NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad iÉT
voor de Provincie Utrecht. |S|
Gemeenteraad.
No. 61.
Woensdag 31 Juli 1912.
41e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG ËN ZATERDAG.
Invoerrechten en Winkelprijzen
Amersloortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25.
A fzond erlij ke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stokken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Burenu: Langegtraat 17. Telephooiin. AO.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7 'I, Cent.
Advertentièn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
i.
Wanneer de voorstanders van den
vrijhandel zich verzetten tegen de in
voering van een beschermend tarief
van invoerrechten, laten zij niet na
zoowel schriftelijk als mondeling te
wijzen op het groote nadeel verbonden
aan beschermende invoerrechten, dat
deze eene sterke neiging hebben tot
het verhoogen van de prijzen der pro
ducten van landbouw en nijverheid.
Evengoed als de prijs van de grond
stof, de kosten van bewerking, de
winsten van den fabrikant en den ver-
kooper, is ook het invoerrecht een
factor bij de bepaling van den prijs.
Wanneer men in het buitenland
eenen inkoop doet en dien naar Neder
land laat verzenden, weet men dat
men, behalve zijnen inkoopsprijs zal
moeten betalen vracht en invoerrecht.
In den handel behoeft de prijs van
een artikel niet altijd noodwendig ver
hoogd te worden met het geheele in
voerrecht, de mate der verhooging
hangt af van vele omstandigheden en
voor hetzelfde artikel doet zich die
verhooging soms meer, soms minder
sterk gevoelen, naar gelang van grooter
of kleiner aanbod, of wanneer andere
oorzaken op den prijs inwerken. Om
zooveei mogelijk zekerheid te verkrij
gen, dat de prijs van een artikel niet
met het geheele invoerrecht zal worden
verhoogd, vormen zich in de bescher
mende landen syndicaten, die den ver
koopsprijs binnen de beschermde
grenzen vaststellen en er voor zorgen
dat de prijzen met het geheele invoer
recht worden verhoogd, dat de neiging
van de invoerrechten tot verhooging
der prijzen dus tot haar volle recht
kome.
Wanneer de onomstootelijke waar
heid, dat de prijs van het product
door de heffing van beschermende
invoerrechten wordt verhoogd, voor
bestrijding vatbaar was en zou blijken
niet onaanvechtbaar te zijn, zou de
zaak der protectie in hare verdediging
veel sterker staan. Daarom trachten
de voorstanders der bescherming daar
aan steeds te tornen, doch tot dusver
hebben zij daarin geen succes, hunne
argumenten bleken steeds uiterst zwak,
de door hen somtijds aangevoerde
cijfers onjuist of niet ter zake dienende.
De voorstellers van de nu aanhan
gige nieuwe tariefwet hebben te veel
hunne verantwoordelijkheid gevoeld,
om mèe te zingen in het koor der
protectionisten, dat de door hen voor
gestelde invoerrechten de prijzen niet
zullen verhoogen, zij hebben zich
daaromtrent in hunne memorie van
toelichting zeer voorzichtig als volgt
uitgelaten
«Dat de mogelijkheid niet is uitge
sloten, dat van enkele consumptie
artikelen de prijs eenigszins zal stijgen,
valt niet te ontkennen. Men wachte
zich echter voor het schrikbeeld«alles
zal duurder worden*. Immers de voor
gestelde rechten zijn niet voldoende
hoog, om het den buitenlandschen
importeur onmogelijk te maken zijne
goederen hier te lande te plaatsen, en
waar hij daarbij de concurrentie van
de binnenlandsche industrie zal
hebben te overwinnen, bestaat er eene
goede kans, dat hij in plaats van zijn
product hier te lande duurder te kun
nen plaatsen, tot behoud van zijn afzet
een gedeelte van zijn winst zal laten
vallen."
