NIEUW 1 Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. Wo 69 Zaterdag 27 Augustus 1910 Negen-en-dertigste Jaargang, VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON- DE INVASIE DER DUITSGHERS. T. 3D\xcliatea,Tj.. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stokken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën yiermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 27 Augustus. Wij, menschen, mogen dan soms pruttelen, nijdig-doen, de dagblad- redactiën het leven zuur maken met «ingezonden stukken»; torenshooge boomen opzetten aan de dagelijksche soos- en andere klets- of moppentafels, één ding staat toch vast. Wij. men schen, hebben een allermerkwaardigst, aller lenigst «aanpassingsvermogen». Een zomer-up to dale zou, wal het lichamelijke hptreft, eigenlijk al bewijs genoeg wezen! 's Ochtends genoegelijk- bakerer.d, stovend Juliweertje, tegen koffietijd stortregen; tusschen lunch en vijfuursthee bewolkte lucht met kwaitiertjes van zonneschijn; naarge lang de avond begint te vallen: gure Septemberatmospheer. Iemand van Madeira of van Wight, wien ge zulke dingen vertelt, houdt u voor een Gas- cogner; lacht u uit: kan zich eene streek, waar de atmospheer zóó grillig is, slechts denken als een uitgestorven, huiveringwekkend maan-landschap eene wildernis, waar geen «levende ziel» straffeloos kan toeven. Wij. brave zonen en dochters der koele Wester- stranden, mopperen wel een beetje, kuchen ook wel; nemen't verder van den vroolijken kant op. Voorzien ons van regenjassen, bouiïanten, Jaeger goedje, luchtige stof, volgen gehoor zaam de wisselingen der atmosfeer. Zijn tien van de twaalf maanden ver kouden; schikken ons tamelijk blij moedig in het onvermijdelijke Gaan de prijzen der levensmiddelen al-maar omhoog... Huismoedertje kijkt zuchtend haar weekboekje doordenkt aan de oogen, die manlief zal opzetten, straks, wanneer hij hoort wat slager, bakker, kruidenierdurven vragen Wacht op een gunstig moment Meneer heeft vandaag »op de Beurs" verdiend; of: een. waar hij gloeiend 't land aan heeft, had hier of daar »Pecb," of: »zet noemen hem als candidaat voor stedelijk, gewestelijk, misschien zelfs nóg-hooger regeering- college. Meneer zit te turen, met prettig-glinsterende oogjes, naar de rookwolken uit Extra lekker sigaartje waar ZEd. zich na plezierige» dag, eens op tracteerde. «Wacht maar!« denkt vrouwtje »'t spijt me voor je stakkert, maar: nu moet 't ei uit Zij legt band op z'n schouder. Buigt hoofdje naar hem toe... Meneer voelt ie'.s bangigs in en om hartstreek... Wanneer ze zoo doet... Z'n blijde stemming vervaagt... «Mannie!" fluistert Vrouwje »het weekboekje zal je lee'ijk tegenvallen, vent I" Weg is zijn genieten over wanbof van vijandige, Beurs-winst, candida- tuur of welk gelukje ook.Hij ont zet van de cijfers Straks moeten ze nog droog-brood gaan eten Drie hoog gaan wonen Gruwelijke lij den Zij had stormpje voorzien. De crisis gaat voorbij Huisvader betaalt zuchtend. Moppert nog wat na Schokschoudert Houdt diepzin nige economische bespiegeling, die vrouwtje aandachtig schijnt te volgen Barst uit tegen Kolkman c. s., die de misère van duurte te-baat zul len nemen om straks voor hun protec tionisme zieltjes te winnen Slim vrouwtje knikt van-ja, van dat zij 't volmaakt met mannie eens is Stormpje gaat liggen. Het zooveel- duurdere weekboekje krijgt «burger recht." Men is er aan gewoon Schikt, wringt, krimpt; plooit er zich naar sBeboorden we maar tot de armen! Tot de officiëel-armen, wel te ver staan I" zegt mannie op