BUITENLAND.
BINNENLAND.
worden voor ons zeiven en voor de
menscbheid. Mr. K.
De Beiersche Prins-Regent.
Beieren heeft Zondag feest gevierd
ter eere van den negentigjarigen Prins
Luitpold, den regent. Wij willen hier
een enkel woord over den jubilaris
zelf geven.
Als derde zoon van Koning Lodewijk
den eersten van Beieren heeft Prins
Luitpold in zijn jongelingsjaren zeker
nooit gedroomd dat bij eenmaal tien
tallen van jaren al is het dan slechts
als regent de koninklijke waardig
heid in Beieren zou bekleeden. Vijf-
en-zestig jaar was de Prirfs, een oud
gediende, die in de oorlogen van '66
en '70 dapper meegevochten bad, toen
hij geroepen werd om voor zijn neef
Lodewijk II den vermaarden waanzin
nigen koning die de weelderige kas-
teelen bij München liet bouwen, den
vriend van Richard Wagner het
regentschap op zich te nemen. En na
Lodewijk's plotselingen en geheimzin-
nigen dood in de Starnberger See,
bleef Prins Luitpold regent, thans voor
Koning Otto, Lodewijk's broeder, en
evenals deze door gestoorde geestver
mogens onbekwaam tot regeeren.
Zoo heeft deze bejaarde Prins een
kwart eeuw lang voor anderen de
regeering waargenomen, en hij is bij
zijn volk geliefd geworden als weinig
vorsten. Zijn eenvoudig, natuurlijk
gemoed, zijn onomwonden manier van
omgaan, hebben hem geholpen om
bij de Beiersche bergbewoners den
weerzin te overwinnen, dien men aan
vankelijk jegens hem koesterde, toen
hij kwam regeeren in plaats van den
genialeri Lodewijk, die bij het volk
bijna als een bovenmenschelijk wezen
vereerd werd, terwijl hij feitelijk door
zijn verkwisting zijn onderdanen veel
kwaad deed.
Met voldoening kan Prins Luitpold
terugzien op de negentig jaren van
zijn leven, de vijf en twintig van zijn
regentschap.
De Greenwichtijd is in Frankrijk
officieel ingevoerd. Om 12 uur in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn
alle publieke uurwerken 9 minuten
en 21 seconden achteruitgezet. Het
gevolg is o.a. dat thans de spoorweg-
klokken binnen het station denzelfden
tijd aanwijzen als die buiten bet ge
bouw, terwijl vroeger de klok binnen
altijd vijf minuten achter de gewone
klokken stond.
De terugzetting der klokken Vrijdag
nacht heeft Zaterdagmorgen in Parijs
nogal verwarring aangericht, want,
terwijl natuurlijk de terugzetting bij
alle staats- en gemeenteuurwerken
had plaats gegrepen, waren er tal van
particuliere, maar toch openlijk zicht
bare klokken, die nog den ouden tijd
aanwezen. Het gevolg was dat heel
veel menschen te laat op hun bureau
of werkplaats kwamen, terwijl tal-
loozen den trein misten, daar zij
vergeten waren dat de spoorklok niet
meer vijf minuten met den stadstijd
verschilde.
Ook in de restaurants werden
's nachts db klokken teruggezet. Een
levensmoe jonkman riep uit, toen hij
dat zag: «Wat, moeten wij tien
minuten nog eens orer leven?»
Sommige Frar.sche couranten maken
de opmerking dat nu Engeland ook
de schuur kraaide onophoudelijk een
haan, hetgeen haar belette te slapen.
Toen het blauwachtig morgenlicht
reeds door alle kieren heen naar bin
nen scheen, stond Fjokla zachtjes op
en ging naar buiten. Men hoorde
weldra, hoe ze op hare bloote voeten
hard weg liep.
II.
Toen Olga naar de kerk ging, nam
ze Marja mede. Toen ze de hoogte
afgingen, gevoelden beiden zich vroo-
lijk gestemd. De open ruimte beviel
Olga en Marja zag in hare schoon
zuster eene vriendin.
