BUITENLAND. Plaatselijk Nieuws. de grens. Mooi zoo! En toch ja, 't is eigenlijk waarons volk zingt niet, het zingt niet spontaan, uit de borst, zoo maar, in werk plaats, op straat, in de huiskamer. Het wil een noten-papiertje in de hand, het is te stijf, te saai, te fatsoenlijk om zonder dirigeerstok, zonder bepaalde aanleiding den wildzang te laten hooren, en waar 't gebeurt, daar klinkt 't vaak leelijk, en zijn de woorden meest onzin, smakeloos, vies, jammer voor de jolige wijze aan bekende operetten ontleend en door draai orgels de straat opgebracht. Kijk, we hebben tegenwoordig zulke allerleukste, vroolijke Neder- landsche, Vlaamscbe,Oud Holland- sche liederen, maar de breede krin gen van ons volk, de man, de vrouw, de jongen, het meisje van de straat, zal ik maar zeggen, kennen ze niet, of hebben ze op zijn mooist, enkel maar eens toevallig gehoord. Zingen doen ze in elk geval hen niet. Het draaiorgel kan daatin ver andering brengen. Machtig instru ment Ik weet wel, gij beantwoordt kwalijk aan de eischen van verfijnde ooren van kunstminnaars en min naressen intusschen, wat raakt mij datBrengt ge niet uw gebeele omgeving in alles doordringend bewegen? Staken dienstmeisjes niet bun kleed-geklop, staan slagers jongens niet om u roerloos bij hun fiets, neuriet niet de »fatsoenlijke" meheer uw deuntje mee, terwijl bij »toevallig" üw kant oploopt? Machtig draaiorgel, gij tettert en schettert de swijzen" hoofden en harten van 't Nederlandsche volk binnen Het Dagblad »De Echo« heeft een prachtig plan. Het wil door 't draaiorgel Neèrlands lied met zijn woorden ingang doen vinden bij Nederlanders, bij mijn goede Amsterdammers allereerst, en hoopt hiervoor den steun te mogen ontvangen van het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat mee verbreiding van het Nederlandsche lied bedoelt. Dat üw sympathie volgen zal ik weet het, want, wat ook in en aan Amsterdam moge veranderd zijn sinds den dag, waarop ik haal veste verliet, de liefde voor het draaiorgel is gebleven van Duivels- hoek tot Heerengracht, ja, tot Heerengracht. Sn eek. V. LOOSJES. De redactie van de »Ecbo« teekent hierbij aan vDominee Loosjes kan gerust zijn. We zullen alles in het werk stellen om, allereerst de Amsterdammers, het volk te doen genieten van het heer lijke dat in onze oud-Nederlandsche liederen verscholen ligt. Binnenkort vertellen we er meer van.t Nederlandsche Heidemaatschappij. Bij het op 11, 1'2, 19 en 20 April j.l. gehouden toelatingsexamen voor den Cursus der Nederlandsche Heide maatschappij zijn toegelaten Tot Afd. A. D. Akkerman te Bor- gercompagnie. A. Berendsen te Ambt- Doetinchem, B. Blom te Peperga J. Bruil te Angerloo, Demmink te Roosendaal (Gld), B. van Ernst te Vier houten, A. Ganzeman te Deil, J. van Oosterom teJutfaas, J. Onrust te Bosch- oord, C. van Rinsum te Schoorl, D. J. Rondhuis te Apeldoorn. C. Sieben te Vlieland, J. M. Sloot te Wehl, G. L M. strekt niet. En wanneer Van Dam naderde met langzame, loome schreden. Zijn baarde loos gelaat was nog valer, nog bleeker dan anders. Er lag een trek van wee moed, van smart op. De brilleglazen leken dof- Hij zakte op een stoel neer, staarde mistroostig voor zich nit, naar den grond. Trok de hoeken der lippen omlaag... En de blanke tengere handen zochten in den achterzak der lakensche- jas... Een hagelwitte zakdoek kwam te voorschijn, meneer Van Dam keek of niemand erop lette... Toen drukte hij, kort maar stevig, de doek tegen z'n oogen, na de fijnstalen bril omhoog te hebben geschoven. Hij zat de glazen nu schoon te vegen, zwijgend 't hoofd zachtkens-schuddend... i De «majoors keek grimmiger dan ooit. Had geen oog van hem afgewend. Tikte vrij- zachtjes, maar met iets, dat stijgende gemoedsaandoening vertolkte, op den vloer... Hii vroeg iets aan den bleeke van het droevige gelaat- En meneer Van Dam fluisterde. Weer ging de hagelwitte doek om hoog- En in dn stilt» van het café-zaaltje; Stapper