NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Qakmnm
BERICHT.
FEUILLETON.
So. 64.
Zaterdag 12 Augustus 1911.
Veertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EK ZATERDAG
„ZIJN EED GETROUW"
RAADSSTUKKEN.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele .Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno- 69.
AD VERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7*/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
No. 20 12 Augustus 1011.
Het heden vei schenen Nummer, be
vat o.a.:
Een viertal goedgeslaagde foto's
van het koninklijk bezoek aan Utrecht.
De onlusten in Haiti (voorplaat).
Kinderfeest te 's-Hage (met 2
foto's.) Wedstrijd op Houlruslvan
mannen, zwaarder dan '100 kilo. De
uitvoering van «Jong Rotterdam®.
De jonge verkenners. Veietni-
ging nKindergenou te Amsterdam.
Een onweder te Florida. De
12e turndag van den Bond van Gym
nastiekverenigingen te Purmeiend.
Eenige duizenden schoolkinderen
naar buiten! De Parijsche mode
voor de paarden. Kinderfeest in
het Kurhaus te Scheveningen, met
2 foto's. De ontzettende hitte van
de laatste dagen. De duivelskogel:
een nieuwe rijwieltruc. Het Circus
Schumann.
Brand van het Kurhaus te Pyr-
mont.
Ten slotte Portretten van bekende
landgenooten, boeiende Schetsen, de
rubriek van Redacteur X, het ktnder-
nummer »Ons Prinsesje® en het ver
volg van den nieuwen roman, gititeld
door Beatrice Walsh
De geabonneerde
wonende
wenscht zich te abonneeren op bet
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/i cents thuis bezorgd.
Burgemeester en "Wethouders zon
den het navolgend rondschrijven aan de
leden van den Gemeenteraad in zake de
aankoop van het landgoed „Nimmerdor".
Het is uwe vergadering uit de bespre
kingen in de zittingen met gesloten deuren
van 9 en 30 Juni 1911 bekend, dat de
gemeente Amersfoort eigenares kan wor
den van het landgoed Nimmerdor met
de daarbij behoorende gronden voopeen
koopsom van f 200.000.
Teneinde te voldoen aan de 'ons op 9
Juni gegeven opdracht hebben wij nadere
onderhandelingen gevoerd, welke thans
tot het resultaat geleid hebben, dat de
koop gesloten kan worden onder de voor
waarden, welke in het hierbij aangeboden
concept-besluit vermeld zijn. Eene juiste
aanduiding van de perceelen is eveneens
in dit concept-besluit gegeven, terwijl uit
eene ter visie liggende teekening duidelijk
blijkt welke terreinen in de koop be
grepen zijn. Deze teekening zal U doen
zien, dat de terreinan gedeeltelijk begrensd
worden door den grintweg naar Oud-
Leusden, den Doodenweg en den straat
weg naar Woudenberg, terwijl bovendien
een strook grond, liggende tusschen dien
straatweg en den spoorweg naar Reste
ren, ook behoort tot de aangeboden per
ceelen.
De meerderheid van ons college acht
het zeer gewenscht dat de gemeente ge
bruik make van de thans aangeboden
gelegenheid een groot complex gronden
in de nabijheid van de stad, in eigendom
te verkrijgen.
Wel is waar ontkent zij geenszins dat
door de aankoop nieuwe lasten op de
gemeente worden gelegd, maar zij meent
dat het welbegrepen belang van de ge-1
meente eischt, zich thans van de aan- j
geboden gronden te verzekeren. Het is
bekend dat de gemeente zelve in de
nabijheid van de bebouwde kom zoogoed
als geen grond bezitdit is een bedenkelijk
verschijnsel voor de ontwikkeling onzer
stad, omdat deze thans voor een groot
deel afhangt van den prijs, dien de grond
eigenaren vragen.
Een ander bezwaar voor de uitbreiding
der gemeente is gelegen in de omstandig
heid dat vele gronden, in de onmiddellijke
nabijheid gelegen, in bezit zijn van stich
tingen en liefdadige instellingen, terwijl
van de terreinen, welke thans geschikt
zijn voor bebouwing, oen belangrijk ge
deelte in handen van ééne maatschappij
is. Dat deze omstandigheden voor den
groei der gemeente vooral ook met
het oog op de toekomst zeer belemme
rend zullen werken, acht niet alleen de
meerderheid, maar ook de minderheid
van ons college niet betwistbaar.