De zon kwam op. Laag over de
weide vloog slaperig een sperwerde
rivier was nog omsluierd, er hingen
hier en daar dampen, maar op den
heuvel aan de overzijde viel al een
lichtstreep; de kerk schitterde en in
den tuin van den landheer schreeuw
den de kraaien uit al hare macht.
„De oude, die kan er nog mee door,„
vertelde Marja, „maar de oude vrouw,
dat is een tang, ze doet niets dan
kijven. Ons koren was met vasten
avond al op, we koopen nu meel in
den traktier. Zij is al kwaad op jelui;
wel eens het metrieke stelsel mocht
aanvaarden
In de Fransche Kamer heeft minis
ter Dumont zich uilgelaten over den
toestand den hedroevenden toe
stand op den Wester-staatsspoor-
weg. De minister beeft zelf op een
locomotief gestaan van Chartres tot
Courville (waar onlangs het ernstige
ongeluk plaats greep) en hij verzekert
dat het voor de machinisten vaak
onmogelijk is om de seinen te zien.
Deze hangen laag, terwijl de machines
hooge kappen en lage stookplaatsen
hebben. Wanneer de wind den stoom
neerslaat, kan de machinist niets zien.
Daarom zullen de seinen hooger ge
hangen worden en bovendien zullen
aan de machines zelf automatische
seinen worden aangebracht.
De Kamer had pleizier in dien
nieuwen minister, die, gisteren nog
professor in de philosophie, zoodra
bij aan het bewind is gekomen zelf
op de locomotief gaat staan, om met
eigen oogen te zien, en juichte Dumont
hartelijk toe.
De overwinning van het Sjerifiaan-
scbe leger in Marokko op de opstan
delingen wordt bevestigd. De troepen
zijn in Fez teruggekeerd met 20 ge
vangenen en rijken buil. Intusschen
verneemt de Matin dat de toestand
in en om Mekinez zeer onbevredigend
is. De handelswegen zjjn bezet door
opstandelingen en roovers en men
vertelt zelfs dat de Berberstammen
Mekinez hebben geplunderd.
De Fransche ministerraad heeft
over den toestand in Marokko beraad
slaagd en Cruppi heeft medegedeeld,
dat die toestand lang niet zoo ernstig
is als men zegt. Niettemin laat de
regeering uitlekken dat haar houding
in zake de bestraffing der Zaërs vrijwel
vastgesteld is; dat zij niet, zooals
beweerd was, die bestraffing aan den
Sultan zal overlaten, maar het Fran
sche contingent in het Sjaoeja-gebied
met 2000 a 2500 man zal versteiken.
Niettemin zullen Denys Cochin,
Hubert en Jauiès de regeering inter-
pelleeren over Marokko.
Aan de reeks van haremrok-berich-
ten uit de verschillende landen
sommige buitenland-che bladen wijden
een alzondei lijke kroniek aan de op
zienbarende nieuwe mode ontleenen
wij het volgende:
De haremrok, die al in Kamers van
Koophandel ter sprake kwam, zal nu
ook in een volksvertegenwoordiging
worden behandeld en wel in de wet
gevende vergadering van den Ameri-
kaanschen staat Pennsylvariië. Daar
hoeft namelijk de afgevaardigde Hoe
een motie ingediend, waarbij de «jupe-
culotte« ten strengste wordt veroor
deeld, en die motie is in banden eener
commissie gesteld.
Te Rome heeft de haremrok ook
al aanleiding gegeven tot een zelf
moord, of althans een poging daartoe.
De gepensionneerde kapitein Rossi,
een oud-strijder uit den Italiaanschen
vrijheidsoorlog, heeft zich met een
revolver ernstige wonden toegebracht,
uit wanhoop, omdat zijn twee pronk-
lievende dochters, die hem ai sinds
lang in geldelijke moeilijkheden hadden
gebracht, nu ook weder duie «harem-
rokkena moesten hebben.
