NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor ie Provincie Utrecht. Nu. 6. Zaterdag 20 Januari 1912. 41e jaargang. C VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant "ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geDeele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 17. Telephoonno. 69. AD VERTENTIEN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letterB en vignetten naar plaatsruimte. Plan 1913. In de Raadzaal van het Paviljoen te Haailem den zetel der Maat schappij van Nijverheidis de eerste vergadering gehouden der centrale commissie voor hel «Plan 1913«. Aanwezig waren de volgende hperen, vertegenwoordigende de achter hunne namen genoemde vereenigirigen en maatschappijen D. Fockema. te Arnhem, Nationale Bond voor Vreemdelingenverkeer in NederlandF. W. C. H. baron van Tuyll van Seiooskerken, te Velsen. Vereeniging Centraal Bureau voor Vreemdelingenverkeer; Edo J. Bergsma, te Enschede, Algemeene Nederlandscbe Wielrijdersbond, Toe ristenbond voor Nederland; B W. van Weideren baron Rengers, te'sGia- veidiage, Nederlandscbe Automobiel- club; jhr. mr. 11. W. van Asch van Wijck, te 's Gravenbage, Vereeniging voor TentoonstellingsbelangeriJ. P. Nord Thomson, te Amsterdam, Nederlandsche Vereeniging vatr-Expo- santen O. Kamerlingh Onnes, te Amsterdam, Vereeniging Bureau voor tlandelsinlicbtiugen Th. Koek, te Utrecht, Nederlandsche Hotelhouders- borid; I Th. ter Bruggen Hugen- holtz, te Amsterdam, llollandsche IJzerpn Spoorweg-Maatschappij; jhr. C. R. T KrayenholT, te Utrecht, Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegenL. G. Wolf, te Gennep, Noord-Brabantsch Duitsche Spoorweg maatschappij een der directeuren van de Nederlandscb-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij; Th. H. de Meester, te Vlissingen, Stoomvaart maatschappij «Zeelandi; N. van de Roemer, te Rotterdam, Wm. H. Mül- ler Co.'s Batavieri ij iiG. S. de Clercq, te Haarlem, Maatschappij van Nijverheid. De vergadering werd geopend door prof. dr. J. Kraus, voorzitter der «Maat schappij van Nijverheid«. De voorzitter herinnerde dat de Maatschappij >an Nijverheid over tuigd dat 't vieemdelingenverkeer in Nederland bevorderlijk is aan alge meene nijverheidsbelangen een stap daartoe wilde doen. in vei hand met het op handen zijnde jaar 1913. het welk van belang en van beteekenis zal zijn, met alleen voor Nederland, maar voor de geheele beschaafde 1 wereld. j Voor Nederland in het bijzonder, i omdat wij in dat jaar den dag zullen herdenken, waarop ons vaderland weder zijn plaats ging innemen in de rij der onafhankelijke natiën; voor de gan- sche wereld, omdat in dat jaar zal worden voltooid en geopend het Vredes paleis, dat symbool van de verbioede- ring der natiën. Maar ook is het hoofdbestuur der Maatschappij geïnspireerd geworden door de denkbeelden van den alge- meenen secretaris, den beer de Clercq. om in dat jaar ons land bijzonder aan trekkelijk voor den vreemdeling te maken, niet door alles wat daartoe ken strekken te concentreeren op één enkel punt, maar door bet organiseeren vari vele kleine tentoonstellingen, sport- feeslen enz in verschillende plaatsen van ons larid, waardoor de vreemde ling, door gezonde reclame naar ons land gelokt, zicb genoopt zal voelen het te doorreizen en dan in staat zjjn blijvende indrukken mede te nemen ook van het blijvend schoon, dat ons land in zoo ruime mate biedt. Met betrekking tot de samenstelling van deze commissie heeft het hoofd bestuur zicb gericht tot algemeene Nederlandsche vereenigingen en maat schappijen, die, hetzij de