nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. Schetsen uil ile rechtzaal. J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect. Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz. Woensdag 15 Juni 1910. Negen-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG Steniaweg ZEIST. BUITENLAND FEUILLETON. i\o. US. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Over het ademhalen door den mond en de middelen daartegen. Een bekend geneesheer schrijft: Bij het onderzoek van onrlijders ben ik sedert jaren getroffen geworden' door eene slechte gewoonte welke de meeste van die lijders hebben, en die zelfs door de leken onder de syrnplo- men van doofheid geiekend wordt, namelijk het open houden van den mond. Vroeger werd daarvoor een zeer onduidelijke verklaring gegeven. Men beweerde dat menschen, die moeite hadden om te booren hun mond open houden, om daardoor geluidsgolven op te vangen, die dan door de buis van Eustacbi naar de trommelholte govoerd zouden worden. Dat dit mei zoo i% laat zich gemakkelijk begrijpen, o. a. door de opmerking dat bij de meeste oorlijders, die men met open mond voor zieli ziet staan, juist de buis van Eustacbi gezwollen is, en in plaats van zooveel lucht te bevatten als vereicbt zou worden voor de voort planting van het geluid, zich slechts met moeite opent om ter nauwernood eenige lucht nu en dan door te laten. Aan de schadelijkheid der gewoonte om door den mond te ademen valt niet te twijfelen dat er zelden de aan dacht aan geschonken wordt is te wijten aan hare algemeenheid. De Ameiikaanscbe reiziger Cattin geeft in een afzonderlijk getiteld Geschlos- sener Mund erhalt gesund" een hevigen strijd tegen het ademhalen door den mond geopend. Cattin vergelijkt den beschaafden mensch met de wilden, waaronder hij veel geieisd beeft, en met de dieren en werkt op dat terwijl wilden en dieren tot op hooge ouder dom hunne gezondheid en o a. hunne schoone tanden bewaren, de beschaafde mensch daarentegen staat met al de kwalen en gebreken, die wij kennen. Nu is er geen wezen in de schepping, behalve de mensch die met open mond slaapt; ook de Indianen houden den mond altans gedurende den slaap en gedurende het waken zooveel mogelijk gesloten alleen de beschaafde mensch slaapt met open mond. Volgens Cattin dragen de vrouwen der Indianen de grootste zorg voor het sluiten van den mond der kinderen gedurende den slaap, en verachten de Indianen iemand die zijn mond open houdt als zwak en laf. Alle overdrijving daargelaten kan men zich toch afvragen wat do gevolgen zijn van het ademhalen door den mond. De neus is de natuurlijke opening van het ademhalingsstelsel, de mond is de opening van het spijsverterings stelsel en wordt iu den gezonden toe stand alleen bij uitzondering als stem orgaan tot in- en uitademing gebruikt, üe functie van den neus als adem halingswerktuig is drieledig: le hij is de zetel van het reukorgaan, de wachter voorde longen, en verhin dert door het reflectorisch opwekken eener uitademingsbeweging de inade ming van schadelijke gassen, 2e door bet striikcn over uitgebreide vochtige oppervlakten wordt de ingeademde lucht als zij te koud is verwarmd, en. wat van meer belang is, zij kan eene van hoogeie temperatuur beantwooi- deude hoeveelheid waterdamp rnede- deelen, dat hoe vochtig de buitenlucht ook zij, wanneer zij aanstroomt tegen een vochtige oppervlakte van de tempa- ratuur van het lichaam, zij relatief droog is, en als een sirocco-wind, dat slijmvlies doet opdrogen, 3e van de mechanisch door de lucht medege voerde kleine lichamen wordt het groot te gedeelte door de vochtige oppervlak ten teruggehouden. Wanneer men een langen tijd in een spoorwagen gereisd heeft, terwijl de steenkolenrook dor locomotief in den wagen kon dringen, omdat de windrichting uagenoeg evenwijdig was met de richting der beweging van den trein dan vindt men den volgenden dag zijn zakdoek zwart als resultaat deze filreer functie van den neus. Had men doordemond geopend geademd dan waren al die kooldeeltjes in de longen gedrongen en het slijmvlies der bronchi deze niet zoo gemakkelijk verwijderen als het neusslijmvlies. Wat gebeurt er uu, wanneer de mond de functie van den neus moet overnemen Het reukorgaan waarschuwt onvol ledig en te laat. De groote tempara- tuur-wisseling der tanden en het op- droogen van het mondslijmvlies zijn voor deze beide schadelijk. Door bovengenoemde geneeskundige is sedert jaren aan zijne patiënten den raad gegeven oin den mond me chanisch gesloten te houden een stukje zijd" van grootte