NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 22. Zaterdag 16 Maart 1912. 41e jaargang. B VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. PREMIE BINNENLAND. FEUILLETON. VERVLOEKT EN VERSTOOTEN. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonn0. 69. ADVERTENTlfiN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. voor de lezers van deze courant Het heden verschenen nummer van „^ak-ncie-l^ee" GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD, is bijzonder belangwekkend en actueel en bevat o. a. De Internationale Voetbalwedstrijd op Zondag 10 Maart te Antwerpen, met drie foto's voorstellende bet Neder- landsche elftal, het Belgische elftal en een interessante actie-kiek: «Aanval op Belgisch doel". Zes prachtige foto's betrekking hebbende op de Mijn werkersstaking in Engeland, alsPaar den in de Kolenmijnen, Mijnwerkers worden per lift naar boven getrans porteerd Meisjes, die de steenkolen schiften Drie jonge mijnwerkers,belast met de verzorging der paarden; Een typisch drietal jeugdige mijnwerkers. Een buis te Amsterdam ingestort Groote brand in een orgelfabrrek te Rotterdam. Hondententoonstelling te Haarlem, met drie foto's van prijs- bekroonde bonden. Hockeywedstrijd te Haarlem. Het ongeluk met den Parcefal-ballon. De voorraad steen kolen, aanwezig op het terrein van de steenkolen-handelsvereeniging te Rot terdam Kon. Fransche Opera te 's-Gravenhage, met twee foto's. L. H. Cbrispijn, in de rol van Figaro. De begrafenis van het slachtoffer der Apachen te Parijs, met 2 foto's. Monte-Carlo en zijn speelbank, met een foto van het casino en een foto van de bergachtige omgeving. Een gouden bruiloftsfeest. Professor Ca naille Flammarion. de beroemdesterre- kundige, op zijn 70en verjaardag. Tentoonstelling te 's-Hagb, ten bate van de arme Friesche Heide.H. M. de Koningin-Moeder op de wandeling gekiekt. Een ijsbaan op zolder. Het Victoriawater op de tentoonstelling te Soerabaia. Veider: Een dertiental foto's van bekende landgenooten. De rubriek van ledacteur X, die ditmaal een advertentie-prob leem opneemt. Het Kindernumraer »Ons Prinsesje", met onderhoudende lectuur voor de jeugd en het vervolg van den boei- fniien roman,getiteld »Zieleleed",<loor Eline van Stuwe (Jacqueline Reyneke van Stuwe.) De geabonneerde wonende wenscht zich te abonneeren op het weekblad „PAK ME MEE", tegen den prijs van 3'/i cents thuis bezorgd. Tweeërlei zedelijkheid. Naar uit Den Haag aan de »Tel«. wordt gemeld, worden aldaar verschil lende prentbriefkaarten, van de zelfde soort als die te Wageningen in beslag werden genomen, iu de uitstalkasten van boekwinkels vertoond, zonder dat de politie er tegen optreedt. De boekhandelaar Elberg te Wage ningen, die wegens het uitstallen dier kaarten Dinsdag terecht zou staan, kreeg bericht dat de zaak niet zou behandeld worden daar zij door bet O. M. was ingetrokken. Naar men zegt is zulks geschied op last van den minister van Justitie. Regint het al? Aan de verschillende grossiers en grootwinkeliers in den lande werd dezer dagen een circulaire gezonden van de Société Céramique van de firma Petrus Regout te Maastricht, dat zjj de prijzen der aardewerk-arti kelen met 5 pCt hebben verhoogd. De huismoeders zullen binnen enkele dagen haar kopjes en schotels, schalen, thee- en koffiekannen enz. met min stens 5 pet. meer moeten gaan be talen. Zou dit een voorloopertje zijn van den druk der a.s Tariefvvet, wordt in de »Haagsche Ct.« gevraagd. De niijnwerkersstakingen. Op het oogenblik liggen ei in de haven te Rotterdam 220 stoom- en 6 groote zeilschepen. Er is een op- eenhooping van schepen, die wachten op het einde van de staking om dan naar Engeland te gaan, en daar te bunkeren. Alle gemeentediensten te Rotterdam zijn tot einde Mei voorzien van de benoodigde voorraden steenkolen. De laatste drie dagen zijn nog 18 Rijnscbepen met kolen uit Duitscijland gekomen. Aan de Vondeliogenplaat (Rozen burg) is geeD voorraad bunkerkolen meer. De kolen worden met de bun- kermachines van de Steenkolen-Han- delsvereeniging van hier derwaarts gebracht. Daarna beeft het bunkeren aan de plaat plaats. De voorraad van 30.000 ton, die de S. H. V. aan de Maashaven had, is heel wat geslonken. Toen de staking in de Engelsche mijnen uitbrak, lagen er boven de Willemsbrug nog onge veer 80 met kolen geladen Rijnscbe pen dit aantal is thans tot 40 ge daald. NR. CL) Ais in den tulpenwindhandel. De heer C. P. Alkemade Cz. te Noord- wijk, die in het groot gladiolussen (zwaardlelies) kweekt, verkreeg uit zaad een bloem van een tot nog toe