De Londensche bladen berichten
ook een succes v n den haremrok. Op
de rolschaalsenbaan van Hampstead
zijn vier damesin haiemrok-costuums
ze zegt, dat jelui zooveel eet.»
„Kom, kom, mijn duifje,» zeide
Olga, „wee8 maar geduldig en zacht
moedig: Er staat geschreven: Komt
herwaarts tot mij, allen, die vermoeid
en belast zijt.
Olga sprak met slepende stem, en
haar gang was die van eene bede
vaartgangster, haastig en gejaagd.
Zij las eiken dag hardop in den Bijbel,
als een sacristein, zonder er echter
veel van te begrijpen. Maar de heilige
woorden bewogen haar toch tot tranen
toe. Zij geloofde in God, in de Heilige
Maagd, en in de Heilige. Zij meende,
dat men niemand ter wereld leed
mocht doen, zelfs geen Duitscher en
geen Jood, en dat het reeds slecht
zou afloopen met hen, die niet goed
voor de dieren waren. Zij geloofde,
dat dit in de Schrift stond. En als
zij oud-Slavische woorden van de
Schrift uitsprak, nam haar gelaat eene
gevoelvolle, stralende uitdrukking aan.
„Waar kom je vandaan?» vroeg
Marja haar.
„Ik kom uit het district "Wladimier.
Maar ik ben al lang te Moskou ge
weest, al van mijn achtste jaar af.»
Zij bereikten den oever. Aan den
overkant stond eene vrouw zich te
verschenen die daar in de voor schaat
senrijden zeer geschikte kleederdracht
bewijzen van groote bedrevenheid ga
ven en algemeen werden toegejuicht
De ))Figaro« verhaalt een niet on
vermakelijke volkstellirigsgeschiedenis
«waar gebeurd,al vermeldt het
blad niet waar.
In het plaitsje X, dat 19 400 in
woners telt, kwam den 3en Maart I I.
de president van de Rechtbank bij
den kolonel van het regiment infan
terie, dat daar in garnizoen lag, orn
hem te vragen, den volgenden dag,
Zaterdag, geen verlof te verleenen aan
manschappen van zijn regiment.
«Waarom vroeg de kolonel, ver
wonderd.
«Omdat er volkstelling is in den
nacht van Zaterdag op Zondag.
«Maar wat doet er dat toe?« zei
de kolonel. «Of mijn manschappen in
de kazerne slaper: of elders, zij worden
toch meegeteld? Ieder gezinshoofd is
immers verplicht, al de personen op
te geven die den nacht onder zijn
dak hebben doorgebracht
«Jawel, maar u weet dat onze stad
19,400 inwoners heeft
«Ja.»
«Welnu dan ontbreken er nog 600
om de 20.000 vol te krijgen en als
er nu 400 van de infanterie en 300
van de dragonders met verlof gaan,
dan maken zij de bevolking van hun
dorpen grooter. Maar als u hen in de
kazerne houdt, dan wordt de bevolking
van X er door vermeerderd en halen
wij de 20 000
«En dan vroeg de kolonel.
«Dan is X niet meer een gemeente
van de 3e maai van de 2e klasse en
de magistraten krijgen hooger trak
tement.»
De kolonel beloofde, het zijne te
zullen doen. Hij kon niet alle ver loven
weigeren maar hij zou de ontbrekende
manschappen toch op de biljetten
aangeven.
De kolonel der dragonders betoonde
zich even inschikkelijk. Maar de bur
gers van X brachten een kink in den
kabel voor den rechter. Als X een
gemeente 2e klasse werd, dan zouden
de burgers meer belasting moeten
betalen. Daarop waren zij volstrekt
niet gesteld en daarom kregen zeer
velen plotseling lust om elders wo
nende bloedverwanten te gaan opzoe
ken en den nacnt van 4 Maart bij
dezen door te brengen.
