NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. IV o. 51. Zaterdag 25 Juni 1910. ]\egen-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON. DE INVASIE DER DUITSCHERS. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet gebeele Rijk f 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLaugestraat 77. Telephoouno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 22 Juni. Wie deze week in de oude Sleutel stad heeft getoefd, was in de gelegen heid er verschillende vragensmoeden, levenszotte, ontmoedigden, pessimisten e. d. m. te zien, te midden van feest- jool en verbijsterende drukte. Ik vind dat een troost, opbeuring voor al degenen, die zich in ernst ongerust maken over dc «verschijnselen onzer dagen, wat moed en opgewektheid betreft om den «stiuggle te durven... Ik heb te Leiden oudere en jongere wijsgeeren aanschouwd warmte en opstopping kranig trotseerend om wat te zien van de mooie maskerade. Er waren dames, die in gewone omstan digheden niet bet minste gedruisch kunnen verdiagen. Het gebibber van de electrische schel maakt haar mis troostig, jaagt haar migraine op 't lijf. De kinderen moeten. als ze uit school komen en hunkeren naar wat onstuimig gedwarrel, bedenken dat mama tocb zoo bitter-zwak is. Wanneer papa met haar van opinie duift verschillen tenaanzien van linan- tiëele of andere intiême aangelegen heden, ook en vooral zoodanige, welke met de kwartaalsnota der modiste of naaister verband houden dan wijst martelaresse ZEd. op baar gevoelige zenuwen. Weet hij niet meer dat dokter geraden beeft: kalnjte, rust; vermijden van al wat haar op winding berokkenen kan?... Slim artsje, dat piecies weet hoe bij zijn dames patiënten moet behandelen om in de gratie te blijven en »in de mode'' te komen Meneer zucht, zwijgt en be rust. Een in de misère treurende bloed verwante, die om raad en daad komt vragen, wordt ongetroost afgewezen... Nicht is heusch te nerveus; moet zich ontzien... Lange gesprekken; moet zich ontzien... Lange gesprekkendin gen, die haar week hart treffen, zouden nicht heelemaal van streek kunnen brengen. Deze week bij de Leidscbe maskerade, zag ik arm, zenuwzwak vrouwtje, met een kleur-als bloed, bij een temperatunr van minstens 85% met schouders en ellebogen duwen, wringen, worstelen, Muziek schetterde om haar heen. Er werd gejoeld, geschreeuwd, ge zongen. Orgels toeterden en tjingelden trompetters schetterden lluitjes piep ten kinderen maakten allerschrilste geluiden op bordpapieren en andere instrumenten, 't Suisde me in de ooien en warrelde me vóór de oogen. Zenuw- zwak mevrouwtje doorstond 't alles met heldenmoed!... Als een straat van haar huis een lichtelijk-verkouden draaiorgel over het vermagerend kind van den slager poogt te weeklagen, woidt de meid gauw met een vieiduit stuk erop-afgezonden Een keffend hondje moet in 't turfhok... Deze heksen sabbath van geluid en gedruisch deze chaos van gedrang schijnt haar niet te deren.. O, mysterie! En de mistroostigen, levens* en vragens moeden van zooevenze hosten, zongen, lachtenvochten om een biertje of een sandwicbje te vermeesteren. Ze zaten met groote; echt-genie- tende oogen te kijken naar sprookjes pracht van klatergoud, wapperende en wuivende veêren, kletterende degens, fraai-opgetuigde paardenvan kos tuums uit de dagen, toen de mannen en vrouwen er smakelijker uitzagen voor romantisch gevoel dan tegen woordig. De twintigst-eeuwsche met koolmanden op bet hoofd de knieën omsnoerd door windsel, die haar eer lang zullen dwingen te huppelen in- stee van te loopenof wel: voort sjokkend in een «hobbezak», waareen welgedane