NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Qofcmsmsn
BERICHT.
No. G6.
Zaterdag 10 Augustus 1911.
Veertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
„ZIJN EED GETROUW"
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
KALKZANDSTEEN.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Kijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 17. Telephooun0. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 71/, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal bereken d
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
No. 21 19 Augustus 1911.
Het heden verschenen Nummer is
bijzonder actueel en bevat alsvoorplaat
Hel portret van den op 87jarigen
leeftijd overleden schilder Jozef Israëls.
Het bezoek van Prins Hendrik aan
Harderwijk met 3 foto's. Lawn-
tennis-weüslrijden te Scheveningen
Een nieuw beeldje, Prinses Juliana
voorstellende. Concours-Hippique
te Zwolle. Concours-Hippique te
Zeist. De tweedaagsche pleizier-
vaart van journalisten. De staking
van dokarbeiders te Londen De
Revolutie in Perzië. Dein vieren ge
broken Rijnaak te Rotterdam. De
R. K. Kerk te Haren verbrand.
Boschbrand te Zorgvliet. Draadloo-
ze telegrafie. Pisuisse en Blokzijl
terug in Nederland. HetRoombuis
in het Haagsche Bosch.
Ernstige Ketelontploffing te Rotter
dam met 3 foto's.
Ten slotte Portretten van bekende
landgenooten. boeiende Schetsen, de
rubriek van Redacteur X, het Kinder
nummer «Ons Prinsesje» en het ver
volg van den nieuwen rooman, getiteld
door Beatrice Walsh.
De geabonneerde
wonende
wenscht zicb te abonneeren op het
weekblad „PAK ME MEE", tegen den
prijs van 3'/> cents thuis bezorgd.
De staking in Engeland.
De Engelsche spoorwegarbeiders
hebben dan toch aan hunne bedreiging
gevolg gegeven en de algemeene
staking uitgeroepen. Na al hetgeen
in de jongste dagen gebeurd is en bij
de strijdlustige stemming, die zich
van de Engelsche arbeiders in het
algemeen en van die bij de spoor
wegen in bet bijzonder heeft meester
gemaakt, was deze uitslag te ver
wachten, ofschoon men tot op het
laatste oogenblik de boop nog niet
had opgegeven, dat de regeering zou
weien te verhoeden, dat de spoor
wegmannen tot het uiterste over
gingen.
Voordat de staking uitgeroepen was,
is de »Daily Mail» eens nagegaan,
wat wel het gevolg zou zijn van een
werkelijk in alle opzichten doorge
voerde spoorwegstaking. En het blad
kwam tot het resultaat: dat het
materiaal voor de fabrieken spoedig
verbruikt zou zijn en fabrieken en
werkplaatsen dan gesloten zouden
moeten worden; dal de voedings
middelen, die aangevoerd moeten
worden uit het buitenland of enkele
centra in het binnenland met den dag
schaarscher zouden worden, waardoor
de prijzen een hoogte zouden bereiken
als ui tijden van hongersnood, wat
natuurlijk bet zwaarst zou drukken
op de armere klassen, dat de kolen
mijnen gesloten zouden worden en de
mijnwerkers dus buiten werk zouden,
eraken, omdat de kolen toch aan'
I
de mijrien zouden moeten blijven liggen,
dat het straatverkeer voor een groot)
gedeelte gestremd zou zijn, omdat er
geen voeder voor de paarden en geen
benzine voor de auto's aangevoerd
zou kunnen worden.
Het blad voegt echter bemoedigend
daaraan toe, dat het niet waarschijn
lijk is, dat het zoover zal komen, daar
de spoorwegmaatschappijen zelfs met
een vierde gedeelte van de arbeiders,
die zij in dienst hebben, een weliswaar
beperkt, maar toch nog bevredigend
verkeer kunnen blijven onderhouden
Dit wordt trouwens ook verklaard
door de directies der maatschappijen
die echter daarbij rekenen op den
krachtigen steun van de regeering
En daaraan zal het hun niet ont
breken. De ministers hebben her
haaldelijk verklaard, dat zij een ont
wrichting van het verkeerswezen met
al de hun ten dienste staande middelen
zullen tegengaan en, zooals wij reeds
mededeelden, zijn daarvoor reeds de
nuodige maatregelen genomen.