Zoo werd de werkelijke bevolking
van X in dien nacht aanmerkelijk
verminderd, en het slimme plan van
den rechtbank-president misschien
toch nog verijdeld
Zondagmiddag is een gedeelte van
den krater van de Vesuvius 300
meter breed en 80 meter hoog
ingestoit, waardoor een aardbeving
werd veroorzaakt. In het bovenste
station van den kabelspoorweg en het
gidsenhuis op de Vesuvius zijn scheu
ren ontstaan. Er kornen nog telkens
kleine instortingen De Vesuvius is als
't ware «onthoold." Er is niemand
gewond.
In Amerika circuleert een boekje,
parlicuiier uitgegeven door prof. Baker
van Harvard University, dat de brieven
bevat door Dickens gewisseld rnet
mevrouw Henry Winter,geboren Maria
Beadnell, het prototype van Dora
Spenlow in David Copperfie\d en
Flora Finching in Little Dorrit.
Maria's vader was een I.ondensch
ontkleeden.
„Dat is onze Fjokla,» zeide Marja,
die haar herkende. „Zij gaat werken
bij de opzichters, op het erf van den
landheer. Ze is verduiveld onbeschaamd
en brutaal
Ze was nog jong, de bruine Fjokla,
en stevig als een meisje. Met losse
haren wierp zij zich in het water en
ploeterde met hare beenen, zoodat
het water rondom haar aan alle kanten
opspatte.
„Verduiveld onbeschaamd!» her
haalde Marja.
Zij gingen de rivier over, op wag
gelende balken, waaronder in het
heldere, doorzichtige water duizenden
dikkoppige visschen zwommen. De
dauw schitterde op de groene heesters,
die zich in het water weerspiegelden.
Warme, heerlijke dampen vervulden
de lucht, 't Was een prachtige morgen.
En hoe aangenaam zou het leven ge
weest zijn op deze wereld, als er geen
gebrek bestond dat afschuwelijke
gebrek, zonder uitkomst, |dat niemand
ontlnopen kan... Doch als men maar
even omkeek naar Joekowo, herinnerde
men zich levendig al de tooneelen van
den vorigen dag. En de bekoring, die
uitging van al wat haar omgaf, ver-
bankier, ten wiens huize Dickens ge
ïntroduceerd werd door twee vrienden,
die later niet dochters des huizes
trouwden. Dickeris, toen een jonge
mari van achttien jaar, was met de
negentienjarige Maria zoo gelukkig
niet. Het meisje schijnt met den aan
komenden schrijver geflirt te hebben,
die meer van haar verdroeg dan mis
schien iemand van een vrouw heeft
verdragen. Na driejaren werd eindelijk
de verhouding afgebroken. Dat was in
1833. Eerst 22 jaar later, in 1855,
bad een nieuwe ontmoeting plaats
Mevrouw Winter vond het toen wel
aangenaam de betrekking met den
beroemden schrijver weder aan te
knoopen, maar deze voelde daar wei
nig voor. Het slot is tragisch. De heer
Winter ging failliet en zijn ecbtge-
noote schreef aan haar vroegeren
aanbidder om hen te helpen. Dickens
antwoordde niet op den brief In 1886
is «Dora/ gestorven.
New-York, zooals het eet en drinkt.
Er is niets, dat meer karakteristiek
is voor het drukke, haastige zaken
leven van den Amerikaan dan de
levendigheid in de New-Yorkschelunch-
restaurants tegen het middaguur.
In het vakblad De Hotelhouder
wordt daarvan verteld.
Als een Amerikaan tegen twaalf
uur des middags zijn kantoor verlaat
om zijn lunch te gebruiken, dan geeft
hij zich haast geen lijd om daar mee
gereed te komen De heete soep, vleesch
en groenten verdwijnen ineen omme
zien in zijn maag, vergezeld van een
glas ijswater en daarna een kop
kokende koffie of thee en dan tot slot
veelal weer een portie ijs of ijs-soda.