Een groote invloed ten goede kan tegen
de genoemde ongunstige omstandigheden
uitgaan van een groot grondbezit van de
gemeente. Indien de gemeente van de
zich thans voordoende gelegenheid ge
bruik maakt, kan zij een aangesloten
terrein verkrijgen van ongeveer 120 H.A.
grootte, waarop zich niet alleen het heeren
huis en verschillende bijgebouwen en
woningen bevinden, maar dat tevens be
groeid is met zeer schoon hout.
Hierdoor zal het voor de gemeente
mogelijk worden met behoud van het
natuurschoon eensdeels geschikte en in
verhouding niet dure bouwterreinen be
schikbaar te stellen, anderdeels indirecte
invloed uit te oefenen op den thans steeds
hooger wordenden prijs van de bouw
terreinen, welke in handen van particu
lieren zijn. Dat reeds binnen korten tijd
verscheidene terreinen voor bebouwing
gevraagd zullen worden, acht do meerder
heid zeer waarschijnlijk. De bebouwing
aan den straatweg naar "Woudenberg is
thans reeds gevorderd tot de thans aan
geboden terreinen.
Indien bekend wordt dat „Nimmerdor"
in eigendom aan de gemeente is gekomen
en daarmede het behoud van het natuur
schoon ter plaatse verzekerd is, dan ver
wacht de meerderheid een sterke aandrang
aldaar tot verder bouwen. Zij acht het
een gelukkig verschijnsel dat langs en
door de terreinon de 3 genoemde open
bare wegen loopen, waardoor het mogelijk
is reeds vele perceelen als bouwterrein
beschikbaar te stellen zonder wegen of
straten te moeten aanleggen.
In uwe vergadering werd gevraagd een
project van exploitatie en een financieele
opzet van de exploitatie. Wat het eerste
betreft is reeds geantwoord, dat het uiter
mate lastig is thans reeds te bestemmen
welke terreinen aangewezen zullen worden
voor bouwterrein, welke als wandelplaats.
Een dergelijk plan eischt veel studie en
volledige kennis van het terrein. En wat
de financieele gevolgen betreftNaar het
oordeel van de meerderheid van het college
zal de aankoop zeer zeker in de eerst
komende jaren geld aan de gemeente
kosten.
Er is in uwe vergadering reeds gewezen
op de mogelijkheid een grondbedrijf te
stichten, waardoor hetzij geheel, hetzij
gedeeltelijk de kosten van rente of af
lossing bijgeschreven worden en door
eene nieuwe leening gedekt worden. Zeer
zeker acht de meerderheid van het col
lege mogelijk verscheidene van de aan
te koopen gronden in een grondbedrijf
te vereenigen en op die wijze, naar de
regelen van een dergelijk bedrijf, de
kosten niet uitsluitend te doen drukken
op het tegenwoordige geslacht.
Wellicht zal het daarbij, ook met het
oog op de toekomst, toch geraden zijn
op de kapitaalschuld van het grondbedrijf
zoo min mogelijk bij te schrijven, ten
einde te voorkomen dat. bij eene latere
taxatie der gronden, de boekwaarde de
werkelijke waarde zou overtreffen. Haar
ook al zou, zelfs bij de instelling van
een grondbedrijf, de gemeente zich jaar
lijks offers moeten getroosten, dan nog
acht de meerderheid van ons college
deze offers volkomen gerechtvaardigd.
Zij is ervan overtuigd dat het een der
belangrijkste voorwaarden voor de ont
wikkeling onzer gemeente is, dat de
gemeente over gronden die geschikt zijn
voor bouwterrein, de beschikking ver
krijgt.
Ook nog in een ander verband acht
zij de aankoop van „Nimmerdor" van
zeer veel belang. Aan den Leusdenschen
weg heeft zich eene bebouwing ont
wikkeld, welke met groote zorg door
ons college wordt aangezien. Het zal
naar onze meening niet lang meer kun
nen duren of de gemeente zal het initi
atief moeten nemen tot eene grensuit-
breiding, waardoor de zuidelijke helling
van den berg aan de gemeente Amers
foort zal worden toegevoegd. Indien een
dergelijke uitbreiding tot stand komt,
wordt het van veel belang geacht
dat de gemeente ook in het „nieuwe"
gedeelte over terreinen kan beschikken.