onder de gladiolussen niet voorge komen kleur, n.l. geel en noemde deze variëteit «Glory of Noordwijk". Deze werd in 1910 op de bloemenkeuring van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, met een getuigschrift van verdienste be kroond. Eenige dagen geleden heeft de eigenaar daarvan 20 kralen (jonge bolletjes) verkocht voor de belangrijke som van f500, terwijl hij de r st, in het geheel wegende één KG., aan een vakgenoot verkocht vuor f20,000. Op een veiling te Beverwijk, de plaats, waar tal van Gladioluskweekers woon achtig zijn, werd één bol, de ver scheidenheid «Meteort, een zaailing der firma J. B. Bos te Overveen, ver kocht voor f 89. Deze prijzen wed ijveren, zoo schrijft het »Vad.«, met die, welke in den tijd van den «wind handel® voor sommige tulpenbollen werden betaald. Een zeemonster in de Zuiderzee. Men schrijft uit Harderwijk aan 't «Handelsbl.® Dinsdagavond heeft de visscher D. Wormsbecher een zeemonster aan den wal gebracht, die op de Hond, een zandplaat in de Zuiderzee, tusschen Kampen en Elburg, levend aange troffen werd en na gedood te zijn, met behulp van eenige kameraden san boord werd getrokken. Men onderstelde dat men met een zeer zeldzaam exemplaar te doen had. in Brehms Thierleben beschreven onder den naarn van Beluga leucas. Iu dit werk komt een afbeelding voor van Beluga en daarmede vertoont het gevangen exemplaar de grootste gelijkenis. De Belugg leeft in de Noordelijke zeeën en is o.a. bij Groenlanders en Samojeden wel bekend. Het is een zoogdier, dat van 46 M. lang wordt; de kop is naar verhouding van het lichaam klein ook de oogen zijn klein eerst is de huid bruinachtig of blauw grijs, later lichter van kleur tot helwit toe. In de wintermaanden komt. hij' voor aan Groenlandskusten, in Juml vindt men hem in de Baffinsbaai. Een enkele maal komt hij in zuidelijke wateren. In 1815 bv. bleven twee jonge Beluga's meerdere maanden zich ophouden in de omstreken van Edinburg. Men maakte erjachtopen na veel moeite werd een der dieren bemachtigd. In de jaren 17931863 kwamen er ook exemplaren in zuide lijker streken voor. Direct werd aan »Artis« telephonisch gevraagd of het gevangen dier ook voor de afdeeling «FaunaNeeriandica® van eenige waarde zou kunnen zijn. De veronderstelling bleek juist te zijn. Gistermorgen kwam een der geëm ployeerden van Artis te Hardei wijk, die na bezichtiging en een onderzoek constateerde, dat het dier werkelijk Beluga Leucas Gray was. In het Hollandsch zou men het kunnen be titelen: «Witte stompkop dolfijn.® Ondersteld werd. dat het dier bij 't vervolgen van de nu trekkende haring of van de bot, die thans gaat kuitschieten, in de Zuiderzee is ge raakt, waar echter het ondiepe water hem leelijke parten gespeeld heeft. De Beluga, die, zooals wij nader vernamen, nog nimmer hier te lande levend of dood is aangekomen, weid terstond voor bet museum aangekocht. Het is een exemplaar in den over gang van de bruingrauwe jeugdkleur naar de witte kleur van het volwassen dier. Het mist ook reeds de tanden, die in de jeugd uitvallen, is 4.20 M. lang, waarvan de kop alleen 67 cM., bedraagt. De dwarse staartvin is nage noeg een meter breed, terwijl de borstvinnen slechts 60 cM., dus opmer kelijk klein zijn. Nadat eenige photographische opna men genomen zijn, is hel zoogdier, dat op meer dan 1200 pond geschat wordt, door den visscher met zijn eigen botter naar Amsteidam ver voerd. Wil men het verhaal van den visscher hoe bij het dier gevangen heeft uit eigen, mond hooren, het volgt hier: «We zeilden zoo vertelde Worms becher ons, aan de netten voort, toen de kleine jongen tegen me zei: «Vader wat zwemt daar?" Toen keek ik van zelf er heen en toen zag ik een mirakel springen van wat ben je me! Ik had eerst geen plan er op af te gaan, maar door 't aanhouden van de jongens schoven we er naar toe en toen we een 50 Meter van 't gedrocht af waren, kwam 't weer op Een Roman uit de laatste Poolsche Revolutie VAN JULIUS ALICZNY. 