van den mond op de lippen te leggen of op de tanden te houden. Hiervan had hij de uitste- kendste resultaten ondervonden. Naderhand heeft men een ander toestel ui tgevonde de Con tra-respirator, die ook uitstekende diensten bewijst. Dr. Niemeijer schrijft de dikwijls voorkomende aanvallen van pseudo- croup, die in den nacht bij kinderen zonder dat er eenige catarrb bestond, en zonder dat men men eenige oorzaak kan opspoien, plotseling zulke onrust- bare verschijnselen vertonen, voor het grootste deel aan het slapen met open mond toe. Daarbij komt nog het herhaaldelijk voorkomen van den neus-catarrh. De catatrh wordt kroniscb, het slijmvlies dat niet meer aan de lucht de normale hoeveelheid waterdamp kan afstaan blijft gezwollen en het gevolg daarvan is dikwijls het ontstaan van neus- polypen en andere sloornissen in het gehoororgaan. Waar de slechte gewoonte van het ademhalen door den mond blijft be staan, neemt men zijne toevlucht tot moreele middelen, men brengt den lijder het verderfelijke der gewoonte onder het oog en laat hen voornamelijk waar het kinderen betreft, herhaalde lijk door hunne ouders waarschuwen. Ouders kunnen in dit inzicht veel tegen deze verderfelijke gewoonte bij hunne kinderen doen. o door geheel Nederland. Levering der verschillende geivassett (egen BILLIJKE PRIJZEN. Een antwoord aan Poeriskjewltsj. Ignotus zendt aan de N Ct. »met bijzonder genoegen, het onderstaande Russische antwoord aan Poerisjkewitsj, die het protest der Hollandscbe Kamer leden op de tribune van de Doema verscheurde. In no. 143 (van 9 Juni j.l.) van het dagblad Bjetsjschrijft de heer Wlad. Azof 't volgende: »De heer Poerisjkjewitsj weet van Nederland bitter weinig af. Hij kent de Hollandscbe kaas en het Hollandsche linnen. Daarom is het hem zoo ge makkelijk afgegaan, het Hollandsche protest tegen de »annexalie« der Finsche constitutie te verscheuren Maar ook zijn geestverwanten weten van Holland weinig af en daarom hebben ze de ploertige geste van hun leider met handgeklap en gehinnik beloond. Wat is er aan te doen? Daar is geen eer aan te behalen. Ja, als ze behalve de Hollandsche kaas ook de Hollandsche kunst, den Hollandschen wereldhandel, de Hollandsche eerlijk heid, de Hollandsche zindelijkheid had den gekend als bun bekend ware de Hollandsche standvastigheid in den strijd met Spanje en met de natuur betoondals ze eens de Hollandsche dijken gezien hadden De armen van geest weten weinig van Holland af! Anders zouden ze weten, dat, twee honderd jaar geleden Rusland naar Holland Reizen heeft gemaakt om daar verstand en bescha ving op te doen. Ze zouden zich den Russischen tsaar herinneren, die in Holland als eenvoudig timmerman heeft gewerkt en ijverig de gewoonten en zeden bestudeerd vaiiditland.dat klein van gebied, maar sterk aan geest was Dan zouden ze weten, dat, lang voordat Bessarabiè Russisch is ge worden, dikgemeste moederszoontjes bij kudden naar Holland zijn gereisd om daar het a. b. c. der Europeesche beschaving te leeren. Als boerenkin kels, leegloopers en lomperds gingen ze weg en kwamen ais menschen terug. De Koersche edelman Mathof 2) gelieve in zijn archief een kijkje te nemen. Is er geen enkele uwer voorzaten naar Holland gereisd om er een menschelijk aangezicht te balen? En nu gaat gij over Hollaudsche kaas en Hollandsch linnen spreken! Hebt ge dan de doebinka i) vergeten, die tweehonderd jaren geleden op uwe luie ruggen rondwandelde om er het Aziatische uit te slaan? 't Was immers een Hollandsche doebinka! Wat een goed ding is toch onbe schaafdheid Daarachter, als achter een steenen muur, leven de nako melingen der lomperds en der leeg loopers uit den tijd vari Peter. Ze hinniken waar ze eigenlijk huilen moesten, ze blulfen waar ze eigenlijk behoorden te blozen. Door hun onbe schaafdheid gepantserd, weten ze niet wat ze doen. Als ze eens wisten welke rol Hol land in Rusland's geschiedenis heeft gespeeld, dan zouden ze het Hollandsche protest niet met de Hollandsche kaas aldoen. Ook het Engelsche protest zullen zij verscheuren. Wat hebben ze met de verteederende verschijn selen van internationale soiodariteit te maken? Ze kennen Engelscb zout en Engelscha pleister, maar van het „Staartnumiuer." Ongeluksdag, 't Was weêr een van die ochtenden geweest, waarin een mensch door diabolischen plaaggeest schijnt ver volgd te worden... Juffrouw Da whs 'n tikje bijgeloovig. Hechtte bijzonder aan geluks- en ongeluksdagen. En zoodra, dien Maandag, een der kopjes van het Zondagscbe servies (nog niet opgeborgen) was gebroken, zei ze, een trap gevend op de scherven «Daar heb-ie 't al I zei ik 't niet met die zwarte poes, die van morgen op 't kozijn sprong?" Gerrit, d'r man zat te grinneken. Had, met dat sarrende grijnsge- ziebt de manier om iemand belsch te maken... echt-duvelsch— «Beteekent juist geluk!" zei Gerrit, thee slurpend. En mèt dat-ie baar zit te treiteren, blijft Da met d'r boezelaar baken in een sleutel... Rits-rats. 