schamperen toon »dan konden we van den winter prijs-cokes krijgen Net als de Haagsche menschen, die 't niet be talen kunnen! maar wij zijn prole tariërs met 'n hoed op, zooals Fortuyn 't eens typisch uitdrukte!" Vrouwtje zucht meê Het mach tige, alles regelende aanpassings-ver- mogen brengt ten slotte toch alles in z'n voegen terug Met een hoogbejaarde had ik 't dezer dagen over velerlei We stonden met z'n beiden te lezen een bulletin over den gruwelijken moord te Ren- kum. »Waar moet dat heen jammerde iemand, die scheen te gelooven dat «zulke dingen vroeger toch niet voor kwamen» Grijsaard betwistte 't. Ook in ver vlogen tijden hebben krankzinnige booswichten, ontaarde ellendelingen scbandstukken uitgehaald. Alleen... H. M. de Koningin der Aarde was toen nog maar een klein, nietig «vorstinne- tje«... Veel van de misdadenkroniek bereikte haar niet. en wat zij toevallig opving werd op wenk «van hooger band» «sub rosa» gehouden. Was dat beter dan de macht en snelheid der openbaarheid van nu Er valt over te besp'egelen... Voor en tegen. Maar dit staat vast erkende mijn grijze buurman van bulletintroepje, de speelholerij en de apacherij, gelijk die thans «bloeien», waren in mijne dagen onbekende dingen... Dat gansche horden avonturiers, oplichters, woekeraars met hun na sleep, aanhang van geparfumeerde helpsters neerstrijken op eene stad en er dag aan dag slachtoffers maken, in alle kringen en sferen der maatschappij. Dat benden jeugdige »Apachen« op de donkere, stille punten der gemeente den voorbijganger beloeren... Hem zoodra hjj 't waagt een vinger naar een der kornuiten uit te steken, te water smijten... Met 't cymisme van den eersten Parijschen booswicht... Neen, erkende oudje, die het «gemengd nieuws* onzer kranten bleek bij te houden, daarvan hadden we in mijn' tijd, geen flausv besef! Zelfs niet in de jaren, waarvan Hilde- brand in zijne »Camera« vertelt... Men weet wel, toen ze bij de menschen inbraken en aan het bed kwamen staan met 't armpje van een onge boren wicht...* En men in den toe stand, waar ge dan in verkeerdet, ook bleef. «Wel» verzekerde oudje «we zou den geen gerust uur in ons leven hebben gekend!» Ik moest er om glimlachen. De zaak is, dat het droevige, angstwekkende, sombere, leelijke van verleden ver bleekt, wegdoezelt naar gelang de af stand tusschen toen en nu grooter wordt Een andere merkwaardigheid in ons psychisch wezen I Ik geloof, dat het aanpassingsver mogen in den jeugdtijd van grijzen, toch wel zeventigjarige» bulletin lezer niet minder elastisch was dan te hul digen dage. Erkend mag worden stellig dat er zware eischen aan worden gesteld Ik zwijg nu nog over de dure prij zen, de inbraken, de speelholen, de moord-aanslagon, de Renkumsche en andere gruweldaden Wanneer ons vetzekerd, bezworen met de plech- tigste woorden op 't hart gedrukt wordt, dat geen mogendheid ter wereld iets te maken heeft met onze zaakjes Hoe, waarin, waarmee, in welk opzicht ook... En wij gelooven, be rusten, weigeren te vermoeden, dat er angeltjes onder 't gras schuilen; dat men ook aan de groene tafel de taal listiglijk gebruikt om de gedach ten te verbergen... En we staan dan, op zekeren ochtend, voor aanvrage om veertig millioen te besteden aan onze kustverdediging... Wien dan niet de naieveteit van het onnoozele kindeken eigen is, en «verband* gaat zoeken tusschen dat jaar 1904, met of zonder »brieven«, en den jare 1910... Wie zijn hecht en vast vertrouwen, in zekere «zaak» (welke ik nu eens niet nader zal aanduiden) had gebouwd op Eereraad, saamgesteld