bevordering van bet vreemdelingenverkeer direct beoogen, hetzij met hunne belangen nauw bij dat verkeer zijn betrokken. Bovendien werd die uitnoodiging gericht tot de heeren mr. Everwijn en jhr. van de Poll. De heer Everwijn, bet hoofd van afdeeling handel van bet departement van landbouw, nijverheid en handel, heeft zich bereid vprklaard de ve>- gaderingen uwer commissie en ook van de sub-commissiën bij te wonen en met zijn raad en voorlichting te dienen, maar wenscht zich, voorloopig althans, niet als lid van deze com missie te zien aangemerkt. De oud-voorzitter der Maatschappij, jhr. Van de Poll, die niet alleen in die functie, maar tal van malen, het laatst nog als vice-voorzitter van de opperste jury van de Biusselscbe tentoonstelling, getoond heeft alles over te hebben voor de bevordering van algemeene nijverheidsbelangen en bovendien op het gebied van kunst en ook van sport een meer dan ge wone kennis en ook bekendheid zich beeft weten te verwerven heeft zicb bereid verklaaid bet voorzitter schap der commissie te aanvaarden. Nadat de heer Kraus hem daarvoor dank betuigd bad, droeg liij alsnu het voorzitterschap over aan den heer Van de Poll. Jhr. C. F. van de Poll dankte het hoofdbestuur der Maatschappij van Nijverheid voor het in hem gestelde vertrouwen en deelde mede dat al de uitgenoodigde lichamen hadden aange nomen, met uitzondering alleen van den Nederlandschen Journalistenkring, die zich krachtens zijn statuten daar toe niet bevoegd rekende. Op verzoek van den heer Van de Poll verklaarde de heer G. S. de Clecq zich bereid zich te belasten met het secretariaat. Uit de ingekomen plannen bleek, dat reeds in tien gemeenten be- beéprekingen worden gehouden om in 1913 iets bijzonders op touw te zetten. Aan de orde was nu de vraag: Is het «plan 1913« wenschelijk en uit voerbaar? Na een toelichting voor den voor zitter, waarin deze er op wees, dat 1913 behalve om de reeds genoemde redenen, ook daarom zoo'n gunstig jaar is, wijl er in Europa dan niets bijzonders te doen is uitgezonderd dan een algemeene tentoonstelling to Gent, welke door bare ligging ons eerder bezoekers zal aanbrengen dan van ons zal afleiden werden beide vragen met algemeene stemmen toe stemmend beantwoord. Wat de laatste vraag betreft onder dit voorbehoud, dat voldoende gelden kunnen worden verkregen voor een reclame op onbe krompen schaal in het buitenland. Vervolgens werd overgegaan tot het aanwijzen van een uitvoerend comité en vijf sub-commissies, name lijk voor het verkeer, voor de huis vesting. voor de reclame in binnen- en buitenlandvoor het geven van advies voor plaatselijke tentoonstel lingen en voor de reclame voor nij verheid en handel. Tot leden van het uitvoerend comité werden aangewezen de voorzitter, de secretaris en de heeren van Asch van Wijck, Bergsma, Fockema en van Tuyll van Serooskeiken. Aan de sub commissie voor bet verKeer wordt opgedragen middelen aan te geven om het rondreizen door Nederland voor de vreemdelingen in 1913 gemakkelijk, aangenaam en goedkoop te maken. Men had daarbij op het oog niet alleen den dienst op de spoor- en tramwegen, maar bet vervoer te land en te water in den meest uitgebreiden zin van het woord. De commissie voor de buisvesting heeft te onderzoeken op welke wijze een groot aantal vreemdelingen be hoorlijk onder dak te brengen zijn. De commissie voor de reclame zal in de eerste plaats een pakkenden naam voor «Plan 1913" hebben te bedenken en dan voorstellen moeten doen voor een doel betreffende reclame in het buitenland. Aan de commissie voor de reclame voor nijverheid