't Ding was nog geen week oud. In baar woede scheurde zij bet schort nög een eind verder open. «Vooruit maar!... 't Kan niet op!" schreeuwde zij zelve. Jaantje maakte dat ze naar school kwam, want ze bad gisteren een vlek op baar beste jurk gekregen en als moeder dht inviel— Ze bad Jaan al een paar malen aan gekeken met oogen... oogen— nik mot nog centen hebben?" snauwde zij Gerrit toe, die z'n hoed stond af te schuieren. Hij scheen Oostindisch-doof. Stak 'n sigaartje aan. "Rook liever niet," gromde nerveus vrouwtje op «ongeluksdag" «spaar bever je geld voor je gezin!" «Drink-jij geen advocaatjes," bitste hij terug, kribbig wordend. Hij zin speelde op bun zitten, gister-avond, in een café met strijkje. Da had liefst twee advocaatjes opgelepeld... Hij voelde, ze kookte van nijdig heid. Ging naar de deur— «Ikmotcenten hebben ["schreeuwdezij. Hij gbmlacbte, woü berrie ver mijden. Haalde z'n porte-monnaie voor Iden dag. Grabbelde in bet beetje geld. Legde een gulden op tafel... "Daar heb 'k niks an" zei ze «straks komt Nieuwenhuis. Gisteren heb 'k een riks van de buur afgenomeD. Anders kiijg-je straks geen eten..." Ze dribbelde naar de achterkamer... Praatte al-maar door.. Kijverig,snauwe rig... Toen ze terugkwam, was ie weg, Stilletjes weggeslopen... Guldentje lag haar tegen te blinken, met, voor baar overprikkeld gevoel, iets uitdagends... Ze smeet het ding op den grond van woede. Zoo'n ellendige kerel, die zich uit de voeten maakt. Rookt sigaartjes, gaat eiken middag ergens steentje- leggen... Laat haar zonder geld zitten... Ze moest guldentje toch oprapen. Begon te schreien van narigheid en opwinding. Dacht eraan om de boel in den steek te laten en uit te gaan— Naar der zuster, om baar hart eens uit te storten... Tik-tik. Meteen was meneer Nieuwenhuis binnen, buur opbaalder. «Me man most een lapje van tien wisselen. Komt u morgen even langs?" vroeg ze, doodsbenauwd dat bij haar behuilde oogen zou zien. "Ik krijg" zei meneer Nieuwenhuis, hoed en stokje neties-bedaard op een stoel deponeerend en zelf ongenood plaats-nemend «ik krijg nog drie gul den-zestien van Uw aandeel in de reparatie van den vloer, weet-u wei- Met drie-vijftig van de huur maakt dat zes-zes-en-zestig, op den kop af!" En bij wachtte. "M'n man heeft bet geld bij zich" zei Da, op de lippen bijtend om niet te laten merken, hoe ze van streek was. «Dan loop ik even bij 'm an... Het kantoor is Van Swietenstraat twee-en... Ja-juist. Ik moet er juist langs." Meneer Nieuwenhuis kleine, kool zwarte oogjes spiedden naar Da d'r wangen... Zij werd rood als 'n kreeft. «Dat's ook goed!" zei ze, eigen lijk blij dat Gerrit de prettige visite zou krijgen— LekkerZe zou hem wel leeren, baar in den pekel te laten zitteD... «Adieu!" zei meneer Nieuwenhuis, gezicht trekkend vandat zal me toch benieuwen... En hij had de deur nog niet achter zich gesloten, of Kee, van tante Door, staat in de kamer. Ze schaamde zich dood... Kee had direct alles in de gaten. Merkte natuurlijk dadelijk dat 't «hommeles" was... Zij, Da, zakdoek tegen d'r wang. Trappelde van kwasi-kiespijn... Drukte baar tong tegen wang om iets vreemds aan haar gezicht te geven. «Geen minuut geslapen vannacht" loog Da, meesterlijk kermend «een bolle kies— Auw..." «Laat me 's kijken I" vroeg Kee, die bet zaakje niet vertrouwde— O, die snapte zoo gauw alles... En ze wilde den mond van haar nichtje open doen. «Blijf af!" schreeuwde Da «ik word razend van pijn!" En stampend liep ze door de kamer- Dat kreng van 'n Kee zou töcb niet merken— «Gister-avond was-je nog zoo best. hè?" zei nicht op wantrouwend toontje., «Je zoudt zeggen— Zoo in-eens!" Da antwoordde niet. Spoelde, voor de lens, met lauw water, baalde bet loterij-briefj e voor den dag. 't Prachtige staartnummer— Met twee negens en een zeven liefst!... Waar ze gister avond beloofd had, dat Kee «portie" in hebben mocht. Ieder de helft. Dat was toen ze de advocaatjes hadden opgelepeld. Kee in fideei-royale stemming was. Het orkest speelde uit de «Dollarprinses", zoo'n leuk airtje. Kee merkte, dat ze allemaal baar nieuwe hoed mooi von-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1