Immers, de bemiddelingsovereen
komst is feitelijk in het leven geroepen
door Lloyd Geojge en de maatschap
pijen hebben zich, volgens haar
beweren, strikt aan de bepalingen
gehouden, zoodat de regeering en de
maatschappijen gelijkelijk verplicht zijn
op de bres te*staan voor de door hen
in het belang der arbeiders in het
leven geroepen instelling.
Daarmede schijnt minister Lloyd
George het echter niet volkomen eens
te zijn, want bij heeft het voorstel
gedaan tot benoeming eener konink
lijke commissie, die de grieven der
arbeiders zou onderzoeken. Dit voorstel
is echter door de leiders der spoorweg
mannen botweg van de hand gewezen.
Zij hadden niet voldoende vertrouwen
in zulk een commissie, die öf de zaak
op de lange baan zou schuiven, of
toch waarschijnlijk de maatschappijen
in het gelijk zou stellen. Na die
weigering werd de staking uitgeroepen.
Maar de regeering gaf den moed niet
op. Zij hield nogmaals besprekingen
met de leiders, met het gevolg, dat
deze er in toestemden de onderhande
lingen te heropenen.
Daarmede is het ge raar nog niet ge
weken, maar er bestaat toch kans
dat, wanneer althans de maatschap
pijen niet stokstijf op het eenmaal
ingenomen standpunt blijven staan,
er toch een schikking tot stand komt,
waardoor Engeland bewaard zou blij
ven voor een der grootste rampen,
die het land zou kunnen treffen.
half-Engelsch, die nu hongerlijden in
Zuid-Afrika, behoorlijk huri brood kun
nen verdienen. De eenige landverhui
zers die wij voor 't oogenblik in Zuid-
Afrika vvenschen, zouden bijzonder
bekwame landbouwkundigen, uitgele
zen mannen moeten zijn.
Een der directeuren van de »Midland
Railway Company» wees er zelfs op
dat de regeering moreel verplicht
is met de maatschappijen samen te
werken.
Generaal Botha heeft, even vóór
zijn vertrek uit Southampton, aan
boord van het stoomschip Kenilworlh
Castle een gesprek gehad met een
vertegenwoordiger van Reuters agent
schap en daarin gezegd, dat bij naar
Zuid-Afrika terugkeert met toegeno
men gunstige verwachtingen omtrent
de toekomst van het Britsche rijk
Hij gelooft, dat de landen over zee
en het Britsche moederland met de
Imperial Conference te Londen een
nieuw tijdperk van nauwe vereeniging
zijn ingetreden.
»Wat Zuid-Afrika betreft,zeide
hij, »is de toekomst nimmer zoo hel
der geweest als nu. Wij worden finan
cieel voortdurend sterker en er is
groote ontwikkeling te verwachten
vooral op het gebied van den land
bouw. Ik ben er zeker van, dat Zuid-
Afrika in de naaste toekomst een der
voorname uitvoerlanden des rijks zal
zijn.»
Maar Botha verzocht den vrienden
in Engeland te bedenken, dat Zuid-
Afrika zich nu voor goed wil wijden
aan zijn vreedzame ontwikkeling en
het land aan zichzeUen over te laten.
Please, let us alone Zuid-Afrika moet
zijn eigen zaken bedisselen. De pro
blemen waarvoor het staat kunnen
alleen in Zuid-Afrika, door Zuid-
Afrikanen, opgelost worden. En zij
zullen worden opgelost, daaraan twij
felt Botha niet.
»Wij moeten, dat ben ik met
generaal Herzog eens, de onderschei
ding van Britten en Hollanders ver
geten om alleen Zuid-Afrikanen te
zijn.«
Wat de landverhuizing naar Zuid-
Afrika betreft, zei generaal Botha,
dat men, alvorens menscben van
buiten af binnen te halen, zeker moetburgemeester verklaarde namens de
zijn dat de menschen, half-Hollandse!), I gemeente de bank gaarne te aan-
Inwijding der De Génestct-Bank.