baker uit de dagen der neepjesmutsen zich voor zou ge schaamd hebbende vrouw-up to date moet toch in de jongste «Leidsche dagen«, nu en dan met weemoed heb ben getuurd naar de mooie, gracieuse manier, waarop bare voorouders (t thans, die 't konden bekostigen!) zicb wisten te kleedenZou zoo'n maske rade het nuttig gevolg hebben, dat zij wat smaak bracht in de kleedij onzer dames en heeren reeds hierom ware de lustrum-vierderij te prijzen. Behalve, dan, de geneeskuur voor de zenuwzwakken, de door twijfel en «Weltschmerz» geplaagden, de som beren, de wijsgeeren der pessimis tische lijnen en al de catagorieën van het wijdvertakte genus!... Overigens behoorde men dergelijke »reunie-feesten« met alle kracht aan te moedigen. Ik kan me zoo voorstel len, dat wanneer, aan den voor avond van de Borromaeus-interpellatie (welke eigenlijk al bij voorbaat «dood- gepraal« werd als iets, dat slechts met meer of minder hard-knetterenden sisser moest afloopen) Dat zei ik, als daar te Leiden een stuk of wat reünisten op gemoedelijk- fideele manier, in gezelschap van een opmonterend en vertrouwelijk makend wijntje (o zetter, let op klinkers èn medeklinkers van dat woordbijeen waren: sommigen toch vreemde sen- satiën in zich zullen hebben waarge nomen. Daar zit me nu den antithese broeder laatst, in de Tweede Kamer; toen er gestemd moest worden over iets, waar een mensch geen aasje, ziertje, zweempje van politiekerij bij te-pas kan brengendie toen toch gestemd heeft op het parool van den leider. Vroeger, toen reünist nog echte «stud» was, kende men hem als onafhankelijk, fikschheerlijk ventje. «Wat is er van u geworden Quantum mutatus ab tllo!" leest hij in de oogen van voormaligen kameraad, thans door kloof van eer-en belangzucht e. t. q. van hem vervreemd. Men drinkt «Bruderschaft" als vroeger. De armen worden gekruist... «Daar ga-je, ouwe joegenEventjes ver smelt iets van bet deftigheids-pantser. Even tinkelt er iets van echt-leven in de oogen... Ook schaamte of wee moed bij een der convivae?... Weet-ge, dat om de vijf jaren terugkeerend uurtje van vertrouwelijk-zijn vervluch ligt zóó gauw. Zoodra gij in den trein zit, baast-ge u de «witte das" weer om te doen. Een station-verder kunt-ge iemand van de cöterie ont moeten... Zoudt-ge gevaar loopen drie passen achteruit te tippelen op die carrière-baan, dewelke u zoo lief is... Rest de vraag of de indrukken der dagen, toen ge samen waart met de oude kameraden, uil den tijd, toen geen konkel en gekronkel te scheiden... of die ook slecbts likje, ietsje van blij venden invloed kunnen hebben?... Zulke teunisten-feesten moesten toch eigenlijk-dacht ik wel eens onein dig meer invloed ten goede hebben dan het geval is. De «verkleedparti- gen" worden-niemand kan 't ontken nen veel mooier, grocieuser dan vroeger. De studeerende jongelingschap onzer dagen steekt gunstig af bij hare voor gangsters. en 't kan best wezen dat de dame-studente, die baar intree deed en door de «Alma Mater" in genade onder de voedsterlingen werd opgenomen, daar eenig aandeel-ten goede in had Maar onze huidige maatschappij verbabbelt zich meer en meer in cöterietjes; in het verdeelen der menschen naar gelang van «kleur" en zienswijze. DeGemeenteraad up to date is Parlementje-in 't klein, met Rechts en Links, precies als op 't Binnenhof in Den Haag, Al ware mr. Nelissen zoo gezond als een visch, men zou hem tocb niet aan de Tweede Kamer hebben voorgedragen ont weer in den Hoogen Raad plaats te nemen, 't Gold hier geen «Roomscbe vaca ture». Heeft het Recbtsche orgaan dan geen gelijk waar het zulk een stelsel slecht en