NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 61
Zaterdag 30 Juli 1910
Negen-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE WEEK.
FEUILLETON.
DE INVASIE DER DÜITSCHERS.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 17. Telephoonno. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
29 Juli
De geest der mannen, die aan
«Braga» indertijd het aanschijn gaven,
de zin voor scherts; voor 't van
den vroolijken, oolijken kant obser-
veeren der aardsche dingen, wij
hebben er zoo dringend behoefte aan
De nienschen zoeken tegenwoordig ver-
frissching des geestes en opmonteririg
des gemoeds in den tingeltangel, mei
al den aankleve van dien. Het genre
Speenhoff daaronder te willen rekenen
zullen velen als heiligschennis be
schouwen, betoond Maar de «spi
rit», welke wordt gevonden in inrich
tingen welke dan 'in den bloede ver
want zijn aan het «café chantarn» van
vroeger dagen, thans «spectacle rarié»
genaamd... Gut, wat zijn de nienschen
toch makkelijk en goedkoop aan 't
lachen te brengen. Zóó licht, dal ik
me soms angstig afvraag of 'i wel
«gemeend» is.. Een meneer, die met
nasaal geluid driekwart onverstaan
bare dingen staat op te dreunen en
ten slotte z'n grijzen cylinderhoed met
een zwaai op 't hoofd balanceert...
Bravouniek magnifiekEene dame
die haar rokjes om de beenen krin
gelend, met scherp gillerig stemmetje
een minuut of tien staat te janken;
dan kushandjes rondstrooit of «een
neus maakt» tegen liet publiek... Bia-
vissimo! Da capo!. .In trouwe, beweer
niet dat de twintigst' eeuwer «lastig»
is om te amuseeren. 't Tegendeel is
waar... Ja, ziet ge, wij moeten elkander
goed verstaan. Beduid hem dat ie nu
«echte, serieuse kunst» te genieten
krijgt... Een vioolsolo of een opkomende
ster op vocaal gebied... Dan veranderen
de zaken. Trekt hij plots een ijselijk
strak en geleerd gezicht, zal hij
na opmerkingen van mede-kunstge-
nietenden te hebben opgevangen, zijne
«kritiek» geven. Een streng rechter,
meneer!... Tot op de grens van 'r
wreede, barsch onmeedogende. Maar
op het stuk van de vroolijkheid is bij
heusch goedleuksch als een kind...
Bij de oude Braga-mannen kwam
de jool (van binnen) en zocht dan
een uitweg C'est une autre paire de
manches!... Uit mistroostige baloorig-
heid opvroolijking zoeken en dan
broyante lachgeluiden maken is iets
heel anders dan de fijne scherts, op
levend uit gezond gemoed, dat eens
wil dartelenO, men behoeft niet
eens fijngevoelig le wezen om het
contrast te beseffen. Ga nu, in vollen
vacantie-tijd naar buiten. De regen
luchten zijn afgedreven. De storm
vlagen weggevlucht... Arme, kleumende
zomer1910 wordt eindelijk verkwikt
door wat koesterende zonnestralen,
't Is de heerlijke periode, waarin onze
kinderen verlost zijn van het broed
machine-systeem der inpomperij eu
klaarmakertj voor 'k weetal niet welke
examina...
De boilers, die overgingen of »'t
eiridn glorieus haalden hebben jool
en pret, in brave verbroedering en
verzustering met de stumpers, die
zakten en zitten-bleven... Voor een
week of wat is alle sehoolmisére,
hoogere, middelbare en iageie,
aan kant gez»t. Ouders, opvoedeis,
die hun kinderen dien tijd van blijde
vrijheid niet gunnen; hen toch nog
met cahiers, passerdoozen en sommen
achterna loopen, beseffen (hoop ik
althans) niet, welke zedelijke en licha
melijke scliaê zij aanrichten... En de
weinigen onder «de jeusd<t, die ondanks
vacantie in boeken zitten te snuflelen;
«over »construciies« piekeren (zoo
zijn er!, zou Verhuell zeggen!
straks, over enkele jaren, zullen van
hen gegroeid blijken ondragelijke
pedanten, verschrompelde wezens;
weerzinwekkende schepsels, slechts
door lage, kleine eerzucht gedreven...
