NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 99 Zaterdag 10 December 1910. Negen-en-dertigste Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG DE WEEK. FEUILLETON. DE INVASIE DER DUITSCHERS. -A— J". HD-u-clxatea-u.. Amersfoortsctie Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestrnat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIE N: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 8 December. Gij ontmoet ze wel eens, in uw leven, van die zonderlinge mensehen, ijzig kalm, doodbedaard, schier on verstoorbaar lijkend, en die plots... om eene kleinigheid, kunnen opstuiven, in wilde drift uitbarsten... Dat 't vlamt in hunne oogendat zij de vuisten ballen dat ze op u toetreden in vecht lustige, dreigende houding... En gij u afvraagt: welke oorzaak heeft het psy chisch evenwicht eensklaps verstoord? De gedachte in u opkomt, hoe hier de psychiater recht en reden van op treden zou hebben... Gij weet dan meestal niet de diepere, de eigenlijke bron van het driftig over prikkeld zijn. De kleinigheid was slechts de druppel die den emmer deed over- loopen... Het vuur had al lang ge smeuld. Maar verdriet of ergernis of angst was met kracht en geweld onder drukt. De zenuwen werden gefolterd door het spel van veinzerij. Degedachten waren geconcentreerd op dat ééne. hetwelk verborgen werd gehouden. Men glimlachte, luisterde schijnbaar met veel attentie; men gaf verstrooide antwoorden op vragen, die slechts half begrepen werden... Het zelfbedwang vorderde uiterste inspanning Daar komt tiet noodlottige dan!... Een on voorzichtig, onhandig woord. Eene toe speling op iels. waar men liefst over wenscht te zwijgen. Eene tekortkoming, 'n onhoffelijkheid, 'n indiscretion. In gewone omstandigheden laat men 't passeeren. Redt men de situatie door tactvol ontwijken Nu doet het vonkje den brand uitlaaien... zoodat ge inder daad den schijn krijgt van lichtelijk in de war te zijn... Dergelijken indruk heeft de Tweede Kamer der Staten Generaal gemaakt in hare zitting van Dinsdag j I. Wan neer iemand ter wereld in staat is om eene vergadering in genoegelijke, ge moedelijke stemming te houden, dan toch wel de man. die nu aan het hoofd van Buitenlandsche Zaken staat. Kleine, bewegelijke meneer in keurig elegant toilet; hoffelijke, geestige, amusante causeur. Hij, De Marees van Swinderen, vult het gansche «tekortï aan be- hagelijkheid eener gansche recles van voorgangers aan En dat zegt iets. Zóóver mijne her innering aan, vroegere heeren van ons «Foreign Office» reikt, zie ik een stoet van ijselijk-deftige,gruwelijk- saaie, rnateloos-onbelangiijke menee- ren... Stijve, stroeve figuren, die het Lagerhuis zaten aan te kijken alseen «grand seigneur,die genoodzaak is eene «volksvergadering» bij te wonen en zich straks met driedubbele dosis reukwater zal besprenkelen om de «vunzige luchtjes» te verjagen... Me- neeren, die zachtkens eeri stuk of wat zinnen mompelde, herhalingen van wat reeds in «de stukken» te lezen is. Die dan voor een jaartje uit de Kamer verdwenen, na met de twee of drie »ebenbürtige« vrienden in de Kamer handje en hollelijk-glimlachje te hebben gewisseld... De heer W. H. de Beaufort was natuuilijk anders, maar uit stienge statigheids-plooi raakte hij toch nooit... Maar deze minister. die de wereld bereisd heeft, landen en volken gezien, in de Amerikaansche atmosfeer een verfrisschings-kuur ondergaan. Wanneer tiij het woord voert, dan droomt men zich De oogen even sluitend en luisterend naar het radde gepraat van