Gevoelende dat die kans uitsluitend
bestaat in de fantasie der voorstellers
van de tariefwet en dat de tegen
werping voor de hand ligt, dat evenals
overal elders, ook in Nederland door
de vorming van syndicaten zal worden
gezorgd, dat men niet genoodzaakt
zal zijn een gedeelte van zijn winst te
laten vallen, laten zij op deze tirade
volgen «van meening te zijn dat de
voorgestelde rechten niet hoog ge
noeg zijn om aanleiding te geven tot
vorming van combinaties van inland-
sche industrieelen, met de bedoeling
om de prijzen op te zetten".
Het papier is geduldig en de uiting
ier meening staat den heeren vrij.
De ervaring zal hen echter zonder
twijfel in dit opzicht in het ongelijk
stellen, het zal hier gaan als in de
Vereenigde Staten, in Duitschland. in
Frankrijk en overal waar bescher
mende Invoerrechten worden geheven.
De mogelijKheid van prijsverhooging
wordt toegegeven.
Aangezien die mogelijkheid, in over
eenstemming met de elders opgedane
ervaring eene zekerheid is, en de
enkele artikelen, waarvan de prijzen
eenigzins zullen stijgen bij invoering
van het voorgestelde tarief van in
voerrechten, zullen blijken vele te zijn,
en wel msor of minder in verband
met de hoogte van het invoerrecht,
bestaat er geen principieel, doch slechts
een gradueel verschil in de opvatting
van de voorstellers der tariefwet, en
van de voorstanders van «het Vrije
Ruilverkeer".
Wanneer het later zou blijken, dat
de pessimistische voorspelling der laat-
sten juist, en de optimistische opvat
ting der eersten onjuist geweest is,
zullen dezen volstaan met te erkennen,
dat zij in hunne verwachtingen zijn
teleurgesteld, doch nooit hebben be
weerd, dat de door hen voorgestelde
invoerrechten de prijzen der artikelen
niet zouden doen stijgen.
Zoo ziet men dat het altijd verstan
dig is zich voorzichtig uit te drukken
en niet meer te beweren dan men
bewijzen kan.
Aan dieu gulden regel houdt zich
allerminst een protectionistisch schrij
ver in het blad Cultura van Mei 1912,
in een artikel getiteld: «Proeve van
onderzoek naar den invloed van inko
mende rechten op den winkelprijs der
«voornaamste levensmiddelen". Die
proeve van onderzoek heeft ten doel
duidelijk te maken, wat nog geen
protectionist tot heden heeft aange
durfd, namelijk dat de inkomende
rechten geenen invloed hebben op den
winkelprijs der voornaamste levens
middelen.
De schrijver der «Proeve" beweert,
na de cijfers, van vrijhandelszijde ge
geven, te hebben voorgesteld als «ge
heel bezijden de waarheid", zijner
zijds de de waarheid te zullen geven
in den vorm van betere cijfers,
verkregen op grond van een door
hem in verschillende plaatsen van
Nederland en Duitschland ingesteld
onderzoek naar de winkelprijzen van
een groot aantal der voornaamste
levensmiddelen. Zulk een onderzoek
door één persoon ingesteld, heeft na
tuurlijk geringe waarde en biedt wei
nig waarborg van objectiviteit. De
schrijver zegt dan ook zelf, dat het
geheel van de willekeur van samen
steller albangt, om de prijzen naar
zijn zin gunstig of ongunstig te groe-
peeren. De aangeboden cijfers zijn
daarvan het overtuigend bewijs.
Reeds een vluchtig overzicht van die
cijfers leert, volgens rneening van den
schrijver, dat de winkelprijzen van de
aangehaalde levensmiddelen hier min
stens even hoog zijn als in Duitsch
land. Men vindt die cijters opgenomen
in eene tabel, afgedrukt aan het eind
van het artikel, in welke tabel 62
arfikelen worden genoemd en daar
naast de getallen, welke de prijzen
heeten voor te stellen, die daarvoor
in Nederland en Duitschland worden
betaald. Tegen die tabel en tegen
de methode van onderzoek welke
aan die tabel ten grondslag ligt,
zijn twee bezwaren in te brengen,
eerstens dat de daarin aangegeven
gemiddelde winkelprijzen niet zijn
de prijzen, die in Nederland voor
de daarbij genoemde levensmiddelen
worden betaald, en ten tweede dat
die prijzen onmogelijk de betaalde
prijzen kunnen zijn, omdat de'methode,
die bij het onderzoek gevolgd werd,
foutief is. Verwonderlijk is het, dat
de samensteller dat niet dadelijk heeft
begrepen, of bij het neerschrijven zijner
prijzen heeft ontdekt.