Nogmaals; ga naar buiten en be
spied het gedartel van onze jongens;
beluister de klanken van hun jool-
makerij Er zal u uit tegernoet-
schateran dat gulle echt-gelukkige,
zuivere, jubelende van jonge, frissche
zielen, die heerlijk uit den band kun
nen springen. Maar ook maar
óók Gemaakte, gemaniëreerde,
schnl-nerveuse klankjes let op!
't zijn anaemiscbe schepseltjes, met
blauw-omkringde oogen en vale wan
gen; met slappe spieren en ingezon
ken borstkas Ze doen of ze pret
hebben. Of zij verkoeren in koortsige,
hysterische opwinding. Tusschen den
luim van kerngezonde mensch, die
aan de behoefte tot leuk-schertsen
toegeeft en de in tingeltangel-atmos-
pheer grinnekende vind ik een derge
lijk contrast. Ik weet 't werkelijk niet
beter duidelijk te maken
Hoe ik zoo op de Braga-moppen
van Winkler Prins jolige stof kwam
zal ik u toevertrouwen. Er was een
rijmpje, dat me maar niet uit 't hoofd
wilde. Het luidt;
«Non omnes sunt kokki
«Qui longos messos dragunt"
Men spreekt geen kwaad van af
wezigen. En 't is best mogelijk dat
de heer Talina. minister van Land
bouw, Handel en Nijverheid, op dit
oogenbhk bergen beklimt, over de
Schotsche hoogvlakte doolt, ergens
zeelucht in ademt of zich verpoost in
mondaine drukte, ik weet 't niet.
Vertrouwd dal den heer mr. Kolk
man het «tijdelijk praesidium" van
den Ministerraad zij t in full-reces
en vacaritie niet alle zwaar zal vallen,
nu van de negen Excellentiën vijf of
zes «en villégiature" zijn...
Minister Talma is voor het oogen-
blik niet iri de ministerieele »cuisine«
aanwezig. Zelfs de chef-kok, trouwens,
heeft muts en schootsvel afgelegd;
blaast, puft wat uit van de inspan
ning. 't Is hem van harte gegund.
De taak om de «plats», welke voor
rekening van collega Nelissen kwamen
een poos te verzorgen was nu niet
zóó «anstrengendcr als sommigen 't
deden voorkomen. Men heeft in zóó'n
geval zijne »aides-de- cuisine», die
het zaakje op dreef houden. Maar toch
heeft chef-kok Th. Heemskerk een
stevige campagne achter den rug.
Bleek bijvoorbeeld indertijd, bij
Vhegen's proefkonijntje- incident
hoe wat versterkendkalcneerende
berglucht hier nuttig kou wei ken.
Wie speelt met dat weerbarstige
rijmpje van
«Non omnes sunt kokki.
voor den geest. Ik weet nu hoe 't
komt. Ik dacht aan de ziekte-ver
zekering... De »plat«, waar zóó lang
over gewerkt is. Maar dan zou er ook
iets extra-fijns, iets heel-bijzonders
voor den dag komen. EilacyDe
werkman, van een droef-poovei'
schijntje moetende leven, zal, voor
zijn '/i te betalen premie, een «toeslag»
op het te derven loon krijgen. Voor
dokter, apotheker, etc. moet hij zelf
zorgen. Wordt moeder de vrouw of
een van de jongens ziek... Stijgen,
nijpende zorgen dan in het huis...
De brave rijksverzekeraar wascht z'n
handen in onschuld. Raakt z'n vrouwe-
kleeren niet!.. Voor de allerarmsten
voor de stumpers, die met een minia
tuur-loontje moeten zien rond te
scharrelen, vvenscht men zich niet te
bekommeren.
Dat is het fameuse ontwerp,
uitgebroed na vele, vele maanden van
studie, voorbereiding, onderzoek, be
rekening, recherche op het gebied van
sociale toe- en misstanden.
