BUITENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
beenwonden hebben.
Na van droge kleeren te zijn voor
zien, zijn alle schipbreukelingen per
rijtuig naar Hoek van Holland ge
bracht en om 1 u. 25 naar Rotterdam
vertrokken.
De «Solo» zit dicht bij de kust met
den kop op den Noord en dwars met
de lichte slagzijde naar zee.
De lading, die uit stukgoed, biug-
deelen, pijpen, spoorstaven, enz. be
staat, zal zoo spoedig mogelijk uit het
gehaald worden. Voor het bergen van
schip en lading is een contract ge
sloten met de «Nieuwe Bergingsmaat-
schappij« te Maassluis.
Op het gerucht van de stranding
waien Zondagmorgen al heel vroeg
taliijke kijklustigen naar den Hoek
gestroomd. Ook aan het strand bij
Terheyden was het een ongewone
volte van belangstellenden.
Loterij hulpfonds gemeente
ambtenaren.
Bij de verloting ten bate van het
hulpfonds van den Ned. bond van
gemeente-ambtenaren zijn de hoofd
prijzen ten deel gevallen aan de
houders van de volgende lotnummers;
10143 een salonameubelement;
13048 een zilveren iheeservies; 12021
eeri pianino; 7941 een heerenrijwiel;
1737 een damesrijwiel; 10618 een
bureau-ministre; 12471 een eiken
houten boekenkast; 10991 eeu divan
met kleed; 1137 een gouden beereri-
horloge; 13030 een gouden dames
horloge; 2011 een pendule met cande-
labres; 6474 een volledig eetservies;
15558 een ontbijtservies; 17286 een
salonlamp; 13381 een photographie-
toestel.
De volledige uitslag der trekking
wordt bekend gemaakt in het Week
blad van den bond en bij afzonderlijke
trekkingslijsten, waarvan van 5 Oc
tober af exemplaren kosteloos ver
krijgbaar zijn bij den secrelaris der
verlotirigscommissie, den het rJac. van
Lier, Keppleistraat 154, den Haag.
Bij correspondentie behooren frankeer
zegels te worden ingesloten.
Fanfare-korpsen.
Tegen de verandering der militaire
muziek-korpen in fanfare gaan stem
men op.
Met de fanfare zou men vrede kun
nen hebben aldus schrijft de
«Muziekbode» inden de korpsen op
een getalsterkte werden gebracht die
voldoende is om muziek voor den
troep te maken en om goede uit
voeringen te kunneu geven. Een
korpsje van zestien man is voor een
troep onvoldoende, want niet alleen
is de bezetting te gering, ook het
uithoudingsvermogen der melodie-
blazers is ontoereikend. Iets anders
zou het zijn, als bet getal melodie-
spelers meer dan verdubbeld werd en
de noodige bugles en een vijftal sax
ophones in de bezetting werden op
genomen, die dan op minstens vijf-
en-twintig muzikanten moest worden
gebracht. Men verkreeg dan niet alleen
een mooien en sterken klank, maar
tevens een goede qualiteit van muziek,
geschikt voor concert-uitvoeringen.
Wil men de harmonie-muziek
absoluut afschaffen, dan zou zulke
fanfare-muziek met succes daarvoor
in de plaats kunnen komen.
iDe Oorlog-.
Van het oorlogsterrein.
Een zee van telegrammen met ge
ruchten, berichten, geseind aan bladen,
aan telegraafagentschappen, ambtelijk,
half-ambtelijk, nu eens bevestigd, dan
weer gelogenstraft, maar geen van
allen betrouwbaar. Of er opzettelijk
onware berichten de wereld ingezon
den worden, gelijk dat bij vroegere
oorlogen zoo vaak is gezien? Onmo
gelijk is het niet. In elk geval is het
voor den lezer in West-Europa on
doenlijk, zich een duidelijk beeld van
den toestand te vormen, dat eenige
waarborg biedt, van aan de waarheid
getrouw te zijn.