te Mechelon (België), E. Tee- rink te Hummelo, G. C. Verhagen, te Bladel, Th. J. de Vin te Haamstede, J. H. de Weerd te Terwolde, P. van Zadelhof! te Wehl; en tot Afd. B. A. D. Bakker te Middelburg, G. E. Beker te steenderen, A. Enserink te Hellendoorn, S. H. Fredenks te Hoo- geveen, J. A. A. Hartland te Wormer- veer, E. Hofman te Deventer, T. Chr. Hoogendoorn te Maarsson, G. W. Hulsbergen te Meppel, R. K. Keuning te Ureterp, H. Koudenburg te Hitzum, E. J. de Lanoy te 's Gravenhage, Jac. Lenderink te Zutphen. H. A. A. Meije- rink te Maartensdijk, A. Minderhout te Wilhelminadorp, B. Nijholt te Nije- holtwolde, J. J. Ochse te Frederiksoord, M. C. Petit dit de la Roche te Zutphen, E. J. Reijntjes te Tolbert, J. Rouwen- horst te Leersum, A. H. Ph. Schaap te Voorst, H. Y. Timmenga te Nijland bij Sneek, S. van Urk te Harlijigen, A. van Vliet te Rijswijk, Chr. L de Vries te Arnhem en J W. Zomer te Brummen. Niet opgekomen waren 8candidaten en afgewezen werden 21 candidaten. Koninklijk bezoek aau Utrecht. Naar het »U.D.« verneemt hebben B. en W. van Utrecht, ingevolge een door den gemeenteraad genomen be sluit namens den Raad tot H. M. de Koningin, het verzoek gericht, om ook aan de stad Utrecht als zoodanig de eer te gunnen van het bezoek, dat H. M. voornemens bleek indemaarid Juni a.s. te brengen aan's Rijks Munt, en alsdan H.M. en Z. K. H. den Prins tot een eere-maaltijd te mogen uit- noodigen. Bij B. en W. is thans het bericht ingekomen, dat H. M. met erkentelijk heid de uitnoodiging namens den ge meenteraad tot Hoogst Dezelve gericht, heeft ontvangen. H. M. zal zeer gaarne gevolg geven aan deze uitnoodiging. doch stelt er prijs op, het eerste officieele bezoek aan de gemeente Utrecht te brengen met Z. K. H. den Prins. Daar Z. K. H. op den 23sten Juni a.s., den dag waarop H. M. eenige oogenblikken te Utrecht denkt te ver toeven tot het slaan van den eersten gouden stempel in het nieuwe gebouw van 's Rijks Munt, als H. M. vertegen woordiger bij de Kroningsfeesten van den Koning van Groot-Brittanmë en Ierland, te Londen zal zijn, geelt H. M. er de voorkeur aan, van het eer volgend verblijf ten paleize Soestdijk gebruik te maken, om met Z. K. H. een bezoek aan de gemeente Utrecht te brengen. De koningin van Engeland heeft gelast op de hoffeesten ter gelegenheid van de kroning geen dames toe laten, gekleed in den zoogenaamden entravé- rok den van onderen nauw toege- snoerden rok omdat daarmee de gebruikelijke révérence niet behoorlijk gemaakt kan worden. Over de rokbroek heeft Koningin Mary zich niet uitgelaten. Ons dunkt, die moet bijzonder geschikt zijn voor de révérence! In een groot Engelsch blad doet een gepensioneerd kapitein der marine het voorstel om de kroning des Konings door het volk op een oorspronkelijke wijze te laten vieren: hij wil dat dien dag iedere man die daarvoor op den leeftijd is zal verschijnen met een vollen baard. De geestdriftige patriot I schrijft als volgt: »Wat is er mooiers denkbaar dan het gansche Britsche volk gebaard te zien? Geen man, oud of jong, zonder dit vadeilandsche sieraadMen weet nog niet hoe men de herinnering aan Koning Edward op de beste wijze vieren zalwelnu. Koning Edward was een voorstander van den baardgroei, hij droeg er zelf eon en moedigde zijn omgeving aan om ook baarden te dragen, en daarin deelt de Koning de meening zijns vaders. Daarom moeten alle Britsche mannen hun liefde voor het konings huis bewijzen door bet scheermes ter zijde te werpen, en op den dag der kroning door de gezonde kracht van hun natuurlijken baardgroei aan de wereld de geestdrift van het oude Engeland te toonen Üf al die stoppelbaarden zoo mooi en krachtig zullen staan als de scheeps kapitein vermoedt? In Moskou is een zonderlinge oude dame, Prinses Sjasjafski, overleden. Sinds ongeveer 50 jaar had zij de twee kamers, die zij van haar groot paleis slechts gebruikte, niet verlaten en gedurende al dien tijd had zij