Op een verrukkelijk landelijk plekje
vóór bet Hótel Duin-en-Daal te
Bloemendaal hield dr. Schepers Maan
dag j.l. zijn herinneringsrede, die door
•vele dames en heeren aangehoord werd.
Onder de aanwezigen bevonden zich,
behalve Bloemendaals Burgemeester,
jhr. Bas Backer, een dochter van
wijlen den dichter, mej. D. C. de
Génestet, uit Hilversum, voorts de
heer Van Hooff, wethouder, en een
deputatie van bet bestuur der afdeeling
Haarlem van het Algem. Nederl. Ver
bond, bestaande uit de heeren M. H.
Pb. 't Hooft, Peereboom, dr. Voorder-
hake; een uit de Remonstrantsche
Broederschap, bestaande uit mr. 't
Hooft, voornoemd, eu den heer P. C.
A. v. d. Breggen verder merkten wij
nog op de heeren A. de Clerq, direc
teur der Haarlemsche Bank, professor
dr. Van Walsum,direcleurvan#Meeren-
berga, A. Bertling, directeur van Duin
en-Daal, dr. Rutgers van der Loeff,
bibliothecaris van Haarlem, en ds.
Bax, emer. predikant.
Nadat de spreker melding gemaakt
had van eene huldebetuiging van den
heer Poutsma, uit Bloemfontein,
namens Zuidafrikaansche onderwijzers,
die de Hollandsche taal leeren, en van
een sympathie-uiting uit Gbeel, in
België, verzocht hij Jhr. Bas Backer
de bank te willen onthullen.
Men begaf zich toen naar het lieve
plekje van idyllische stemming. Het
doek, dat het monument nog aan het
oog onttrok, werd weggetrokken en de
Verschenen is in Jaargang 1911 Nr. 2
der „Verslagen en Mededeelingen van de
afdeeling Handel van het Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel"
bet lijvige „Verslag van de Commissie
tot onderzoek van Kalkzandsteen". De
Commissie was samengesteld uit de hee
ren: J. van Hasselt, Voorzitter, P. van
der Burg, G. W. van Heukolom, G. N. Itz,
P. Kley, W. van Leeuwen Jr., H. ter
Meulen, J. W. C. Teilegen, H. Wortman,
A. J. Kloos, Secretaris. Zij vatte het
resultaat harer bevindingen samen in de
hieronder volgende Slotbeschouwingen.
Bij de behandeling van de uitkomsten
der verschillende proeven in hoofdstuk V
is reeds gewezen op de waarde, welke
die uitkomsten hebben voor de practijk,
en wanneer deze worden samengevat, is
daaruit af te leiden, dat de kalkzandsteen
onder de bouwmaterialen eene belangrijke
plaats kan innemenbij bezit eigenschap
pen, welke hem naast den baksteen eene
eervolle plaats doet bekleedenwat niet
wegneemt, dat, waar zeer hooge eischen
aan een bouwwerk worden gesteld en
wanneer het betreft werken, welke naar
menschelijke berekening bestemd zijn ge
durende eeuwen den tand des tijds te
weerstaan, niet zonder meer gezegd kan
worden, dat baksteen in het algemeen
de voorkeur verdient, maar wel, dat er
soorten van baksteen zijn, die de voor
keur verdienen, en zulks voornamelijk,
omdat de tijd nog geen bepaalde uitspraak
gedaan heeft omtrent de practische waarde
van enkele eigenschappen van den kalk-1
zandsteen, welke zonder meer aanleiding -
geven tot voorzichtigheid.
Het lijdt toch geen twijfel, dat de -
kalkzandsteen bij de bevriesproeven min- j
der goede resultaten heeft gegeven dan
de baksteen; wel is waar is in de practijk
van een geringen weerstand tegen den
invloed van het weder alleen nog slechts
gebleken bij gebouwen, waarbij deze ge
ringere weerstand eenigermate te ver
klaren is, doch in hoever op den duur
de minder goede weerstand tegen de
bevriesproeven in betrekking staat tot
de duurzaamheid in de buitenlucht is nog
niet met zekerheid vast te stellen, nu
gebouwen van dit materiaal van hoogen
ouderdom niet bestaan.
Eene andere eigenschap van kalkzand-
steen is, dat hij aangetast kan worden
door zuren, terwijl daarentegen baksteen
geheel tegen zuren bestand is.
