NIEUW 1 Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. ®flfenlemee BERICHT. EEN PAPIEREN ERFENIS. So. 60. Zaterdag 20 Juli 1911. Veertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG „ZIJN EED GETROUW" Iets over zwemmen. BUITENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonn0. 69. AD VERTENTIEN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. No. 18 29 Juli 1911. ■IrnTltiiiTnrn tl n'mrhiy-1 Dit bijzonder actueel nummer bevat o.a.: Drie foto's van den geweldigen brand te Brakel, waarbij 40 huizen in de asch werden gelegd. De Waterpolo-wedstrijd te Dor drecht. Internationale Roeiwedstrijd te Brussel. De Vierdaagscbe Roei- wedstrijden te Dordrecht. Concours- hippique te Hoofddorp. Prins Hendrik te Zaandam, met 2 foto's. In het atelier van Otto Kriens, met 3 foto's. Kroonprins Friedrich Wilhelm van Pruisen als hindernis rijder. Clement van Maasdijk. De staking te Amsterdam, met 4 foto's. Portret van den waarnemenden burgemeester der Residentie. Twee ontzettende spoorwegongelukken (Mühlheim in Duitschland en Bridge port in Amerika). Ten slotte Portretten van bekende landgenooten, boeiende Schetsen, de rubriek van Redacteur X, het kinder nummer »Ons Prinsesje« en het ver volg van den nieuwen roman, gititeld door Beatrice Walsh. De geabonneerde wonende Nu de warmte menigeen doet baden en zwemmen kan het zeker voor de lezers van dit blad niet ondienstig zijn iets daarover mede te deelen en eenige nuitigewenkendienaangaandetegeven. Wanneer de zomer in het land is. vei langt ieder wezen naar verfrisscbing en iedereen is niet in staat de zee baden te gaan gebruiken. Er zijn tegenwoordig zeer zeker heel wat menschen met smalle beurzen, die nu en dan ook wel voor een paar weken aaneen in de gelegenheid zijn met het zeewater kennis te maken en dit doen, vaak zonder te weten of een dergelijk bad wel gewenscht is. Het zeewater toch werkt èn door zijn zoutgehalte, waardoor de tempe ratuur lager is dan bij gelijke warmte het rivierwater èn door zijn golf slag prikkelend op de huid, welke prikkeling niet alle personen kunnen verdragen. Men zal dus verstandig doen als men zeebaden wil gebruiken, eerst advies aan zijn geneesheer te vragen. Maar ook voor hen, die de stad den ganschen zomer niet kunnen verlaten, hetzq uit gebrek aan tijd, hetzij uit gebrek aan geld is nog wel eenige verfrisscbing te verkrijgen en zijn tevens eenige wenken te geven. In de eerste plaats wachtte men zich voor temperatuur van het water lager dan 15 gr. Cels. (59 Fahr.). Vooral personen die niet aan buiten baden gewoon zijn dienen hiermede rekening te houden. Ten tweede neme men nimmer een bad (ook niet een binnenbad) kort na den maaltijd. Minstens 1!4 a 2 uur moet er verloopen zjjn sinds het gebruik van voedsel. Ook is het niet gewenscht, geheel nuchter zich in het water te begeven. Dat men zijne ge zondheid sterk kan benadeelen, ja zelfs bet leven er bij kan laten, wan neer men bezweet is en dan een bad wenscht zich te abonneeren op bet weekblad „PAK ME MEE", tegen den neemt is algemeen bekend, prijs van 3'/j cents thuis bezorgd. Minder bekend echter is het dat men ook de gezondheid kan bena deelen, wanneer men baadt, terwijl het lichaam koud is of wel vermoeid door beweging of geestelijke inspan ning. Bij de eerste keeren dat men een bad neemt mag men vooral niet te lang in het water blijven, voor zee baden is een paar minuten reeds meer dan voldoende; ook wanneer de tem peratuur 59 gr. Celsius is mag de bader hoogstens een kwartier in het water blijven I Voor veel menschen is het nadeelig zich dagelijks te baden. Ook hier valt te zeggen, dat men van het goede te veel kan krijgen. Men vergete nooit na het baden zich goed af te wrijven en af te drogen, liefst met een grove handdoek. Voor zwemmers, die bij hun ver- loeven in het water een geregelde stelselmatige beweging maken, gelden al die wenken evenzeer, ofschoon in ietwat geringer mate, omdat zij door hunne oefeningen gewend zijn en krachtig zijn, anders loopt men gevaar te veel inspanning van het lichaam te vergen. Hoe goed ook het zwemmen en baden moge zijn voor velen, èen ern stige waarschuwing moet ons^ van bet hart, vooral voor de ouders: «Laat uwe kinderen de zwemkunst niet lee- ren, voordat gij daarover uw arts hebt geraadpleegd. De Koningin te Brussel. Ongeveer te half een arriveerde ons vorstelijk Echtpaar j.l. Woensdag te Brussel. Als de trein het station binnenrijdt, klinkt het »Wi!helmus« van de muziek der grenadiers. Direct nadat de trein stil staat en H. M. is uitgestegen, treedt Koning Albert op Haar toe. De begroeting tusschen de Konink lijke Majesteiten is allerhartelijkst, ook Prins Hendrik wordt door Z. M. en H. M. verwelkomd. De beide Koninginnen omhelsden elkaar hartelijk. Dan volgt de voorstelling en be groeting der overige autoriteiten en de beide gevolgen. Nadat nog de eerewacht door H. M. de Koningin is geïnspecteerd, werd in de gereedstaande galarijtuigen plaats genomen en gereden naar het Paleis Koning Albert en Koningin Wilhel- mina namen plaats in bet eerste, Prins Hendrik en Koningin Elisabeth in het tweede rijtuig. H.M. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik droegen beiden het grootkruis van de Leopolds orde. Zoodra de Koninklijke stoet, welke door een talrijk escorte werd begeleid, zich in beweging zette, be gon 't geschut, dat in de Jardin Bo- tanique was opgesteld, zijn 51 eere schoten te lossen. Langs den geheelen weg hadden de Koningin en de Prins de toejuichingen van het talrijke publiek in ontvangst te nemen. Ook was er een aardige attentie, de schoolkinderen stonden n.l. met witte juikjes en in de hand vlaggen met de Nederlandsche kleuren, die zij in de hoogte staken en deden wap peren, terwijl de Kon. familie pas seerde. Bij het inslaan van de Kruidtuin laan waren opgesteld een twaalftal Hollandsche padvinders, samengesteld uit de kranigste jongelui van alle Nederlandsche korpsen. Deze padvin ders bevinden zich hier te Brussel om de oefeningen der Belgische Boy Scouts te volgen en maakt nu van deze ge legenheid gebruik, om de koninklijke familie hulde te brengen. De branden te Konstantinopel. De correspondent van het Berl. Tagebl. te Konstantinapel seint: Vast gesteld is tbans, dat de eerste brand in een Turksch hotel- garni uitbrak, waar twee Perzen bun thee gereed maakten. De brand breidde zich in verschillende richtingen zoo snel uit, dat de indruk werd gewekt alsof het vuur op verschillende plaatsen tege lijk was aangestoken. Tot dusverre is het vermoeden, dat een brand stichting uit politieke bedoelingen plaats had, niet bewezen. De Maandag gearresteerde vermoedelijke brand stichter is weer op vrije voeten ge steld. Door overwaaiende vonken breid de de brand zicb steeds meer uit en de wind joeg de vlammen voort door de met houten buizen bebouwde wijken van Stamboel. De ellende onder de bevolking is ontzaglijk groot. Slechts het armste deel der bevolking is door de ramp getroffen. De correspondent meent eveneens, dat de brand in Balat niet aan brand stichting is te wijten. Hier brak het vuur uit in den keuken van het Jood- sche hospitaal en ook hier wakkerde de hevige wind het vuur, dat in de houten gebouwen voedsel vond, aan. In Balat zijn volgens de mededee- lingen der politie geen menschenlevens te betreuren, maar de materieele schade is ook hier zeer aanzienlijk. De voortdurende zware hitte heeft in de Rijnprovincie watersnood ver oorzaakt, waaronder vooral de Eifel, het Westerwald en de hooger gelegen streken lijden. In het Sauerland moeten de boeren uren ver loopen om water te krijgen. Ten gevolge van de droogte zijn op verschillende plaatsen branden uitgebroken, die men bij gebrek aan water moet laten voortwoeden. In Beieren ziet het er al even treurig uit. In verschillende plaatsen zijn men schen aan zonnesteek gestorven en overal heerscht gebrek aan water. De dieren hebben ook vreeselijk onder de hitte te lijden. Van een lading varkens, die Dinsdagnacht te München aankwam, waren niet minder dan 60 dieren onderweg bezweken. Uit Zurich wordt bericht, dat vol gens mededeelingen van bet Zwitser- sche meteorologisch instituut een hitte als gedurende de jongste dagen daar sinds 50 jaar niet meer was voor- 16 «Ik heb u eens aangezien," vervolgde zij, hem op hare beurt aanstarende, en met een vaste stem. Harmens knikte met het hoofd, als of hij zeggen wilde: «Jawel, eet maar.» «En gij waart dood voor de wereld, gij vielt voor mij op de knieën.» »Ja,» mompelde hij, «maar die dagen zijn lang voorbij.» »En nu ben ik dood, alle dagen wacht ik op mijne begrafenis, en ze komt maar niet. Waarom laat gij mij niet begraven?» «Och moessie,» kwam Jeanne tus- schenbeide, met haar schrille stem, «praat toch zoo akelig niet. Eet liever uw boterhammetje op, het is zoo klein.» Maar zelfs deze teedere toespraak was niet in staat de oude vrouw tot inkeer te brengen. Toen meende Bleek, de philosoof, ook een woordje te moeten meepraten. «Daar is niets aan te doen,» zeide