niemand gezien of gesproken. Haar voedsel werd door een dienstbode in de eene kamer neergezet, terwijl zij in de andere vertoefde. Op dezelfde wijze werd de dienstbode betaald. De kamers zijn in al die jaren niet ge lucht of schoongemaakt. Eens heeft de gouverneur van Moskou getracht binnen te dringen, maar de prinses riep hem toe, dat zij zichzelf zou doodschieten zoodra hij binnenkwam, en daarop trok de gouverneur weer heen. Toen nu in de laatste dagen de prinses ophield haar dienstbode te schellen, begreep men dat zij ziek of dood was. De deur werd geforceerd: in de onbeschrijflijk vuile, stinkende kamer lag het lijk der prinses op den grond. Een gescheurd hemd slechts bedekte het tot een geraamte ver- mageide lichaam der eenmaal-gevierde schoonheid. De doctoren constateerden dat zij van hoDger gestorven was. In het bed vond men een millioen roebel in goud. De oorzaak van dit zonder linge bestaan schijnt daarin gelegen te zijn, dat de prinses in haar jonge jaren haar verloofde door een raadsel- achtigen dood verloor, enkele dagen vóór het huwelijk. Zondag j.l. hebben er te Bar-sur- Aube opnieuw ongeregeldheden plaats gehad. Twee duizend mannen en vrouwen hadden betoogd ten gunste van de opening van de opneming van Aube in het Champagne-gebied, er waren redevoeringen gehouden, een der leiders was in triomf rondgedragen en het scheen reeds alsof alles kalm zou verloopen. Na afloop der betoo ging echter trok een troep van on geveer duizend personen naar het plein voor het raadhuis. Baarstonden de prefect, de onder-prefect en de speciale commissaris van de regeering Nauwelijks hadden de betoogers hen in bet oog gekregen of zij begonnen hen te beschimpen. De infanteristen die in de buurt opgesteld, grepen nu naar de geweien en vormden een carré om de autoriteiten, er kwam cavalerie aangereden en er ontstond een formeel gevecht, waarbij een kolonel licht gewond en soldaten en vrouwen onder den voet werden ge- loopen. Ten slotte gelukte het den ruiters echter het plein schoon te te vegen. Een half uur later raakte de kava- waar men 't vreemde tafelreel zat te begluren... Patste plots de rotting van de »majoor« op de tafel waaraan hij zat— Voor 't eerst sinds al de weken, dat hij daar dagelijks van half vijf tot circa zes uur zat... Kranten-lezend, z'n twee biertjes slurpend, de menschen om-hem-heen op eerbiedigen afstand houdend... Voor het eerst in al die maanden richtte hij het woord tot de mede-gasten... «Dat msig en dat zal niet!... Dat zou een moord, een crimè, en misdrijf wezen De "ober// had zich vlak-tegenover den majoor geposteerd... Rukkend aan z'n kneveltjes; in 't onzeker van wat hieruit groeien, volgen moest... Meneer Van Dam was opgestaan, maakte afwerende, smeekende bewe gingen. "In vredesnaam... Wat ik u bidden mag, lieve vriend... Deze heeren mogen niet worden lastig gevallen...". Maar een nieuwe, nog heviger pats op de tafel volgde... De «majoor" werd haast even rood als het lintje in z'n knoopsgat. «Neen!" schreeuwde hij «dat mag en dat kan. Dat zdl niet..." Hij grabbelde in z'n vestzak en smakte een riks op tafel... Toen keek hij de stamgasten in het nieuw geopende cafe-restaurant aan met faxiveerenden blik— «Zijn jelui de lammelingen, waar ik je voor heb gehouden of zijn jelui kerels, waar 'n greintje hart in schuilt?" vertolkten zijne oogen... Eene spannende pauze— Toen ver telde de «majoor". Zijn woorden aan dikkend, «onderstreepend" met stok- stompen en slagen vau de vlakke, ruige, breede vuist op 't tafeltje- Vertelde hij van het gezin, waar me neer Van Dam nu weer van 's och tends tot 's avonds voor aan 't werk was... «Deze man, meneeren" expli ceerde hij, en de forsche vuist wees naar den bleeke van het droeve gelaat «deze man wijdt z'n leven aan het zorgen en zwoegen voor anderen. Deze man heeft zijn fortuin nagenoeg be steed... Besteed, uitgegeven, opgeofferd, verstaat u?... Om andere menschen te steunen— Dat