verderfelijk noemt? Moet de antithese maatstaf ook gel den voor de personen, de juristen, die opperste controle over oogerecht spraak hebben te houden? Had de man der Boromeus-interpellatie, de heer Van Doorn, dan niet duizend maal gelijk toen bij zulk zich al-meer van de heerschappij verzekeren der verdeeldheid zaaiende »politiekerij« een in-treurig verschijnsel noemde, dezen winter bij het Begrootings- debat?... Rechts èn Links keuren 't gelijkelijk af. Maar in de praktijk bezondigt men er zich in steeds-heviger mate aan. Waar is de Hercules, die het monster den kop splijt?... Of wij al «Pereat's" drinken op den aartsvijand, wat baat 'l?.. Hij tiert, groeit en bloeit. Weet iemand raad? Hij zette zijn licht niet onder de korenmaat, doch trede op het forum en spreke luid, dat wij allen het kostelijk woord kunnen ver staan Weet-ge, 't kost zooveel moeite om indrukken tot bet menscbelijk gemoed, gevoel te doen doordringen, diep, hevig, zoodat de uitwerking meer beteekent en langer duurt dan de rimpeling van het watervlak, waar men een forschen steen in heeft neèr- geplompt... Dan de glooiing van was, die weldra verdwijnt, versmelt... Ik was op de Leidscbe lustrum feesten. In kringetje van joolmakers was 't recht-fideel, gezellig... Toen kwam er een, vervelende spellebreker, nare izegrim, met krant, waarin ijzingwekkend relaas over de spoorwegramp in Frankryk. Even verstomd het gejoel... De ge laatstrekken verstarden. Men luisterde naar het verhaal van gruwelijkheden. Een enkele genoot van lekkere emotie- siddering. Len ander was nijdig over de storing der blijdschap... Een derde geeuwde... Een vierde werd somber, tikje blesk. 't Drong tot hem door... Van buiten kwam het feestgejoebel... Ik zag de tafereelen van het ijzing wekkende drama. De lust om mee joelen verging mij. Maar een trok me bij een arm... «Kom, kerel wees niet malKijk eens, wat een aardige groep! Het schet terde, joelde, huppelde, schetterde, trappelde om mij heen. Ze klommen op tafels en stoelen... De stoet kwam... De krant, waarin het vreeselijk ver haal, slingerde weg, overdropen door in de haast om te kijken 't moois omver-getrapt biertje... 17) DOOR -A.- 3". nDia-cïiateario.. »lk had toch liever, dat gij U niet aan al die gevaren blootsteldetde soldaten blijven immers in de forten, is dat niet veiliger?" "Dat zal er van afhangen, waar de vijand door de linie zal trachten te breken; ook wordt het gansche leger niet in de forten gelegd, slechts een klein deel daarvan. De armee moet dunkt mij ook geen gemakkelijke taak hebben." «Maar wat zult gijlieden dan eigen lijk doen, om den vijand te verjagen? Gij zijt toch zeker gering in aantal, wat wilt ge tegenover die duizenden beginnen Wij zullen doen wat mogelijk is Bertha. "Wat billijker wijze van ons kan worden verwacht, zal ongetwijfeld volbracht worden en wellicht méér. Ik vertrouw dat ge van ons zult hooren." «Toch had ik liever gehad, dat gij hier in de nabijheid waart gebleven," antwoordde het meisje met een zucht. »Dat gaat niet lieve. Ieder doet in tijd van nood, waartoe hij zich 'tbest geschikt acht, wanneer de keus name lijk aan hem is. Gij weet, dat ik een bizondere voorliefde heb voor de vrije natuur thans zal ik mij naar be lieven kunnen bewegen, terwijl ik, in een fort opgesloten, het zeker geen twee maanden uithield." «Als gij u maar niet te veel waagt," antwoordde zij bezorgd. «Roekeloos, hen ik niet, maar laf zoudt ge mij toch ook niet gaarne zien. Ik heb bovendien een wapen broeder in Daan, gij kent hem toch? dien lange met zijn rose haren, op 't punt van vechten zoo bezadigd als