Laten wij derhalve trachten, uil
dezen warwinkel datgene aan te stip
pen en te resumeeren, dat ons op dit
oogenblik het meest waarschijnlijk en
het belangrijkst voorkomt: de lezer
vergeve het ons, wanneer wij dikwijls
een vraagteeken moeten plaatsen.
zien, want een mijner vrienden uit
mijn jongen tyd heet ook Holder;dat
was een kerel! Drommels, hoe veel
appelen hebben wij wel gestolen en
er ransel voor gekregen Dat was een
heerlijke tijd. Nu is hij dood de arme
Frans, ik heb het ergens in de cou
rant gelezen
Wordt vervolgd.)
Het oorlogsterrein bevindt zich
dit staat heel vast op het oogen
blik op twee plaatsen in Tripoll en
in Preveza.
Tripoli.
Zijn er soldaten der Italiaanscbe vloot
in Tripoli aan land gegaan, ja of neen?
Is Tripoli al of niet door deltaliaati-
sche schepen gebombardeerd Ziedaar
de twee vragen omtrent welke nog
de meest tegenstrijdige berichten loo-
pen en die derhalve op het oogenblik
dat wij dit schrijven niet met zeker
heid te beantwoorden zijn. Wel schijnt
bet vast te staan, dat, bombardement
of geen bombardement, de Turken
besloten hebben de stad niet over te
geven, waartegenover evenwel slaat
een ander bericht, tot dusver evenmin
weersproken, dat de Tuiksche troepen
niettemin de stad zullen ontiuimen.
Direct met elkander strijdig zijn deze
twee berichten niet, want rnen kan
wel weigeren een stad over te geven,
en haar niettemin verlaten zonder
tegenstand. Zoo ongeveer deden de
Russen .met Moskou toen Napoleon
Rusland binnenrukte. Ue taktiek is
niet ondoelmatig gebleken Wellicht
beleven de Italiannen in Tiipoli er
evenveel genoegen van als Napoleon
in Moskou. Iri elk geval schijnt het
voornemen der Turken te zijn, de
Italianen, wanneer zij zich eenmaal
in Tr ipoli vastgezet hebben, daar niet
met rust te laten.
Wat er omtrent de aankomst der
Italianen in Tr ipoli alleen vast staat,
is dit: Zaterdagmorgen, dat was de
morgen na de oor logsverklaring, is in
de haven van Tripoll een Italiaanscbe
kanonneerboot, de «Garribaldianacr,
aangekomen met de witte vlag in top,
en de officieren van deze boot hebben
de overgave van de stad geëisebt.
Wellicht heeft deze gebeuitenis aan
leiding gegeven tot de geruchten om
trent de landing; misschien ook heeft
die landing inderdaad wél plaats ge
had; maar is er geen bericht met
bijzonderheden tot ons gekomen, we
gens de censuur of de verbreking der
telegrafische verbinding.
Dat de stad Tripoli beschoten is
door de Italianen, is na de jongste
telegrammen wel zeer waarschijnlijk.
Preveza.
Iets meer is er bekend omtrent den
«zeeslag» bij Preveza, wanneer men
het in den grond boren van een Turk-
schen torpedojager en een torpedo
boot door twee Italiaanscbe toidedu-
jagers, met den wijdschen naam van
zeeslag mag betitelen.
Deze gebeurtenis is blijkbaar dezelfde
waarover Zaterdag j.l. reeds geseind
werd uil Athene: toen heette het
echter dat het Tuiksche iranspori-
schepen waren, nu blijken het iorpedo-
booten geweest te zijn. De vernieling
heeft plaats gehad voor de eigenlijke
oorlogsverklaring, Vrijdagmiddag, toen
de termijn voor het ultimatum nog
niet of nauwelijks was afgeloopen.
