En Hannes bleek haar bondgenoot
te zijn.
Vond öök, dat vader dien armen
donder most helpen...
Mien tikte met de punt van haar
schoen wijsje tegen tafelpoot-
Eer dat ze nil toch zou—
«Krek-zoo 1" stemde Hannes in, «'t is
zooals tante Aal zegt, hoorJe zoudt—
Je zoudt slecht wezen, Krelis, als je—
Vader zweette ervan, dat de drup
pels in z'n koffie rolden. Mien zweeg.
Lippen stijf-opeengeperst. Drukte, van
matelooze woede, de nagels in het vel
van 'r handen...
«Je weet 't!" zei ze eindelijk, schor
van opwinding.
Maar Hannes gaf vader een knip
oogje. Weineen, ze zou töch niet—
Allemaal malligheid. Zou hij wel voor
zorgen.
Merkte wel, dat Mien hem met oogen
als kooltjes-vuur zat aan te kijken—
Trok er zich geen steek van aan...
Had z'n berekening al-lang gemaakt...
Liep, met vader, een eindje op. Had
tante Aal ook al knipoogje gegeven...
aanwenden tot beil van bet Afrikaander
volk, dat zeer zeker eenstemmig de
keuze zal toejuichen.
Jaques de Lesseps vliegt over
het Kanaal.
Weer is het gebeurd 1! Steeds verder,
steeds hooger, steeds langer vliegen
de mensch-vogels.
Eerst was het Blériot die de heele
wereld verstomd deed staan met zijn
Kanaalvlucht, die de stoot was, welke
de vliegsport in het afgeloopen jaar
zoo deed vooruit springen, eenigen
tijd geleden was het Louis Paulhan,
de kleine, energieke Franschman, die
de langste afstand vloog, n 1. van
Londen naar Manchester, en nu is het
Jaques de Lesseps, kleinzoon van den
beroemden Ferdinand de Lesseps, die
voor de 2e maal bewees, dat de af
stand tusschen Calais en Dover niet
veel voor een mensch-vogel beteekent.
Zaterdag j 1. vloog hij nabij Calais
op, en zette met een snelle vaart koers
naar Groot-Brittannie.
In 28 minuten bereikte de Lesseps
de Engelsche kust, en landde veilig
en wel op de krijtrotsen bij Dover.
De 22 jarige Franschman denkt eerst
daags weer naar Frankrijk terug te
vliegen.
Naar wij later vernemen beeft
de Lesseps dit plan opgegeven, en is
hij per stoomboot naar Frankrijk
teruggekeerd.
Gelijk bekend, eischt de etiquette
aan het Spaansche Hof dat bij de
geboorte van een koningskind, de
ministers en grooten des rijksfzicb
in bet aan de kraamkamer grenzende
vertrek bevinden en dat de jongge
borene terstond nadat hij of zij ter
wereld is gekomen aan de daar ver
gaderden worde getoond. Ook ditmaal
nu de Koningin een dood kindje ter
wereld heeft gebracht, heeft men die,
onder deze omstandigheden zoo
droevige, vertooning moeten houden.
De toestand der Koningin moet
lichamelijk zeer bevredigend zijn. Toen
haar werd medegedeeld dat haar kindtje
niet leefde, weende zij bitter. Na een
uur viel zij in slaap. De bevalling is
heel voorspoedig en normaal geweest.
De Spaansche dokter en de Engelsche
verpleegster verlaten de Koningin geen
oogenblik. Koning Alfonso zal nu wel
licht reeds weer in Madrid zijn.
De Spaansche Koningin is 31 Maart
1906 gehuwd. Haar drie kinderen zijn
geboren: Prins Alfonso 10 Mei 1907,
Prins Jaime 23 Juni 1908 en Prinses
Beatrice 22 Juni 1909. De Koningin
is 23 jaar.
Zaterdagavond is H. M. de Ko
ningin na het diner met de dames en
heeren der hofhouding in drie landauers
met tweespan naar «Het Aardhuis"
gereden, om, zoo mogelijk, de komeet
van Halley waar te nemen. Van het
balkon aldaar heeft men in westelijke
richting een prachtich vergezicht.
Van den op bet Aardhuis aanwezigen
grooten verrekijker werd verscheidene
malen gebruik gemaakt, doch de
komeet vertoonde zich niet.
Op «Het Aardhuis" werd thee ge
dronken; kwartier vóór elve keerde
H. M. met Haar gevolg ten paleize
Het Loo terug.
Opgravingen bij Voorburg.
Heden zijn vanwege een opzettelijk
voor dit doel opgerichte vereeniging
Zoo'n slimmert, die Hannes.
Ze sloffen samen over den straatweg
bij 't dorp.
«Jongenzei oude Krelis, «as
ze non toch 's doorzet— Je mot den
ken..."
«Doet ze niet! Allemaal dreinge-
ment. Begrijp je dat nu niet!»