en handel werd ver zocht te onderzoeken op welke wijze in 1913 voor de Nederlandsche nij verheid en handel in het algemeen reclame ware te maken. De volgende bijeenkomst der cen trale commissie zal gehouden worden op Zaterdag 10 Februari a.s. te Utrecht. Begrafenis prof. Valeton. Het stoffelijk overschot van prof. dr. J. J. P. Valeton is Donderdag middag onder veel belangstelling op de oude algemeene begraafplaats te Utrecht ter aarde besteld, nadat in het sterfhuis het woord was gevoerd door prof. Van Dijk uit Groningen. De lijkbaar werd gevolgd door een 15-tal rijtuigeneen groot aantal bloemstukken werd in den stoet mede gedragen daaronder bevond zich een krans van H. M. de Koningin. Niei- tegenstaande het zeer gure weder hadden tal van belangstellenden zich aan de groeve opgesteld of waren in den stoel medegekomen. Wij merkten op tal van Utrechtsche hoogleerareu en predikanten, graaf Schimmelpen- ninck en baron Van Lynden, leden van het college van curatoren der Utrechtsche Universiteit, en jhr. Hooit Graafland, secietaris van dat college, de wethouders Van Dieren Bijvoeten Van Zijst, den oud-wethouder De Beaufort, de Gemeenteraadsleden jhr. Schorer en tnr. Van Engen, ds. Barger uit Amsterdam, ds. Gunning, ds. Rauers en ds. Brouwer van den Zen dingsschool te Rotterdam, prof. Pont uit Amsterdam, de Haagsche piedi- kanten Gerretsen en Cramer, ds. Cal- lenbach uit Rotterdam, mr. A. de Graaf uit Utrecht, mr. Royaarus, lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht enz. De eerste spreker aan de groeve was ds. Voot hoeve uit Amsterdam. Spr. wees er op, dat in bet gebeds leven van den overledene het geheim lag van diens liefde tot zijn nabe staanden. Johan Valeton was ook de man van den grooten eenvoud en naar gelang hij hooger klom in het maat schappelijk en kerkelijk leven, in die mate werd hij steeds eenvoudiger: Valeton was een man met kinderlijk geloofsvertrouwen en in dat vaste geloof is hij ook heengegaan. Prof. dr. S. D. van Veen sprak namens den Senaat der Utrechtsche Hoogeschool en bracht een laatsien I3ST IDE DIEPTE. EEN AMEEIKAANSCHE GESCHIEDENIS. 43) Als men aandachtig de dagbladen las, dan kon men gemakkelijk in deze zaak een goed overlegd en behendig geleid stelsel van verdediging, van bewerking der openbare meening door de pers ontdekken. Men kon er zeker van zijn dat ten minste een der vijf dagbladen iederen dag iets ten gunste van Fulton bevatte, betgeen dan de anderen later regelmatig nadrukten, en wel met nauwkeurige opgave der bronnen, hetgeen anders zelden het geval bij de Amerikaanscbe dagblad pers is. Deze manoeuvre, die tot den dag der behandeling van Fulton's zaak voor de gezworenen aanhield, en op dien dag in een leading resumé-ar tikel van aide vijf bladen het toppunt bereikte, bleef niet zonder uitwerking zooals wij spoedig zien zullen. De dag, op welken de belangwekkende zaak zou behandeld worden was ge komen. Fulton verscheen voor de ge zworenen, vergezeld van zijn advocaat en zijne borgen, niet als een beschul digde misdadiger, maar als een heilige die bet martelaarschap ondergaat, zulk een stralenkrans hadden de dag bladen om zijn hoofd gelegd. Hij was van het hoofd tot de voeten in het zwart gekleed en droeg in bet knoops gat van zijn overjas de onmisbare kunstroos. Toen hij met koninklijke deftigheid en van de overwinning zeker de plaats voor de beschuldigden betrad, applaudiseerden de dames in het auditorium en Fulton boog glim lachend, als een goed comediant. De rechter, goed gestemd door de dagbladen, liet niet eens stilte ge bieden. De openbare