uit mannen, aan wier ernst, kunde, onpartijdigheid geen sterveling ooit zal hebben ge twijfeld... En wie dan leest zeker «rap port... waarin «verband» tusschen dit en dat (ik duid alweer niet scherper aan, wetend dat ieder mij begrijpt immers) wordt weggegoocheld... Dat is toch het woord, hier passend... Hocus-pocus! Waar is nu «het ver band», dames en heeren? Niemand ziet 'tl... Toch zijn 't geen «presti- digitateufs», de drie geleerde en ge- eerde mantien van den Eereraad, evenmin als hun waardige praeses 't is... Naïveteit dan? Zacht-kinderlijke? Stroom van betooverend, van-de-wijs brengend fluïdum, suggestie, uit gaand van Mathilde's sirene-oogen?... Wie zal 't uitmaken?... De «zaak» is finaal afgedaan. Althans, de «affaire» zelve.Over de gevolgen, in naaste en verder liggende toekomst, bespie gelen we nu niet. Het «Alle schuld riicht sich auf Erde»... is voo» velen nog eene vertroosting... Eene gedachte, die kalmeerend werkt op wier rechts gevoel geschokt, gekrenkt mocht wezen... Maar :dat we sterk-lenigaanpassings vermogen behoeven om ons in al deze vreemde, zonderlinge dingen te schikken, ze ten slotte toch «ge woon* te vindener ons, ten lest, «warm noch koud« om te maken... T Staat vast I En dat in zulk een tijd noch vlieg tochten noch kanaal-overzwemmerij door een Ooms of andere kianigen- kampioen ons gemoed hevig vermag te beroeren... Wie, in trouwe heeft recht of reden om zich daarover te verbazen Mr. ANTONIO. Er is belangrijk nieuws uit het hooge Noorden. De bekende Noord- poolvaarder Roald Amundsen, bekend als de ontdekker van de Noordweste lijke doorvaart, is in Juni op de historische »Fram" vertrokken, bereid om, aoo noodig, zeven jaren weg te blijven en met de taak voor oogen, een volledige studie te maken van de uitgestrektheid, de d'epte enz. van 27) DOOR «Ik wil diaken worden, als ik je begrijp. Hal Ha! Mogelijk denkt hij nog, dat het mij ernst is,» lachte Daan. «Enfin oude jongen, wèl be schouwd kon je ditmaal bij uitzonde ring eens gelijk hebben. De mensch is een wispelturig wezen, heb ik eens ergens gelezen: in den laatsten tijd staat me dat blonde kopje nog al dik wijls voor den geest en dezen avond zag zij er al bizonder lief uit.» Op dat oogenblik was men bet einde van de Biltstraat genaderd. Erna, die trouw in Edmonds nabijheid was ge bleven, sprong daar eensklaps ter zijde af en was in een oogwenk tusschen bet volk verdwenen. De oogen van den jongman werden als in een sluier gebuid; zijne leden trilden, zijn knieën knikten, het gaan viel hem zwaar bij gevoelde, dat Bertha in zijne nabijheid was; daar door ook alleen, kon bij zich bet plot seling verdwijnen van den bond ver klaren en zie, bijna op betzelfde oogen blik, springt het verstandige dier tegen hem op. Om den hals van den bond was een zakdoek geknoopt. Edmond ontdeed hem van dit kostbaar souvenir en gaf zich alle moeite de geliefde te ont dekken. Eindelijk zag bij op eenigen afstand van den weg, in bet schijnsel eener lantaarn, een paar vrouwen figuren het been en weder loopen van het volk, dat ben nog steeds ver gezelde, belette hem echter nauw keurig waar te nemen. In de hoop, dat zij van bun stand punt gelukkiger mochten zijn, wuifde bij met den zakdoek, welke groet on middellijk op dezelfde wijze werd be antwoord. Thans was er geen twijfel meer, zij was daar, de doek was een aandenken van zijn lieveling. Reeds was bet vrijcorps bet fort op de Biltstraat genaderd, toen Edmond eindelijk den zakdoek, waarmede hij onophoudelijk ten afscheid gewuifd bad, heimelijk aan