«Non sunt omnes kokki
O, minister Talma! Of chefkok,
van zijn zómertourneé teruggekeerd,
«te spreken" zal zijn over dusdanigen
uitslag na zóó forsche terging van
geduld De buitenstaander, voor
wiens neus de deur van regeerings-
keuken immers wordt dichtgesmeten,
zal er allicht niets van te weten ko
men. Maar wèl veroorlooft hij zich
toch op te merken is 't muisje
bar-mager, scharminkelig schraal, dat
«de bergen'', na hevig gedruisch, heb
ben gebaard Wanneer daarvoor
de legioenen splinternieuwe ambtena
ren uit de regionen van liefhebbende,
invloedrijke relatiën bezittende ouders,
ooms, tantes en vrienden moeten ge-
recruteerd Arme staatsruif, hoe
zeer beklaag ik u! Hoe zijt ge, in deze
dagen, doelwit van knabbelzuchtige
candidaten, die slechts mopperen over
de «stijgende lasten» zoolang ze zelf
niet, op eeo of andere wijze, tot 't
profiteeren van meergenoemd ruifje
zijn toegelaten.
Gij ziet, hoezeer ook de nederige
schrijver dezer week praatjes opfris-
sching des gemoeds en van 't goed-
humeur noodig heeft. Trouwens, de
lijden dit zal men willen erkennen
zijn er naar om lichtelijk-wervelziek
te worden. Ik wil nu niet denken aan
verschrikkelijk drama's als hetLocbem-
sche, door geestesverbijstering be
rokkend. De golfslag, die den ramp
zaligen oudermoorder op het strand
levend terugwierp, was wèl wreed
Bijna was 'k ertoe gekomen om na
te cijferen, de Lochemsche en
Aaltensche kinderen meegerekend,
hoeveel menschen. groote en kleine,
er nu al sinds 1890.. Toen begon de
ellende zoo ongeveer.. «Spoorloos ver
dwenen" zijn De politiehonden kwamen
eerst veel later. Doch wie in lande
lijke streek woont en niet tot de
menschen behoort, voor wie althans
de vermogensbelasting haai biljet heeft
af te staan.Hij kan van t voor
treffelijke recherche-middel niet ge
nieten Hij moet aanzien, gedoogen,
dat de zornersche plasregens hel spoor-
vernielen, waardoor hij zijn kind kon
terugkrijgen, bad men de vier
voetige speurders slechts bijtijds ge
haald...
Ziet-ge, dat noem ik ergerlijk en
hatelijk. Het ook door anderen dan
vrienden van dr. Woltjes prachtig
geprezen omlerwijs-rapport (trouwens
sommiteiten uit elke politiebesfeer
werkten eraan mee!) juich ook ik
van harte toe. Maar er is zooveel
meer... Er is ook iets als de verhouding
tusschen rijks- en gemeentepolitie.
De ouders, wien schurken hun kind
ontrukken, weet ge, hun radeloos
smart kan niet wachten... Geen uur,
geen minuut... Om van »dagen en
nachtennu eens niet te spreken...
Mr. ANTONIO.
23) DOOK
j*_ iDiacliatea/o..
«Enfin, Koe het zij, ik zal zorgen'
dat het rijtuig na den middag te
uwer beschikking is. Mijn tijd is be
perkt vergun mij, dat ik thans
afscheid neemmocht uw vertrek be
paald onmogelijk zijn, dan verneem
ik dit van den koetsier, als hij terug
keert. Zoo niet, dan hoop ik u weldra
te bezoeken.»
«Daar reken* ik op,"dank voor uwe
moeite.»
«Behouden aankomst te Muiden; ik
hoop in ieder geval spoedig uw herstel
te mogen vernemen. Adieu!"
Toen de bezoeker de kamer had
verlaten, mompelde de achtergeblevene
tevreden: nog altijd de oude hartelijke
kameraad, en liet vervolgens afgemat
het hoofd op het kussen zakken.
«Is het geoorloofd, papa?" klonk
het op dat oogeblik uit het aangren
zende vertrek, dat slechts door een
duimen, planken wand van het verblijf,
waarin de zieke zich bevond, geschei
den was.
«Welzeker mijn kind,» antwoordde
de vader.
«De baron heeft toch geen onrust
barende tijdÏDg gebracht papa?»
"Geen andere, dan dat wij zoo mo
gelijk nog heden moeten vertrekken
Helena.»
«Nog heden papa? maar dat is im
mers niet mogelijk. De dokter zal het
bepaald niet toestaan, gelooft u wel
«Ik wensch van harte, dat hij geen
gronden zal hebben, waarop hij mijn
vertrek afkeuren moet mijn kind."
»0, zeker papa, dat wensch ik ook,
maar u is immers nog volstrekt niet
zoover hersteld, dat het reizen zonder
gevaar zou kunnen plaats hebben.