Dat is dus een post meer op Italie's
zondemegisler het heeft zijn rooftocht
aangevangen nog vóór de oorlogs
verklaring
En dan is er nog iets dat die ver
nieling der Tuiksche torpedobooten
en vooral de daaropgevolgde beschie
ting der stad, waarbij natuurlijk
toevallig, nietwaar? allereerst het
regeeringspaleis getioff-n werd, tot
een zoo ergerniswekkende gebeurtenis
maakt. Italië had bij zijn oorlogsver
klaring beloofd, den strijd tot Tripoli
te zullen beperken, en nu wordt het
eerste schot gelost, de eerste boot
vernield, de eerste stad beschoten,
niet aan de Afrikaansche kust, maar
aan die van Europeesch Turkije aan
de Adriatische Zee. Zoo begint Italië
met de schending van zijn belofte
en brengt terstond gevaar voor nieuwe
Balkan verwik kelingen.
Nu heeft Italië in een officieuze
nota de vernieling der Turkscke tor
pedobooten aldus veidedigd: «die
torpedobooten lagen daai aan de Al-
barieesche kust met het klaai blijkelijk
doel, de Adnatiscbe Zee op te varen,
de Italiaanscbe transporten te belem
meren en de omliggende Italiaanscbe
havens te verontrusten. Daarom werd
de Hertog der Abruzzen afgezonden
om die booten te vernielen.»
De Turksche Vloot.
Waar bevindt zich de Turksche
vloot? Bij het uitbieken van den oor
log lag zij voor Bairoet, maar zij is
terstond onder stoom gegaan, en vol
gens sommige berichten bevindt zij
zich t iaiis in de Dartlanellen. Is dit
waar, dan is het van veel belang,
want dan zijn" de Turksche schepen
wijwei veilig voor de kanonnen der
Italiaansche vloot, daar deze zich niet
licht onder het vuur der forten aan
de oevers van deze enge zeestraat
zal wagen. Tevens volgt hieruit dat
ook Constantinopel zelf veilig is, daar
dit slechts door de Dardanellen te
bereiken is. Ook dat is van veelTre-
lang, want weliswaar had Italië be
loofd Europeesch-Tuikije onaangetast
te laten, rnaar wanneer het een be
schieting van Salornki en Smyrna in
het schild voert en reeds begint met
Preveza te bombardeeren, dan is er
geen enkele reden waarom het ook
niet zou trachten, zijn kanonnen te
richten op de stad aan de Gouden
Hoorn.
De Italianen in Turkije geland.
Reuter seint uit Constantinopel, 3
Oct.: Het ministerie van binnenland-
sche zaken heelt een telegram ont
vangen met bericht, dat te Preveza
'16000 rnan Italiaansche troepen zijn
geland, na het vernielen van de Turk
sche forten.
Een groote Zeeslag??
Wij maken onder voorbehoud mel
ding van het volgend telegram door
do «Frankfuiter Zeitung uit Milaan
ontvangen:
Volgens berichten aan de bladen
is de Turksche vloot, van Beiroet
komend, in de Aegeische Zee door de
Italianen vernietigd. De slag werd ge
leverd tusscheu de eilanden Chios en
Mytilene.
Vredesgeruchten.
Het «Berliner Tageblalta meldt, dat
te Rome het hardnekkig gerucht loopt
dat Duitschland door zijn bemiddeling
den vrede heeft tot stand gebracht,
en dat het einde der vijandelijkheden
spoedig te wachten is.
Juist nu men in Portugal aanstalten
maakt om den eersten verjaardag der
Porlugeesche republiek (5 Octobei)
met groote feestelijkheid te vieren, is
te Oporto een nieuwe koningsgezinde
samenzwering verijdeld.
Het plan der samenzweerders
die zich vereenigden onder de leuze:
«laat ons met God zijn» was een
infanterie- en een artillerie-kazerne
te bezetten, waar zij vele onderofficie
ren op hun hand hadden. Een troep
samenzweerders trachtte de stad bin
nen te komen over de Luiz-brug;
anderen wisten in de tuinen en zelfs,
in de gebouwen van het Glazen Paleis
te komen. Zij hadden ook de agenten
van een politiepost op hun hand, die
naar hen overliepen en de telefoon-
geleidingen afsneden.