Blijkens zijne toelicbting heeft hij
van de hem verstrekte prijzen geno
men den hoogsten, den laagston en
den middelsten, en daarvan het ge
middelde. Daarom noemt hij zijne
prijzen gemiddelde winkelprijzen. Vol
gens die methode komt hij bijv. voor
de eerste soort gort op eenen gemid
delden prijs van 33 cent per K.G. De
schrijver der proeve woont in Gronin
gen, waar de burgerij voor parelgort
20 cent tot hoogstens 22 cent per
K.G. betaalt. Met de prijzen van alle,
of zoo goed als alle overige 61 door
hem genoemde artikelen staat het
evenzoo. Witte-boonen geeft hij aan
op 42 cent, de betaalde winkelprijs is
25 tot 30, bruine-boonen 32'/>groene
erwten 32, grauwe-'erwten 44, zijn
normaal 20 tot 27'/> cent, zijn na den
slechten oogst van deze artikelen in
1911 in dit jaar bij uitzondering tot
tien cents hooger. Rijst noteert hij tot
40 cents, terwijl daarvoor in de ge
le burgerkringen niet meer dan
26 cent behoeft te worden betaald.
De in de tabel genoemde prijzen mo
gen de gemiddelde prijzen zijn, die
bet resultaat zijn van eene onjuist op
gezette berekening, waarbij prjjzen
in aanmerking zijn genomen, welke
buiten beschouwing hadden moeten
blijven, zij zijn niet de winkelprijzen,
welke in Nederland voor de voor
naamste levensmiddelen worden be
taald en daarop komt hel aan.
De gisterenmiddag van 1.45 tot 4.05
voor de laatste maal door Burgemeester
Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers
gepresideerde vergadering van den
Gemeenteraad werd bijgewoond door
16 leden en den Secretaris, mr. dr.
J. G. Stenfert Kroese.
Afwezig met kennisgeving waren de
heeren Kroes en Houbaer; éen vacature.
De notulen der vergadering van 25
Juni werden als vastgesteld beschouwd.
De belangrijkste der ingekomen
stukken waren:
Een schrijven van den heer W. H.
Kam, dat hij zich genoopt ziet ten-
gevolgevanhuisselijke omstandigheden,
ontslag te nemen als lid van den
Gemeenteraad.
De Voorzitter: Het duet mij leed,
dat deze mededeeling tot gevolg zal
hebben, dat de band tusschen U en de
Gemeente zal worden verbroken en de
Gemeente zal moeten derven uw groo-
ten ijver en groote technische ervaring
en kennis.
Ik dank U voor hetgeen U thans
twee jaren als Wethouder voor de
Gemeente deedt en ik hoop, dat bet
U moge gegeven zijn nog vele jaren
terug te zien op hetgeen U voor de
Gemeente tot stand bracht. Houdt U
hiervan verzekerd, dat de herinnering
aan de vele diensten door U in een
zoo lange reeks van jaren in verschil
lende betrekkingen aan de Gemeente
bewezen, U lang zullen overleven
(applaus).
Wethouder KamOp de eerste
plaats zeg ik U dank voor uw vriende
Ijjke woorden en den Raad voor zijn
instemming.
Er zijn nu eenmaal omstandigheden,
die iemand te machtig worden en deze
zijn mij in den laatsten tijd te beurt
gevallen en vormen de hoofdoorzaak
van mijn bedanken.
Ik dank U, Mijnheer den Voorzitter,
voor uw steun ik dank de Wethouders,
den Secretaris en ook de leden van den
Raad voor den steun, dien ik telkens
mocht ondervinden, en ik dank de
ambtenaren, in hoogeren en lageren
rang, die mij steeds krachtig hebben
ter zijde gestaan.