de hooge keelstem. aan een diplomaten-diner. Het elec- trisch licht glanst In de bloemkelkjes.. De wijn parelt in het kristal Diaman ten schitteren op malsche en dorre boezems... Gegalonneerde knechten sluipen geluidloos rond... Er wordt getoast... En wie aan 't woord is, doet 't met zeer-ernstig gelaat. Doet wat hij zegt, toovert lachjes in oogen en trekjes van geamuseerd-wórden op de aangezichten der gasten. En als hij klaar is met zijne tafelrede dan worden de kristallen glazen te zijner eere opgeheven.Een zacht ge- ruisch van bewondering gaat langs den disch... Zóó spreekt jhr. De Marees van Swinderen. En het merkwaardige hier is, dat de briljante vorm niet dient orn een schamelen inhoud te mas- keeren. IntegendeelOok, zelfs in «het hoekje van Troelstra» wordt im mers beseft, hoe daar een kundig, fiksch en werkzaam man zit aan de groene tafel. De wijze, waarop de minister, bijvoorbeeld toen hij aan de Rijntollen was gekomen, toelichtte hoe wij tegenover Duitschland het «je mainttendrai» zullen handhaven, moge dan wat èrg-toasterig van vorm zijn geweest, toch deed 't goed zulke woorden te hooren uit den mond, die zóó kwistige hulde had gebracht aan den Duitscbe Keizer, in den denant, op 20 Februari. Terecht wees de heer Patijn erop: bij zulke dingen moet men rekening houden met het tempe rament van dengeen, die ze zegt. Wanneer een generaal Cool... Arme nog-levende bewindsman, wiens erfenis reeds zoo druk verdeeld wordt... Ter- wisga, Alting van Gensau, Schneider den Jongere... Hoevele namen weer fluisteren u de best-ingelichten, waar van 't wemelt, toe. Als een generaal Cool soortgelijke woorden sprak, men zou verbijsteid staan. Van Noord tot Zuid, van Oost tot West zou de schrikmare gaan We zijn aan Duitschland overgeleverd; kussen den zoom des mantels van den Berlijnschen imperator.... Met Neèriands zelfstandigheid is 't gedaan Maar een De Marees boudt toasten... Wie denkt eraan, zulke tafelspeechen te wikken en te wegen gelijk met eene diplomatieke nota wordt gedaan,.. De waarde ervan op goudschaaltje te leggen... De heer De Marees heeft niet het kwasi-lossige en joviale van een gioo- ten meneer, die denkt: A la guerre comme a la guerre! Ik moet die burgerluidjes, die wijsneusige en lastige mannetjes, nu eens toonen dat ik met hen kan meedoen... Neen. de «Amerikaansche kuur» heeft hier wonderen gewrocht. De minister ge voelt zich blijkbaar allerbehagelijkst in de Kamer. Tapt ui na ui.. En als man van smaak, discht hij de kwink slagen en moppen zoo ongedwongen, zoo terloops-vlug op, dat men haast nauwelijks tijd heeft om te lachen Daar komt weèr een volgende aardig heid... Ministertje babbelt voort, dat de stenograaf-van dienst zich het voorhoofd klam voelt worden. Onder wijl de journalisten, die zoo'n rede- De Marees zeer gemakkelijk kunnen «saamtrekken», met genoegelijk ge laat luisteren en pennen... Dat is duidelijk, helder, gevat, de moeite van het toehooren waard èn amusant. Wat wil men meer!?... En toch!... Toch heeft, zooals ik straks zei, de Kamer op dien 6en Decem ber doen denken aan den schijnbaar- kalmen man, die, door nietigheid ge prikkeld, plots in woeste drift uit barst. Of de heer Patijn, na de afgesproken tien-minuten in tweede instantie te hebben gesproken, nog eventjes, een vijf minuten op z'n hoogst, verder mocht gaan? Wie zou zich, in gewone omstandig heden, daar koud of warm om maken Thans wel!... Ik neem op grond van nader ingewonnen berichten volkomen aan, dat de blinde woede, welke des heeren De