Wanneer u thans door inspanning uw
toestand verergert, zal uwe beterschap
daardoor slechts te langer verschoven
worden. Laat ons niet gaan, papa,
het gevaar is immers nog zoo drei
gend niet!»
«Het komt mij voor Helena, dat gij
mijn gesteldheid voor erger houdt, dan
zij in werkelijkheid is."
"Nog een paar dagen papa," smeekte
het meisje, «dan zult u ongetwijfeld
zoover hersteld zijn, dat u zonder ge
vaar kunt vertrekken."
»Een paar dagen Helena zeker zal
ik in dien tijd aanmerkelijk in krachten
gewonnen hebben, maar wie weet wat
ons intusschen hier wachtWij kunnen
in deze streek niet blijven. Als het dorp
bezet wordt, zal men het van de forten
onmiddelijk in brand schieten en deze
hoeve zal hetzelfde lot deelen."
«Helaaszuchtte het meisje, droevig
voor zich neer ziende.
«Begrijpt ge thans lieve, dat het be
paald noodzakelijk is, dat wij nog heden
vertrekken?"
Helena antwoordde niet op deze
vraag, doch wendde zich naar het ven
ster en staarde op den eenzamen weg.
Hare wangen waren bleek geworden
en hare anders van levenslust glinste
rende oogen schenen dof. Nog één
dag uitstel, hoopte zij een onver
klaarbare aandoening beheerschte haar
gemoed.
Het uur waarop de arts gewoon
was zijne visite te maken, was reeds
lang verstreken en nog steeds liet hij
op zich wachten.
«Ik geloof niet Helena,» hernam
haar vader, »dat wij den dokter heden
nog zullen zienhij zal verhinderd zijn
mogelijk ook heeft hij het dorp
reeds verlaten. In ieder geval blijkt
daar uit, dat hij mijn toestand voor
niet gevaarlijk houdt, anders ware hij
wel even aangekomen om mij voor te
schijven, hoe in deze kritieke omstan
digheden te handelen.»
«U zult toch niet vertrekken papa,
zonder hem vooraf geraadpleegd te
hebben
«En wanneer hij dan in 't geheel
niet meer komt, dwaas kind,» antwoord
de de gekwetste op een toon, die echter
niet den minsten wrevel verried.
«Hij zal nog wel komen papa.»
«Na den middag zal men het rijtuig
zenden om ons af te halen Lena, indien
de arts alsdan nog niet hier geweest
is zullen wij moeten vertrekken zonder j
hem vaarwel gezegd te hebben.»
«En waarheen papa?"
«Wij kunnen ons tijdelijk naar Loo-
verwant begeven en daar mijn volkomen
herstel afwachten, doch ik geef er de
voorkeur aan onmiddelijk naar Muiden
terug te keeren. Zoudt ge thans onze
lectuur niet volgen?"
Helena loosde een diepen zucht, nam
een hoek van de tafel en plaatste zich
in de nabijheid van den zieke. In den
beginne trilde hare stem eenigszins,
zoodat haar vader vorschend tot haar
opzag, doch weldra bezield door het
geen zij las, werd die weder vast en
klonk welluidend als altijd.
Ongeveer een half uur na het vertrek
van oom Willibald begaven Daan en
Edinond zich op weg om, voorzoover
dit in den onmiddellijken omtrek der
stad mogelijk was, te zien, hoe het met
de zaken stond.
Het eerste bericht, dat hen trof, was
dat van een schermutseling der huza
ren met de vijandelijke cavalerie. Met
groote dapperheid hadden onze ruiters
zich op den veel talrijker vijand gewor
pen, doch waren na herhaalde charges
genoodzaakt, zich achter de infanterie
terug te trekken.
Een gevecht van beteekenis was er
tot heden niet geleverd. Ons veldleger
verwachte echter ieder oogenblik in
zijne, gedurende den nacht ingenomen
stellingen, achter den lJsel te worden
aangevallen. De spoorwegbruggen bij
Katerveen en Zutfen had men laten
springen, terwijl men verwachtte, dat
die bij Westervoort, Nijmegen en Crè-
vecoeur door de in de nabijheid gelegen
forten, in onze macht zouden blijven
In het uiterste geval zou men echter
ook die bruggen nog onbruikbaar
moeten maken.