Snel betaalt hij. eetiige tandenstokers
worden nog meegenomen enhij
stort zich weer in den strijd om het
bestaan.
Men ziet tegen den middag allen,
die in de city op kantoren werkzaam
zijn, zich in de lunch-restaurants
verdringen, ten einde zich in hun
kort koffieuurtje te voeden. Staande,'
bij uitzondering op een kiuk zittend,
gebruiken ze haastig een kop koffie
of een glas melk met broodjes, die
met verschillende vleeschsoorten be
legd zijn. Iedereen maakt zelf zijn
rekening op en betaalt bet bedrag bij
het weggaan aan de kas Het is ge
bleken, dat bij dit geneel op de eerlijk
heid der gasten berustend systeem,
de zaak minder tekorten heeft te
boeken, dan bij de aanstelling van een
groot bedienend personeel.
Deze eenvoudige, zich slechts tol
bet noodzakelijkste beperkende, doch
uiterst doelmaiige lunch-gelegenheden
verlaat men reeds na tien minuten
weer. Niettemin is deze vlieg-maaltijd
in zijn restaurant den haastigen
Amerikaan nog bijna te tijdroovend.
Om aan zijn business-haasl te gernoet
te komen is te New York een «Tele-
phone-Lunchclub» opgericht. De ge
dachte is de volgende: Als men geen
tijii of lust heelt, het kantoor te ver
laten, bestelt men vlug per telefoon
een lunch voor 15, 'z0 en 25 cent
(Amerikaanscb). Dan verschijnt ria
verloop van eenigen tijd een jongen
ten kantore met een groote doos,
waarin allerlei pakjesbelegde brood
jes, croquettes, busjes met salade,
vruchten, fieschje melk enz. Alles is
voortreffelijk klaar gemaakt, met alle
wenschen wordt,zoo mogelijk rekening
gehouden.
Is dit geen navolgenswaardig voor
beeld voor onze lunchrooms.
dween in één oogwenk. De twee
vrouwen waren de kerk genaderd.
Marja bleef staan bij den ingang; zij
durfde niet verder gaan, en evenmin
te gaan zitten, ofschoon de mis pas
om negen uur begon, maar zij bleef
den geheelen tijd staan. Toen men het
Evangelie las, gingen de menschen
plotseling op zijde, om het gezin van
een landheer door te laten, bestaande
uit twee jonge meisjes in witte jurken
en met breedgerande hoeden op het
hoofd, en uit een kleinen, dikken,
blozenden jongen in een matrozen
pakje. Hunne verschijning deed Olga
aan, zij zag dadelijk, dat het nette,
ontwikkelde, beschaafde menschen
waren. Marja keek hen somber en
stuursch aan, alsof zij geen menschen
waren, maar monsters; in staat om
haar te verpletteren, indien zij niet op
zijde ging. Toen de voorzanger enkele
woorden uitgalmde met zijne zware
stem, verbeeldde ze zich plotseling te
hooren: Ma...rja! en ze huiverde.
III.
Het nieuws van de komst der
Tsjiekildjefs was te Joekowo bekend
geworden en na de mis hadden zich
Een restaurant van bijzomterpr. aaro
evenwel is de Lunch Car. Men ziet
zulk een Lunch-Car op de pleinen
verschijnen, in helle kleuien geschil
derd, in den trant van de woonwagen,
die men op onze kermissen wel ziet.
Van biniiPii zijn deze Cars geriefelijk
ingericht. Een toonbank-tafel waarop
een glazen provisiekast met allerlei
heerlijkheden een klein fornuis
waarop verschillende geiechten ge
bakken worden en langs de wanden
een 8 a 10-tal zitplaatsen. Koffie- en
thee-ketel alsmede een groot melk-
reservoir ontbreken niet. De Ameri
kaan toch kan zich geen maaltijden
denken zonder een warmen drank met
het noodige ijswater. Dit »rijdend«
lunch-restaurant wordt sterk bezocht.