Savornin Lohman's hoofd met purperen gloed overtoog, wel hierin voornamelijk zal hebben ge scholen, dat men de afspraak der tien minuten had geschonden. Ook eene quaestie van «temperament»!.. De heer Lobman, president der Kamer, en niemand waarhorgt ons dat niet een of ander noodlottig moment de houten hamer te splinter zou worden gebeukt... En de klepel weggeslagen uit de koperén schel, die op Sinter klaasdag 1910 eigenlijk had moeten gehanteerd zijn... Laten we den heer Lobman hier even uitschakelen. Maar de anderen Een De Meester, beeld van rustige kalmte, die in Duys-pose naar het bureau stormt... Dat geraas, ge schreeuw, gejoel, gegrom in de Recht- scbe gelederen- Dat tooneel van heidensch en helsch kabaal... om de vijf minuten, welke mr. Patijn had gevraagd?... Immers niet. Maar de zenuwen van het Parlement, de prikkelbare en gevaarlijke, zijn maanden en maanden gemarteld door de ellendige «puzzle», welke de geachte afgevaardigde uit Ommen, oud- minister en formateur van het Kabinet 1901'05. beeft gelieven uit te vinden. Men draait en blijft nog altijd draaien, in vicieusen cirkel. Men voelt, dupe te zijn geweest van zekere «Wichtig-trierei.» En de man, die zich bij den neus genomen beseft, hij beeft moeite om z'n woede te betoomen. De vader der booze geruchten was absent... Straks zou bij weer de zaal binnentreden zich naar het presidiaal bureau be geven; met genadig glimlachje de pen aannemen, hem door den commies- griflier geolïreerd. De presentie-lijst teekenen. Zich naar zijn bankje begeven, welwillend groetend de nederig-buigende volgetuigen der club, wier hoofdman hij nog steeds is... De Kamer voelde hare machteloosheid tegenover dat geheimzinnige, dat on doordringbare, dat onaandoenlijke, dat «immurea... En de slaven der Coalitie rukten in verbeten woede aan hunne ketenen. Wetend, dat de voor het politiek rattekruid onvatbare grijnst om hun wanhoopZe kunnen niet anders dan buigen, dulden, dragen... Als die gevoelens, geloof ik kwamen een oogenblik slechts, tot uitbarsting op den 6 December. 't Was de wanhoopskreet van lang- geteigde,-geplaagde... 34) doos «Papa, papa I om Godswil, houd op," smeekt zijne dochter haar zielsangst niet langer meester, terwijl hare oogeD zich met tranen vullen, «Helena, dier bare Helena I" valt Edmond in, grijpt beide handen van het meisje en drukt die met vuur. «Thans, thans zal ik spreken, neen, laat mij, weerhoud mij niet Helena, U heb ik lief, U alleen, thans durf ik mijn hart gelooven, nooit heb ik bemind, als in dit oogenblik," «Edmond!" antwoordde het meisje ontroerd, «ik smeek U, laat mij heden alleen." «Helena I «Ik gevoel mij ontsteld, Edmond," ik smeek U dringend, ga." «Mag ik U dan morgen wederzien, Helena «Morgen Goed, ik zal op U wachten, na den middag," zegt ze haastig. «En mag hopen, dat gij dan mijne woorden...." «....Morgen zal ik met U spreken, ja, thans goeden nacht." «Goeden nacht, Helena, goeden nacht I" herhaalde Edmond het huis verlatende en richtte zijne schreden naar het oude Slot. Nauwelijks was de jongman vertrok ken of het meisje viel als wanhopend op de sofa neder en verborg het gelaat tusschen de kussens, zij snikte en was ten prooi aan hevige ontroering. Na een geruimen tijd op deze wijze aan hare droefheid te hebben lucht gegeven, richtte Helena zich weder op, wischte de tranen de oogen en scheen haar kalmte te herwinnen. Langzaam haalde zij een met breede kant omzoomden zakdoek, welke op haren boezem ver borgen was, te voorschijn en beschouwde langen