Maar het complot werd ontdekten
politie en militaire macht traden met
kracht op. De medeplichtige onder
officieren werden in den vroegen
morgen gevangen genomen en ook
in het gebouw der Katholieke club
nam men vele samenzweerders in
hechtenis.
De villa Nova de Gaya, even buiten
de stad, waar zich vele samenzweer
ders bevonden, werd omsingeld en na
een hardnekkig gevecht ingenomen.
Ook daar nam men vele koningsge-
zinden gevangen. Maar toen de troepen
het Glazen Paleis binnendrongen, wa
ren de koningsgezinden al door een
achterdeur gevlucht.
Castro verslagen.
De consul van Venezuela te Londen
heeft aan de «Evening Times" mede
gedeeld, dat Castro, die een inval in
Venezuela heeft gedaan en reeds door
gedrongen was tot den staat Tachira,
van waar hij afkomstig is, bij Perija
op regeeringstroepen is gestooteri, die
hem een nederlaag toebrachten. Castro
moest met achter lating van zijne mu-
nitievoorraden naar Cucula in Colum
bia de wijk nemen.
In het verslag over 1910 der
Vereeniging tot opvoeding van half
verweesde, verwaarloosde of verlaten
kinderen in het huisgezin lezen wij
omtrent de plaatselijke afdeeling het
navolgende
liet bestuur dezer afdeeling werd
versterkt door de benoeming van de
heeren J. van de Lijke. H. van Maanen
en A. P. Schroder. Het verslag brengt
hulde aan de nagedachtenis van den
heer C. L. D. Mounier, in leven pen
ningmeester, wiens vele diensten in
dankbare herinnering zullen blijven
De afdeeling verpleegde 25 kinderen,
15 jongens en 10 meisjes, in Baain,
Barneveld, Bussum en Amersfooit.
Van deze bezoeken 14 kinderen de
lagere school, 1 de huishoudschool,
1 de H. B. S., 1 de ambachtsschool
2 worden opgeleid voor boekdrukker,
I voor boerenknecht, I voor timmer
man, 1 voor smid. 1 voor de huis
houding, terwijl 1 in een dienst was.
Voor 1 wordt plaatsing gezocht.
De afdeeling bevat 1 medestichter,
10 donateuis, 128 leden en 30 be
gunstigers.
Het bestuur der afdeeling, waartoe
behooren Amersfoort, Baar'ri, Barne
veld. Bunschoten, Eemnes, Hoevelaken,
Hoogland, Leusden, Maarn, Rens-
woude, Scherpenzeel, Soest, Stouten-
buig en Woudenberg bestaat thans
uit de heeren: F. M. van Veen, In
genieur, Voorzitter, Mr. P. L Bau-
det, Advocaat en Procureur, Secreta
ris-penningmeester. J van de Lijke,
Architect, H. van Maanen, Ond-Insli
'uteur, Mej. J. C. Menger te Barne
veld. Mevrouw D. M. Meursing Kiich-
ner. Mevrouw M C. Reyndeis-Calkoen,
A. N. J. van Rossem, Gemeente-Ont
vanger te Baarn, A. P. Schroder,
Notaris en Ed. van Vollenboven.
Rijks-Postspaarbank.
De Directeur der Rijks Postspaar
bank brengt ter algemeene kennis,
dat alle spaarbankboekjes, uitgegeven
in de maand Oct. en waarop de
rente over het afgeloopen jaar nog
niet werd bijgeschreven, zoo spoedig
mogelijk ter verificatie en rente
bijschrijving bij hem worden ingewacht.
Voor de toezending daarvan kan
gebruik gemaakt worden van omslagen
met gedrukt adres, kosteloos aan ds
kaaitoren der Posterijen verkrijgbaar
Afgifte der boekjes tot voornoemd
doel aan die kantoren geschiedt tegen
bewijs van ontvangst.
