NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht gofetnemee BERICHT. No. 20. Zaterdag 11 Maart 1911. Veertigste jaargang. VERSCHIET WOENSDAG EN ZATERDAG UITEN LAND FEUILLETON. DE MOEZJIEKS. Amersfoortsche Courant ABONJIEMENTSPllIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Kijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOl'tt'ER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het vijftigsle nummer van ïse-xrxTÏZ sejestvL* Pi _twtw is heden aan onze geabonneerden ver zonden en bevat o. a. de volgende Illustraties H. M. Koningin Wilhelmina, 12'/» jaar aan de regeering. met voorplaat, voorstellende de plechtige Inhuldiging, op 6 Septembei 1808, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam H. M. de Koningin begeeft zich te voet naar de Nieuwe Kerk; H M. de Koningin en H. M de Koningin-Moeder op het balcon van het versierdo paleis te's Gravenhage De Irhuldigings-medaille Tentoonstelling van de Vereeniging »Oi nis» in de Militiezaal te Amsterdam De Voetbalwedstrijd van H. B. 8. te Brussel; De gevierde Italiaansche danseres Artemis Colonna in ons land; Mevrouw Lili Lehmarin, de 63 jarige zangeres, gelauwerd in. Den Haag; A. Faure Ferenet, de fort-tenor aan de Fransche Opera te's Gravenhage De opvoering van «das Himmelbett» door het bekende opereitegezelschap. onder directie van den heer Edmund te Amsterdam; De ovprleden minister,van oorlog van Frankrijk, Generaal Brun; De bavarkaizaak voor het Scheids gerecht te 's Gravenhage; Russnche landvei turners, die niet te Rotterdam mochten landen Het Carnaval te Nizza; De Operring derl P. Heije-stichting; De Internationale Tentoonstelling van Hotel industrie, Kookkunst- eri Voedingsmiddelen te 's Gravenhage De Voetbalvereeniging te Rinheim; Het Carnaval te 's-Hertogenbosch Profs. Van 't Hof! en Hamaker, resp. te Berlijn en Utrecht overleden; De schildersknecht Talsma, de be drijver van den dubbelen moordaanslag te Haarlem; Zeven portretten van bekende land- gennoten Ten slotte boeiende lectuur, het ver volg van den roman »813» de rubriek van Redacteur X en het Kindernumrner »Ons Prinsesje». De geabonneerde wonende j wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/> cents thuis bezorgd. In Marokko. Een sultan in Marokko kan nooit al te zeker zijn van 't bezit zijner kroon. Moelei Hafid zelf verwierf de zijne door wapengeweld zijn broeder Abd-el-Azis werd door hem onttroond en thans is er een sterke beweging gaande om hem op zijn beurt van den troon te stooten Wel-is-waar zijn de berichten nogal heel duister, maar in elk geval staal het vast, dat de stam men in den orntiek van Fez in for- meelcn opstand geraakt zijn. en dat hun doel is den Sultan het gezag te ontnemen. De leuze waaronder de strijd tegen hem gevoerd wordt is dezelfde, die Hafid zelf indertijd tegen zijn broeder gebruikte: de Sultan heult met de vreemdelingen, verkoopt het land aan de Christenen, enz. Er is natuurlijk nog niets van te zeggen o( de beweging eenig succes zal hebben en zeker is hel nog lang zoover niet, want men hoort nog niet eens een tegen-Sultan noemen, die in Moelei Hafid. plaats ui Fez zou moeten heeischen. Ook is het in Hafids voor deel, dat in den laatsten tijd zijn bandelooze troepen door de Fransche missie eenigermate gedrild zijn, want bij den vijand is van discipline natuur lijk niet de minste sprake; maar aan den anderen kant de leger hervorming was pas begonnen, zoodat ook bij het Sjerifiaansohe legerde Marokkaansche gewoonten de westersche legerinr ich- tmg nog wel zulk n overvleugelen. In elk geval hebben des Sultan-, troepen blijkens liet jongste Reutm-telegram Vrijdag een Succes behaald. Juist gisteren bevatte de Matin een onderhoud van zijn berichtgever te Fez met den Sultan. Deze verdedigde zich eerst nog eens tegen het verwijt dat hij met de groote wreedaardigheid zijn gezag hoog houdt en kwam ver volgens te spreken over zijn beraamde reis door het land, waarvan nu door het oproer voorloopig zeker niets komen zal. Een Marokkaansche Sul tan, zei Hafid, is niet werkelijk meester van zijn land, wanneer hij niet alle belangrijke streken doorreisd Eerst wanneer ik ongestraft mijn troon van Fez naar Maiakesj eu weer terug kan verplaatsen, ben ik in waarheid meester over mijn rijk. Ten slotte sprak de Sultan nog over zijn goede verhouding tot Frankiijk en uitte hij zijn voldoening over de samen wei king tusschen hem en de Franschen tot heil van het Sjerifiaan sohe rijk- Men meent nu Peter den schilder, een der plegers van den jongsten po- litiemoord te Londen, iri Antwerpen te hebben gezien. Bij de