tjid de initialen die een in der hoeken waren heborduurd, in een halven kring omgeven door het woord Remember. Een pijnlijke glimlach ver toonde zich om hare lippen bij den aanblik van dit: «Herinner U." Na een bijna slapeloozen nacht, wachtte van Rodenburg een even pijnlij ke ontwaking. Velerlei aandoeningen bestormden zijn gemoed, velerlei ge dachten doorkruisten zijn brein. Bemin de hij Helena werkelijk hij geloofde het althans, en zou zich diep ongeluk kig hebben gevoeld, als Helena aan die liefde had kunnen twijfelen. Doch dan rees weder het beeld dier andere hem voor den geest, en heen en weer geslingerd tusschen deze aan doeningen vond hij noch bij de gedachte aan de eene, noch aan de andere rust. In deze stemming trof hem zijn trou wen makker aan, toen hij Edmond i namens kapitein Kort kwam berichten, dat men aanstalten ging maken om in den avond van dien dag te vertrek ken. «Vertrekken!" riep Van Rodenburg verschrikt uit. «Welja hernam Daan, heeft je dat eentonige leven dan nog geen oogen blik verveeld ik voor mij ben leeg- loopen moe, 't wordt tijd dat wij weder eens Wilhelmus kunnen zingen, mijü waarde." «En wat zal het van onzen tocht zijn «Onbekend, maar gevaarvol naar ik hoor." Edmond wordt afgetrokken, en geeft blijk van zijn verstrooidheid door aller lei averechtsche antwoorden, waarop Daan hem naar de oorzaak van die afgetrokkenheid vraagt, echter zonder eenige uitkomst. Van Rodenburg maakt werktuiglijk de noodige toebereidselen voor het aanstaande vertrek en begeeft zich vervolgens naar de woning van den kolonel om het beloofde bezoek te brengen en tevens afscheid te nemen. Er ging echter iets in hem om, waarvan hij zich zei ven nauwelijks rekenschap durfde geven. De toestand van den zieke is sedert den vorigen avond niet erger gewor den. Helena schijnt kalm. Nadat Ed mond gezeten is zegt zij onmiddelijk, hem het woord afsnijdende, ten einde te verhinderen, dat hij zich uit de een of andere beweegreden tot eene ver klaring laat verleiden, die hij later niet meer terugnemen kan «Mijnheer van Rodenburg, het gebeurde van gis teravond legt mij de plicht op ver schooning te vragen voor een onbe scheidenheid van mijne zijde, door de zen, eenige dagen geleden door u ver geten zakdoek, eerst thans terug te gevenbehoef ik u nog zeggen waarom ik dien behield Edmond verbleekte. Herinner TI! fluisterde het meisje ont roerd. «O HelenaHelena I waarom leidde het noodlot u niet eerder op mijn weg", riep Edmond als vernietigd uit, en, er lag zooveel diepe smart in deze woorden, dat zij langzaam het schoone hoofd oprichtte en met een droefgee- stigen glimlach antwoordde «Voor mij was het een korte droom Edmond, ik zal dien trachten te ver geten: laat de gedachte aan Helena geen schaduw werpen op uw geluk." «Dat nooitnooitHelena liever sterf ik; gij kunt en zult de mijne wor den." Het meisje schudde droefgeestig het hoofd. «En gij zoudt haar kunnen vergeten Neen Edmond, dat kunt, dat moogt ge niet, tot dergelijke onedele handeling acht ik u niet in staat." «Gij hebt gelijk, Heleaa, het nood lot heeft het anders beslotenwelnu, dat het in vervulling koine I Vaarwel, Helena! Vaarwel!" hij ijlt naar bui ten. OI God, wat zal hij gaan beginnen I fluistert zij ontroerd. Men hoort in de verte een groot gedruisch. Helena ziet uit het venster eu bemerkt een groote massa volks waaronder zich ook een aantal vrouwen bevinden, allen gewapend met bijlen, haken, houweelen en dergelijken, ter-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1