aanklager stond op, toen er stilte was ontstaan en riep de zaak op. De borgen antwoordden voor Fulton en waren nu van bun borgtocht ontheven. "Edelachtbare," zei Fulton's advocaat zicb oprichtend, tot den rechter, „ik doe den eisch dat de zaak tegen mijn cliënt zonder verdere behandeling afge wezen wordt, dat men hem zonder eenige getuigenverhoor vrijspreekt, want er zijn volstrekt geen bewijzen tegen den beer Fulton voorhanden, hij is op onrechtmatige wijze in hech tenis genomen geworden," „Hoort! hoort!" riep men onder het publiek en eenige personen applaudis seerden, doch slechts flauw, want men was gespitst op pikante debatten. „Mijnheer Sturges," riep de rechter bedaard, nadat hij stilte badt geboden, „gij weet evengoed als ik, dat uw eisch afgewezen moet worden. Ook ik geloof niet aan de schuld van uw cliënt maar juist om hem volkomen te recht vaardigen en hem te zuiveren voor de oogen der wereld, moeten de de batten plaats hebben." Toejuichingen van het publiek! Ful ton was reeds zoo goed als vrijgesproken de tactlooze handelwijs van den rechter, die een vooruit opgevatte meening hier zoo naief te kennen gaf, trof de Amerikanen volstrekt niet. De advocaat boog en zeide: «In dien zin laat ik het gelden, beginnen wij Men verhoorde nu de getuigen ten laste van den beschuldigde, en deze waren niet talrijk. Het eerst werd de vermoording van Marie Holms door den Coroner op hoogdravende wijze vastgesteld. Hij beschreef met aanwending van vele vreemde woorden, de soort der doode- lijke wonde, en bewees vervolgens zeer scherpzinnig en wetenschappelijk, dat men met een dolk in het hart niet leven kon, hetgeen iedereen gaarne geloofde. Nu nam men de bewoners van het huis no. 72 in den Nort-Wellsstreet in verhoor, die het lijk gevonden hadden. De meisjes verklaarden, dat eerst het door de planken der zoldering gezijpelde bloed haar op de misdaad opmerkzaam had gemaakt. Zij hadden Marie des namiddags en des avonds, toen de moord gebeurd moest zijn, niet gemist, wijl ze dikwerf langen tijd uit het huis placht te blijven en I derhalve was het lijk eerst ongeveer 24 uren na de volbrachte daad ont dekt geworden. «Hoe weet ge," vroeg de advocaat Sturges het meisje, »dat het lijk vier- en-twintig uren gelegen heeft?" "Ik vermoed het, omdat het koud en stijf was toen wij het vonden, en er is tijd noodig voor een dood lichaam daar toe komt." »Zoo, behoud uwe onderstellingen voor u," antwoordde de advocaat grof, "het geldt hier feiten." De volgende getuige herkende het mes. Het was een achtenswaardige zwaardveger van Chicago, die ver klaarde, dat hij voor den heer Fulton den dolk op bestelling had moeten maken en zijn vollen naam op het lemmer etsenook had hij later voor het graveeren der voorletters J. F. gezorgd. De advocaat liet zich het mes geven, bezag het nauwkeurig en vroeg, het den getuige reikende»Ge weet dus zeer nauwkeurig, dat dit hetzelfde mes is, hetwelk den heer Fulton heeft laten maken?" De getuige glimlachte Ja, ik weet het stellig!" "Dat zegt gij, en ik wil u geen leugenaar noemen, maar een gerechte lijk bewijs is het niet. Waar is dan de geëtste, geheele naam van mijnbeer Fnlton op het mes gebleven, als ik vragen mag?" "Het bloed heeft dien vernietigd. Al wat geët9t is lijdt, wanneer bet vier en twintig uren lang met bloed in aanraking is; misschien is hi; ook wel vroeger uitgeslepen geworden." "Misschien, misschien kom niet met een misschien voor den dag, wanneer het leven en den goeden naam van een menscb geldt. Bewijs wat gij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1