aankomst van het stoomship »Cormoran« aldaar sprong een der passagiers, nog vóór het schip was aangelegd, op de kade en verdween in de duisternis. Het uiterlijk van dien passagier, die uit Liverpool kwam en geen papieren of bagage had, vertoonde vrij veel over eenkomst met dal van «Peter de Schilder.a De Belgische politie doet nasporingen. Te Viterbo begint thans het proces tegen een groot aantal leden van de beruchte geheime misdadigersbende der Camoristen, die, wijdvertakt en mét connecties in alle standen jaren lang te Napels ongestraft allerlei mis daden heeft gepleegd en bloedige wraak op hare vijanden of op verraders heeft genomen. De misdaad waarover het proces loopr isde in Juni I906gnpleegde moord op Gennaro Guocolo en diens vrouw die den bijnaam »la bella Sorren- tina» dioeg Het lijk van Guocolo vorid men te Torre del Greco een voor stad van Napels verminkt en be bloed liggen op een eenzame plek, waar het blijkbaar na den moord was heengedragen en toen de doode her kend was en men naar zijn woning ging lag daar de «schoone Sorren- tijnschea eveneens vermoord. Onder beider wonden was ook de ostregio.a een cirkelvormige snede in den buik, die de Camorristen altijd toebrengen bij verraders, op wie zij zich wreken. Guocolo, een man met een weinig eervol verleden, moet indertijd in hetrekking hebben gestaan met de Camoristen, maar later wel inlichtin gen hebben gegeven aan de politie. De verdenking van de misdaad viel aanstonds op zekeren Erricone en verscheidenen zijner vrienden. Zij werden gevangen genomen, maar later weder vrij gelaten, wegens gebrek aan bewijs voornamelijk op aandringen van den priester Vitozzi, later ook een Camorrist gebleken, die kwam verklaren dat de inhechtenisgenome- neu onschuldig waren. Hij kende de ware schuldigen, maar kon die niet noemen, omdat hij het biechtgeheim niet schenden mocht. De verontwaardiging der welgezinde burgers van Napels over de straffeloos loovende en moordende misdadigers werd grooler en giooter en eindelijk besloot de regeering met groote kracht tegen de Camorristen op te treden. Kolonel Ramoruio, commandant der karabiniers te Napels, kreeg volmacht om de Camorra in al hare vertakkingen ie vervolgen en daarna heeft men te Napels vrijer adem kunne.n halen. Hem en zijnen medewerkers is hel te danken, dat een broeinest van onbeschaamde misdaad werd uitgeroeid 'en de boos doeners in handen van het gerecht kwamen. Het is een feit, dal sinds die zuivering begon, het aantal dief stallen te Napels naar verhouding lager is geworden dan in alle andere groote Europeesche steden. De politie stelde alles in het werk en nam allerlei listen te baat om de schuldigen op het spoor te komen. De politiebeambte Capez-zuti vermom de zich als kolendrager, als kruier, als boer. mengde zich onder de ergste misdadigets en deed al zijn best, zelf een lid der Camoira te wonlen. Hij kreeg eindelijk, in de gevangenis, macht over een jonkman, Abbatemag- gio genaamd en deze verhaalde hem, dat Guocolo was vermoord als slacht offer van de wraak der Camorra, krachtens een vonnis van den opper rechter der bende en dat Guocolo's vrouw een zelfde lot onderging, omdat zij anders de misdaad zou hebben verraden. Toen de politie voldoende bewijzen had, werden er 00 bevelen tot inhech tenisneming uitgevaardigd en latei- zijn daar nog meer bij gekomen. Zoodia die inhechtenisnemingen be kend weiden, vluchtten vele Camo risten, o a. ook Eiricone, die zich wekenlang schuil hield in den omtrek van Napels en daarna aan boord van een stoomschip kwam, dat hem naar New-York bracht. Maar nog geen maand na zijn aankomst aldaar werd hij door den geheimen politieagent Petrosina (later vermoord) in een huis te Brooklyn ontdekt en naar Italië teruggezonden. De beschuldiging beiust op de ver klaringen van 450 getuigen, in den loop van drie jaien afgelegd. Abbate- maggio, de aanbrenger, is ook in do gevangenis, als lid eener misdadigers bende. Ook de priester Vitozzi is ouder de beschuldigden. De regeering der Vereenigde Staten is voornemens, om 700 man op Haïti te laten landen, ter behartiging van i) Nikolaas Tsjiekildjef, kellner in het hotel »de Slavische Bazarte Moskou, werd ziek. Zijn beenen verzwakten, zijn gang werd wankelend en eens, toen hij in de smalle gang strukelde, liet hij een schotel met ham en dop erwten vallen. Hij moest er zijne be trekking aan geven. Hij besteedde^ aan geneesmiddelen al het geld, dating bezat en ook dat van zijne vrouwVTn wist niet, waarvan hij leven moest. Het nietsdoen ver veelde hem daarenboven en hij dacht, dat het beste wat hij