mag wel eens gezegd worden..." Meneer Van Dam, stervend van schaamte, had zich omgewend, bedekte het gelaat met eene hand... Wuifde, wenkte, met de andere nog steeds van Niet meerGenoegHoud toch op Toen kwam het verhaal. Van den braven man uit beschaafde kring, daar lerie slaags met een anderen troep betoogers, deze moesten echter al spoedig het veld ruimen en trokken af onder het zingen van de Inter nationale. De Oudheidkundige vereeniging oFlehite« alhier, vergadert hedenavond te 8 uur, ten Stadhuize, ter behan deling van: 1. Rekening en verantwoording van de Penningmeester over het gehouden geldelijk beheer over het afgeloopen jaar. 2. Verkiezing van een Bestuurs lid wegens periodieke aftreding vaca ture W. Croockewit W.Az.) 3. Ver kiezing van een Bestuurslid (vacature O. G. H. Heldring.) 4. Uit loting van drie aandeelen in de geldleeniug van 1898. 5. Jaarverslag van 1910. De Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht heeft aan den burgemeester medegedeeld, dat het in de bedoeling der Regeering ligt om de Visscherijwet zoo mogelijk met 1 Juli a.s. in werking te doen treden. In verband daarmede heeft de Com missaris der Koningin in overweging gegeven voorloopig geen aanvragen tot het bekomen van vischakten voor het aanstaand seizoen aan hem in te zenden. De aanvragen tot het bekomen van jachtakten kunnen op de gewone wijze geschieden. Tot tijdelijk onderwijzeres aan de openbare lagere school in de Helle straat alhier is benoemd raej. A. J. Mulder. Voor de acte lager onderwijs slaagden de dames A. Bouma, M. L. Buys; J. W. M. Buysing, G. van der Burg en A. C: ten Doeschate. Herhalingsschool voor jongens. Het getuigschrift voor het met vrucht doorloopen van den driejarigen cursus is uitgereikt aan: M. Buddingh, Ch. van Iluyzen, J. de Kort, H. Los, E. van Putten, A. Reeders en J. de Wildn. Van de eerste naar de tweede klasse werden bevorderd: S. v. Ame- rongen, A. van Andel, F. Bergman, A. Bey, J. Blombergen, J. Bottelier, J. Bregonje, P. jvan Eeden, W. van Egdom, H. Jans, R. van de Kieft, J. Koele, H. Kreules, G. Matlhey, D. Nieuborg, E. Fopma Prins, W. Vonk, Tb. Wijnands. Niet bevorderd twee leerlingen. Van de tweede naar de derde klasse T. van Dijk, T. Elings, J. Petrick, G. van Lottum, E. J. van Nimwegen, G. van de Pijpekamp, H. Ramselaar. E. Schouten, W. Steenbeek, B. Stoopen- daal, G. Velthuys, A. de Waard en C. van Winterswijk. Een leerling niet bevorderd. Lijst van Brieven en Briefkaarten, geadresseerd aan onbekenden, ver zonden van het Postkantoor Amers- loort gedurende de 2e helft der maand April 1911. V. Waterman Amsterdam. G. H. M. V. Hemert den Haag. J. Veeger Rotterdam. H. van Lennep Zeist, v. d. Horst Zwolle, mej. J. Zindrian Amsterdam. Hakvoort. Utrecht. Th. J. Welling Buenos Aires (Amerika). J. van Middel L. Ensing Groote Ringe (Duitschland). ziekte en andere rampen bezocht. Ge ruïneerd, uit z'n brood gestooten. Bui ten machte om voor de zijnen te zor gen... Die liever op stel en sprong den dood in zou gaan dan z'n naam en adres wereldkundig te maken... Die zelf door overgroote goedheid van derden in de misère was gekomen... De «majoor// stond nu. «Maar iku en bij sloeg zich op de borst met eene heftigheid en eene kracht, dat 't was om van te schrikken... «Maar ik weet, wie de menschen zijn, ik... Verstaat?— Ik zeg: er moet hier geholpen worden... Wie doet met mij mée De riks werd nog eens op de tafel gesmakt. De stamgasten aarzelden... Een paar dachten erover, hoe ze met goed-fatsoen en zonder onkosten toch nog uit het café konden komen Maar 't ging niet. De «majoor// had zijn vilten hoed met breeden rand van de kapstok genomen, en nog eens met 'n smak de riks in-gegooid en riep den «ober» nu— «Vooruit! Presenteer mijn hoed! Hier moet geholpen worden «Maar ik bid-Ü—Waarde vriend...