Ik wil eindigen met mijn beste wen-
schen voor uw aller welzijn, den bloei
van Amersfoort en het welzijn zijner
burgers (applaus).
Ingekomen waren nog
Besluit van de Gedeputeerde
Staten van Utrecht tot goedkeuring
van het Raadsbesluit van 25 Juni 1912,
betreflende wijziging van de salaris-
regeling voor het personeel verbonden
bij het Lager onderwijs.
Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 8 Juli 1912, 3e afd.
No. 2705/1916 tot goedkeuring van
het Raadsbesluit van 25 Juni 1912
tot verkoop van grond aan de con
gregatie van O. L. Vrouwe te Amers
foort.
Van Burgemeester en Wethouders
het proces-verbaal van de oppning
van kas en boeken van den Gemeente
ontvanger op 28 Juni 1912 alle
voor kennisgeving;
Van Burgemeester en Wethouders
de Gemeenterekening over 1911
in banden van een commissie, be
staande uit de heeren Eysink, Kroes
en Ruys.
Van Burgemeester en Wethouders
de rekening van het Stratenfonds over
1911 als voren
Van Burgemeester en Weihouders
de balans, winst- en verliesrekening
van de gasfabriek, dienst 1911 als
voren.
Van het Burgeilijk Armbestuur de
rekening over 1911 als voren.
Van de Raadsleden Van Duinen,
Koriing en Houbaer voorstellen be-
trefiende het verbreeden van den
verkeersweg in de Kamperbinnenpoort
aan B. en W. om advies.
Een verzoek van de N. V. Maat
schappij tot exploitatie van onroerende
goederen «Prins Hendrik* betreffende
den aanleg van een straat als
voren.
Een adres van den Amersfoortschen
Bestuurdersbond en de R. K. Timmer-
liedenvereeniging betreffende wijziging
van de besteksbepalingen als voren.
Een dankbetuiging van mr. J. D.
Werkman voor zijn benoeming tot
Gemeente-secretaris voor kennis
geving.
Een adres van de afdeeling Amers
foort van den Bond van Nederland-
sche Gemeente-werklieden betieffende
het Werkliedenreglement.
De heer Gei ritsenB. en W. hebben
bijna twee maanden gewacht met het
bijeenroepen der afdeelingen, ofschoon
het ontwerp een half jaar gereed is.
Ik hoop, dat thans niet langer zal
worden getalmd.
De Voorzitter: Er is eigenlijk ge
wacht op dit adres om het tegelijk
met het ontwerp te kunnen behan
delen.
Zoo spoedig mogelijk zullen thans
de afdeelingen worden bijeengeroepen.
Om 1.50 kwam aan de orde de
Agenda.
1. Onderzoek van den geloofsbrief
van den heer P. van Achterbergh.
Nadat de zitting een oogenblik is
geschorst, rapporteert de heer Veis
Heyn, dat de stukken in orde zijn
bevonden en dat de commissie advi
seert tot toelating.
Hiertoe wordt door den Raad be
sloten z. h. st.
De beer Van Achterbergh zal zitting
nemen zoodra de termijn is vervallen.
Volgde een zitting met gesloten
deuren van 2 uur tot 2.35.
2. Benoeming van een leeraar in
de oude talen aan het Gymnasium.
Benoemd de heer M. R. J. Brink—
greve, doctorandus in de klassieke
letteren te Utrecht, met 15 stemmen,
tegen 1 op dr. A. C. H. Boissevain,
te Winschoten.
2. Benoeming van personeel bij het
Lager onderwijs.
Benoemd aan school C
le betrekking: mej. W. M. van
Eek, te Amersfooit met algemeene
stemmen.
2e .betrekking: mej G. Th. W.
Mezger, te Amersfooit met algemeen?
stemmen.
Benoemd aan school B: mej. J.
Muikens, te Uirecht met 15 stemmen,
tegen op mej. ;J. S. B. Brederodej
te Soest.