Immers de exploitant kan de spijzen
en dranken goedkoop leveren, wijl hij
geeri hooge huishuur behoeft te betalen.
Jhr. uir. de Savornin Lolmian.
De Minister van Staat, jhr. mr. A.
F. de Savornin Lohmam, oud-minister
van Birinenlandsche zaken en lid der
Tweede Kamer, heeft Zaterdag her
dacht dat hij 50 jaren geleden te
Groningen bevorderd werd tot doctor
in de rechtswetenschap. Van vele
zijden ontving hij te dier gelegenheid
blijken van belangstelling.
De Senaat der Groningsche Univer
siteit, waaraan de heer Lobman sinds
verscheidene jaren als curator ver
bonden is, zond hem eene gekalli
grafeerde oorkonde van dezen inhoud:
«Op den dag, waarop het 50 jaar
geleden is dat gij jonkheer Alexander
Frederik de Savornin Lohman aan de
Groningsche Hoogeschool werdt be
vorderd tot doctor in bet Romeinsche
en hedendaagsche recht, is het den
Senaat der Rijks-Universiteit teGronin-
gen een behoefte zijn eerbiedige hulde
te brengen aan u, die gedurende dien
lijd hebt uitgeblonken als pleitbezorger,
rechter, rechtsleeraar en staatsman
en de Groningsche Universiteit aan
u hebt verplicht door hare belangen
als curator tè behartigen en in 's lands
vergaderzaal te verdedigen.
«Namens den Senaat
»R. A. Reddingius, rector magnificus
#G. C. Nijholf, secretaris.rr
«Gioningin, 11 Maart 1911.
Ook de curatoren der Hoogeschool
zonden aan hun medelid een schiijven
vari gelukwensching.
Nederlandsche Heidemaatschappij,
Nadoor onzen Visschei ij-Ambtenaar
gehouden lezingen over organisatie
voor de Visschei ij werden respectieve
lijk te Nijmegen en Nieuw-Lekkerland
afdeelingen opgericht van de Hoofd-
afdeeling Zoetvvatervisscherij der Maat
schappij.
De eerste afdeeling telt 18, de tweede
10 leden.
Thans zijn bij de Hoofdafdeeling
Zoel water visscherij reedsSOafdeehngen
met ongeveer 3500 leden aangesloten.
Kranten in de eantines.
Het is den minister van oorlog ge
bleken dat sommige commandeerende
officieren er naar streven, uitsluitend
z.g. onzijdige bladen in de eantines
ter lezing te leggen.
Van oordeel zijnde, dat dit streven
in den regel neerkomt op het ter
lezing leggen van bladen van een een-
eene menigte mensehen in de iezba
verzameld. Het waren de Leonüjtsefs
de Matwjejietsjefs en te Ilüjtsjofs,
die bericht kwamen vragen betrefifende
hunne bloedverwanten, die te Moskou
in betrekking waren; want al de jon
gens van Joekowo die lezen konden,
bracht men naar Moskou en ze kregen
allen een dienst als kellner in de
cafés en in de hotels evenals het dorp
aan de overzijde der rivier, alleen
bakkers opleverde. Dat was al jaren
achtereen zoo gegaan, van den tijd
van de lijfeigenschap af, toen een
zekere Lucas Inanüjsj uit Joekowo,
over wien men nu nog spreekt die
kastelein was in eene der clubs te
Moskou, alleen jongens uit zijn eigen
dorp in dienst nam. Zij hadden op
hunne beurt een toon van gezag aan
genomen, schreven aan hunne bloed
verwanten om eveneens over te komen
en verdeelden hen over de cafés en
de hotels.
Nikolaas was op elfjarigen leeftijd
naar Moskou gebracht. Een zekere
Iwan Makarüjtsj uit de familie der
Matwjejietsjefs toen kellner in den
tuin van de Hermitage, had hem een
dienst bezorgd. En daarom zei Nikolaas
nu op een ontroerden toon, toen hij
tegen de Matwjejietsjefs sprak:
(Wordt vervolgd.)