Lijst van Brieven en Briefkaarten,
geadresseerd aan onbekenden, ver
zonden van het Postkantoor Amers
foort gedurende de 2e helft der maand
September 1911.
Brieven Binnenland.
G. de Jorig,
Dingleer
Mej. B Lablans
Wed. B. Koster,
P. Zondag.
Baarn.
Deventer.
Meppel.
Rotteidam.
Sassenheim.
R. v. Benthem v. d. Bunt, Utrecht.
C. Bos, Wijk aan Zee.
Brieven buitenland.
W. van Allhser, Ostende.
Briefkaarten binnenland.
A. Berg, Amsterdam.
F. v. d. Akker,
E. v. Randen,
B. Krul, Haag.
Pieter, Makkinga.
J. v. d Berg, Rotterdam.
Mej. Porenstra, Utrecht.
E. Breurman, Voorbroek.
1 blanco.
Briefkaarten buitenland.
G. Gieschen, Bercbtesgaden.
A. Rietschel. Bozen
26 drukwerken.
Aan het postkantoor Amersfoort
en de daaronder ressorteerende hulp
kantoren is in September ingelegd
bij de Rijks-postspaarbank f53.594 65
en daai uit terug gevraagd f 41 336.50.
Het laatste door dat kantoor uit
gegeven boekje draagt hel nummer
f 16 305
1De heer W. Croockewit W. Azn.
lieeft in de «N. Rott. Crt.» het volgende
geantwoord op het verweer van den
heer H. Kroes, die daarin schreef,
dat hij niet van wederantwoord zou
dienen.
Het was aanvankelijk niet mijn
voornemen het opgewonden proza van
den heer Herm. Kroos, over boven
staand onderwerp nog tebeantwoorden
De drift zelf van den auteur pleitte
al te zeer tegen hem.
Sedert ontving ik echtereen schrijven
van den Secretaris van het Genoot
schap «Architectura et Amicitia« te
Amsterdam, mij verzoekende, in het
orgaan van het Genootschap nader
op de zaak te willen ingaan. Nu het
blijkt, dat rnen in architectenkringen
vooral belang stelt in het geval, wil
ik gaarne mijn meening nog eens
toelichten, maar dan ook bij voor
keur voor het publiek, dat tot heden
getuige was van den strijd, en dus
verzoek ik, nog eenige ruimte in uw
blad.
Met opzet heb ik mijn eerste stuk
geen namen genoemd om te voor
komen, dat een principeel verschil
tot een personenkwestie zou ontaarden.
De zoo persoonlijke aanval van den
heer Kroes noopt mij thans, tot mijn
leedwezen, te beginnen met in te
gaan op dingen, die van geheel bij-
komstigen aard zijn.
Vrijdag 15 September jl. kwam de j
heer A. van Daal Tzn., uitvoeder van i
het metselwerk bij de restauratie van
'tSt.-Pieters- en Blocklandts-gasthuis,
alhier, mij verzoeken den volgenden
dag op het werk te willen komen,
om daar de heeren Ad. Mulder en
Kroes te ontmoeten, die mij zouden
aantoonen, dat het verwijderen der
cementlaag van de oude kapelmuren
niet anders had kunnen geschieden
dan op de ruwe wijze, die ik gispte.
Ik had weinig lust in het door mijn
tegenpartij geprepareerde bezoek, o.a.
omdat de verknoeiing van het metsel
werk reeds een voldongen l'eit was
en de vroegere toestand toch niet
meer te constateeren viel. Beleefd
heidshalve stemde ik echter toe, doch
onder het uitdrukkelijk beding, dat
het onderhoud het karakter zou
dragen van een welwillende bespre
king en dat daarbij verhandelde geen
gebruik zou worden gemaakt voor
publicatie in dagbladen, enz. om
de begrijpelijke reden, dat ik de open
baarmaking van hetgeen in een parti
culier gesprek door mij zou zijn
gezegd, niet wenschte over te laten
aan mijne tegenstanders. Ik voegde
hieraan toe, dat ik in geen geval
kwam om mij te verantwoorden, en
dat de heeren, indien deze voorwaar
den hun niet aanstonden, mij in een
dagblad ter verantwoording kunnen
roepen.