Even slechts het geluid van de stof
fende over steentjes schurende boeren-
voeten.
«Dus jij... jij...?«
Hannes tikte vader op den schouder.
Hield hem breede, ruige hand voor—
«Nee, dan is 't goed!»
Dadelijk stopte Hannes z'n handen
in de broekzakken, zei in geen vijf
minuten woord meer...
Rekende na— 'n Dikke vierduizend
stellig—
Wanneer-ie In dezen tijd van het
jaar trouwde was lastig. Nou-ja, maar
vierduizend, op z'n minst—
En intusschen kauwde Krelis,
wel gerustgesteld, maar toch nog niet
heelemdïll-secuur, op de versche pruim,
die hij zich genomen had—
«Hij is een schurkriep de oude
boer uit, die terecht stond wegens
mishandeling van zijn schoonzoon «een
de opgravingen op Arentsburg bij
Voorburg weder aangevangen. Er zul
len dezen zomer onderzoekingen op
groote schaal worden gedaan. Een
groote practisch ingerichte woonwagen
is met een aantal beambten en werk
lieden reeds aangekomen. De onder
zoekingen staan onder hoofdleiding
van dr. J. H. Holwerda Jr., conservator
aan het Museum van Oudheden te
Leiden die hier reeds meermalen den
klassieken bodem onderzocht en tot
het resultaat kwam dat hier een
Romeinsche nederzetting is geweest,
waarschijnlijk Praetorium Agrippinae.
Een grondig onderzoek zal nu naar
men hoopt een volledig resultaat op
leveren en de voorloopige resultaten
bevestigen.
Wij brengen in herinnering dat
alle vorderingen ten laste van het Rijk,
de provincie en degemeeute, hetdienst-
jaar 1909 betreffende, op straffe van
verjaring zoo spoedig mogelijk moeten
worden ingezonden bij hen, op wier
last leveringen of anderszins zijn ge
schied.
Zoo mogelijk wachte men den uiter
sten termijn van 30 Juni af.
De ritmeester jhr. E. W. von
Wraugel auf Lindenberg is benoemd
tot majoor bij bet 4e regiment huzaren
te Zutfen.
De ritmeester jhr. W. H. J. van
de Poll, commandant van het escadron
Ordonnansen, wordt overgeplaatst van
Den Haag naar hier en belast met
het bevel over het 1ste Escadron van
het le regiment Huzaren, in de plaats
van den tot majoor benoemden jhr.
E. W. von Wrangel auf Lindenberg.
Tot onderwijzer aan de Chr.
School te Hoevelaken is benoemd de
heer F. Frenzen alhier.
Bij Kon. besluit van 13 Mei
1910 Staatsbl. No. 72 is de Konin
klijke goedkeuring verleend op de
Statuten der vereeniging «Handels
school voor Amersfoort en omstreken
De heer Ph. A. Willigenburg
ontving j.l. Maandag reeds een mandje
nieuwe aardappelen uit Noord-Hofland.
Zoolang hij zijn groentenhandel
drijft (27 jaar) is dit de tweede maal
dat het zoo vroeg in het voorjaar
reeds nieuwe aardappelen werden ge
zonden.
Voor de rechthebbende zijn aan
het politie-bureau terug te bekomen;
een bloedkoralen halssnoer met gouden
slot, een dasspeld en een duimstok,
allen op de openbaren weg gevonden.
Niettegenstaande van hooger-
handden militairen is gelast de rijwiel
paden ten ontzien, wordt het rijwiel
pad naar »Birkboven« nog immer door
paardenhoeven vernield.
Het toelatings-examen tot de
H. B. S. zal worden gehouden op
Zaterdag 2 Juli en volgende dagen.
Naar wij vernemen, is de bouw
van acht woningen aan de Tolstraat
door de N. V. «Volkshuisvesting" niet
gegund.
Zooals men weet, waren Gebr. v.
Beek te Baarn laagste inschrijvers
met f 14.758.
Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
Onder voorzitting van den heer J.
Ger. Kleber hield Zaterdagavond bo-
schurk, edelachtbare! Wat ik Uzeg!»
En toen de president hem tot kalmte
aanmaande; 'm verbood zulke scheld
woorden hier te bezigen, werd oude
Krelis, de beklaagde, nog rooder van
opwinding en gillend klonk zijn uit
roep:
«Een falsaris, edelachtbareWie
op handslag... Op handslag
Op de voorste bank der getuigen
zat dikke, breede Hannes, met z'n
sluwe oogjes en den harde trek om
z'n dikke lippen te schudden van 't
lachen— Zoo'n pret— De ouwe had
bij de zesduzend moeten opdokken
Mien d'r moeders-versterf— En toen
vader haar zei, dat Hannes hem, op
handslag, beloofd had, dat er niks
van komen zou... Toen had Hannes
de schouders opgehaald— «IkMan,
je wordt oud. Zeker gedroomd!..."