hij «laat haar maar wachten, tot ze honger krijgt.» En zonder zich verder met de zaak in te laten, verliet hij met zijn schoon- I zoon, den zaakwaarnemer, het vertrek, en gingen zij in het kantoor ieder voor een grooten lessenaar staan. Bleek was daar echter niet als klerk werk zaam maar bemoeide zich uitsluitend met een rol papier, die hij voor zich uitstreek, om er vervolgens door zijne groote, ronde brilleglazen met aan dacht in te studeeren. Harmens liet hem niet lang alleen, maar voegde zich al spoedig, met een gelaat, waarop de grootste belangstelling stond te lezen, bij hem, en verdiepte zich even zeer in die schijnbaar gewichtige bezig heid. »'t Is klaar,» zeide Bleek eindelijk, «dat het van groot belang voor hem is. Ik heb het vroeger dien vent, die copiëerde, al meer dan eens laten zien, maar die wilde er maar niets aan doen.« «Maar hebt gij ze gekregen?» vroeg Harmens bedenkelijk. «Wel neen, dat heb ik u immers al meer verteld. Ik heb ze meêgeno- men toen het daar mis liep. Ze be hoorden aan die vrouw, nu, en die was er al eens meê aan geweest, maar ze kon daar niet goed meê terecht, nu, en toen is 't al gebleven en gebleven, tot ze eindelijk stierf en toen heb ik het ingepikt. Ik begreep dat het altijd nog wel een buitenkansje zou kunnen opleveren I" «Juist zoo," zeide Harmens. «maai de zaak is nu maar waar ze wonen.» «Wonen?» vroeg Bleek, en hij wreef zich vergenoegd de handen, «dat weet ik! en,» liet hij er zachter op vol gen, «weet gij, wat ook niet kwaad zou zijn, Derk is nog jong en zij kan eene goede partij voor hem worden. Als 't wel gaat, krijgt ze alles meê. Gij moet er zelf heen gaan, Harmens, denk er eens goed over en wie weet...» Harmens begreep dien wenk, en die anders nooit iets goeds vond wat een ander voorstelde, was er zoo mede ingenomen, dat hij al spoedig zijn kantoor verlaten en zijn chitsen huisjapon uitgetrokken had, om zich, voorzien van de aanwijzingen van Bleek, op weg te begeven. Weldra had hij zijne bestemming bereikt, het was de woning der dames Rietvorst, waar hij zijn tocht staakte en binnengelaten werd. «Harmens, zaakwaarnemer enz.» zeide de onbehagelijke figuur, toen hij schuifelend binnentrad. «Ik heb de vrijheid genomen, geachte dames, eenige oogenblikken bij n toegang te vragen. Zaken van het grootste gewicht dwingen mij daartoe. Als men als man geboren is, moet men als man hande len en als man sterven. Ik heb daarbij niet mijn eigen belang, maar wel dat mijner kinderen op het oog. Als ik spreek van handelen, dan is dit niet omdat ik het een ander wil laten doen, maar ik doe het zelf. Om dan tot de zaak te komen, zal ik u zeggen, dat ik bezwaard ben met eene huishouding, en als zoodanig aan het groote wiel geplaatst ben, dat de zaken aan den gang houdt, maar waarvnn het draaien mij dikwijls moeielijk valt. Er zijn zakelijke wielen en huishoudelijke wie len, geachte dames. Ik hoop dat ik mij duidelijk uitdruk." «O ja, 't is wel," viel tante Mina gemelijk in. «Nu dan," vervolgde de zaakwaar nemer, «het huishoudelijk wiel is aan de zorg van mijne dochter Jeanne op gedragen want mijne vrouw leeft wel, maar verkeert in eene gestadige schei ding van stof en geest, of, om mij duidelijker uit te drukken, zij is wat malende. Vijfentwintig jaren heb ik aan dat wiel gewerkt, en in dien tijd al vrij wat gezien en opgemerkt. Het is mijne laatste opmerking, waarover ik u kom spreken, geachte dames; maar als ik niet vreesde onbescheiden te zijn, zou ik wel wenschen, dat die lieve jongejuffrouw daar niet bij tegen woordig was." Hij wees hierbij op Anna, die glimlachend de kamer ver liet. Met een gelaat, waarop de groot ste geheimzinnigheid te lezen was, sloot hij de deur achter haar dicht; toen zette hij zich neder en vervolgde op even deftigen toon«Verbeeldt u, dames, terwijl ik aan het werk ben, wordt eensklaps een nieuwe last op mijne schouderen gelegd. Ik ontdek een geheim, een groot geheim, een zeer groot geheim voor zekere dames, of liever geen geheim, eene zaak van aanbelang voor die zekere dames, die eens een zeker meisje van eene zekere arme vrouw hebben overgenomen, wier man met eene poppenkast rondreisde." Letitia zag hare zuster verlegen aan, maar deze vroeg op vasten toon «Spreekt gij van ons, mijnheer Harmens «Ik ga altijd van het begin uit,» was het ontwijkend antwoord, «om te doen wat ik weet en te weten wat ik doe. Als ik bijvoorbeeld iets van belang heb voor u, zal ik niet bij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1