De lezer kon reeds zien hoe men
zich aan deze afspraak heeft ge
houden Daar ik onmiddellijk na
het onderhoud, voorzichtigheidshalve
het gebeurde opschreef, ben ik voor
rnij in staat, een nauwkeurig verslag
er van te geven.
Bij mijn komst op het werk werd
ik door den den heer Ad. Mulder be
groet met de woorden (ik, die daar
toch op hun verzoek verscheen: «Er
is voor u bepaald moed toe noodig
om toch te durven verschijnen."
Na een korte bespreking werd mij
vervolgens door den heer Mulder ver
weten, dat ik in de krant had durven
schrijven (sic), zonder eerst bij hem
om inlichtingen te zijn gekomen, en
de heer Mulder veroorloofde zich toen
een mijn inziens zoo'n ongepaste toon,
dat ik niet bereid was, mij langer
aldus te laten toespreken en aan het
onderhoud een einde maakte met de
opmerking, dat ik niet gekomen was
om verantwoording af te leggen en
zoo de heeren, indien zij meenden
grieven te kunnen weerleggen, dat in
de courant konden doen, waarop ik
dan wel zou antwoorden.
Na deze uitweiding, door de tenden-
tieuse voorstellingen van den heer
Kroes noodig geworden, kan ik einde
lijk tot de zaak zelf overgaan.
Ook hierover geeft de heer Kroes
een geheel verkeerde voorstelling, ge
lijk reeds de aanhef van zijn stuk,
waarin bij mij deskundigheid ontzegt,
doet zien, dat hij zelf gevoeld heeft
hoevele argumenten hem ontbreken.
In een feitelijk geschil zich beroepen
op zijn gezag, geeft wel blijk van
bedenkelijke zwakte.
Door mij werd betoogd, dat de
Zuidmuur van de kapel en de aan
grenzende vrouwenzaal noodeloos wa
ren vernield en ik beriep mij, om
dit te bewijzen, op eenige gaaf onder
de cementlaag bloot gekomen lagen.
De heer Kroes beweert, dat deze
lagen van lateren, harderen steen zijn
dan de rest van den muur; maar hij
geeft daarmede moedwillig een ver
keerde interpretatie van mijn argu
ment; want het is duidelijk, dat ik
niet deze nieuwe lagen in de Ooste
lijke traveeën op het oog had, doch
de oude in de Westelijke traven der
vrouwenzaal. Indien de heer Kroes
ook deze voor nieuw wil verklaren,
zal hij van zijn deskundigheid moeten
afstand doen.
Ook des heeren Kroes bewering,
dat de waterlijst «bijna geheel weg
geslagen was," houdt geen steek.
Niet alleen heb ik belangrijke stuk
ken van deze lijst, nadat de sloopers
reeds duchtig hadden huisgehouden,
nog aanwezih gezien, maar ook is op
foto's, vóór het begin der «restaura
tie» gemaakt, deze lijst zichtbaar.
Het zal wel geen betoog behoeven,
dat juist de zachtere steen van den
Zuidelijken muur der kapel tot bij
zonder voorzichtige behandeling had
moeten leiden. Niet met een «scherp
schildersmes" (gelijk de heer Kroes
mij ten onrechte laat zeggen) zal
men hier te werk moeten gaan: dat
geloof ik gaarne. Doch men zal, in
stede van het cement met ruwe slagen
af te beuken moeten trachten een
daartoe geëigend werktuig zooveel
mogelijk vertikaal tusschen cement
en baksteen te brengen, opdat van
het buitenvlak der laatste zoomin
mogelijk worde meegenomen. Waar