Tot op den dag, toen vader het
geld had moeten neêrtellen... Gedag
vaard door Mièn— Niks aan te ver
anderen...
Tot dien dag was alles rustig ge
bleven. Maar dien avond, bij Ste
vens, in «De Roskam", gebeurde 't—
Dat de oude Krelis, die uit baloorig-
heid al-maar klare had gedronken—
Zeker wel twintig glaasjes klare... Dat
vengenoemde Kamer haar 159ste open
bare vergadering ten Stadhuize. De
heeren Meursing en Sinnige met ken
nisgeving afwezig. De notulen van 3
Maart worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen zijnde gewone perio
dieken, jaarverslagen van de Kamers
elders, statistieken van scheepvaart,
enz. ter inzage voor belangstellenden,
Muurhuizen 13.
1. een rapport van mr. Elink Schuur
man over de werking der wet op de
ouderdomsverzekering in Denemarken.
2. van het Ministerie van Landbouw,
Nijverheid en Handel een lijst van
officieele personen en instellingen op
het gebied van land- en tuinbouw.
3. van het Ministerie van Landbouw,
Handel en Nijverheid een ontwerp van
wet op de winkelsluiting.
4. Een uitnoodiging van het uit
voerend comité van de tentoonstelling
van toegepaste electriciteit teNumegen
om het Congres bij te wonen.
Alles voor kennisgevingaangenomen.
5. Een missive van de Internationale
conferentie voor sociale verzekering
te 's-Gravenhage. Op voorstel van
den voorzitter wordt deze missive
rondgezonden en later besproken.
6. Een missive van E. J. Schuur
man te Hilversum de Mij. «Pascal"
betreflende. Aan de leden ook rond
gezonden.
7. Een missive van den Minister
van Waterstaat met de lijst van
personen, die voor den tijd van 1
Mei 1910 tot 30 April 1911 zijn be
noemd in de commissie van advies
voor de spoorwegdienstregelingen.
De voorzitter deelt mede, dat aan
bet verlangen ten opzichte van de
D-treinen is tegemoet gekomen.
8. Een adres van de «Vereeniging
tot behartiging der Stoomvaartbe-
langen« aan de Min. van L. H. en N.
Deze is nl. van plan om 's nachts de
kanalen niet te verlichten en geen
nachtdienst te doen verrichten. Na
eenige discussie wordt besloten hot
adres in een volgende vergadering te
behandelen.
9. Een verzoek van den Horloge-
makersbond om een adres aan den
Haagschen Raad te steanen. Als van
plaatselijken aard voor kennisgeving
aangenomen.
10. Aangehouden is nog een ver
zoek van de kamer te Haarlem om
haar adres in zake de splitsing der
Rijksverzekeringsbank te steunen. Na
eenige discussie wordt besloten bet ver
zoek voor kennisgeving aan te nemen.
11. Een missive van de Staatscom
missie inzake de werkeloosheid omtrent
de vragenlijsten, met verzoek tot
spoedige inzending.
Aan genoemde commissie zal be
richt worden, dat de lijsten verkrijg
baar waren bij den Secretaris, doch
niemand heeft er naar gevraagd.
Bij de rondvraag vestigt de heer
v. Haselen de aandacht op den toe
stand aan het station alhier. Het loket
der H. S. M. wordt slechts door één
man bediend, wat 's morgens tusschen
8 en 8!4 eeti opeenhooping van
reizigers geeft. De gevraagde hulp van
den beambte hielp niet. Misschien is
het wel eens goed hier de aandacht
op te vestigen, evenals op de behan
deling der rijwiel-.n. De lijmpot wordt
niet ontzien aan de verschillende
stations. Aleen Amersfoort maakt in
dezen een gunstige uitzondering.
De Voorzitter wil deze zaak brengen
in handen van den A. N. W. B Hier
mee is de heer van H. het eens.
Aangenomen.
Krelis op hem was aangevlogen. Knip
mes bloot in de vuist— Een jaap ge
geven, dat het bloed tegen den witten
kalkmuur spatte—
De Vries erbij geroepen. Veldwach
ter had Krelis naar den burgemeester
gebracht-
En wat vader toen al-maar ge
schreeuwd had, riep hij ook nu, vóór
de rechtbank!
«Een schurk! Een falsarisI"... maar
dikke Hannes lachte toch zoo
Schudde zelfs van pret, toen hij be
loofde Zweren mocht hij immers
niet De geheele waarheid te zeg
gen
President werd er echt-verontwaar-
digd over.
Maar 't was dikken Hannes te kras—
Die vierduizend achthonderd gulden—
Toch een prachtzaakie, hè Hij
moest vertellen van de «jaap", die
oude Krelis hem in den schouder had
gegeven. Dokter had verteld van ge
vaar, dat wond kön opleveren En
hij wees plekje aan, waar Krelis z'n
mes hem geraakt had
Pijn gedaan?...
Nou, en of...!
Van-belang, hoor!"
Dikke Hannes schudde, schudde van