De minderheid van het college van
Burgemeester en Wethouders, in dit
geval de Burgemeester, onderschrijft in
zeer vele opzichten de meening van de
meerderheid van het college; ook hij
acht een belangrijk grondbezit, dat in
de naaste toekomst als bouwterrein in
aanmerking komt, voor de gemeente van
onbetwistbaar belang. In hoofdzaak heeft
hij echter twee bezwaren tegen den voor
gestelden aankoophij acht het landgoed
te ver van de bebouwde kom gelegen
en vreest dat, behoudens wellicht enkele
terreinen, in een lange reeks van jaren
geen exploitatie van die gronden ver
wacht kan worden.
In verband met deze omstandigheid
acht hij een tweede bezwaar gelegen in
den koopprijs. Hij vreest dat deze de
financien der gemeente zoozeer zal druk
ken, dat daarvan nadeelige invloeden op
den bloei van de gemeente verwacht
kunnen worden. Beide bezwaren houden
dus volgens hem ten nauwste verband
met elkaar: juist door de betrekkelijk
ver verwijderde ligging van de stad, zal
eene geregelde exploitatie nog zeer lang
op zich laten wachten. Hoe langer dit
het geval is, des te hooger zullen de
prijzen van de gronden moeten worden,
indien de gemeente geene schade zal
lijden. De minderheid geeft toe dat het
zeer lastig is specifizeerde financieele
beschouwingen te geven; toch meent zij
dat de volgende cijfers de aandacht ver
dienen
Indien gerekend wordt dat de jaar-
lijksche opbrengsten (zonder eventueele
verkoop van grond) besteed moeten wor
den voor de kosten van personeel, onder
houd, belastingen en assurantie, (op on
geveer f 2000.te ramen), zal dus nog
te betalen blijven de rente en de af
lossing. Rekenende op eene aanvanke
lijke aflossing in 100 jaren en een rente
voet van 4% dan bedragen de jaarlijk-
eche kosten f 10.000. Natuurlijk kunnen
deze kosten gedeeltelijk verminderd
worden door eventueele opbrengst van
bouwterreinen, terwijl wellicht een ge
deelte dier kosten tijdelijk gedekt kan
worden door „bijschrijving" volgens de
regelen van een grondbedrijf, maar hier
omtrent voorspellingen to doen, is niet
wel mogelijk. En juist daarom acht de
I2ST IDE IDIE PTE.
2) EEN AHERIKAAHSCHE GESCHIEDENIS.
"Hij is niet dood!" riep Bob, «wij
moeten hem onderdak brengen."
«GekheidDe warme spiegel beslaat
in de koude lucht, dat is het; laat
hem liggenook weet ik niet bij wien
wij het lijk in huis kunnen sleepen.
Het is een verduiveld leelijk geschenk,
zoo'n lijk."
«Maar het is een moord, zoo wij
dien mensoh hier laten liggen. Als
morgen de politie hem vindt, is er
geen vonkje leven meer in hem."
«Wat raakt het ons! kom, het is
hier verduiveld akeligen onze kroeg
is niet ver meer, de muziek hoort men
hier reeds, geloof ik." En werkelijk
was het, alsof een windvlaag de scherpe
klanken van strijkinstrumenten het oor
van beide mannen had laten bereiken.
«Weet je," zei Bob, «ik had je niet
voor zoo verdoemd hardvochtig ge
houden. Ga dan maar naar je kroeg,
ik alleen zal dezen wel in veiligheid
brengen. Ik zou niet leven en sterven
kunnen, zoo ik niet voor hem gedaan
had, wat ik doen kon
«Nu zoo is het niet gemeend,"
vergoelijkte Jim, «en als het dan zoo
zijn moet, zal ik nw wil doen en aan
vatten; maar dank zullen wij er niet
voor krijgen, wanDeer wij met den
dooden gast in het vroolijk gezelschap
komen."
De mannen tilden te zamen het stijve
loodzwaare lichaam op en droegen het,
om niet den gevaarlijken trap van het
zijpad te moeten beklimmen, over de
slijkerige straat naar het nachtelijk
danshuis dat slechts eenige huizen
ver van de plaats waar zij zich bevon
den, verwijderd was. Noch de politie,
noch een late voorbijganger had hen
ontmoet, de straten waren volkomen
doodsch en ledig.