een domine en toch een flinke jongen in weerwil van zijn kalmen aard, ben ik overtuigd, dat ge vaD dezen wonde ren zult hooren." «Ik wil van niemand iets hooren, dan van U," antwoordde zij hem met fonkelende oogen schalks aanziende. «Zorg maat, dat ik dikwijls tijdiDg van je krijg zul je?" «Zóó dikwijls als het maar eeeigszins mogelijk is." «Maar wij nemen immers thans nog geen afscheid niet waar? Gij brengt t'huis nog een bezoek; mama weet toch alles, behalve dat ik gister weder een brief van U ontving. Ik heb U toevallig ontmoet hoor!" «Ja zeker, mijn engel." «Hoor eensWilt ge mij wat beloven." «Al wat ge wilt." «Dan moet gij dezen brief verbranden, die mij zooveel verdriet veroorzaakt heeft, en er nooit meer aan denken, dat gij mij dien eenmaal geschreven hebt Alsof ik 't niet altijd geweten had, wat daar in staat, ondeugdDacht gij waarlijk, dat ik zoo veeleischend was «Neen, neen, Bertha! ik ben dwaas geweest; gij zijt een engel, mijn engel voor immer," antwoordde de jongman met vuur, hare hand drukkende. «Vóór ik vertrek, kom ik natuurlijk een afscheidsbezoek brengenzoodra ik weet wanneer wij uitrukken zal ik 't U laten weten en nu, Adieu Bertha, mijne groete aan mama. Papa is im mers nog niet ingewijd in ons geheim «Neen, dat behoeft voor het eerst nog niet: papa heeft zooveel aan bet hoofd, laat ons hem maar niet storen vóór den tijd tot weerziens Edmond I" «Adieu lieve, adieu!" groette de jongman en zag zijn geliefde nog geruimen tijd met van zaligheid tinte lende oogen na. Toen zij eindelijk uit het gezicht gezicht verdwenen was wendde hij zich om en keerde huis waarts. «Daan! kerel, ik voel mij zoo licht als een veertje, zoo blij als een vogel in de lente," riep Edmond de kamer zijns vriends binnentredende. «Je ziet er uit, of je een kus van Venus hebt gehad," antwoordde Daan. «Alles is weder in orde," hernam de andere, «er is geen kwestie van een voorgenomen huwelijk met dien notaris hoe komen de lieden in 's hemels naam aan dat verzinsel?" «Is er niets van aan?" riep Daan van zijn stoel opspringende, «hebt ge haar gesproken?" «Ja. Een mooie figuur, die ik bij dien notaris heb gemaakt!" «Verduivelddat beroerde gewauwel! Voor de tiende maal heb ik mij al voorgenomen nooit meer geloof te slaan aan hetgeen men zoo in 't publiek vertelt, en toch loop ik telkens weer in den val 't Spijt me 't mee9t voor jou, jij bent er de dupe van geworden." «Dupe! nu ja, die kleine scène met Hartenboer, enfin!" Ja, dht heeft niets te beduiden, maar, dat je door mijne schuld dat malle engagement weer aangeknoopt hebt..." «Loop naar de maan!" Daan glimlachte en maakte een ge heimzinnig gebaar. «Jij doet even als de domme lieden, die lachen ook en steken den draak met iets, dat zij niet begrijpen," ant woordde Edmond geërgerd. «Blijf kalm, mijn waarde. Bewaar je opvliegendheid tot nader order van meneer Korf. Je spreekt met geen woord van dan oorlog; ben je zoo in de wolken, dat jij je vrijschutterschap totaal vergeten hebt?" «Neen waarlijk niet; heb je al nader nieuws geboord?" «Daar ligt een uitnoodiging voor ons beiden, om heden avond bij den kapitein te komendoch laat ons be ginnen met te gaan. Hoor eens aan hoe bet gejoel en geschreeuw op straat toeneemt. Het volk is razend. Als het er niet op aan komt loopen zij als aansprekers, nu er kalmte en orde noodig is, gaan zij te keer als bezetenen." Toen de vrienden het huis verlaten hadden, bemerkten zij dat de hoofd straten met menschen gevuld waren; men had moeite zich een weg te banen door de opeengepakte menigte. Hier

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1