12) Deze laatste woorden, op tamelijk gebiedenden toon gesproken, werkten. Bliksemsnel verdween de oude knecht; Levi kwam zelf om den aangekomene in zijn schrijfkamer te geleiden. Daar zaten de twee stamgenooten lang te zamen, doorbladerden de rekening-cou rant-boeken, onderzochten verschei dene wisselbrieven en noteerden er het bedrag van, lazen schuldbekentenissen en telden banknoten. Zij schenen ten laatste met de uitkomst tevreden te zijn. Levi trok toen de kleine ijzeren kist dichter bij en nam er een cassette uit, wier inhoud hij sluw glimlachend op de tafel uitschudde; maar vooraf had hij de de vensterluiken gesloten en eenige kaarsen ontstoken. Verbaasd en zwijgend aanschouwde Aron Teweles dat allesmaar toen de echte steenen, welke Levi uit de cas sette op de tafel had geschud, in de verschillendste kleuren hun glans uit straalden, schenen Aron's oogen de voor hem liggende smaragden, robijnen, dia manten en paarlen te willen verslin den. Hij wreef zich de handen en 9tond in de grootste opgewonden heid voor deze vonkelende pracht. »En zijn ze allen echt?" stamelde hij met moeite. "Echt? Of ze echt zijn?" antwoordde Levi met trotschen glimlach; "ieder dezer steenen heeft zijne geschiedenis. Maar ik wil ze nu niet verhalen het zijn meestal treurige geschiede nissen van gevallen grooten, van ver brasten rijkdom, gezonken hoogmoed en vervlogen glans." Aron had op deze woorden van Levi volstrekt geen acht geslagenhij nam onderzoekend den eenen na den anderen steen, in de hand en kon zijne verba zing niet matigen. Behoort ook dittotden bruidschat vroeg hij en richtte zijn loerende oogen op Levi. "De helft," zei deze tamelijk koel. Hoezeer ook een geldman, gevoelde hij zich toch onaangenaam getroffen door deze vraag van Aron. "Wij waren tot nu concurrenten in den handel en kenden geen vriendschap wanneer onze geldelijke belangen tegen over elkander stonden," voer de laatste voort,' «maar nu hoop ik zullen wij spoedig vader en zoon zijn." Levi knikte zwijgend met het hoofd. "Wij zullen te Petersburg een grooten i wisselhandel oprichten eD een schitte renden staat voeren," voer Aron voort, maar zijne stem klonk zoo alsof deze verzekering niet volkomen met zijne ge dachte overeenstemde. «Ja, en mijne Sara zal wonen als de rijkste vorstin," zeide de andere hoog moedig. »Ik wil het zóó; waarom zou ik anders gespaard hebben heel mijn leven lang, want ik ben reeds lang rijk ge noeg, om zelf een schitterend huis te hebben Sara's aanstaande en de vermoede lijke associé van Levi te Petersburg glimlachtte gedwoDgen bij deze woor- 1 den van zijn toekomstigen behuwdvader en scheen slechts met moeite de aan- merking te onderdrukken, als wist hy met de schatten, die Sara moesten toe vallen, iets verstandigers te beginnen,1 dan in pracht en weelde te verspillen. Hij wilde echter Sara's vader in dit punt niet openlijk weerstreven en ant woordde derhalve ontwijkend. "Nu onze zaken afgedaan zijn, willen wij nu eens naar de schoone Sara gaan kijken ik ben waarlijk nieuwsgierig haar te zien!" Levi begon zijn zijkdom weder zorg vuldig op te ruimen. "Sara is een goed kind,« zeide hij vervolgens, "ik heb haar nog al afge zonderd gehoudeD, en zij zal zich ook geheel aan den wil van haar vader on derwerpen." Nadat hij de cassette geborgen en alles op zijn plaats gebracht had, schelde Levi en beval den binnentredenden knecht, aan de tante en Sara te be richten, dat hij spoedig zou komen om hen zijn handelsvriend Aron Teweles voor te stellen. De knecht giDg. Toen later Levi met zijn gast in de gezelschapskamer trad, bleef Aron verstomd door de wonderbare schoonheid van het meisje, met wijd open mond staanzoo heerlijk enjjekoor- lijk had hij zich Sara niet voorgesteld. Glimlachend nam Levi hem bij de hand en voerde hem tot zijne dochter. "Hier Sara,» zeide hij. »is mijnheer Aron Teweles uit Petersburg, mijn com pagnon. Hij wil te Petereburg een groote zaak oprichten, en een huis voeren als een rijk man en gij, Sara, zult daar de plaats van vrouw des huizes innemen. Deze laatste woorden had hij het meisje slechts halfluid toegefluisterd. De arme Sara begreep er dadelijk den zin van. Een doodsche bleekheid bedekte hare wangenzij was niet in staat een woord te zeggen, nauwelijks kon zij zich staande houden. Aron beproefde meermalen Sara eeni ge vleiende woorden te zeggen, maar zij gaf nauwelijks antwoord. In haar anders zoo schitterende oogen lajfnu een uitdrukking van verdriet en ziels angst, en toch scheen door dezen don keren sluier van neerslachtigheid heen, nu en dan als de bliksemstraal van een reddend besluit te schieten of ten minste een flauwe schemering van hoop te glinsteren. »Zij isnog te verlegen,» fluisterde Levi zijn toekomstigen behuwdzoon in het oor; zij zal wel vertrouwelijker worden met der tijd komt raad.» Ook op de oude tante Rachel maakte Aron een ongunstigen indruk, de kleine bestendig rollende oogen van den man, bewezen dat zijn geest zich uitsluitend met de rijkdommen van Levi bezig hield alleen wanneer hij somwijlen Sara aan- schouwde, gloeide zijn blik heilloos en

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1