Het was een zonderling huis, voor
hetwelk de twee mannen stonden.
Drie verdiepingen hoog, verhief het
zich boven het zijpad, de vensters van
deze drie verdiepingen vertoonden geen
spoor van licht. De deuren waren ge
sloten, de vensters van dichte jalou-
ziën voorzien, en er scheen geen leven
in het gebouw te heerschen. Had zich
iemand gebukt en een poos op den
grond geluisterd, dan zou hij muziek
en dansende menschen gehoord hebben.
Het trottoir was ook de klankbodem
geweest, die den klank der strijkinstru
menten tot de plaats had voortgeplant,
waar zooeven de verstijfde gelegen had.
Bob wilde aan de gesloten voordeur
kloppen, maar Jim hield hem tegen.
«Het is verloren moeite," zeide hij,
«hier boven hoort ons niemand, en
zelfs zoo iemand ons hoorde zou men
voor ons niet openen. Laat den man
een oogenblik liggen, en kom mede hier
onder, daar hebben wij eenige hoop
op goed gevolg."
Beide mannen gingen naar den an-
dereD hoek van het op zichzelf staand
gebouw, en hier vertoonde zich een
steile, langs den buitenmuur van het
huis aangebrachte, houten trap, die
twintig treden had, en afwaarts naar
een deur liep, die een paar doffe, dicht
bedekte glasruiten had.
Toen beide mannen voor die deur
waren aangekomen, hoorden zij duide
lijk een gesmoorde dansmuziek, dan
sende paren, lachende menschen en
het klinken vaD glazen. Maar Bob
merkte op, dat het gebouw nog een
geheele verdieping onder het zijpad had,
en het huis op palen in een zeer voch-
tigen grond stond.
Jim had inmiddels oen sleutel uit
zijn zak gehaald, en sloeg er mee op
I eigenaardigen wijs driemaal op het ijze
ren plaatje van het sleutelgat, zoodat
de slagen scherp en duidelijk in den
nacht klonken. Dadelijk hierop hoorde
men in het huis den helden klank
eener schel en de muziek hield op met
een wanklank, hetzij omdat de dans
juist geëindigd was, of dat men eenige
vrees had voor het aangekondigde
bezoek; kortom het werd plotseling
stil in het huis, en het scherpste oor
hoorde eenige'sekonden lang niets. Jim
herhaalde nu zijne drie slagen nog eens
met korte tusschenpoozen, en spoedig
hierop hoorde men forsche voetstappen,
die de deur van binnen naderden. De
sleutel werd tweemaal in het slot om
gedraaid, de denr een weinig geopend,
en het scherpe licht van een dieven
lantaarn viel beiden recht in het ge
zicht.
«Verduiveld! wat komplimenten
bromde Jim. «Ge doet waarachtig in
je verdoemd uilennest, alsof al de speur
honden der stad je op de hielen zaten!
Neem in duivels naam de ketting weg,
oude landrot, en laat ons binnen,
wij smelten anders nog uitwendig van
den regen, terwijl wij inwendig van
dorst verbranden
«Ha, zijt gij het, Capitano?" zeide
met vreemden tongval een boomlang
man in een rooden Garibaldikiel, waar
uit de punt van een bruin lederen
scheede te voorschijn kwam, die on
getwijfeld een matrozenmes omsloot.
«Zijt gij het! Ja, wie kon gissen dat
gij nog zoudt komen, en wel in zulk
fijn gezelschap. Treed binnen, treed
schielijk binnen, het is een heidensch
weder buiten, en wij willen haastig de
deur weder sluiteD." De akelige, ma
gere, vuurroode man, wiens haar en
kiel bijzonder goed overeenkwamen,
had de sluitketting der deur laten val
len, en ze met de grootste dienstvaar
digheid, die volstrekt niet bij zijn
gewone manieren paste, wagenwijd
geopend.
«Het binnentreden zou ons zeer
aangenaam zijn, «zei Bob, «want het
is buiten vervloekt koud en vochtig,
en ik heb een ondragelijken dorst, maar
wij hebben nog iemand bij ons, die
boven op den trap wacht en dringender
aanspraak op uwe gastvrijheid beeft
dan wij."
Over het gezicht van den roode
schoot iets als een plotselingen schrik,