// smeekte meneer van Dam weer, de handen vouwend— Posterijen. Aan het postkantoor alhier en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand April 1911 ingelegd f42470.91 Va, terugbetaald f39582.57. Het laatste door dat kantoor uitge geven boektjedraagt het nummer 16192. Tot mede-directeur van de Naam!. Venn. »Phoenix-brouwerij« alhier is benoemd de heer J. Philip Korthals Altes, scheikundig-ingenieur. De Huisvlijt-cursus der Afdeeling van de Volksbond zal heden Woensdag gesloten worden. Het was, als het ware, een proef en op zeer bescheiden schaal, daar er ook met bescheiden middelen gewerkt moest worden. Het is echter toch aardig om te zien, wat er door die kleine handen, onder leiding van leeraar A. v. d. Klein, met geringe hulpmiddelen, al nuttige voor werpjes gemaakt werden. Alle belang stellenden kunnen zich daarvan gaarne komen overtuigen a. s. Woensdag in dOqs Huis» in de kamer rechts boven, alwaar de laatste les van 3'/> tot 5'/» gegeven zal worden. Na afloop nemen de leerlingen de gemaakte voorwerpen mee naar huis. Met den len Mei is de Zomer dienst voor het Jaar 1911 weder in getreden. Voor een ieder weder de gelegenheid zich een nieuw spoorboek je aan te schaffen. Onder de velen welke weder het licht zien is ook Bredee's Reisboekje. In hetzelfde soort linnen omslag, dezelfde flinke druk en daarentegen ook weder het handige kleine formaat, is dit reisboekje weder aan te bevelen. Voor hen, die er al reeds mede bekend zijn. zal dit wel licht niet meer noodig zijn. De heer A. C. Butselaar is be noemd tot tijdelijk onderwijzer aan de openbare school te Nijkerk. Duidden j.l. Zondag de vlaggen van openbare gebouwen en uit tal van particuliere woningen aan dat Nederland feest vierde ter gelegenheid van den verjaardag van Prinses Juliana, ook binnenshuis werd de geboorte dier jongste Oranjetelg herdacht. In de kerken der verschillende gezindten werd voor H. K. H. gebeden. De Oranjevereeniging had voorde kinderen hater leden -in »de Arend« een feest avond georganiseerd en in het Militaire Tehuis aan de Beekstraat, waarvan de zalen door de goede zorg van huis vader Zevenbergen smaakvol waren versierd, werd door onze soldaatjes op gepaste wijze braaf pret gemaakt. De afdeeling Amersfoort van den Kon. Bond van Oud-onderofficieren besloot in haar Maandagavond ge houden vergadering, een collectieve verzekering te sluiten bij de Friesche Levensverzekering-Maatschappij. De reserve-kapitien der artillerie jhr. A. W. den Beer Poortugael is aangewezen tot het volgen van den Landweer-schietcursus in de leger plaats bij Oldenbroek. De 1ste luit. A. G. J. C. Wil- kens «van het le reg. veld-art. is ont heven van zijne delacheering bij de rijschool en overgeplaatst bij het 4e reg. veld-art. te Leiden. Aan den stafmuzikant J. S. van de Werf, van het 5e regiment infanterie, is vóór het front van den troep de zilveren medaille voor 24 jarigen trouwen dienst uitgereikt. In de Neder-Betuwe staan thans, behalve de appelen, welker bloem- «Best!« schreeuwde de «majoor,// «best! Yinden de heeren dat zulk eene zaak aan een man mag worden overgelaten?... Ik heb mijn plicht ge daan. Maar als de heeren—// «Neen, waarachtig niet! Waarachtig niet!" haastte zich een agent van levensverzekering,sn el-calculeerend «Die vrijer is te gebruiken. En de pop wordt bij «diverse onkosten// opge- kalkt... «Neen, waarachtig niet!" Op 't eerste guldentje kwam 't aan... Drie, vier guldentjes rinkelden in de vilthoed... Een jongeling en een bedaagde meneer, die nooit hooger fooi dan vier-duiten gaf, hadden zich in diverse, uit de voeten gemaakt. Maar kwartjes en dubbeltjes werden ook nog in de vilthoed gestrooid... 't Was een heel hoopje blinkend zilver... De «majoor// zat weer even grim mig te kijken als vroeger... En meneer Van Dam staande somber-droevig naar het hout van café-vloertje, soms even loerend... loerend... of er nog iets bij het stapeltje-zilver kwam... «Maar,// hernam de vriendelijke gastheer, die indertijd, in het nieuw-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 2