Deze eigenschap van den kalkzandsteen
heeft voornamelijk beteekenis voor het
gebruik bij fundamenten in veenachtigen
bodem en op zulke plaatsen, waar door
vervuiling deze in aanraking komen met
grondwater, dat zuren bevat, waarbij
natuurlijk nog eene open vraag is, of de
inwerking van dergelijke in den bodem
aanwezige zuren overeenkomt met die,
welke het gevolg is van de door de com
missie voor de proefneming gebruikte.
Te meer moet met deze laatste over
weging rekening gehouden worden, omdat
uit de proeven is gebleken, dat mortels
van 1 P.C. 2 Z. en van 1 Seh. k. 4-
l'/i Tr. 2 Z. respectievelijk evenveel
en sterker door de gebezigde zuren wer
den aangetast dan de kalkzandsteen.
"Wanneer men de practijk raadpleegt,
dan moge opgemerkt worden, dat te
Amsterdam en te Rotterdam, waar de
bodemtoestand zeer ongunstig is, bij het
afbreken van oude gebouwen de funda
menten zeer dikwijls in zeer slechten
toestand zijn gevonden, zóó, dat de mortel
geheel vergaan is en de steenen los op
elkaar liggen, maar dat zeer oude kelder
muren geheel gaaf werden bevonden.
Wanneer nu in aanmerking genomen
wordt, dat deze keldermuren gewoonlijk
gemetseld zijn in mortels, welke overeen
komst vertoonen met de hierboven ge
noemde, welke dus bij de inwerking van
de door de commissie gebezigde zuren
wel, en door het grondwater niet zijn
aangetast, dan meent de commissie de
meening te mogen uitspreken, dat bij het
gebruik van goeden kalkzandsteen de
mogelijkheid niet is uitgesloten, dat deze
onder denzelfden invloed op den duur
in goeden staat kan blijven. Een definitief
oordeel kan zij echter in dezen vooralsnog
niet uitspreken.
Een derde punt, dat overweging ver
dient, is de weerstand tegen mechanische
invloeden. Kalkzandsteen bestaat uit een j
zeer hard materiaal, zand, waarvan de
korrels door een bindmiddel worden aan-
eengehoudenwaarbij dus zoowel de
kwaliteit van het bindmiddel als de aan
hechting aan de zandkorrels eene rol
speelt bij den weerstand tegen mechani
sche invloeden.
Uit de proeven van professor P. D. C.
Kley is gebleken, dat in beide opzichten
bij den tegenwoordigen stand der industrie
groote verscheidenheid kan voorkomen,
en het wil toeschijnen, dat eene zeer harde
goed saamgebakken massa als harde bak
steen, vooralsnog een grooteren waarborg
geeft tegen dergelijke invloeden.
De commissie wil hierbij nog wel in
herinnering brengen de zeer verrassende
uitkomsten, welke zij omtrent het weer
standsvermogen van sommige kalkzand
steensoorten in de practijk heeft waar
genomen en de zeer gunstige uitkomsten,
verkregen bij de spuitproeven met een
mengsel van water en zand, maar toch
meent zij, dat in dezen voorzichtigheid
nog geboden is, en dat, waar de steen
zoude moeten worden aangewend voor
bestratingen, waarover zware lasten ver
voerd moeten worden, of welke aan een
druk voetgangersverkeerzijn blootgesteld,
en ook waar de steen aan den invloed
van stroomend water is blootgesteld, al
leen eene langdurige ondervinding zal
kunnen aantoonen, of dit materiaal daarbij
op zijne plaats is.
In het algemeen wil het de commissie
voorkomen, dat het zeker niet uitgesloten
is, dat kalkzandsteen voor waterwerken
gebezigd kan wordenzij meent echter,
dat hij vooralsnog daarvoor niet het ge-
eigende materiaal is. Niet alleen wanneer
de steen daarbij blootgesteld is aan sterke
strooming, maar ook wanneer hij gebezigd
zoude worden voor kademuren en derge
lijke, niet aan stroomend water gelegen.
Bij dergelijke werken doet zich de invloed
van de vorst in hoogere mate gevoelen