zijne lippen bracht en dan zorgvuldig wegborg. Zoodra men het fort achter den rug bad, werd de marsch meer geregeld voortgezet, daar men gedurende dien nacht de Yeluwe moest bereiken. Te middernacht kwam men in de nabijheid van Amersfoort. Deze plaats moest omgetrokken worden, daar men liefst onopgemerkt bleef. Dit ging wel met eenige moeilijkheid gepaard, doch gelukte toch. Thans moest echter de grootste waakzaamheid aanbevolen worden, daar het zeer waarschijnlijk was, dat in dienzelfden nacht, langs dezen weg, vijandelijke cavalerie-af- deelingen naar Amersfoort trokken. Nu eens stilstaande, om te luisteren of men geen verdacht geluid vernam, dan weder met groote snelheid voort gaande, om een strook open terrein te passeeren, trok men voorwaarts. Eindelijk, toen de zon bereids de randen der wolken in bet Oosten met gouden glans kleurde, bevond men zich tus schen Amersfoort en Barneveld, aan den zoom van een schrale weide, die aan alle zijden door een vierdubbele rij van elsenstruiken was omgeven en hier en daar op dezelfde wijze in kleine vakken verdeeld was. Daar zich reeds bij de grootste helft der vrijschutters, ongewoon aan bet afleggen te voet van groote afstanden, de gevolgen van den marsch deden gevoelen, besloot de kapitein op dit terrein den nacht af te, wachten, om dan verder te trekken. Na zijn corps eenige rust gegund te hebben, zond hij twee dergeDen, die bèt minst vermoeid waren, ongewapend en zonder berkenningsteeken in ver schillende richtingen op verkenning uit. Tegen den middag kwam de eerste van ben terug, met de tijding dat de weg van Barneveld naar Amersfoort, tot bet oogenblik, dat bij dien bad ver laten, vrij gebleven was, dat bij bij de boeren in den omtrek inlichtingen bad ingewonnen, doch nergens een vijand was gezien. De tweede kwam een paar uur later terug, en berichtte, dat bet dorp Scherpenzeel door vijandelijke cavalerie en artillerie bezet was, terwijl langs den straatweg, van Arnhem naar Utrecht onophoudelijk kleine afdee- lingen ruiterij trokken. De Rbijnspoorweg was, zooals bij bad vernomen, door die in alle richtingen been en weer trekkende cavaleriebenden op vele plaatsen opgebroken, ten einde Nederlandsehe troepen, die aan den IJsel gelegen waren, langs dien weg den terugtocht onmogelijk te maken. «Dat was te voorzien;» dacht de kapitein. «Onze ruiterij is niet sterk genoeg om bet tegen de vijandelijke op te nemen. Mogelijk zijn er reeds tienduizend van ben op de verschillende wegen in aantocht, terwijl de sterkte van onze geheele cavalerie nauwelijks tweeduizend ruiters bedraagt.» Tegen den avond werd de marsch hervat. Ter plaatse waar de Barneveldscbe beek den weg snijdt, ontmoette men de lieden, die vooruitgezonden waren en order hadden, als er geen onraad was in het tolhuis den troep in te wachten, of anders zich in de nabijheid te verschuilen. De bevelhebber liet thans balt hou den, verdeelde den inhoud der kisten en lichtte de onervarenen in, omtrent het gebruik, dat men van deze voor werpen kon maken vervolgens sprak bij hier en daar fluisterend nog een bemoedigend woord, drukte allen de band en verzocht de aanvoerders de bun opgedragen last ten uitvoer te brengen. Achtereenvolgens verlieten nu twee kleine afdeelingen in zuidelijke richting bet tolhuis, terwijl de bevelhebber, met de beden welke hij bij zich bad ge houden, van den nacht partij trok, om de beide ten Oosten van Barneveld te bereiken. Een daar gelegen dennen- boscb was als verzamelplaats aange-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1