doen kon was, om naar zijn dorp terug te keeren. Men kan beter tehuis ziek zijn, dan ergens elders; het leven is er minder kostbaar en men zegt niet te ver geefs: »De muren van het ouderlijk huis helpen ons." Nikolaas kwam tegen het vallen van den avond te Joekowo aan. In de herinneringen zijner kinderjaren scheen zijne geboorteplaats hem licht, gemak kelijk en gezellig toe, maar nu, nadat hij nauwelijks den drempel overschre den had, gevoelde hij zich angstig. Hoe somber, benauwd en smerig was alles hier. Zijne vrouw Olga en zijne dochter, die meegekomen waren, keken verbaasd naar den grooten oven, die de halve iezba, zwart van rook en vliegen, innam. Wat een vliegen! De kachel stond scheef; de balken weken uit, het was of de iezba zelf ieder oogenblik zou instorten. In den ge- wijden hoek, bij de beelden, waren etiquetten en gewone stukken gedrukt papier, bij wijze van schilderijen, op den muur geplakt. Ellende, ellende overal. Er was van de volwassenen niemand tehuisze waren allen op het land om te oogsten. Alleen een meisje van acht jaren, met wit-blond haar, dat er smerig uitzag, zat wezenloos op den oven. Zij nam niet de minste notitie van de nieuw aangekomenen. Eene kat schuurde zich tegen den oven- schop. «Poes.... Poes....» riep Sasja. »Ze hoort je niet, ze is doof,» zei de kleine. »Hoe komt dat?" «Omdat men haar geslagen heeft.» Nikolaas en Olga begrepen met één oogopslag, wat voor een leven men daar leidde, maar ze spraken er niet over met elkander. Zij legden stil hunne pakjes neer, en gingen de straat op. Hunne iezba was de derde aan het eind van het gehucht en scheen de armste en oudste van alle te zijn. De tweede was niet veel beter, maar de laatste had een plaatijzeren dak en gordijnen voor de vensters. Ze was niet omheind en stond van de andere afgezonderd: het was eene herberg. Al de huizen waren overigens op ééne lijn geplaatst en het kleine, rus tige, sombere dorpje, met zijne wil gen, zijne vlierboomen en zijne lijster bessen, die zich over den weg schenen te buigen om uit te kijken, zag er niettemin vriendelijk uit. Achter de tuinen der boeren begon de grond schuin af te loopen, naar de rivier toe. De bodem was vol spleten en scheuren en men zag hier en daar verbazend groote steenklompen uit bet leem te voorschijn komen. Verschil lende voetpaden slingerden zich laDgs deze steenen en langs de gaten, die door de pottenbakkers gegraven waren, j scherven van gebroken rood en bruin aardewerk lagen hier en daar opge hoopt. In de laagte strekte zich eene groote weide uit, effen, lichtgroen, pas afgemaaid, en daar zwierven de kud den der boeren rond. De rivier lag eene werst van het ge hucht af en kronkelde zich tusschen prachtig begroeide oevers. Aan de overzijde eveneens eene groene weide; eveneens kudden en groote troepen witte ganzen en verder, evenals aan deze andere zijde van Joekowa, eene plotselinge verheffing van het terrein en op den top daarvan het dorp, bij welks kerk, met hare vijf koepels, zich een heerenhuis bevond. «Wat is het mooi hier,» zeide Olga, terwijl zij naar de kerk keek en een kruis sloeg. «Mijn hemel, wat is het hier ruim.» Plotseling begon men te luiden voor den avondvesperdienst. De volgende dag was een Zondag. Twee meisjes, die in de laagte een emmer water geput hadden, bleven staan luisteren: »Nu zitten ze in »Den Slavischen Bazar», aan tafel mompelde Nicolaas in gedachten verzonken. Boven aan de steile hoogte gezeten, zagen Nikolaas en Olga de zon dalen, den ganschen purperen hemel in de kerkramen weerspiegelden en in de atmosfeer heerschte eene rust, eene frischheid en eene onuitsprekelijke zuiverheid, zooals men die nooit in Moskou aantreft. Daarna verdween de zon. De loeiende en blatende kudde werd verzameld; de ganzen vlogen naar Joecowo en alles was dood stil. Het zachte licht verdween en de duisternis van den avond kwam er voor in de plaats. De vader en de moeder ven Nico laas waren intusschen thuis gekomen. Ze waren beiden mager, tandeloos en gebugen en zij hadden dezelfde ge stalte. Huune schoondochters Marja en Fjokla, die aan de overzijde van de rivier bij den prometiek werkten, kwamen eveneens aan. De eene, de vrouw van Siriak, had zes kinderen, Ejokla, de vrouw van Denies, een sol daat, den anderen broer van Nikolaas, had er twee. Toen Nicolaas de heple familie bijeen zag in de iezba. il kleine en groote lichamen door el kander krioelend onder het afdak, in de wieg en in alle hoeken, toen hij zag, met welk eene graagte zijn vader en de vrouwen hun roggebrood in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1